‘Regicide’ is een opwindende mix van historie en spanning waarin Robert Harris imponeert met zijn oog voor detail

Of ze nu over Pompeï, Cicero of Hitler gaan, weinig anderen schrijven zulke straffe historische thrillers als Robert Harris. Omdat ‘Koningsmoord’ misschien te simpel klonk en ‘Akte van vergetelheid’ – de letterlijke vertaling van ‘Act of Oblivion’ – te cryptisch, heet zijn jongste in het Nederlands ‘Regicide’. Echte koningsmoordenaars waren protagonisten Edward Whalley en Will Goffe niet, wel twee van de 59 militairen die de Engelse koning Charles I in 1649 naar het schavot stuurden. In 1660, nadat de royalisten de macht hadden heroverd, volgden gruwelijke executies van de samenzweerders: ingewanden, harten en edele delen vliegen bij Harris in het rond. Ondertussen organiseert ambtenaar Richard Nayler een klopjacht in de kolonies in Noord-Amerika, waar Whalley en Goffe ondergedoken zitten.

Dat aan ‘Regicide’ opnieuw veel research is voorafgegaan, etaleert Harris op elke bladzijde. In deze opwindende mix van historie en spanning imponeert zijn oog voor detail, evenals de manier waarop hij sympathie weet te wekken voor zijn moreel ambigue hoofdpersonages. Pas op het einde blazen Whalleys memoires ook leven in Cromwell en Charles I, de twee sleutelfiguren in de Engelse burgeroorlog. Jammer, want vroeger in het verhaal hadden ze de lezer het googelen over die kwestie kunnen besparen.