Reuzegom
Hoofdverdachte omarmt moeder van Sanda Dia op proces-Reuzegom: ‘Het doopdraaiboek heeft een hypotheek gelegd op zoveel levens’
‘Sanda had er nog moeten zijn en wij hadden hier allemaal niet moeten zijn.’ Er vloeiden woensdag tranen op het Reuzegom-proces, en dan vooral tijdens de getuigenissen van preses Zaadje en schachtentemmer Janker. Het eindigde zelfs met een onverwachte knuffel tussen Zaadje en de moeder van Sanda Dia.
Het was een vormoefening. Een ideetje. Aan het einde van het academiejaar 2017-2018 zou volgens de bijna zeventig jaar oude traditie van studentenclub Reuzegom door de leden worden gestemd. Over wie het komende jaar de preses en de ‘schachtentemmer’ zouden worden. Dat laatste leek de toen 19-jarige A.G., alias ‘Janker’, wel wat.
Zijn tegenkandidaat was V.K., alias ‘Pronker’, net als hij zelf nog maar net ontgroend. De kandidaat met de meest gemotiveerde speech zou het halen en dus sloeg ‘Janker’ aan het schrijven. Hij maakte twee versies, met in één ervan de passage die hem tot vandaag nog achtervolgt: ‘Ik wil er een echt bruut jaar van maken.’ Verwijzend naar zijn eigen kleine gestalte schreef hij dat die eigenschap niet noodzakelijk sterk leiderschap in de weg hoeft te staan: ‘Napoleon, Castro en zelfs onze goede Duitse vriend Hitler staken amper boven de grond uit.’
De nu 24-jarige ‘Janker’ zag er nochtans fors genoeg uit in de rechtszaal. Hij leek in ongeveer alle facetten te zijn getransformeerd ten opzichte van die fatale dag, 5 december 2018. ‘Een gebroken jongen’, zei zijn advocaat Eric Boon na afloop van de zittingsdag, waarop naast ‘Janker’ ook de 25-jarige J.J., alias ‘Zaadje’, het woord kreeg.
Doodsbedreigingen
Boon leerde zijn jonge cliënt en zijn gescheiden moeder in de weken na de dodelijke doop van Sanda Dia (20) kennen. ‘Zijn moeder vertelde me dat hij in die periode vaak ’s nachts de slaap niet kon vatten, dat hij dan zijn kleren weer aantrok en naar buiten ging. Zijn mama ging dan achter hem aan en trof hem meestal in een klein kapelletje in de buurt. Daar zat hij dan te praten met Sanda.’
‘Janker’ wordt volgens Boon al meer dan vier jaar lang psychisch begeleid. Volgens een rapport van zijn therapeut wordt hij ‘overspoeld door intense schuldgevoelens en angst’ en heeft hij ‘veel moeite om om te gaan met het zwaard van Damocles dat boven zijn hoofd blijft hangen’. Dat hangt hem ook boven het hoofd. Het openbaar ministerie eist de zwaarste straf tegen hem: 50 maanden opsluiting.
De jongen werd eerder ook weggestuurd aan de KU Leuven na een dubbele tuchtprocedure. ‘Hij heeft dan in het buitenland zijn master in finance afgerond’, zei Eric Boon. ‘Hij kon meteen voltijds beginnen te werken, ook in het buitenland. Ik ga u niet zeggen waar, want dan vrees ik dat ik dat morgen in de krant zal zien staan.’
Geen enkele advocaat kan het op dit proces laten om naar gewoonte de persvrijheid te loven als een democratische deugd en in dezelfde adem te schermen met hoe hard hun cliënten al zijn ‘gestraft door een hetze in de media’. Ook al was het niet via kranten dat op een zeker ogenblik namen, adressen en allerlei andere private weetjes publiek werden gemaakt.
Dat gebeurde elders, gaf Boon zelf ook toe. Met enorme gevolgen: ‘Nadat allerlei details over deze mensen op het darkweb verschenen, werd over het hek van de woning van zijn moeder een doosje geworpen met daarin een rolletje. Daarop stonden de namen van alle familieleden met een kruis ernaast. En wie raapt dat dan op en opent het doosje? Het 8-jarige zusje van A.’
Na dit relaas stelde de voorzitster ‘Janker’ nog de vraag: ‘Wat bedoelde u met een echt bruut jaar?’ A.G. antwoordde stamelend: ‘Ik wilde stoer doen, cool doen. Ik was net ontgroend. De ouderen zeiden: ‘Dat slaat op niets.’ Ik heb die bewoordingen dan ook niet uitgesproken. Het was totaal ridicuul.’
Ook al was de attitude van de verdachten in de rechtszaal erg verschillend, het betoog van hun advocaten was gelijklopend. Volgens Boon was het scenario van die fatale dag in Vorselaar ‘een exacte kopie van het draaiboek dat al jaren meeging’. Dat was ook de stelling van Louis De Groote, de advocaat van preses ‘Zaadje’.
Eerder op de dag nam ook Reuzegommer M.G., alias ‘Kletsmajoor’, het woord: ‘Ik denk dat ik in naam spreek van de zeventien anderen als ik zeg dat het doopdraaiboek een hypotheek heeft gelegd op zoveel levens.’ Het roept nogmaals vragen op die tijdens het strafonderzoek nergens werden verduidelijkt. Onder wiens zieke geest evolueerde het doopritueel van een volksdansje in 1947, een cafégrap met een emmer zand in 1975 tot de verplichte consumptie van liters vissaus en geblende muizen in een put ijskoud water.
Paria
Tegen ‘Zaadje’, die het geheime draaiboek erfde van zijn voorganger, wordt 40 maanden opsluiting gevorderd. ‘Een straf moet gericht worden op een tweede kans, niet op bloedwraak’, argumenteerde De Groote. “Mijn cliënt leeft als een paria. Hij heeft nog familie en een vriendin, maar voor het overige leeft hij totaal geïsoleerd.’
Achter de persbanken zat ‘Zaadjes’ moeder te snikken toen hij zich richtte tot de familieleden van Sanda Dia. Waar hij tijdens zijn eerdere ondervraging in de rechtszaal in Hasselt koel overkwam, kon hij deze keer de tranen niet bedwingen: ‘Ik voel jullie pijn en ik ben er mee verantwoordelijk voor. Sanda had zo niet moeten sterven. Sanda had er nog moeten zijn en wij hadden hier allemaal niet moeten zijn. Ik voel me schuldig omdat ik geen voortschrijdend inzicht heb gehad.’
Het waren vooral de tranen en de innige omhelzing met de moeder van Sanda Dia die maakten dat onder de aanwezigen op het proces in Antwerpen hooguit nog enkelingen denken aan een ingestudeerd nummer.
Lees hier alles over het proces Reuzegom