Eerste hulp bij smalltalk: ‘Over de locatie beginnen is heel standaard, maar het werkt’

Kijk jij liever op je telefoon tijdens de nieuwjaarsdrink dan in gesprek te gaan met een vreemde? Je bent niet de enige. Gelukkig is daar wat aan te doen. Wicher Schols en Jelle Hermus helpen je op weg.

Ooit was schrijver en blogger Jelle Hermus van het platform soChicken iemand die wat zenuwachtig rondliep op sociale bijeenkomsten vol onbekenden. ‘Zo stond ik eens op een verjaardagsfeestje van een zakelijke relatie. In de kamer stonden vijf onbekenden en niemand sprak. Ze keken allemaal naar mij. Ik durfde niets te zeggen. Terwijl ik op weg was naar een hoekje om in te duiken, dacht ik opeens: ik ga het toch doen. ‘En waar ken jij de host van?’ vroeg ik vrij onverwacht aan één van de vijf. Het voelde zo ongemakkelijk, maar vanuit daar ontstond toch een gesprekje.’

1. Zoek naar gemeenschappelijkheid

Na die dag dacht Hermus: ik moet hier iets mee. ‘Het leek me fijn als ik beter kon worden in die smalltalk. Dus ben ik allerlei boeken over charisma gaan lezen en op internet gaan zoeken naar tips. Zo leerde ik langzaam hoe een fijn gesprekje werkt.’

De kern is volgens hem dat je zoekt naar gemeenschappelijkheid. ‘Begin bijvoorbeeld over de locatie en vraag of iemand hier al eens eerder is geweest. Heel standaard, maar het werkt. Meestal zal de persoon iets terugvragen en zo ontstaat een conversatie.’

2. Praat over onbelangrijke zaken

Wicher Schols, hoofddocent bij The School of Life, schreef vorig jaar De gouden gespreksgids (Uitgeverij Ten Have) over hoe je beter kunt communiceren in lastige situaties. ‘Zelf houd ik van plekken waar ik niemand ken. Ik maak makkelijk contact, maar merkte als coach dat ontzettend veel mensen dat juist lastig vinden.’

De waarde van praten over koetjes en kalfjes moet je nooit onderschatten, meent hij. ‘Op een borrel is het belangrijk over onbelangrijke dingen te praten, zonder agenda. Dat is ontspannen voor iedereen.’ Zo stond hij zelf een paar maanden geleden op een congres bij de theetafel. ‘Ze hadden alleen van die vieze vruchtenthee. Ik kon nergens gewone thee vinden. Naast me had een vrouw hetzelfde, ook zij zat te zoeken. Ik vroeg of ze ook niet van vruchtenthee hield en daarna hadden we een leuk gesprek.’

3. Luister en deel

Ben je eenmaal de eerste drempel of vraag voorbij, is het volgens Schols zaak om echt te luisteren. ‘Als je echt wil weten hoe die ander in elkaar steekt, dan voelt je gesprekspartner dat. Zo kan een mooi gesprek ontstaan. Overigens moet je zelf niet vergeten om dingen te delen, zodat de ander jou ook leert kennen. Maar bedenk vooral: verdieping is niet altijd nodig. Een fijn luchtig gesprek is vaak al genoeg op een drink.’

(AD)