null Beeld

Dossier Stress: Onze Man getest, geradbraakt en opgejaagd

Elk jaar sterven – ruim bekeken – 110 miljoen mensen aan stressgerelateerde aandoeningen. Stress speelt een perfide rol bij de zes belangrijkste doodsoorzaken van onze tijd, en toch heeft het een air van onschuldige alledaagsheid, omdat we er allemaal weleens mee sukkelen wanneer we onszelf, onze carrière en het drama van de dag achternahollen.

Tom Pardoen

Wat doet stress met uw lichaam? Bekijk de infographic »

Maar eerst een noodsituatieschets, uit het leven gegrepen.

U haast zich door de stad, naar een etentje met een oude vriend. Bliep. Een sms van die oude vriend, hij zit al even te wachten, maar het is toch niet uw schuld dat de vergadering van zonet is uitgelopen en in een naargeestige discussie met uw chef is geëindigd? Toch versnelt u uw pas, u slaat de hoek om, en – o nee – een leeuw. U hapt naar adem, uw hart galoppeert met 140 slagen per minuut. U zet zich schrap, de tijd lijkt stil te staan. Gefeliciteerd: u en uw lichaam bevinden zich in fight or flight-modus.


Vechten of vluchten

Vechten of vluchten: twee valabele opties wanneer er gevaar dreigt. Voor meer toelichting kan ik terecht bij professor Rudi D’Hooge, doctor in de psychologie en de biologie en verbonden aan het lab biologische psychologie van de KU Leuven. D’Hooge zal mij de komende week op de stressrooster leggen, maar eerst leg ik hem bovenstaande hachelijke scène voor, die ik heb opgevist uit het fantastische boek van de Amerikaanse stressonderzoeker Robert Sapolsky: ‘Why Zebras Don’t Get Ulcers’. Want zebra’s, dat is bekend, hebben geen maagzweren.

RUDI D’HOOGE «Als je ogen een stressprikkel registreren – de leeuw, in dit geval – gaan de hersenen die prikkel evalueren. Als er sprake is van een bedreiging, wordt – kwestie van milliseconden – het sympathisch zenuwstelsel geactiveerd: zenuwen die vanuit het ruggenmerg naar alle organen en uiteinden van het lichaam uitlopen. De sympathicus activeert ook het bijniermerg, dat adrenaline gaat vrijgeven. Kort daarna schakelen de hersenen ook de schors van de bijnieren in en komt er cortisol in het bloed.»

Cortisol, ook bekend als het stresshormoon, de – zo zal blijken – antiheld van dit verhaal.

D’HOOGE «Door die zenuwimpulsen en hormonencascade gaat uw lichaam in overdrive: uw hartslag schiet omhoog, uw bloed wordt sneller rondgepompt. U ademt sneller en dieper, waardoor er meer zuurstof naar de spieren gaat, die zo ook meer voeding aangevoerd krijgen. Bepaalde verstandelijke vermogens verbeteren: uw langetermijngeheugen gaat anders werken – nuttig mocht u in de toekomst gelijkaardige situaties meemaken. Uw waarneming en uw zintuigen verscherpen, uw tijdsbesef verandert: tijdens fight or flight staat de tijd écht stil.»

Ook mooi meegenomen, voor wanneer het toch foutloopt: bij een stresspiek stolt uw bloed sneller en worden pijngevoelens onderdrukt.

D’HOOGE «Tegelijk worden een paar andere lichaamsfuncties on hold gezet: alle opbouwende, langetermijnfuncties waar je tijdens een crisissituatie niets aan hebt. Wanneer er gevaar dreigt, heeft het geen zin om energie te verspillen aan de spijsvertering. Evenmin zal het lichaam energie verspillen aan de voortplantingsorganen en het immuunsysteem.»

Stress is een overlevingsmechanisme. Soms komen een stel snelle benen, potige armen en een clevere kop van pas. Zoals in bovenstaande scène. Maar intussen heeft de leeuw zich op een andere voetganger geworpen: goedgemutst vervolgt u uw weg, mijmerend over uw avondmaal.

D’HOOGE «Na een acute piek blijft het effect nog even doorwerken. U trilt na omdat er nog adrenaline en cortisol door het lichaam stroomt. Maar zodra uw hersenen de situatie als veilig geïnterpreteerd hebben, komt er minder cortisol vrij.»

Iets om te koesteren, dat stressresponssysteem. Ook al botsen we nog zelden op roofdieren: we moeten al eens opzij springen voor onverhoeds opduikend gemotoriseerd verkeer of agressieve soortgenoten. Stress redt ons hachje, maakt ons ambitieus, jaagt ons vooruit. In het geval van een spannend boek vinden we stress zelfs plezierig. Zolang elke piek gevolgd wordt door rust, is er trouwens geen reden tot zorgen. En toch is stress een ziekmaker.

