BOEK★★★★☆
Désanne Van Brederode schreef met ‘Zielland’ een sterke roman, waarin ze Joseph Goebbels overtuigend reanimeert, maar niet rehabiliteert
Wat als Joseph Goebbels, naziminister van Propaganda, nog voor de Tweede Wereldoorlog met zijn minnares Lída naar Japan was gevlucht? Hoe de geschiedenis er dán had uitgezien, onderzoekt Désanne van Brederode in ‘Zielland’. Ze laat Goebbels’ dagboek in 1939 beginnen: hij is nog niet zo lang in Japan, mist zijn kinderen verschrikkelijk en is er zeker van dat zijn echtgenote Magda zijn brieven onderschept. Toch weet hij dat hij het juiste heeft gedaan: ‘Een man die de waarheid van zijn hart volgt, is een held in de ware zin van het woord.’ Van Brederode vond in Goebbels’ zwalkende karakter het ideale personage. We leren de (gewezen) spindoctor van de nazi’s kennen als een man met woest uitslaande emoties die schommelen tussen grote liefde en diepe haat, jaloezie en gewetenswroeging. Goebbels’ hoogdravende stem werkt voortreffelijk in Van Brederodes zwierige stijl. Hij heeft gevoel voor humor en overdrijving. Steeds als je hem best een innemende man dreigt te gaan vinden, herinnert hij je aan zijn antisemitisme, dat voortkwam uit afwijzingen van Joodse uitgevers en zijn angst zelf een Jood te zijn. En aan zijn wreedheden: hij liet de Joodse ex-verloofde van Magda vermoorden, alleen om te kijken hoe haar reactie zou zijn. Een sterke roman, waarin Van Brederode deze nazi overtuigend reanimeert, maar niet rehabiliteert.
MEER BOEKEN VAN DE WEEK: