Alcoholvrij
Evi Hanssen over het incident waarna ze stopte met drinken: ‘Ik heb dankzij alcohol de leukste momenten meegemaakt in mijn leven, maar ook de ergste’
Ze verstopte geen drankflessen en stond ook niet beschonken op de set: zo erg was het nou ook weer niet. Toch stopte presentatrice Evi Hanssen (43) na een totaal uit de hand gelopen avond met alcohol. ‘Het was heel eng om de feestende, lallende en lachende Evi los te laten.’
Een paar weken terug, een wedstrijd van de Rode Duivels. Evi Hanssen zat op de tribune met vrienden. Ze juichte uitbundig met in haar hand een alcoholvrij biertje. Ze keek naar het glas, en even schoot het door haar heen: ben ík dit? Ben ik écht gestopt met alcohol? Het korte antwoord: ja.
Dan het lange antwoord. Evi Hanssen is presentatrice, zangeres, columnist, schrijver, maar ook: iemand die het leven graag viert en al vroeg leerde dat daar drank bij hoort. Bij hen thuis stond altijd een ‘fleske Cava’ klaar. Op familiefeestjes gedroegen ooms en tantes zich net wat leuker na een paar glaasjes, en ze zag hoe jaloersmakend veel lol haar broers en neven hadden met een bierspelletje. ‘Alleen maar lachende mensen,’ zegt Hanssen er nu over. ‘Alcohol stond voor lol maken. Ik bezwoer dat ik nooit zo’n saaie tut zou worden die op feestjes alleen spa rood bestelde.’
Tot ze twee jaar geleden haar ogen opendeed en ze meteen weer sloot, want ze had een kater van heb ik jou daar, inclusief schaamte voor de dingen die ze met de volumeknop op standje ‘luid’ had gezegd – althans, de dingen die ze zich nog kon herinneren. ‘Er waren weer eens zwarte gaten, dat deed alcohol snel bij mij. Mijn vriend was zo sympathiek mijn geheugen op te frissen. Hij liet een filmpje zien waarop ik tegen een gevel aan wankel, met mijn fiets tegen me aan.’
En, zo bekent ze in haar pas verschenen boek Sinds ik niet meer drink: ze heeft die avond in haar broek geplast. Niet veel, maar toch.
Vast onderdeel
Begrijp haar niet verkeerd: die kater, die hevige dronkenschap en het broekplassen, dat overkwam haar niet elke maand. Ze stond nooit dronken op de set of in de studio, verstopte geen lege flessen in keukenkastjes. Ze was altijd fris voor haar twee zoons, Scout (nu 9) en Mac (11). In de anderhalf jaar dat haar vriend haar toen kende, heeft hij haar drie keer erg dronken gezien. Maar alcohol was wel een vast onderdeel in haar leven. Niet elke dag, wel om de dag. Elk weekend. En op een goede avond, een paar flinke glazen. Ze sloeg nooit wat af tijdens etentjes, feestjes, borrels. Zelfs toen haar moeder kwam vertellen dat ze kanker had, tien jaar geleden, werd er champagne opengetrokken om te proosten op gezondheid en liefde. ‘Ook als we niets te vieren hadden, vierden we toch iets – met volle glazen.’
‘Als een zak patatten,’ zoals we dat zo sprekend zeggen, zaten Hanssen en haar kater die ochtend van 31 december 2019 op bed. Ze toog naar de spiegel, keek zichzelf in haar rode ogen, en besloot: ik drink nooit meer. ‘Ik heb dankzij alcohol de leukste momenten meegemaakt in mijn leven, maar ook de ergste. En vanbinnen voelde ik dat alcohol me meer kwaad deed dan ik doorhad. Ik besloot het te proberen en het was heel moeilijk.’
Ze lacht. Want ja: het klinkt een beetje obsessief, andermans glazen alcohol tellen terwijl je zelf nuchter op een feestje staat. ‘Ik scande die glazen niet omdat ik anderen veroordeelde, maar omdat ik er zo mee bezig was. En ik werd ook overvallen door ‘soberschaamte’: dan verzon ik excuses waarom ik niet dronk. En echt, nu nog steeds, als ik tegen iemand zeg ‘doe mij maar water, ik drink niet,’ dan krijg je én verbaasde gezichten én meteen een discussie. Wat is dat toch? Als we zeggen dat we een tijdje geen rood vlees meer willen eten, stoppen met suiker in de thee, besluiten niet meer te roken, zegt iedereen: goed zo. Als we stoppen met alcohol, krijgen we te horen: doe nou gezellig mee.’
Patroon
Ze vond het confronterend te merken hoe alcohol met het bestaan is verweven. ‘En vooral: in míjn leven. Hoe mijn hersenen in een bepaald patroon zaten. Als ik borrelhapjes zag, dacht ik aan wijn. Als ik naar een feestje ging, miste ik een glas in mijn hand.’
Het ebde weg. ‘Er kwam iets voor in de plaats. Kleine problemen verdwenen als sneeuw voor de zon. Ik kreeg meer energie, raakte voor mijn werk niet meer in de stress door strakke deadlines. Ik dacht altijd dat ik een slechte slaper was, maar toen ik stopte met alcohol, sliep ik ineens hele nachten door.’
Wat ook verdween: de eczeemvlekken op haar rug. ‘Ik noemde dat mijn stressvlekken, ze kwamen als ik ziek was, minder goed sliep. Een halfjaar na mijn stoppen waren ze weg.’ Ook heeft Hanssen nu een normalere relatie met eten. ‘Vroeger was ik altijd bezig met afvallen, ik ontzegde mezelf van alles omdat ik op mijn lijn moest letten. Nu ik niet meer drink, kan ik eten wat ik wil, gek genoeg, en ik kom niet aan.’
Toen ze negen maanden was gestopt, kroop er een nieuw idee in haar hoofd. Of ze alcohol misschien voorgoed kon laten staan? ‘Tot dan toe was ik gestopt op wilskracht, met het idee: dit is een project voor een jaar, ik ga er een boek over schrijven. Door voor altijd te stoppen met drinken, moest ik afscheid nemen van een stukje identiteit. Ik vond het eng dat stukje, de feestende, lallende en lachende Evi los te laten. En was bang voortaan door vrienden en familie als niet-drinkende vrouw te worden gezien.’
Dipjes
Nu is ze zo’n niet-drinkende vrouw, al twee jaar nuchter inmiddels, maar ook een vrouw die nog steeds feest, lalt en lacht. ‘Ik laat me nog steeds gaan. Sterker: ik dans beter zonder glas in mijn hand, en ik val niet meer zo snel. Ik ben niet meer bezig met drank, en ook niet meer of andere mensen drinken. En tuurlijk, ik ben eerder moe op feestjes, hang niet meer dronken tegen een muur aan. Maar die laatste uurtjes die ik mis omdat ik sober eerder naar huis ga, vond ik toch al nooit de leukste.’
‘O’ – en ze onderbreekt zichzelf: ‘Wat ik nog was vergeten in die opsomming: ik heb ook minder dipjes. Het leven gaat makkelijker. Op rolletjes.’ Dat wil niet zeggen dat ze nooit meer verdrietig is, het leven gooit ook genoeg nare dingen op haar pad. Zo kwam haar moeder een tijdje geleden weer met verdrietig nieuws. De kanker was terug. ‘Ze wordt niet meer beter. Ik had verwacht dat ik drank nodig had om dat nieuws te verwerken of weg te duwen. Of dat ik mezelf zou opleggen weer te gaan drinken om de laatste maanden of jaren van mijn moeder feestend door te brengen. Maar zelfs nu grijp ik niet naar de alcohol. Sober zijn maakt me weerbaarder. Ik kan beter omgaan met de pijn en het verdriet en ervaar de dingen die mijn moeder en ik samen meemaken bewuster – ook de mooie dingen. Zéker de mooie dingen.’
(AD)