Om één en ander aanschouwelijk te maken: een test. Rudi D’Hooge zal me een week lang onder mild chronic stress zetten. Volgens een onderzoeksprotocol dat doorgaans voor laboratoriummuizen wordt aangewend, verneem ik later. D’Hooge, laconiek, nadat ik hem daar per mail op had aangesproken: ‘Niet alleen muizen, ook andere knaagdieren zoals ratten.’ Maar het wordt niet gênant of gevaarlijk, drukt hij me op het hart. Wanneer ik besluit dat ik ernaar uitkijk, schrijft hij: ‘Niet doen. Het wordt de hel.’

Ik verzin er in gedachten een smiley bij.


(Sardonische grijns)

Drie dagen voor de stressweek aanvangt, heb ik een rendez-vous met D’Hooge voor een laatste briefing. In een raamloos vergaderzaaltje ontmoet ik ook psycholoog Stijn Stroobants en Iris Elens, kinderpsychiater in opleiding. Zij hebben samen met D’Hooge de test uitgetekend. D’Hooge: ‘We gaan proberen om de stress die vluchtelingen ervaren, te simuleren. Met één essentiëel verschil: jij weet dat het niet echt is, en dat het na een week gedaan is.’ Het staat me voor dat Rudi D’Hooge in het dagelijkse leven een schappelijk en aimabel mens is, maar nu kan ik de grijns op zijn gezicht alleen maar sardonisch noemen. Hij doet de procedure stapsgewijs uit de doeken.

Eén.

D’HOOGE «We gaan je slaaparchitectuur verstoren: we willen dat je elke twee uur opstaat. Je zet de wekker, wandelt een paar minuten rond. Je laat het licht branden. Je moet je bed ook schuin zetten. Wurm enkele woordenboeken onder één lange zijde.»

Twee.

D’HOOGE «Je eet een week lang alleen droge beschuiten. Je drinkt alleen plat water.»

Drie.

IRIS ELENS «We gaan ingrijpen in je hygiëne. Je wast je volgende week níét. Je poetst ook je tanden niet en blijft dezelfde kleren dragen. Je zult je daar sowieso slecht bij voelen, oncomfortabel, vies. We zien dat zelfs bij muizen: als we hun hooi niet genoeg verversen, gaan hun stresshormonen door het dak.»

Vier.

D’HOOGE «Volgende week neem je elke dag de trein. Zonder te betalen. De ene keer laat je je betrappen, de andere keer probeer je te ontsnappen aan de conducteur.»

Tot slot.

D’HOOGE «Hou je gsm binnen handbereik: we zullen je onvoorspelbare opdrachten toesturen per sms, en die moet je zo snel mogelijk uitvoeren.»

D’Hooge stopt me enkele plastic buisjes in de hand: speekseltesten waarmee we op gezette tijdstippen mijn cortisolspiegel zullen meten. Wordt ook aangereikt: de Depression Anxiety Stress Scale, een questionnaire die naar mijn gemoedstoestand en emotioneel welbevinden moet peilen. ‘Ben je wat in vorm?’ wil D’Hooge ten slotte weten. Ik beken dat ik aardig wat kilometers loop, dat mijn ochtendpols onder de zestig zit en dat mijn bloeddruk bij de twee laatste doktersbezoeken keurig op 120/80 landde. Mag ik overigens blijven sporten? D’Hooge: ‘Geen punt, als je maar niet doucht.’

Op weg naar huis ervaar ik een ongemakkelijke nervositeit en zelfs een lichte beklemming op de borst, de spieren in mijn nek staan gespannen, en dat zal de komende dagen niet verbeteren. De test omvat veel meer dan ik gedacht had: een week niet wassen en slecht slapen klinkt niet aanlokkelijk. Ik neig even naar paniek, en besluit die dag met een warme douche, een homp kaas en twee negroni’s (gelijke delen vermouth, gin en campari).


Opgenaaid

Ik sta in een lift. En ik sta daar al een tijd. Ik duw mijn neus in mijn oksel en stel me voor dat deze hachelijk kleine ruimte doordrongen is van mijn nefaste lichaamsgeur. Ik heb me intussen al vier dagen niet meer gewassen, al vier dagen mijn tanden niet meer gepoetst: qua meuren geld ik momenteel als toxisch. Ik neem mijn pols: 81 slagen per minuut. Minder dan ik verwacht had, want ik voel mijn hart verbeten in mijn keel bonzen. Mijn handen vertonen voor het eerst een duidelijke tremor, de stipjes op de liftvloer dansen een vrolijke polka voor mijn ogen. Dan schuiven de liftdeuren open: een Nederlands koppel stapt in en vraagt me confuus of ik hier daarnet ook al niet stond. Ik knik, maar doe er verder het zwijgen toe. ‘Bent u van de parking?’ Ik stamel iets over een telling. ‘Ah ja, de telling.’ Een etage lager stappen ze uit. Ik bekijk de sms die me hier gebracht heeft: ‘Nieuwe opdracht. Zoek een lift en blijf er twee uur in staan.’

Vier dagen eerder had mijn stressweek tout doucement aangevat. Een bliepje, om kwart voor acht, van een mij onbekend nummer.

+32 474 xxxxxx ‘Speekselstaal + vragenlijst binnen 15 min.’

Ik heb de voorbije nacht amper een oog dichtgedaan, compleet opgenaaid, dodelijk nerveus over wat komt. Ik kauw twee minuten op een wattenrolletje en spuw het uit in een plastieken hulsje. Ik vul ook de DASS-vragenlijst in en meet mijn bloeddruk: 128/75. Boven mijn normale waarde, nú al. Mijn ochtendpols: 72, ridicuul. Als de formaliteiten erop zitten, zet ik mij in de sofa. Ik probeer wat te lezen, maar geef dat al snel op, niet in staat tot concentreren of wat dan ook. Ik hou mijn gsm in het oog. Zo verloopt de dag in een sfeer van onprettige nervositeit en landerige verveling. Tot tien over drie: bliep. Een nieuwe sms, van een ander nummer.

+32 497 xxxxxx ‘Beste Tom, een opdracht. Gedurende 30 min ijsblokjes in je gesloten handen houden.’

De toon is minder blafferig dan vanochtend, deze afzender zal ik vanaf nu enigszins evident good cop noemen, de andere bad cop. Later manifesteert zich een derde nummer, maar die krijgt geen koosnaampje – tegen dan is de inspiratie helemaal zoek.

Het volgende halfuur breng ik door aan mijn tuintafel, mijn handen gevuld met ijsblokjes. Dat is pijnlijker dan men in eerste instantie zou denken: al snel verdwijnt alle gevoel uit mijn vingertoppen. Maar de herfstzon is genadig en de spanning en nervositeit ebben aangenaam snel weg: ik heb me al dagen niet meer zo ontspannen gevoeld.

Die avond treed ik op een straatfeest succulente spareribs en venusschelpjes tegemoet, die ik met opmerkelijk gemak kan weerstaan. De buren drinken Duvel en sauvignon blanc, ik houd het bij water. Dat karige dieet zal de komende week niet onoverkomelijk blijken. Wanneer men bestookt wordt met stressprikkels, is honger geen top of mind. De nachten daarentegen...


Ongewassen onder zeil

Het is twintig voor één in mijn helverlichte slaapkamer wanneer ik gewekt word door een loeiende wekker. Om de huisvrede te vrijwaren heb ik mijn kamp opgeslagen in de logeerkamer. Ik heb amper een oog dichtgedaan sinds ik de wekker twee uur geleden zette. Feit: de slaap vatten op een naar rechts afhellend bed is moeilijker dan gedacht. Instinctief zet men zich schrap, met algehele verkramping in de bovenrug tot gevolg. Ik grijp naar mijn gsm: een sms van bad cop.

+32 474 xxxxxx ‘Wanneer je dit leest, zul je helaas 1 u 30 min naast je bed op de grond moeten liggen zonder kussen – deken mag wel.’

Ander feit: zonder kussen op een plankenvloer in slaap proberen te raken, is weinig evident. Elke poging om het hoofd comfortabel te stutten, resulteert in meer spierkrampen. Ik ga onder mijn bureau liggen omdat ik daar tenminste beschutting vind tegen het kunstlicht. Anderhalf uur later verkas ik weer naar mijn schuine bed. Krap twee uur later: een nieuwe sms.

+32 474 xxxxxx ‘Maansverduistering is nu bezig – ga even naar buiten en probeer er wat van te zien.’

Ik ga op mijn terras staan, zie de maan in haar gewone doen en herinner me dat die verduistering pas voor morgennacht is. Ik laat dat beleefd weten.

+32 474 xxxxxx ‘Goed mogelijk. Ga toch maar 10 min buiten staan.’

Op een scheef bed en onderbroken door sms’en en alarmen, duurt de nacht eindeloos lang. Wanneer het eindelijk begint te krieken, ben ik opgelucht, al doet mijn pols van 73 anders vermoeden. Mijn bloeddruk is lager dan gisteren: een convenabele 125/75. Ik voel me geradbraakt, maar de kop is betrekkelijk helder, en ik bespeur zelfs enige lichte euforie.

'Na de concentratiedip en het slechte humeur komt dodelijke vermoeidheid. Ik denk dat ik akelig dicht tegen een paniekaanval aanschurk’ Beeld
'Na de concentratiedip en het slechte humeur komt dodelijke vermoeidheid. Ik denk dat ik akelig dicht tegen een paniekaanval aanschurk’

Het laat zich raden dat ik de nacht nadien weer op de grond slaap, en alsnog in de bittere herfstkou de maansverduistering gadesla. Het laat zich minder raden dat ik 24 uur later een nachtelijke straatloop onderneem en nadien ongewassen weer onder zeil ga.

Geen idee of het aan het slaaptekort of aan het stresshormoon ligt, maar ik val al snel ten prooi aan concentratieverlies. Ik hussel de meest evidente woorden door elkaar, zeg ‘speelgoed’ wanneer ik ‘auto’ bedoel en ‘schaar’ wanneer ik ‘televisie’ bedoel. Het valt ook meer dan één keer voor dat ik in de keuken sta en me niet kan herinneren wat ik daar kwam zoeken. Nog een aanhoudende klacht: stramme schouders en nek. Ook: spanningshoofdpijn.


Zenuwslopend schaken

Het stressmechanisme heeft kuddes zebra’s behoed voor predatoren en heelder groepen cro-magnonmensen tegen agressieve soortgenoten. Vandaag zijn de stressoren van een andere orde.

De job. Lawaai. Verkeer. Hobby’s. Kinderen. De lijst van mogelijke stressoren is eindeloos. Nog eindelozer, maar minstens even vervelend: de lijst met imaginaire problemen. Er is namelijk een vervelende complicatie in ons hoofd geslopen: onze intelligentie. De moderne mens heeft een forse prefrontale cortex ontwikkeld, met geavanceerde verstandelijke vermogens tot gevolg. We kunnen nadenken over de toekomst en onszelf, in ‘als dan’-scenario’s. Over hypotheken en de gevolgen van gemiste aflossingen. Een afspraakje, en wat dan te zeggen zonder je belachelijk te maken. We kunnen ons onveilig voelen, en een bliepje op de gsm kan altijd slecht nieuws betekenen – van een schoonmoeder of nog erger. De mens, dat is uniek, kan zijn stressresponssysteem activeren door te dénken. Het sprekendste voorbeeld vindt men bij de eerder genoemde bioloog Robert Sapolsky. Een plank en 32 stukjes hout zijn allesbehalve levensbedreigend, maar toch, schrijft Sapolsky, vindt tijdens een spelletje schaak een metabool inferno plaats in de lichamen van schaakgrootmeesters. Het stresshormoon gutst in beken, met gespannen spieren, een torenhoge hartslag en dito bloeddruk tot gevolg. Sapolsky: ‘Wij wenden onze bovenmatige intelligentie uiterst succesvol aan om stresserende gebeurtenissen te verzinnen.’


Kritiekloze aanvaarding

Listige tiep, good cop. Sommeert me om tien uur ’s ochtends om ‘zo snel mogelijk 1 liter water te drinken.’ Bliep: ‘Ok, nu wc-verbod tot 14 u.’ Iedereen kent de prangende aandrang van een goedgevulde blaas, geleidelijk escalerend tot ‘ik kan niet meer’. In die toestand bevind ik me rond een uur of elf, met nog drie uur wc-verbod te gaan. Een martelgang: na anderhalf uur weet ik niet meer waar kruipen van de pijn. Ik vraag me af of één en ander niet schadelijk is en stuur good cop een sms’je: geen antwoord. Googelend kom ik te weten dat een overvolle blaas ‘meestal’ geen probleem vormt, maar net bevorderlijk is voor de concentratie. Ter afleiding neem ik mijn bloeddruk: a whopping 152/101, wat ik ter hoogte van mijn slapen lijk te voelen. Op handen en knieën gezeten – de enige min of meer comfortabele houding wanneer de blaas aanvoelt als een fremdkörper met twee keer de omvang van het lichaamseigen exemplaar – bekijk ik twee volledige afleveringen van de uitstekende Netflix-serie ‘Narco’s’.

De dag nadien krijg ik een standje per mail, ik word aangespoord om de opdrachten niet in vraag te stellen: ‘Breng jezelf in een toestand van kritiekloze aanvaarding.’

Nog meer ondergaan leed: ijsvoetbaden. Een halfuur, drie kwartier. Overdag en ’s nachts. Onprettig, tot je voeten gaan kloppen van de pijn. Waarna ze verdoofd raken, tot de pijn weer terugkeert en het ten slotte voelt alsof er een container op je voeten staat.

Na twee dagen duikt een nieuw symptoom op: een verregaand voos en ontregelend gevoel in de kop, vergelijkbaar met een jetlag. Brain fog maak ik op uit de Engelstalige Wikipedia: ‘Een altered state of consciousness die kan voorafgaan aan het delirium.’ Mijn concentratie zit nog meer in het slop, ik voel mijn hart tekeergaan, mijn spieren staan onveranderd strak gespannen.


Fluitend zwartrijden

Wat betreft het zwartrijden op doktersvoorschrift: aanvankelijk zenuwslopend, maar achteraf bekeken een fluitje van een cent. Ik heb tien keer met de trein gereisd zonder te betalen: ik heb me verstopt achter tussenschotjes, ben weggedoken in toiletten, maar meestal werd ik niet gecontroleerd. Zoals die keer dat ik samen met vijftig andere pendelaars aan boord van een reeds nokvolle trein wilde gaan. Ik slaag ternauwernood in mijn opzet door op de laagste trede tegen de buitenste rij passagiers aan te leunen, en me door de automatische deuren hydraulisch in de trein te laten persen, mijn hoofd geklemd tussen de deur en een Eastpak-rugzak. In die positie wordt men zich extra bewust van zijn hygiënedeficiëntie, maar maakt men weinig kans om gesnapt te worden door een treinbegeleider. Twee keer heeft een begeleider minutenlang naast mij gestaan zonder naar mijn kaartje te vragen, een andere keer ben ik ostentatief weggestapt toen er één mijn stoel naderde: geen gevolg. Pas bij de tiende rit was het prijs, tegen dan was zwartrijden zelfs niet meer remotely spannend.

Mild chronic stress bekruipt een mens fasisch, in omcirkelende bewegingen. Na de concentratiedip en het slechte humeur komen dodelijke vermoeidheid en een ijl hoofd. Dan wordt men schijnbaar out of the blue getroffen door een algehele malaise. Dinsdagavond, concreet, luttele uren nadat ik twee uur in een lift had doorgebracht. Achteraf bekeken klopt die timing helemaal: mijn martelgang duurt dan al lang genoeg om uit te putten, maar het is te vroeg voor het licht aan het einde van de tunnel. Ik zit opgelaten op de bank, anticiperend op alweer een slapeloze nacht. Ik tob me suf over de zin van de stressweek. Waar leidt het toe? Een avondwandeling zorgt kort voor verkwikking: wanneer ik toch naar bed ga, sta ik stijf van de zenuwen. Relativeren lukt niet meer: voor het eerst kan ik mezelf niet aanpraten dat het niet echt is en dat het over een paar dagen voorbij zal zijn. Ik voel me jachtig ademen, het beklemmende gevoel op de borst verergert. Ik word overmand door een allesomvattend gevoel van uitzichtloosheid en een soort existentiële angst. Ik denk dat ik die avond akelig dicht tegen een paniekaanval aanschurk. Vier minuten na middernacht: bliep.

+32 497 xxxxxx ‘Zonder deken slapen vannacht.’

Die nacht doe ik opnieuw amper een oog dicht. Weer een nieuw gat in mijn hoofd, een nieuwe nacht om te vergeten. ’s Ochtends slaat mijn hart 91 keer per minuut en heeft de wereld een grimmige gloed gekregen. Elke Van Hoof, een onderzoekster die ik interviewde voor het tweede deel van deze reeks, had het voorspeld: ‘Je waarneming van de werkelijkheid zal veranderen. De focus zal verschuiven naar het negatieve. Maar geniet ervan.’ Inderdaad: de kleine dingen die normaal vertrouwd aanvoelen en daardoor structuur en houvast bieden, brengen nu geen soelaas en komen zelfs bedreigend over. Mijn smartphone, boodschapper van verder onheil, wordt mijn vijand. Vooral wanneer die lange tijd geen kik geeft, want dan gaat men valstrikken vermoeden. Straks meer over die paranoia.

'Wie elke dag onder stress staat, woont zijn lichaam uit. De voedsel­reserves in lever en vetcellen raken uitgeput, de vaatwanden worden zwakker, beschadigd spierweefsel wordt minder hersteld en spijsvertering, voortplanting en immuunsysteem blijven on hold staan.’ Beeld
'Wie elke dag onder stress staat, woont zijn lichaam uit. De voedsel­reserves in lever en vetcellen raken uitgeput, de vaatwanden worden zwakker, beschadigd spierweefsel wordt minder hersteld en spijsvertering, voortplanting en immuunsysteem blijven on hold staan.’

Een moeilijke combinatie, overigens: chronic mild stress en de opvoeding van twee jonge kinderen. Wanneer de jongste een houten jojo tegen een ruit keilt, vaar ik uit. Luider dan nodig. Wanneer hij een stempel tegen de keukenmuur drukt: idem. Die avond kijken mijn kinderen televisie: hun geschater jaagt me in de gordijnen, alsof ze met een hakbijl op een blootliggende zenuw inhakken.


Paranoïde wanen

Lift, plankenvloeren, ijsbaden: wat heeft het nog te maken met files, onredelijke diensthoofden, zagerige lieven en betaalachterstand? Met, kortom, het drama van de dag? Niets, maar ook: alles. Het is een zeldzame weeffout van de natuur, maar alle stressoren – fysieke én psychologische, acuut en langdurig – triggeren hetzélfde stressmechanisme, met dezelfde fysiologische processen tot gevolg. Een bloeddruk van 18/10 is nuttig als men op de loop gaat voor een overvaller, maar niet wanneer men zich dagelijks dik maakt over rommelige tienerkamers. D’Hooge: ‘Wie elke dag onder stress staat, woont zijn lichaam uit.’

