BOEK★★★☆☆
‘Honingeter’ is een originele en ambitieuze reflectie op de thuisvraag die na lectuur nog dagenlang doorwerkt
Ömer heeft in de mijn van Winterslag gewerkt maar slijt zijn laatste arbeidzame jaren als beveiligingsbeambte op een luchthaven in Istanbul. Hij raakt geïntrigeerd door een vrouw die hij op zijn schermpjes ziet: in tegenstelling tot de andere luchthavenbezoekers is ze geen passante, ze duikt telkens opnieuw op voor het oog van de bewakingscamera’s. Heeft ze haar vlucht gemist? Wie is ze? Sibel, zo blijkt, is een Turkse die in België is opgegroeid, een tijdlang voor dierenarts studeerde, en na de scheiding van haar ouders elke zomer doorbracht bij haar vader op het Turkse platteland. Ze aarzelt om terug naar Brussel te vliegen.
In ‘Honingeter’, haar eerste roman, vormt Tülin Erkan de nieuwsgierige dans tussen deze twee personages om tot een bijna mythisch tafereel. Wat zich in de luchthaven afspeelt, staat buiten tijd en ruimte. Een sneeuwstorm woedt. De imaginaire piloot Wernicke, die Sibel ontmoet, fungeert als raadselachtige gids en een waakhond als veilige vriend. Uiteindelijk verlangen alle personages naar een taal en een thuis – maar wat is thuis?
Op dit debuut is nog wel één en ander aan te merken – de gezochte, wat overladen constructie, de wat stroeve stijl – maar ‘Honingeter’ blijkt een originele en ambitieuze reflectie op de thuisvraag die na lectuur nog dagenlang doorwerkt.