BOEK★★★½☆
‘Atlas van vuurtorens aan het einde van de wereld’ staat garant voor een nostalgisch-romantische trip die je een genotvolle zomeravond zal bezorgen
Wie Robert Eggers’ zwart-witfilm ‘The Lighthouse’ heeft gezien (2019), weet het al: in vuurtorens gebeuren gekke dingen. Het zíjn ook gekke dingen, laat de Spaanse vormgever en schrijver José Luis González Macías zien in ‘Atlas van vuurtorens aan het einde van de wereld’. Deze ‘reis langs de meest afgelegen vuurtorens op aarde’ voert langs 34 onherbergzame plekken, van Alaska tot Tasmanië, van Kamtsjatka tot Vuurland. Zijn fraai vormgegeven boek – geen foto’s, alleen illustraties, tekst en feitelijke gegevens – toont dat de ingenieuze bouwsels niet alleen pareltjes zijn van menselijke kunde, maar ook projectieschermen voor onze verbeelding en rustplaatsen voor al dan niet verzonnen verhalen. De vuurtoren die de inspiratie was voor Eggers’ film staat erin: hij bevindt zich op Smalls, ettelijke zeemijlen voor de kust van Wales. Andere seintorens getuigen van grote historische gebeurtenissen: die op Robbeneiland bijvoorbeeld, die Nelson Mandela zag vanuit zijn cel, of de toren van Guardafui, op de oostelijkste punt van Somalië. Met als ornament een forse bijl, het teken van de fascisten, is het een sprekend relict van de Italiaanse koloniale strapatsen onder Mussolini. Een heerlijk nostalgisch-romantische trip, deze atlas, die niet alleen fans van Judith Schalansky een genotvolle zomeravond zal bezorgen.