D’HOOGE «Te veel cortisol en aanverwante steroïde hormonen zijn schadelijk voor het lichaam. Ze proberen het in staat van paraatheid te houden, en putten zo de voedselreserves in lever en vetcellen uit. Beschadigd spierweefsel wordt minder hersteld en als de noodtoestand blijft duren, blijven de spijsvertering, de voortplanting en het immuunsysteem on hold staan. Het lichaam raakt uitgehold. Als dat té lang blijft duren, ontstaat er pathologische stress. De sympathicus wordt te vaak getriggerd, de parasympathicus – de andere helft van het autonoom zenuwstelsel, die rust brengt na een stresspiek – werkt op den duur niet meer goed. Dat kan resulteren in ernstige psychosomatische klachten. Burn-outs, typisch. Maar het is ook hoe langer hoe duidelijker dat cortisol een rol speelt bij depressies. Men vermoedt – ook al is het nog onderwerp van onderzoek – dat de hippocampus door langdurige blootstelling aan cortisol inkrimpt. Dat heeft functionele gevolgen zoals geheugenverlies. Ik vat nu vijf bladzijden uit de cursus samen, maar dat volumeverlies vertaalt zich ook in de prefrontale cortex – waar onze geavanceerde cognitieve vermogens zitten, zoals planning, beslissen en sociaal gedrag. Ook daar treedt functieverlies op.»

Zoals gezegd ook een voornaam slachtoffer van chronische stress: het immuunsysteem.

D’HOOGE «Gestresseerde mensen zijn sneller verkouden en grieperig, dat is bekend, maar men vermoedt zelfs dat er een verband bestaat met kanker: tumoren ontwikkelen zich sneller bij wie aan stress blootstaat. Wellicht heeft dat ook te maken met de onderdrukking van het immuunsysteem.»

Ik daal verder af in het menselijke lichaam, en beland bij mijn aanhoudende nekklachten.

D’HOOGE «Wanneer je continu stresshormoon aanmaakt, komen je spieren onophoudelijk onder spanning te staan en vermindert de doorbloeding. Mensen die verkrampen passen ook hun lichaamshouding aan, wat de klachten nog verergert.»

Onder nek en schouders: het hart.

D’HOOGE «De evergreen van de stressaandoeningen: hart- en vaatziekten. Het gevolg van een aanhoudend hoge bloeddruk: omdat de bloedvaten veel meer in- en uitzetten, worden de vaatwanden zwakker. Het wear and tear-effect, een logisch gevolg van veroudering, gaat veel sneller dan normaal.»

Stress vergroot ook de kans op adervernauwingen, waardoor het risico op hart- en herseninfarcten stijgt. Stress kan vaatwanden laten ontsteken. Aan hartritmestoornissen gaat vaak stress vooraf. Zelfs acute emotionele stress, het overlijden van een geliefde of hevige angst, kan leiden tot hartfalen. Het verklaart waarom mensen die een voodoovloek aan hun broek krijgen, soms ook écht ineenzakken.

null Beeld

We zijn intussen ter hoogte van de buikstreek beland: nog zo’n stressgebonden battlefield.

D’HOOGE «Ik moet er geen tekening bij maken: als het maag-darmstelsel herhaaldelijk wordt lastiggevallen door uw zenuwstelsel raakt het ontregeld. Stress onderdrukt de darmperistaltiek, de knijpende bewegingen die het voedsel vooruitstuwen. Gevolg: constipatie en krampen. Maar evengoed diarree, doordat het water minder goed aan de voeding wordt onttrokken.»

Dan de onderbuik, waar de voortplantingsorganen huizen. Vrouwen die onder stress staan, menstrueren onregelmatig of niet. Bij mannen wordt het sperma minder beweeglijk en daalt de testosteronspiegel. Herkenbaar: veel stress is niet bevorderlijk voor een florissant seksleven.

D’HOOGE «Het lichaam beschouwt de voortplanting dan als secundair. Het is een kwestie van hormonen, maar chronische gestresseerde mensen zijn vaak ook depressief, waardoor ze de interesse in alle hedonistische functies verliezen. Seks, maar evengoed de eetlust: niets is nog plezant.»

Vrijdagochtend: de laatste 24 uur van mijn stressweek zijn aangebroken. Tijd om stil te staan bij een nieuw symptoom: ik bespeur sinds twee dagen een lichte vorm van, welja, paranoia. Tijdens een ochtendlijke jogging raak ik er gaandeweg van overtuigd dat good cop en bad cop mij in mijn niet erg flatteuze sportkledij de baan op zullen sturen – níét gebeurd. Omdat ik gisteravond het directief had ontvangen om ‘de nacht elders door te brengen’, trek ik er vandaag op uit met een slaapzak, ervan overtuigd dat men mij in de loop van de nacht wéér zal doen verkassen. Toen ik uitdrukkelijk werd verzocht om naar de redactie te gaan, vreesde ik ongemakkelijke scènes met de hoofdredactie. De algemene regel: hoe langer er geen opdracht binnenkwam, hoe grotesker de voorafspiegelingen in mijn hoofd. Zo was ik er zeker van dat ze me – het vluchtelingenthema indachtig – zouden vragen om te gaan bedelen. Vrijdagmiddag: bliep.

