BOEK★★★★½
‘Het lied van ooievaar en dromedaris’ van Anjet Daanje is een bijzonder en sereen boek dat al uw aandacht waard is
De Libris Literatuurprijs, de onderscheiding voor het beste Nederlandstalige fictieboek van het afgelopen jaar, gaat naar de Nederlandse schrijfster Anjet Daanje, voor haar ‘Het lied van ooievaar en dromedaris’. Herlees hieronder de laaiend enthousiaste recensie van Onze Man.
Een kloek gevaarte is het, het boek dat de afgelopen maanden in Nederland uitgroeide tot een literair hitje. Wie was toch de vrouw, vroeg men zich in podcasts, televisieprogramma’s en vlagzwaaiende recensies af, die die baksteen via een relatief onbekende uitgeverij de wereld in slingerde? Dat Anjet Daanje sinds 1993 al negen romans had gepubliceerd, waarvan de recentste, ‘De herinnerde soldaat’, in 2019 voor een handvol prijzen werd genomineerd en behoorlijk goed verkocht, werd voor het gemak vergeten: haar nieuwste boek, ‘Het lied van ooievaar en dromedaris’, kwam voor het gros van de lezers als een stoomtrein de woonkamer binnen – opvallend voor een half biografisch boekwerk over een 19de-eeuwse auteur.
Die auteur is Emily Brontë. Van de drie schrijvende gezusters Brontë lijkt zij de laatste jaren het meest tot de verbeelding te spreken. Zo liet dichteres Yentl van Stokkum zich door haar inspireren in haar bundel ‘Ik zeg Emily’ (2021) en memoreerde actrice Frances O’Connor de Britse schrijfster met haar regiedebuut ‘Emily’ (2022). In ‘Het lied van ooievaar en dromedaris’ luistert Emily Brontë naar de naam Eliza May Drayden, maar dat zij het is, mag duidelijk zijn: de roman is opgedragen aan Brontë, en in het supplementboekje ‘Dijende gronden’ heeft Daanje een selectie uit Brontës gedichten bijeengebracht en (behoorlijk beroerd) vertaald. Ook de citaten uit Draydens gedichten in de roman zijn in werkelijkheid afkomstig van Emily.
Toch kun je ‘Het lied van ooievaar en dromedaris’ bezwaarlijk een biografie noemen. Het is veel meer dan dat. In elf virtuoze hoofdstukken beschrijft Daanje in dagboekaantekeningen, essays, necrologieën en brieven een hele stoet aan personages, wier levensdraden samenkomen in de verwarrende knoop die Eliza May Drayden heet. Veel kans om zich aan de passanten te hechten krijgt de lezer niet – de dood is alomtegenwoordig, en in een tijd waarin de tering welig tiert, is iedere kennismaking een aangekondigd afscheid. Ondanks die ongenadige dodenmars, en ondanks het fysieke formaat, is ‘Het lied van ooievaar en dromedaris’ geen log boek. Anjet Daanje schrijft zonder haast en heel precies, maar houdt de aandacht vast met haar gracieuze, serene stijl, zoals de lijkenverzorgster uit het eerste hoofdstuk kalm maar trefzeker de doden wast.
‘Het lied van ooievaar en dromedaris’ bestrijkt zowel levensgrote thema’s als de menselijke psychologie van alledag. Onderwijl strooit Daanje met intertekstueel snoepgoed voor de liefhebber. Het boek ademt de onheilspellende sfeer van – natuurlijk – ‘Wuthering Heights’, maar in tegenstelling tot één van haar personages, een verzamelaar van oude geschriften die zijn artefacten alleen met handschoenen durft aan te raken, lijkt Daanje soms schaamteloos te knipogen naar de klassiekers waaraan ze een ode brengt. Daarbij verheft ze herhaling tot een kunst. De aasvlieg die zich in het eerste hoofdstuk tegoed doet aan een oogbal van een pasgestorvene keert telkens triomfantelijk terug als doodaanzegger. Zulke motieven geven een bijna spirituele continuïteit aan de eindeloos voortdurende opeenvolging van gebeurtenissen. Dat maakt ‘Het lied van ooievaar en dromedaris’ tot een boek met een intrinsieke traagheid, vergelijkbaar met al die grote Russische romans waaraan we zelfs in de vakantie nooit toekomen. Maar vrees geen sisyfusarbeid: het boek is traag zoals een gletsjer die zich centimeter voor centimeter, maar zonder moeite, door de tijd verplaatst, daarbij alles op zijn pad opstuwend en omwoelend. Na 650 pagina’s zijn drie eeuwen verstreken en talloze mensenlevens gepasseerd, als golven die het strand bereiken, omslaan en weer in zee verdwijnen. Een bijzonder boek, dat ook uw geconcentreerde aandacht waard is.