BOEK★★★½☆
In ‘De Nijl’ vloeit Terje Tvedt vlotjes tussen reisverhaal en recente geschiedenis door
‘De geboorte van een nieuw tijdperk!’ riep de premier van Ethiopië vorige week uit. Hij had net de Grote Renaissancedam ingehuldigd, die elektriciteit opwekt met het water van de Nijl. De kolos werpt zijn schaduw tot in Egypte: hoe meer water de stroomopwaartse landen gebruiken, hoe minder er stroomafwaarts over is. Terje Tvedts ‘biografie’ van de Nijl gaat grotendeels over de politieke spanningen die dit probleem al sinds het einde van de 19de eeuw veroorzaakt. De Britten gaven toen prioriteit aan Egypte, maar sinds de dekolonisatie pikken de Oost-Afrikaanse leiders dat niet meer. Tijdens zijn jaloersmakende reizen door elf landen spreekt de Noorse historicus en geograaf diverse Afrikaanse staatslieden over hoe ze dammen voor elektriciteit en irrigatie willen bouwen op ‘hun’ Nijl . Zonder racisme en koloniaal eigenbelang onder de mat te vegen, plaatst Tvedt ontdekkingsreizigers, politieke strategen en ingenieurs voor het voetlicht. Aan de hand van boeken, films en eigen reiservaring legt hij uit hoe natuur, economie en cultuur door de Nijl werden gevormd. In enkele te complexe filosofische uitweidingen treedt Tvedts vertelstroom erg ver buiten zijn oevers, maar meestal vloeit hij vlotjes tussen reisverhaal en recente geschiedenis door, op de stuwing van de vooralsnog eeuwig stromende Nijl.