BOEK★★★★★
De ironische verhalen van Tadeusz Borowski behoren tot de meest indrukwekkende van de Holocaustliteratuur
Op zoek naar zijn grote liefde, die bij een razzia werd opgepakt, wordt hij in 1942 gearresteerd en naar Auschwitz gedeporteerd. Dat overleeft hij, maar op zijn 28ste sterft hij na een tweede zelfmoordpoging. De eerste prozaschetsen van de niet-Joodse Poolse communist Tadeusz Borowski (1922-1951) dateren uit zijn Auschwitz-tijd, maar zijn indringendste verhalen schreef hij na de bevrijding. Ze behoren tot de indrukwekkendste van de Holocaustliteratuur. Met afstandelijkheid, directheid en soms griezelige precisie doet hij verslag van zijn oorlogservaringen. Het gaat hem niet om zijn eigen lijden, wel om het onbevattelijke verhaal van de ontmenselijking van de mens. De literaire vorm daarvoor vindt zijn meest aangrijpende voorbeeld in het titelverhaal. Tadek, het fictieve alter ego van de auteur, werkt bij de transporten die rechtstreeks naar de gaskamers worden doorgestuurd. Hij slaat gade wat zich voor zijn ogen afspeelt, hij moet overgeven. ‘Het zijn steeds de anderen die sterven, zelf leef je op de één of andere manier, heb je iets te eten, de kracht om te werken, een vaderland, een huis, een vriendin…’ Maar het is Borowski zelf, met zijn afstandelijkheid, zijn ironie en zijn filmische beschrijvingen, die je een onvergetelijke leeservaring schenkt. ‘Hierheen naar het gas, dames en heren’ laat je ontzet achter.
MEER BOEKEN VAN DE WEEK: