open venster
Onze lezers over proces Reuzegom: ‘Wie zou niet beweren dat hij spijt heeft als hij daardoor een paar jaar cel kan uitsparen?’
Het proces omtrent de dood van student Sanda Dia laat niemand koud, ook de Humo-lezers niet. Vijf van hen kropen in hun pen en deelden hun persoonlijke kijk op de zaak.
‘Er is een grens waar je niet over gaat’
Tijdens de autorit van Nieuwpoort naar het station van Brugge, waar ik mijn VUB-student elke week afzet, wilde ik toch eens polsen naar zijn mening over de zaak-Sanda Dia. Zijn antwoord: ‘Stel je eens voor dat Sanda die doop had doorstaan, had hij dan echt gedacht dat hij daarna bij die elite zou horen?’ Zijn tweede bedenking: ‘Moet je altijd ergens bij horen, is dat nodig?’
Op de terugweg naar huis was ik stiekem trots: hij heeft het duidelijk niet voor elitaire clubjes waar vernederingen en zwijnerij schering en inslag zijn. Hopelijk gaat een journalist over twintig jaar eens polsen bij de oud-leden en vragen of ze dat even normaal vinden als hun kinderen lid van zo’n club zouden zijn.
Ik wil niet alle studentenclubs over één kam scheren. Ik heb ook gestudeerd, en ik ben op kot geweest in Gent, maar er is een grens waar je niet over gaat. Welke straf de Reuzegommers ook krijgen, de ouders zijn hun zoon kwijt. Mijn oprechte deelneming aan iedereen die Sanda liefhad.
Evelyn V., Nieuwpoort.
‘Wie zou niet beweren dat hij spijt heeft als hij daardoor een paar jaar cel kan uitsparen?’
Uit de verslaggeving over het Reuzegom-proces begreep ik dat de strafmaat voor een deel zal afhangen van de mate waarin de beklaagden hun spijt betuigen en berouw tonen. Persoonlijk vind ik dat een wazige en subjectieve manier van rechtspreken en zou een strafmaat daar niet van mogen afhangen. Immers, wie zou niet beweren dat hij spijt heeft als hij daardoor een paar jaar cel kan uitsparen?
Ondergaan die beklaagden een psychologisch onderzoek om vast te stellen of die spijt en dat berouw oprecht zijn? Zijn gladde taalvaardige studenten met acteertalent niet in het voordeel op ongeschoolde mensen of allochtonen, die de taal minder goed beheersen? Zijn schuchtere mensen die maar wat stamelen omdat ze onder de indruk zijn van de omstandigheden, niet zwaar benadeeld? Gaat dat niet in de richting van klassenjustitie? Die vragen stellen is ze meteen ook beantwoorden…
Raf Vandenbergh, Gent
‘Mijn dochter heeft zich gelukkig nooit moeten laten vernederen’
Ik heb mijn dochter één voorwaarde gesteld voor ze aan haar universitaire studie begon: ze mocht zich nooit aansluiten bij een studentenclub en evenmin deelnemen aan een doopritueel, omdat je bij een doop altijd een perverse verhouding tussen meester en schacht hebt, met ziekelijke uitwassen. Gelukkig was ze niet van plan om lid te worden van zo’n club. Ze is dan ook geslaagd zonder zich ooit te moeten laten vernederen of te onderwerpen aan ziekelijke geesten. Het is hoog tijd dat alle universiteiten een totaalverbod voor dooprituelen afkondigen.
Johan Peeters, Keerbergen.
‘Tijdens een marathon van sadisme is een veelbelovende jongeman doodgemarteld’
Als je abstractie maakt van een concept als ‘traditie’ en zuiver objectief probeert te begrijpen wat er begin december 2018 in Leuven en Vorselaar is gebeurd, kan je maar tot één conclusie komen: tijdens een marathon van sadisme, vernedering en perversie is een veelbelovende jongeman doodgemarteld. Hier kan geen sprake zijn van een spijtig uit de hand gelopen ontgroeningsritueel, waarbij één fatale misstap is begaan. Daarvoor heeft de horror simpelweg te lang geduurd.
Maanden voor het eigenlijke proces publiceerde misdaadjournalist Pieter Huyberechts ‘Sanda Dia: De doop die leidde tot de dood’. Veel betrokkenen worden aan het woord gelaten, familie, vrienden en zelfs een paar beklaagden, maar het is in de eerste plaats een reconstructie, uur na uur, van het huiveringwekkende, misselijkmakende scenario dat zich die noodlottige dagen heeft afgespeeld.
Wie het proces volgt, voelt zijn maag keren wanneer de horrorfilm beeld voor beeld wordt afgespeeld. In boekvorm is het nog een pak moeilijker te verteren. Hier kan en mag geen enkele beklaagde vrijuit gaan. De verdediging zal argumenten als groepsdynamiek en verspreide verantwoordelijkheid inroepen. Maar wie bij benadering begrijpt (het volledig begrijpen zal mij alvast nooit lukken) wat daar en toen heeft plaatsgevonden, begrijpt in de eerste plaats dat verantwoording moet worden afgelegd. Straks is het woord aan Vrouwe Justitia.
Peter Meys, Antwerpen.
‘De verdachten studeren nog: over drie jaar is hun strafblad weer blanco’
Alle achttien verdachten moeten veroordeeld worden, of het nu voor het niet verlenen van hulp aan een mens in nood of schuldig verzuim is, of onvrijwillige doodslag, of erger. Wie een strafblad heeft, mag niet voor de staat werken, advocaat of notaris worden, leraar worden, bij de gemeente of de stad werken, bij het leger of de politie, enzovoort. De lijst is lang.
Wie uit het strafregister geschrapt wil worden, moet drie jaar wachten vanaf de aanvraag. Dan pas neemt de procureur een beslissing. Als het vonnis in het Reuzegom-proces in juni valt, zullen de verdachten heel waarschijnlijk meteen eerherstel aanvragen. Dat betekent dat ze pas in juni 2025 zullen weten of hun strafblad weer blanco wordt.
Ze hebben geluk dat ze nog zeker drie jaar moeten studeren. Dat speelt in hun voordeel, op voorwaarde dat ze niet in de cel belanden of een enkelband krijgen.
Zelfs na die periode van drie jaar zullen ze altijd geconfronteerd worden met het gevolg van hun daden. Sommige gebeurtenissen blijven mensen en werkgevers lang bij.
Charles de Barquin, Merksem.
Hebt u ook een brief in de pen zitten? Mail naar openvenster@humo.be of vul onderstaand formulier in: