parels voor de zwijnen
Johan Cruijff verdiende miljoenen bij Ajax en FC Barcelona, maar speelde die allemaal kwijt door... varkens
Johan Cruijff wilde in 1978 stoppen met voetballen. Tot hij ontdekte dat er geen cent meer over was van zijn vergaarde fortuin. De miljoenen van de Amsterdammer waren verdwenen in een varkensfokkerij. Wat ging er mis?
Josep Vilella, de potige boer, geruit overhemd, spijkerbroek, stevige schoenen, een hark in de hand, laat het werk even voor wat het is. Hij loopt naar de weg. ‘Daar’, wijst hij, ‘naar links. Tussen die twee rotsheuvels door, voorbij het klooster, langs de rivier. Daar liggen ze nog. Hiervandaan zie je ze niet, maar het kan niet missen. De stallen zijn groot. Zoals alle stallen hier.’ Hij tikt tegen een muur van een verlaten loods. ‘Dit was een kleine varkensstal, allang gesloten. Weggevaagd door die grote jongens.’
Lees ook:
De pronostiek van Francky Dury: ‘Club wordt kampioen, maar Anderlecht swingt weer’
Psychologe Sarah Van Pelt: ‘Het probleem met ‘De mol’ is dat het zo episch is geworden dat niemand wil onderdoen voor de vorige mol’
Josep Vilella denkt terug aan het hoge bezoek van 1978. De boer is 75 jaar, dezelfde leeftijd die Johan Cruijff deze maand zou hebben bereikt. ‘Met zes of acht auto’s waren ze, precies weet ik het niet meer. Hij kwam met een hele escorte. Niemand hier is het vergeten. De grote Cruijff kwam kijken, helemaal uit Barcelona. Wat zocht hij hier?’
Hier, dat is de gemeente Foradada, een autorit van 140 kilometer vanuit Barcelona, het binnenland in. In de schaduw van het kasteel van Monstonís. Het weggetje is nog geen drie meter breed. Eenmaal voorbij de nauwe doorgang langs een riviertje openbaart zich een groene vlakte, rechts loopt een pad naar varkensstallen met enkele silo’s waarin het benodigde voer is opgeslagen.
Granja (boerderij) La Rourera is de officiële naam. Maar op de plattegrond van de gemeente Foradada staat nog Granja Grupeco. Grupeco heette de holding waarin voetballer Johan Cruijff, ex-fotomodel Michel Basilevitch en zakenman Gabriel Giménez Pardo begin 1978 verschillende ondernemingen hadden ondergebracht. De belangrijkste: Ganadera Catalana, dat bij Foradada een hypermoderne varkensfokkerij bouwde.
Het idee was van Basilevitch, een Fransman van Wit-Russische komaf die in Barcelona vrienden met Johan en Danny Cruijff was geworden. Fotomodel was hij niet meer, nu zat hij in zaken. En hij nam snel de rol van Cor Coster over, de vader van Danny die altijd streng over het geld van zijn schoonzoon had gewaakt. Nu Cruijff vastbesloten was met voetballen te stoppen, ook al was hij pas 31 jaar, overtuigde Basilevitch hem om zijn spaargeld, nu zijn inkomen drastisch zou afnemen, niet gewoon op de bank te laten staan, maar te investeren. In varkens, vooral. Die zouden voor een fantastisch rendement zorgen.
Geen verstand van
Die gedachte klopte ook wel: anno 2022 is de provincie Lleida de grootste varkensproducent van Spanje, met een omzet van zo’n 1 miljard euro en 4,5 miljoen dieren. Maar daarvan heeft Cruijff nooit geprofiteerd. Integendeel. In zijn autobiografie uit 2016 beschrijft hij zijn zakelijke dwaling: ‘Een van je kennissen zegt iets en daar loop je dan achteraan. Achter iets waar je geen verstand van hebt. Plus, dat is eigenlijk het meest stomme, iets waar je eigenlijk helemaal geen binding mee hebt. Anderen maken daar weer gebruik van. Want waar geld is, daar lopen alle ratten omheen. Alleen dat wist ik toen niet. Ik investeerde in een varkensfokkerij. Hoe kwam ik erbij…?!’
Voor Cruijff is het altijd de grootste fout geweest die hij in zijn leven heeft gemaakt. Het was schoonvader Coster die tot zijn verbijstering de vrijwel volledig lege rekeningen van Cruijff constateerde. Daarvoor hield hij Basilevitch verantwoordelijk, die een bedrieger zou zijn, geld in eigen zak zou hebben gestoken, iets wat de Fransman zelf altijd heeft ontkend. Tot een aanklacht van Cruijff tegen zijn voormalige zakenpartner kwam het nooit.
In mei 1996 dook Basilevitch ineens weer op in Barcelona, om in de krant El Mundo Deportivo achteloos een tipje van de sluier van achttien jaar eerder op te lichten. Hij haalde hard uit naar Xavier Aguilar, de penningmeester van Barcelona, die in de media al wekenlang het meest kritisch van alle bestuursleden was op Cruijff; een week later zou hij worden ontslagen.
‘Ik kwam Aguilar op straat tegen, hij vroeg me of ik wist hoe ze Cruijff te grazen konden nemen’, vertelde Basilevitch. ‘Ik heb geen band meer met Cruijff, maar ik verkies diens kilte boven de schaamteloosheid van types als Aguilar. Híj was het nota bene, samen met zijn baas Javier de la Rosa, die Cruijff en mij in 1978 bedroog door ons in die varkenshandel te trekken. Nog zie ik voor me hoe hij, biljet voor biljet, 15 miljoen peseta’s op tafel legde, dat was een eerste lening.’
