BOEK★★★½☆
‘De zwemmers’ is een helende literaire balsem
‘De zwemmers’ is de derde telg in het beperkte maar gesmaakte oeuvre van de Japans-Amerikaanse Julie Otsuka. Vooral haar vorige boek, ‘Waarvan wij droomden’, een verhaal over Japanse immigranten in de VS dat in het Engels verscheen als ‘The Buddha in the Attic’, gooide hoge ogen. In Otsuka’s nieuwe roman trekt Alice dagelijks haar baantjes, samen met een vast gezelschap van andere zwemmers. Uit één mond spreken zij over hun rituelen en kwaaltjes. Ineens komt er een barst in de bodem van het zwembad, die woekert en onherstelbaar blijkt – Otsuka’s metafoor voor Alice’ haperende geheugen. Het zwembad sluit. Zonder het houvast van haar routineuze zwempartij blijkt Alice ‘gewoon een oud vrouwtje’ met dementie. Ze weet nog veel, meer dan honderd keer klinkt het bezwerend ‘Ze weet nog’ – maar bijna even vaak ‘Ze weet niet meer’.
Kundig verlegt de auteur haar blik van de zwemmersgemeenschap naar de relatie tussen Alice en haar afwezige dochter, die zichzelf aanspreekt in de je-vorm, waardoor haar verwijten extra hard binnenkomen: ‘Je belde zelden.’ Maar het is vooral Otsuka’s mildheid die ‘De zwemmers’ zo krachtig maakt, de genegenheid waarmee ze Alice portretteert en de welwillende ironie. Een helende literaire balsem, deze derde Otsuka.