BOEK★★★★☆
In een lethargisch ritme en een bewust onpersoonlijke schriftuur toont Leslie Kaplan adequaat de doodse, mechanische wereld van de fabriek
‘De fabriek, de grote fabriekskosmos, die ademt in jouw plaats.’ Met die beginregel is meteen de toon gezet van ‘Het exces/De fabriek’, een nu pas voor het eerst vertaalde tekst uit 1982 die de Franse auteur Leslie Kaplan schreef over haar ervaringen in een fabriek. Kaplan werkte er eind jaren 60 als maoïstische militante, maar de literaire en ook politieke kracht van dit boek schuilt er net in dat van politiek geen sprake is. Geen parolen over uitbuiting en dies meer dus, maar een koele registratie van de ruimte van de fabriek, een ruimte waarin het individuele leven van de arbeiders wordt vermorzeld en een ding tussen de dingen wordt: ‘Onderdelen, stukken en leven, de fabriek, en ijzer en ijzer en leven en leven…’ In een lethargisch ritme en een bewust onpersoonlijke schriftuur toont Kaplan adequaat de doodse, mechanische wereld van de fabriek. Het is een plek die de mens verhindert volwaardig mens te zijn, om te denken, te verlangen, zich te verzetten en met anderen solidair te zijn.
Wie denkt dat deze veertig jaar oude tekst niet meer van deze tijd is, bevelen wij ‘Seizoenarbeid’ van de Duitse schrijfster Heike Geissler aan, uit 2020: een boek over een groot Amazon-magazijn dat ‘ademt in haar plaats’.
MEER BOEKEN VAN DE WEEK: