BOEK★★★☆☆
Natalia Ginzburg lezen is als praten. Het liefst doe je dat met mensen, maar deze verhalen zijn een waardig alternatief
‘De kleine deugden’ omvat 11 verhalen die Natalia Ginzburg (1916-1991) tussen 1944 en 1960 schreef. Ze houden het midden tussen memoir en essay. Ginzburgs toon is geestig, onderzoekend, licht én streng. Als ze eenmaal tot een inzicht is gekomen, wordt ze stellig en verbindt daar, met koene strengheid, consequenties aan. Net als Annie Ernaux, die Ginzburg wel zal hebben gelezen, vertelt ze persoonlijke geschiedenissen waarin elke verwijzing naar de particuliere historie is verdwenen. In ‘Menselijke relaties’ treffen we Ginzburgs man Leone aan, die aan het einde van de oorlog gedood werd door nazi’s. Het is de grote gebeurtenis waardoor de schrijfster zich anders tot haar medemensen gaat verhouden. ‘We leren hulp te vragen aan de eerste de beste: we weten niet of het een vriend of vijand is, of hij ons zal helpen of verraden: maar we hebben geen keus en vertrouwen hem ons leven toe.’ In nog geen 30 pagina’s voert de Italiaanse ons langs de stadia van menswording, van het verlegen kind tot aan de ouder die zelf kinderen heeft. Op een dag is daar dat grote verdriet. Echt volwassen zijn we pas als we al die stadia gepasseerd zijn.
MEER BOEKEN VAN DE WEEK: