Getuigenissen
Ook mannen worden verkracht: ‘Een vrouw van 40 met een jongen van 14, dat is toch ziek?’
Een op de twintig mannen werd ooit verkracht. En bij alle mannen die na hun 16de misbruikt werden, is de overgrote meerderheid van de plegers een vrouw. Toch kijkt onze maatschappij liever weg. Het taboe is groot. ‘Van ons wordt verwacht dat we altijd bereid zijn tot seks’
Regisseur Jens vertelt me dat hij een kortfilm wil maken, over een minderjarige jongen die door twee vrouwen wordt aangerand. Hij baseert zich op feiten uit een krantenartikel. Maar zijn filmproducent keurt het idee af. In het zog van #metoo lijkt het hem onverstandig om vrouwen als seksuele roofdieren op te voeren. Seksueel grensoverschrijdend gedrag wordt gepercipieerd als ‘een mannending’. De maatschappij is, zo krijgt hij te horen, nog niet klaar voor mannelijk slachtofferschap, laat staan voor vrouwelijk daderschap. Alsof dat alle positieve gevolgen van #metoo weer zou uitgommen.
Natuurlijk is het uiterst belangrijk dat vrouwelijke slachtoffers worden gehoord en dat de maatschappij hen opvangt. Dat ik zelf meermaals slachtoffer was van seksueel geweld, voedt mijn rechtvaardigheidsgevoelens des te meer. Maar juist daarom is het even belangrijk om mannelijk slachtofferschap ook te erkennen. En dus niet alleen mannelijk, maar ook vrouwelijk daderschap, want dat blijkt wel degelijk een realiteit.
Verstoorde relaties
Ralf* (57) werd als kind misbruikt door een vriendin van zijn ouders. In het bedrijf van zijn ouders werkte een koppel van rond de 40, dat bij hen inwoonde als zijn ouders op reis gingen. “De man was als de opa die ik nooit had”, vertelt Ralf. ‘De vrouw – laten we haar Monique* noemen – deed huishoudelijk werk. Als mijn ouders weg waren, kookte ze en stopte ons in bed. Ik was een jaar of 5. Voor het slapengaan kietelde en betastte ze me. Op die leeftijd had ik nog geen idee van goed of kwaad, en ook nog niet van grenzen.’
Tijdens zijn puberteit ging Monique verder. Ze daagde Ralf uit: hoe ver durfde hij te gaan? ‘Ik was een jonge knaap, de hormonen speelden op. Monique maakte daar misbruik van. Ze deed steeds alsof ze het niet wilde, maar nam algauw het heft in handen. Ze was dominant. Het kwam tot orale seks en geslachtsgemeenschap. Het ging echt ver…’
Ralf dacht dat het zijn schuld was, iets wat hij ook als volwassen man bleef geloven. ‘Omdat ze de indruk wekte dat ik het initiatief nam. Maar ik voelde me telkens ellendig en schaamde me diep. Monique heeft me gemanipuleerd. Dat beschouw ik als een vorm van agressie. Ik voelde dat ze op macht kickte. Ze vond het erotiserend om me te controleren. Intussen heb ik gelukkig wel ingezien dat het om seksueel misbruik ging. Een vrouw van 40 met een jongen van 14, dat is toch ziek?’
Alsnog naar de politie stappen, wil Ralf niet. Om zijn familie te sparen, maar ook Monique zelf, die intussen in de 80 is.
Lees ook
Delphine Lecompte over Pim Lammers: ‘Ik vraag me af waar de steunbetuigingen bleven toen ik pleitte voor mededogen met onze pedofiele medemens’
Lezersbrief: ‘Vrouwen bezondigen zich even vaak aan grensoverschrijdend gedrag’
Op zijn 20ste vertelde Ralf alles aan zijn ouders. Zijn eerste en zijn huidige echtgenote zijn ook op de hoogte, zijn kinderen niet. Ralfs vader wil er niet over praten. ‘Als kind zag ik hem met Monique. Zij stond te strijken, hij bevoelde haar borsten. Dat mijn vader dus blijkbaar ook iets met haar had, deed me geloven dat het zo hoorde.’
Nu noemt Ralf het misbruik een destructieve seksuele opvoeding, die ervoor zorgde dat al zijn relaties tot nu toe mislukten. ‘Het schuldgevoel heeft lang aan me geknaagd. Ik kreeg een verstoorde relatie met intimiteit en ontwikkelde een seksverslaving. Ik viel op oudere vrouwen, ging vreemd en had betaalde seks. Telkens was de teleurstelling groot, de schaamte verpletterend. Diezelfde schaamte uit mijn kindertijd… Ik zocht liefde en veiligheid, maar dat vind je niet in losse contacten.’
Uiteindelijk stapte hij naar een seksuoloog, die hem enkele belangrijke inzichten aanreikte. 'Maar mijn huidige vrouw heeft me nog het meest geholpen. Bij haar vind ik liefde en veiligheid. Soms steekt de drang tot overspel toch de kop op, maar ik handel er niet naar. Mijn vrouw kan het plaatsen. Ik ben nog steeds herstellende, maar er is vooruitgang. Mijn liefde voor mijn vrouw en mijn kinderen houdt me op de been.’
Seksuoloog en criminoloog Alexander Witpas heeft al twintig jaar een praktijk en is een van de drijvende krachten achter wijzienjewel.be, een website voor mannelijke slachtoffers van seksueel geweld. Voor hem ben je, los van je geslacht, slachtoffer van seksueel geweld als iemand je grens overschrijdt. Je wil geen seks, bent niet oud genoeg om te beseffen wat er gebeurt, of niet bij bewustzijn. Toch moet je het ondergaan.
Witpas benadrukt dat hij #metoo een belangrijk en noodzakelijk inhaalmanoeuvre vindt en dat hij op nog meer aandacht voor vrouwelijke slachtoffers hoopt. Maar hij wenst mannelijke slachtoffers hetzelfde toe: ‘Een derde van de slachtoffers van seksueel geweld is immers man, het zou logisch zijn als ook een derde van de aandacht naar hen zou gaan.’
Het heersende taboe op zowel mannelijk slachtofferschap als vrouwelijk daderschap houdt dit echter tegen. Dat wijt hij vooral aan de beeldvorming door het beleid en de media: ‘Het patriarchale discours noemt mannen sterk en stoer. Conservatieve stromingen geloven dat vrouwen mannen moeten helpen hun driften te beteugelen. Het feminisme verzet zich dan weer tegen victim blaming en toxische mannelijkheid. Maar in beide verhalen is zowel mannelijk slachtofferschap als vrouwelijk daderschap afwezig. Zelfs het Europees Instituut voor gendergelijkheid, dat zich ook bezighoudt met seksueel geweld, heeft geen aandacht voor jongens en mannen. Zij vermelden alleen maar geweld op vrouwen. En ook in grote Europese onderzoeken rond geweld worden jongens en mannen zelden bevraagd.’
Daarnaast gebruiken veel kranten dezelfde stockfoto: een bange vrouw in een hoekje, zelfs als het artikel over een mannelijk slachtoffer gaat. Volgens Witpas gaat het niet zozeer om kwaad opzet, maar eerder om een blinde vlek. De cijfers liegen er alvast niet om.
Niet gewillig, wel weerloos
Uit UN-MENAMAIS (2021), een onderzoeksproject van universitaire onderzoekscentra naar seksueel geweld in België, blijkt dat een op de twintig mannen ooit is verkracht. Van alle slachtoffers praat de helft er niet over. Zes op de zeven zwijgen tegen de partner en amper een procent doet aangifte bij de politie.
Een onderzoek uit 2012 door Stichting Rutgers leert bovendien dat van alle mannen die voor hun 16de slachtoffer worden van seksueel geweld, 40 procent van de plegers een vrouw is. Bij mannen die na hun 16de slachtoffer worden, is 80 procent een vrouw.
‘Over seksueel misbruik bij mannen bestaan veel vooroordelen’, zegt Witpas. ‘Een erectie is niet per se een teken van opwinding. En sowieso is geen enkele fysieke reactie gelijk aan instemming. Je kunt het immers mentaal niet willen. Ook als je al aan het vrijen bent en toch aangeeft dat je wil stoppen, maar de ander negeert het, is het verkrachting. Van een man wordt verwacht dat hij altijd bereid is tot seks, maar dat is helemaal niet zo.’
Ook over vrouwelijk daderschap bestaan de nodige vooroordelen. Heel wat mensen geloven dat een man niet gedomineerd kan worden, omdat hij fysiek sterker is. Maar je hebt geen brute spierkracht nodig om seksueel geweld te plegen.
Witpas: ‘Een man kan bewusteloos zijn of slapen, maar ook bevriezen. Dat is een gekend overlevingsmechanisme. Een vrouwelijke pleger kan psychologische druk uitoefenen, bijvoorbeeld door te dreigen dat ze de kinderen zal afpakken. Bovendien zien we dat sommige mannen die als kind misbruikt werden, later niet goed voor zichzelf kunnen opkomen.’
En dan is er nog dat andere overlevingsmechanisme, dat je vaak in de lectuur over trauma ziet opduiken: de zogenaamde fawn-reactie. Je vecht, vlucht of bevriest niet, maar je ondergaat. Je bent volstrekt weerloos, terwijl het lijkt alsof je gewillig bent.
Jens* (53), de regisseur die zijn kortfilm niet mocht maken, vertelt me dat hij als kind zelf slachtoffer was van grensoverschrijdend gedrag en dit in zijn latere leven vaak herhaald zag. Hij is een grote, gespierde man, die naar eigen zeggen lang psychologisch zwak stond.
‘Als dertienjarige jongen werd ik in de gang van een bioscoop door drie hostessen tegen de grond gedrukt en overal betast. Toen ik gechoqueerd thuiskwam, vertelde ik mijn moeder wat er was gebeurd. Zij bleek trots: ik was toch zo’n knappe jongen, ik zou de vrouwen nog vaak van mijn lijf moeten slaan! Ze schepte erover op tegen haar vriendinnen en grapte dat ze zelf ook weleens seks met me wilde. Enkele maanden later bleef zo’n vriendin van haar bij ons slapen. ’s Nachts kroop ze in mijn bed.’
De vriendin in kwestie dwong Jens tot seks. Hij vertelde het nooit aan zijn moeder en pas vorig jaar aan zijn echtgenote. Ze wist toen al dat hij als volwassene meerdere grensoverschrijdende ervaringen met vrouwen had.
‘In therapie zag ik in dat mijn moeder me als kind psychisch mishandelde. Hierdoor leerde ik niet voor mezelf op te komen. Ik ben ervan overtuigd dat die behandeling ervoor heeft gezorgd dat andere vrouwen ook lang misbruik van me konden maken, zowel geestelijk als fysiek.’
Rolverwisseling
Hamza* (28) geeft aan dat hij homo is en vaak te maken krijgt met vrouwen – ook online – die hem willen ‘bekeren’. Ze verwoorden dwingend wat ze met hem zouden willen doen. ‘Op mijn 19de ging ik met mijn vriend naar een hiv-testpunt. De zorgverlener stelde veel te intieme vragen over ons seksleven. Opeens zei ze dat ze seks met me wilde. Ik was te jong en geschokt om iets te ondernemen.’
Op zijn 25ste werd Hamza lastiggevallen tijdens het uitgaan. ‘Op een lgbtqia+-feest greep een transvrouw meermaals in mijn kruis, betastte me en fluisterde in mijn oor dat ze me oraal wilde bevredigen. Ze hield maar niet op! Ik bevroor, voelde me vies en wist niet wat te doen. Dat feest was bedoeld als een safe place, er waren veel kennissen getuige. Maar niemand greep in. Uiteindelijk stapte ik naar de organisatie. Daar werd gezegd dat transpersonen het al zwaar genoeg hebben. Ik antwoordde dat het niet om gender of identiteit gaat, maar om gedrag. Dat werd volledig genegeerd.’
In een andere club werd nog een vrouw handtastelijk. Hamza gaf aan dat hij gay is, maar ze bleef in zijn kruis grijpen. ‘Mensen lachten. Maar als het omgekeerd was geweest, had de security me er meteen uitgezet. Ik heb een Arabisch uiterlijk. Ze denken vaak dat ik een dealer ben, het type dat zogezegd zelf vrouwen en homo’s lastigvalt. Maar als ik zeg dat ík werd lastiggevallen, is het blijkbaar niet zo erg...’
Twijfel je of je slachtoffer bent? In dat geval kun je volgens Alexander Witpas best eens de genderrollen in het verhaal omdraaien. Vaak wordt wat vrouwen doen gemakkelijker gebagatelliseerd en helpt zo’n denkoefening om de grenzen toch te verduidelijken.
Misbruik door vrouwen kan er evengoed heel anders uitzien. In een opinie in De Morgen pleitte relatietherapeute Jaela Cole al voor een #metoo voor mannen. Ze merkte op dat vrouwelijke plegers anders te werk kunnen gaan en verwees naar onder andere naar incestueuze moeders, die hun verlangens op hun kind projecteren en hun lustgevoelens maskeren met warmte. Het kind verliest zijn identiteit en grenzen, en wordt een middel om in haar behoeftes te voorzien.
Alexander Witpas ziet dan ook geen eenduidig profiel bij vrouwelijke daders. Hij beaamt dat de meeste zorgrollen nog steeds door vrouwen worden opgenomen, waardoor ze nu eenmaal vaker toegang hebben tot de lichamen van kinderen. En ook vrouwen kunnen aan grooming doen: ze bouwen een warme band op met een kind en gaan telkens een beetje verder. Hierdoor kan het kind schrik krijgen dat hij medeplichtig is of dat hij alle warmte zal verliezen als hij zich verzet. Vooral kinderen die bij hun ouders aandacht tekort komen, zijn hier vatbaar voor.
‘Maar er bestaan ook zeer agressieve, gewelddadige vrouwelijke plegers. In feite zijn er evenveel verschillende soorten daders als slachtoffers. Er zijn er die moedwillig pakken wat ze willen. Maar ook die niet inzien wat ze doen. Plegers met persoonlijkheidsstoornissen of ontwikkelingsbeperkingen, bijvoorbeeld. Hiermee ontschuldig je hen niet. Maar je mag niet zwart-wit gaan denken, dat is te makkelijk en potentieel gevaarlijk.’
Verkrampt
De eerste seksuele ervaring van Pierre* (49) was een verkrachting. ‘Ik was 14 en groeide op in een warm gezin in een Waals dorpje. We gingen op familiebezoek in Vlaanderen. Mijn neef nam me mee naar een rockconcert. Het was een marginale plek, er werd openlijk drugs genomen. Ik was niets gewend. Hij liet me vijf biertjes drinken. Stomdronken trok ik me terug aan de toog. Daar liep een vrouw van 30, ze betastte de mannen. Ik was draaierig en misselijk, en ging naar buiten om te braken. Op een grasveldje zeeg ik in elkaar. Opeens was die vrouw daar. Ze duwde me op mijn rug, trok mijn broek naar beneden en deed alles opdat ik een erectie zou krijgen. Ze kneep me daar zelfs hard en dwong me tot penetratie. Ik kon niet weg en was totaal in shock. Uiteindelijk ging ze weg omdat mijn erectie telkens verslapte.’
De volgende ochtend had Pierre nog steeds pijn in zijn kruis. Zijn nicht lachte hem uit omdat ze had gezien dat hij met ene Liesbeth* seks had gehad. ‘Dat had haar broer, mijn neef, diezelfde avond ook gedaan, en een vriend van hen ook. Ik durfde mijn nicht niet te zeggen dat ik het zelf niet had gewild en voelde me diep vernederd. Ik wist niet dat je als man ook verkracht kunt worden. En wat had ik moeten doen: Liesbeth slaan, tegen de grond gooien? Dat doe je toch niet met een vrouw? Dat ik een erectie had gekregen, bracht me ook in de war.’
Na die eerste ervaring werd Pierre bang voor meisjes. Op zijn 18de kreeg hij een relatie, maar dat verliep problematisch. ‘Daarna bleef ik bij een vriend slapen en werd ik ’s nachts gewekt door zijn oudere zus die me pijpte. Dit maakte me nog banger. Twee jaar later bleef ik bij een andere vriend slapen en ontwaakte ik omdat zijn tien jaar oudere vriendin naakt op me zat.’
Pierre is nooit vergeten wat hem overkwam, maar hij onderschatte de schade wel. Hij zag het verband niet met de intimiteitsproblemen waar hij soms veel last van heeft. ‘Tijdens de seks verkramp ik dan totaal. Ik ben wantrouwig en wil me in een bolletje oprollen – ja, net als op dat grasveld. Het heeft al veel problemen opgeleverd. Met mijn eerste vrouw sprak ik er pas op het einde van onze relatie over, toen het al te laat was. Mijn huidige vriendin heb ik het sneller verteld. Zij zag de link met de verkramping. Ik kon dat zelf nog niet bevatten. Eigenlijk realiseer ik me nog maar sinds enkele weken dat ik verkracht ben, en kom ik nu stapvoets toe aan de verwerking.’
Volgens Pierre beseften die vrouwen niet wat ze hem aandeden. ‘Ik kan alleen seks hebben als ik verliefd ben. Maar veel mannen verkopen dommeventenklap. Vrouwen horen dat en gaan geloven dat wij altijd goesting hebben.’ Een paar jaar geleden kwam hij Liesbeth toevallig tegen in een supermarkt. Ze leek zich van geen kwaad bewust, en hij denkt er niet aan om aangifte doen.
Hulp voor slachtoffers
Tot voor kort was alleen gedwongen gepenetreerd worden strafbaar. Maar sinds juli 2022 is een nieuwe wetgeving rond seksueel geweld van kracht. Die definieert: ‘Verkrachting is elke daad van seksuele penetratie van welke aard en met welk middel ook, gepleegd op of met behulp van een persoon die daar niet in toestemt.’
Hoewel ‘met behulp van’ zou geïnterpreteerd kunnen worden als medeplichtigheid, staat op de site van Justitie de verduidelijking dat er ook ‘sprake van verkrachting is als het slachtoffer als instrument gebruikt wordt, bijvoorbeeld als iemand wordt opgedragen zichzelf of iemand anders te penetreren.’ Daarnaast kunnen seksuele misdrijven met minderjarigen sinds een wetshervorming in 2019 niet langer verjaren.
Alexander Witpas merkt echter dat veel mannen niet beseffen dat ze slachtoffer kunnen zijn. Ook zij worden beïnvloed door de stereotiepe beeldvorming. Ze denken: overleven en doorgaan. Vaak zijn er echter wel signalen: een laag zelfbeeld, moeite met relaties, heftige emoties of fysieke problemen.
‘In de kern hebben slachtoffers van seksueel trauma, los van hun gender, een groot gevoel van onveiligheid’, zegt Witpas. ‘In de wereld, in relaties, bij zichzelf. Trauma verstoort de relatie met het lichaam, en van daaruit kunnen dan weer ongezonde copingstrategieën voortvloeien: ongezond eten, verdovende middelen gebruiken, pleasen, een porno- of seksverslaving, angst voor seks, je grenzen negeren, enzovoort. Dat vraagt veel energie, waardoor deze mensen vaak te maken krijgen met depressie, burn-out of chronische vermoeidheid.’
Zulke signalen zijn natuurlijk geen bewijs dat je slachtoffer bent, maar wel een uitnodiging om stil te staan bij de vraag. Want om trauma te helen, is bewustwording nodig.
Seksueel geweld is ernstig en heeft een zeer grote impact. Maar wie slachtoffer werd, hoeft volgens Witpas niet getekend te zijn voor het leven. Als het gebeurde tenminste verwerkt kan worden, zegt hij, kun je wel degelijk een betekenisvol leven en gezonde relaties opbouwen. ’Belangrijk daarbij is een maatschappij die je opvangt en erkenning biedt. Therapie kan helpen. Praten ook. Maar veel mannen praten niet, ook al omdat ze niet worden gehoord of geloofd. Terwijl we, toch statistisch gezien, allemaal wel een mannelijk slachtoffer kennen.’
* Alle namen in dit artikel zijn schuilnamen.
(DM)
Ook op Humo
Gert Verhulst reageert voor het eerst op Plopsa-rel na ‘kijkersvraag’ en zegt... helemaal niets
Kapitein Piet: ‘Ik ben de eerste om een aperitiefje aan boord toe te juichen, maar na twee wodka’s is een misstap op een bewegende boot snel gemaakt’
Tom Boonen na de breuk: ‘Nadat Lore en ik hadden beslist om uit elkaar te gaan, vielen alle puzzelstukjes in elkaar’