boek★★★★☆
‘Het atelier’ van Sarah Hall is een relationele snelkookpan me zowel teder dampende seksscènes als van kots en wanhoop verheven taferelen
De 59-jarige kunstenares Edith Harkness bereidt zich in haar woon- en werkplek voor op haar naderende dood. Ze heeft net een nationaal monument voltooid ter nagedachtenis aan de (toekomstige) slachtoffers van het novavirus waaraan zijzelf nu, decennia later, alsnog bezwijkt. Haar leven overziend denkt Harkness terug. Aan haar moeder, schrijfster Naomi, die een hersenbloeding kreeg en met wie ze de drukke stad verruilde voor een cottage op het platteland - een tijd vol doodsangst en revalidatie, maar ook een idylle van (artistieke) vrijheid. Aan een gewelddadig vriendje, aan haar stage in Kyoto, aan de ongemakken van succes en rijkdom. Hall verwerkt die mozaiëk van geheugenflarden tot een uitdagend geheel. Harkness’ indringendste herinneringen gaan over de novacrisis. Op de achtergrond zie je de gevolgen van een virus dat miljoenen levens eiste en van het VK een dystopische politiestaat maakte met overvolle ziekenhuizen en tanks in de straten; op de voorgrond hoe Edith in lockdown ging met een prille liefde, de Turkse kok Halit. Een relationele snelkookpan met zowel teder dampende seksscènes als van kots en wanhoop vergeven taferelen.
Zelfs aan het virus, ‘volmaakt samengesteld als een ster’, verleent Halls fonkelende proza een gruwelijke soort schoonheid. (dja)