+32 497 xxxxxx ‘Opdracht: 1 uur actief bedelen.’

Soms volstaat één sms voor een duizeling en een schijnbare bloeddrukval. Ik overweeg een uitvlucht of een leugen, maar laat dat idee snel varen.


Slotakkoord

Ik daal van perron 10 af naar een zij-ingang van Brussel-Noord, kant Aerschotstraat. Een strategische keuze: de kans lijkt me klein dat ik hier een bekende tegen het lijf loop. Ik heb een muts en een capuchon over mijn hoofd getrokken en vat post naast de zware toegangsdeur. Zo meteen breekt de avondspits aan, het volk stroomt toe. ‘Actief bedelen,’ hadden ze gezegd, en dus houd ik met bibberachtige hand een bekertje voor me uit, ‘Bonjour monsieur, s’il vous plaît monsieur’ prevelend. Ik leer snel dat het bedelaars op drie blikken te staan komt: misprijzen, gegeneerde onverschilligheid, en agressieve onverschilligheid, de blikken die dwars door je heen gaan.

Het bedelen valt me zwaar. Niet alleen uit schaamte, maar ook uit een splijtend schuldgevoel, omdat ik – foute farfelu – hier voor bedelaar sta te spélen en de mensen met voorbedachten rade geld ontfutsel dat ik niet nodig heb. Ik ontzeg mensen die het wél nodig hebben, geld – mensen zoals de vrouw die achter me op de grond zit te bedelen met een kind op schoot. Na vijftig minuten schooien houdt een combi van de spoorwegpolitie abrupt halt, twee agenten springen tevoorschijn. Nieuwe duizeling: terwijl ik een excuus probeer te bedenken, spurten de agenten me voorbij: ze hebben het op de vrouw met hoofddoek achter mij gemunt. Ze wordt agressief aangemaand om haar papieren op te hoesten. Ik maak me uit de voeten, mezelf vervloekend. Ik deponeer mijn oogst – 3 euro en 78 cent – in het bekertje van een andere bedelaarster, en ga de laatste nacht van mijn stressweek tegemoet.

Die avond ontbinden mijn kwelgeesten een laatste keer hun duivels, met een medley van hun greatest hits. Een wc-verbod. Een ijsbad. Een uur nachtelijke kou, een dekenloos uur op de grond. Mijn week chronic mild stress eindigt met een majestueus gecomponeerd slotakkoord en een laatste doorwaakte nacht. Om acht uur kauw ik zoals afgesproken twee keer op twee wattenrolletjes. Ik vul de DASS in. Bliep.

+32 497 xxxxxx ‘Proficiat.’

+32 474 xxxxxx ‘Geniet van je bad en ontbijt.’

+32 499 xxxxxx ‘Nu kan ik weer met gerust gemoed door het leven. Voelde me bijna even schuldig als wanneer ik mijn muizen stress bezorg :-)’


Hulde, u bent een rat

Drie weken later: de wattenstaafjes waarop ik frenetiek en klokvast heb gekauwd, zijn intussen naar het lab gegaan voor analyse. Rudi D’Hooge schuift de resultaten, een Excel-sheet met een tabel vol cijfers, onder mijn neus.

D’HOOGE «Bij de start zat er 108,7 nanogram cortisol in elke deciliter speeksel. Perfect de gemiddelde ochtendwaarde voor een man van jouw leeftijd – de referentiewaarde van de gerenommeerde Mayo-clinic ligt tussen de 100 en 750, wat illustreert dat we binnen de fysiologische waarden bleven. Maar nu wordt het interessant: onmiddellijk na je week chronic mild stress zat je al op 238. Meer dan een verdubbeling, en meer dan de te verwachten stijging na een acute stresspiek. Nóg interessanter: een week later zat je op 395, drie keer zoveel.»

HUMO Dat verbaast me eigenlijk niets: ik heb geen rust genomen na de stressweek, en ben meteen als een razende aan de slag gegaan om mijn deadline te halen.

ELENS «Die waarde vind ik intrigerend: het bewijst dat je stress niet zomaar van je afschudt. Als je geen rustpauze inbouwt, kun je niet recupereren, blijft de stress opbouwen en kan het gevaarlijk worden.»

En avant la musique: Stijn Stroobants heeft de resultaten van mijn DASS-vragenlijsten berekend. Kleine disclaimer: het betreft hier zelfrapportering, waarbij verwachtingen en wenselijkheid de test kunnen beïnvloeden, maar de resultaten zijn niettemin opmerkelijk.

STIJN STROOBANTS «Je angst-, stress- en depressieniveau lagen bij aanvang binnen de normale grenzen, maar de stressweek heeft een lichte stijging van depressieve symptomen teweeggebracht, en wat angst en stress betreft zelfs een stérke stijging. De stressgerelateerde symptomen worden beschouwd als ernstig, en de angstgerelateerde symptomen als ernstig tot zéér ernstig in vergelijking met een gemiddeld persoon. Je rapporteert vooral fysieke ervaringen van verhoogde arousal – excessief ademen, beven en verhoogde hartslag, naast de occasionele ervaringen van angst en paniek die je ook in je dagboek beschrijft. Goed nieuws: na één week waren die symptomen weer naar het normale niveau gedaald.»

De grafiek met hartslag en bloeddruk bevestigen het plaatje. D’Hooge: ‘Ze gaan een week lang in stijgende lijn, met een knikje naar boven ná de moeilijke dinsdag.’

D’HOOGE «We moeten oppassen met overtrokken conclusies, want het gaat hier om een single case study, maar je hebt gereageerd zoals verwacht kan worden van iemand die een week aan mild chronic stress blootstaat. Bij ratten zit de stijging van cortisol in dezelfde range. Je hebt gereageerd zoals een rat dat doet, waarvoor hulde.»

HUMO Die normale startwaarde spoort niet met mijn eigen ondervinding. Ik beschouw mezelf sowieso als retenerveus, en zaterdag voelde ik me opgenaaid, een treinwrak.

D’HOOGE «Kan zijn, maar dat is temperament, wat zich niet noodzakelijk in je cortisolwaarden vertaalt. Als je écht chronisch gestresseerd was, zou je overigens al lang gezondheidsproblemen hebben gehad.

»Ik wil nu niet als een sadist klinken, maar je hebt ook helemaal gereageerd zoals we hóópten. Dat mailtje dat ik je stuurde, was geen berisping: het was een gepland prikje. En ik heb de indruk dat je ook écht in een staat van passieve gelatenheid bent gekomen. Geweldig interessant, omdat controle een enorm belangrijke stressfactor is, die onder meer verklaart waarom managers minder stress ervaren dan arbeiders. Er is een berucht onderzoek, dat zeker vijftig jaar oud is: ‘Yoked’ – ‘yoke’ is Engels voor ‘juk’. Onderzoekers gaven kleine stroomschokjes aan muizen. Een eerste muis kon na een initiële schok een pedaal induwen waardoor verdere schokken uitbleven. Een tweede muis was yoked: die kreeg schokken wanneer de andere muis er kreeg, maar had géén pedaal. De eerste muis vertoonde nagenoeg géén stresssymptomen, terwijl ze bij de tweede muis – hormoonwaarden en maagzweren – door het dak gingen. Overigens: wij hebben je meer onder stress gezet dan we doorgaans met onze knaagdieren doen. Maar dat de stressoren crescendo gingen, klopt niet helemaal. Wellicht heb je de onvoorspelbaarheid in toenemende mate als hinderlijk ervaren.

»Ik wil ook nog ’s benadrukken dat je stress nodig hebt. Een occasionele piek geeft je vasculaire systeem een push, dat is zelfs gezond, zoals lichaamsbeweging. Cortisol speelt een cruciale rol in de fysiologie van het lichaam. Je hebt het nodig, maar liefst niet te veel en niet te lang.»

ELENS «Zelfs chronische stress kan een meerwaarde bieden. Ik heb de voorbije weken behoorlijk wat slapeloze nachten gehad, door een combinatie van wachtdiensten en nieuwe uitdagingen in mijn onderzoek. Maar dat ik wat dat laatste betreft de touwtjes zélf in handen had, en voldoening haalde uit het oplossen van aanvankelijk schijnbaar onmogelijke opdrachten, versterkte mijn zelfvertrouwen. Dat verklaart ook waarom onze procedure voor jou zo stressvol was: je haalde er geen voldoening uit, je had geen controle of overzicht. Stress is van alle tijden, maar die twee elementen lijken me op de huidige arbeidsmarkt in opmars, en zijn volgens mij een belangrijke verklaring voor het hoge aantal burn-outs.»

HUMO Hoe schadelijk was mijn stressweek nu écht?

ELENS «We hebben ook overdag je cortisolwaarden bijgehouden: die zaten onder de meetbare grens. Ondanks de aantoonbare, stijgende tendens tijdens de ochtendmetingen, volgde je cortisolspiegel dus nog het normale dag-nachtverloop. Bij mensen die jaren aan chronische stress hebben blootgestaan, kan die schommeling afvlakken. Ze missen ’s ochtends de cortisolpiek die ze nodig hebben om de dag te starten. Doorheen de dag wordt hun lichaam dan weer chronisch blootgesteld aan veel cortisol, met alle gevolgen van dien.

»Ik had op voorhand ook een beetje gevreesd voor psychoses – niet dat ik verwacht had dat je roze olifantjes zou zien – en die zijn uitgebleven: in die zin ben je goed weggekomen.»

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234