Aguilar had Grupeco opgericht en aan Cruijff en Basilevitch overgedaan. Hij was tweede man van de prestigieuze bank Garriga Nogués, het filiaal in Catalonië van het grote Banesto. Zijn baas was de genoemde De la Rosa, beiden waren talentvolle bankiers van nog geen 30 jaar. De laatste werd enkele jaren later door Banesto ontslagen omdat onder zijn leiding veel geld was verdwenen; justitie vervolgde hem. Later keerde hij terug als zakenman, die inmiddels tenminste vijf keer een celstraf van tussen de twee en zes jaar heeft horen uitspreken vanwege verduistering van honderden miljoenen aan euro’s bij de bedrijven waar hij werkte.
Zes miljoen gulden verdwijnen
Banesto was een van de vele schuldeisers van Grupeco, samen met enkele andere banken en lokale ondernemers, toen de holding van Cruijff en Basilevitch als een kaartenhuis instortte. Maar hoe kon dat gebeuren, nog tijdens de bouw van de varkensstallen? De grond was aangekocht, er was een vergunning van de overheid voor het houden van zo’n drieduizend varkens, de stallen naderden hun voltooiing. Hoe kon in dat project zomaar zo’n zes miljoen gulden verdwijnen, nog voordat de eerste zeugen er onderdak zouden vinden en hun biggetjes zouden baren?
Boer Josep Vilella vergelijkt het met wat de Baron van Albí vorige eeuw overkwam. Die edelman, Carles de Montoliu, huisde in het kasteel van Montsonís, vele hectares land in de omgeving waren zijn eigendom. ‘Iedereen hier in de omgeving werkte voor hem. Er werd vooral mais verbouwd’, zegt Vilella. ‘Toen de mechanisatie kwam, besloot hij al het werk door tractoren te laten doen. Maar de bestuurders van de tractoren wisten niet hoe het land te bewerken. De oogsten mislukten. Zoiets overkwam Cruijff ook. Hij wist onnoemelijk veel van voetbal, maar niets van varkens.’
Andere prijzen
En in en rond Foradada wisten de mensen wel hoe ze een slagje konden slaan uit dat gebrek aan kennis van Cruijff en Basilevitch. Jaume Abellana is met zijn bedrijf Premier Pigs een van de grootste varkensfokkers van de provincie Lleida en de aangrenzende regio Aragón. Hij maakte van dichtbij mee wat er in 1978 gebeurde. ‘Om in voetbaltermen te blijven’, zegt hij, ‘werd Cruijff eerst door de benen gespeeld en kreeg hij daarna ook nog eens een strafschop tegen; de bal werd in de kruising ingeschoten.’ Wat hij ermee bedoelt? ‘Mensen zien een grote investeerder opduiken met veel geld. Dan worden er ineens andere prijzen gerekend.’
Abellana legt het uit: iemand uit de streek betaalde bijvoorbeeld honderd euro voor iets, maar de vreemdeling uit het verre Barcelona werd wel tweeëneenhalf keer zo veel berekend. Aannemers, metselaars, timmermannen, loodgieters… Iedereen rekende ineens andere tarieven toen Cruijffs geld over Foradada werd uitgestrooid. Sommigen konden er een nieuw huis van laten bouwen. En er was nauwelijks controle, Cruijff zelf zou maar twee keer op bezoek zijn geweest.
Kappen ermee
Voortdurend kreeg het kantoortje van Grupeco in Barcelona nieuwe verzoeken van het platteland om meer geld. Tot dat op was, en er bovendien ook nog schulden waren gemaakt, met de stallen bijna klaar. En Cor Coster de boeken inzag. Kappen ermee, zei hij tegen zijn schoonzoon.
‘Cruijff zelf heeft nooit ook maar één varken in zijn stallen kunnen zien’, zegt Abellana. Zijn Premier Pigs is sinds 2014 eigenaar van Granja La Rourera, die nu is gemoderniseerd en wordt uitgebreid na jarenlang te zijn verwaarloosd. Terwijl Cruijff inmiddels in de Verenigde Staten zijn carrière had voortgezet, probeerde Basilevitch de stallen in 1979 nog te verkopen, maar vleesverwerker Purlom schrok terug van de bedragen. Naast de koopsom van, omgerekend, zo’n 720.000 euro moesten er ook nog 2,5 miljoen aan kredieten en andere schulden worden afgelost. Uiteindelijk werden de stallen door justitie geveild om de crediteuren te betalen. Een grote uitgever van kranten en tijdschriften was de koper, maar wist niet wat ermee te doen. Ook op de woning van het gezin-Cruijff in Barcelona werd beslag gelegd.
Johan Cruijff is nooit meer bij zijn stallen terug geweest. Sinds enkele jaren is ook het laatste spoor van zijn aanwezigheid in Foradada verdwenen. In het kasteel van Montsonís hing een foto van de baron, vorig jaar overleden, en zijn Belgische vrouw, poserend met de beroemde voetballer. Sinds de burcht voor publiek is geopend, zegt de gids die de rondleidingen verzorgt, is van alle waardevolle spullen, waaronder schilderijen, nooit iets verdwenen. Behalve die ene foto van Cruijff.
(AD)