BOEK★★★½☆
‘1000 jaar vreugde en verdriet’ van Ai Weiwei is een duizelingwekkend verhaal dat helpt om de wereldberoemde kunstenaar beter te begrijpen
In 2011 werd de Chinese kunstenaar Ai Weiwei in Peking opgepakt. Hij zou 81 dagen gevangengehouden worden. In de cel wordt hij getergd door gepieker over zijn vader, de dichter Ai Qing, en zijn twee jaar oude zoontje. De kunstenaar beseft dat hij te weinig over zijn vader weet. Die pijn wil hij zijn zoon besparen: alles moet in een boek. Tien jaar later is dat er: ‘1000 jaar vreugde en verdriet’, naar een vers van Ai Qing, is een duizelingwekkend verhaal dat helpt de wereldberoemde kunstenaar beter te begrijpen. Het omvat geen duizend jaar, maar wel meer dan honderd, vanaf de geboorte van Ai Qing in 1910. Ai Weiwei heeft geprobeerd diens leven vol dramatische wendingen zo precies mogelijk te reconstrueren. Zijn feitelijke en compacte stijl blijft helaas niet overeind in de vertaling, die gebaseerd is op de Engelse versie. Maar Ai Qing zal nu zeker herdacht worden, omdat zijn eigen poëzie zopas vertaald is, zelfs rechtstreeks uit het Chinees, en ook door het boek van zijn zoon, waarin aangetoond wordt hoe de geschiedenis zich (deels) heeft herhaald. Pas in 2015 kreeg Weiwei zijn paspoort terug. Inmiddels woont hij in Portugal. Zijn zoontje zit op een kostschool in Londen. Na meer dan honderd jaar lijken de Ais aan China’s beklemmende macht te zijn ontkomen.