BOEK★★★½☆
De al te nette afronding van het verhaal was niet nodig, Kjersti Skomsvold charmeert genoeg met haar kleurrijke beeldtaal
In 2009 reeg de Noorse Kjersti Skomsvold de nominaties aaneen voor haar tragikomische, curieuze debuutroman over eenzaamheid. Een dik decennium later gaat ze op datzelfde elan voort. Peter Venn is 45 en heeft het gevoel dat zijn leven nog niet begonnen is. Hij woont in het appartement onder zijn moeder, gaat op vrijdag bij haar eten, en probeert de keren te tellen dat zij zijn leven verpest heeft. Overdag werkt hij als literair vertaler aan zijn keukentafel, ’s avonds maakt hij een wandeling langs het kerkhof en de grote stadsbrug. Bij het kolkende water vraagt hij zich af of hij een doodswens heeft, maar hij denkt van niet. Veel gebeurt er niet in ‘Heden ik, morgen gij’. Alles speelt zich af in Peters gedachten, die bizar kronkelen rond zijn vaders dood, zijn plotse verlangen naar zijn buurvrouw en de gulzigheid van de menselijke liefde. De absurde ondertoon, die Beckett en Camus oproept, legt stukjes essentie bloot over het menselijke bestaan en de behoefte aan verbinding. De al te nette afronding van het verhaal was niet nodig. Skomsvold charmeert genoeg met haar kleurrijke beeldtaal. In haar hoopvolle universum mag een mens zo alleen zijn ‘als de laatste slappe wortel in de groentela’ en ‘zo blij als een bloem’.
MEER BOEKEN VAN DE WEEK: