oorlogsverslaggeving
Ruslandcorrespondent Iris de Graaf: ‘Ik besef volledig dat elke dag hier de laatste kan zijn’
Als NOS-correspondent in Moskou beleefde Iris de Graaf (31) het zwaarste jaar van haar leven. Tegelijk oogstte ze lof voor de manier waarop ze het nieuws naar de Nederlandse huiskamers vertaalde. ‘Mijn producer belde: Iris, het is oorlog en je moet over 10 minuten live.’
Pas toen Iris de Graaf vanuit Moskou even thuis in Nederland kwam, hoorde ze hoeveel zorgen haar familie en vrienden zich over haar hadden gemaakt. Uiteraard, er was sinds de Russische inval in Oekraïne veel contact, maar dat was heel anders van toon. ‘Iedereen besefte dat het niet helpt om me de hele tijd paniekerige vragen over mijn veiligheid te sturen,’ zegt De Graaf. ‘Juist dan krijg ik stress. Daarom kreeg ik berichtjes vol steun. Mede daardoor heb ik het volgehouden.’
Niettemin omschrijft ze 2022 zonder omwegen als ‘het zwaarste van mijn leven’. Als NOS-correspondent was ze pas een kleine anderhalf jaar op haar post in Moskou. Daarvan had zich het grootste deel in relatieve corona-afzondering voltrokken toen president Vladimir Poetin eind februari de ‘speciale militaire operatie’ afkondigde en Oekraïne binnenviel.
Plots bevond De Graaf zich midden in de storm van het wereldnieuws. En omdat de Russische overheid al snel strenge censuur oplegde die ook voor buitenlandse journalisten gold – zo mag de oorlog nog steeds niet zo worden genoemd – transformeerde haar werk binnen een paar dagen tot een balanceeract tussen feitelijke verslaggeving en de zorgen om haar eigen veiligheid.
Die zorgen leidden ertoe dat ze begin maart naar Nederland moest vertrekken omdat de propagandawetten van Poetin haar alle journalistieke adem leken te hebben benomen. In juni keerde ze terug naar haar appartementje in het centrum van Moskou, waarvandaan ze sindsdien weer reportages maakt over de stemming in het land.
Intussen oogstte ze in Nederland veel lof voor haar werk. Tijdschrift Harper’s Bazaar noemde haar ‘onbevreesd en vastberaden’. De glossy riep haar zelfs uit tot Woman of the Year. Ook kijkers van het Nederlandse journaal reageerden massaal. ‘Ze vinden vooral dat ik de zaken duidelijk en eenvoudig uitleg,’ vertelt De Graaf via videoverbinding vanuit haar Moskouse keuken. ‘Dat laatste kan kloppen. Omdat ik me voor dit jaar nooit had verdiept in chemische wapens of types tanks moest ik er voor mezelf ook een zo begrijpelijk mogelijk verhaal van maken.’
Je vertelde bij je aantreden als correspondent eind 2020 dat je ook de mooie kanten van Rusland wilde tonen. Die bleven eerder onderbelicht, vond je.
‘Mijn plan was om veel te gaan reizen, zeker niet vast te zitten in Moskou en me vooral niet te veel te richten op de man in het Kremlin. Ik wilde Rusland in al zijn facetten laten zien en ook aandacht geven aan de mooie menselijke verhalen. Ook wilde ik vaak vrienden en familie laten overkomen. Ik zou er een leuke tijd van gaan maken.’
En toen werd het 24 februari.
‘We waren natuurlijk al weken paraat. De troepen werden opgebouwd aan de grens, de Amerikaanse veiligheidsdienst waarschuwde voor een inval. Ik was in december naar de Donbas geweest om te laten zien hoe het conflict daar al acht jaar mensenlevens beïnvloedt. Terug in Moskou waren we bijna non-stop live over wat mogelijk komen ging. Ik was al redelijk uitgeput.’
‘De nacht voor de invasie sprak ik met de redactie in Nederland af om als een soort brandwacht tot vier uur op te blijven. Ongeveer twee uur later werd ik wakker van een onophoudelijk zoemende telefoon. Terwijl ik in mijn pyjama het eerste belletje aannam, werd er op de deur van mijn appartement gebonkt. Mijn producer. ‘Iris, het is oorlog en je moet over 10 minuten live.’ Ik heb me aangekleed, een kam door m’n haar gehaald en ben voor de camera gaan staan. Gewoon hier in mijn appartement.’
En daar bleef je de eerste anderhalve week vrijwel non-stop.
‘Het is bijna traumatisch om eraan terug te denken, zo zwaar was die periode. Elk uur live en dat dag in, dag uit. Het was opstaan, snel iets eten, mijn teksten voorbereiden, een beetje make-up op en dan de eerste uitzending in. Daarna was er dan een halfuurtje om te lezen, te bellen of op een andere manier aan nieuwe informatie te komen. En dan begon het weer opnieuw. Ik denk dat ik per nacht hoogstens twee uur sliep omdat mijn brein, eenmaal in bed, gewoon niet meer uit wilde.’
Halverwege die eerste dag kreeg je je moeder aan de telefoon.
‘Ik ben toen even ingestort. Het was de eerste gelegenheid om even mijn emoties te tonen. ‘Ik kan dit niet, ik wil dit niet,’ zei ik door mijn tranen heen. Het was zo’n emotionele dag. Ik besefte dat alles ineens anders was geworden. Dat het Rusland dat ik kende en waardoor ik gefascineerd was geraakt niet meer bestond. En dat de toekomst in één klap kapot was gemaakt. Ik dacht aan onze vrienden in Oekraïne, elke Rus kent daar mensen, maar ook aan mijn werk en mijn vrijheid hier. Misschien zijn er collega’s die verslag doen van militaire strijd mooi werk vinden, maar ik werd er verdrietig van.’
Wat dacht je dat je niet zou kunnen?
‘Ik ben natuurlijk vrij nieuw als correspondent. Ik twijfelde eraan of ik klaar was voor zoiets groots en nieuws. Een andere reden voor paniek was dat het ons per direct verboden werd om ander nieuws te brengen dan dat wat het Russische ministerie van Defensie uitbracht. Hoe moest ik onder die militaire censuur aan mijn informatie komen? Er was geen handboek.’
‘Maar mijn moeder zei: ‘Alles wat je tot nu toe hebt gedaan, heeft je hierop voorbereid. Je hebt geen andere keus dan het te gaan doen. En je kunt het ook.’ En ze had gelijk. Het lukt blijkbaar, want ik doe het. Maar zo heb ik het nooit gewild.’
Uiteindelijk haalde de NOS je negen dagen na de invasie weg uit Moskou.
‘Traumatiserend vond ik dat. Natuurlijk was het niet onverwacht, maar toen de NOS belde, was ik toch geschokt. Ik dacht alleen maar: hoe moet dat dan? Ik moet zo live. Hoe kan ik dan in een vliegtuig stappen? Ik was overspannen en oververmoeid, maar had me toch voorbereid op een langer verblijf.’
‘Aan de andere kant had ik al sinds de invasie een vluchtkoffer in de gang staan. Met mijn paspoort, een EHBO-kit, een joggingpak, een paar persoonlijke kaartjes, een blouse en een blazer voor het geval ik onderweg live zou moeten. Maar de harddisk met mijn werkarchief, mijn lievelingskleding, make-up en parfum was ik allemaal vergeten.’
‘Natuurlijk begreep ik de beslissing ook. Er gingen geruchten over een staat van beleg, de grenzen zouden misschien volledig op slot gaan, het werken zou onmogelijk worden voor journalisten. Maar toch: ik vond het vreselijk om naar het vliegveld te rijden. Ik wilde mijn werk blijven doen.’
‘Pas toen ik tijdens een tussenstop in Dubai familie en vrienden inlichtte, drong tot me door hoe verschrikkelijk bezorgd ze waren. Toen ik aankwam, kreeg ik taart, bloemen en chocola. Iedereen was blij dat ik veilig was, maar ik zat als een dood vogeltje op de bank. Ik ging natuurlijk door met werken. Maar elke keer dat ik het Media Park in Hilversum opreed, werd ik ermee geconfronteerd dat ik niet was waar ik hoorde te zijn, in Rusland.’
De interesse in Rusland erfde Iris de Graaf via haar moeder van haar oma, die werd geboren in de toenmalige Sovjet-Unie en in de Tweede Wereldoorlog naar Duitsland werd gedeporteerd. Daar ontmoette ze haar Nederlandse echtgenoot, De Graafs grootvader, die haar na de oorlog meenam naar Friesland.
Met haar jongste dochter, De Graafs moeder, ondernam ze vanaf de jaren zeventig reizen naar haar moederland. Thuis in Leeuwarden vertelde ze erover aan haar kleindochter, die gefascineerd raakte door de mysterieuze taal en zich vergaapte aan de fotoboeken van de reizen. Op zolder oefende Iris de Graaf als tiener Russisch met een cursus op een cassettebandje.
Ze begon aan een universitaire studie Russisch. Die bood een uitwisselingsproject met Sint-Petersburg, waardoor ze een jaartje in die stad kon wonen. Vraag haar naar 2013 en De Graaf spreekt vol warmte over ‘de goede jaren van Rusland’, waarin de banden met het Westen nog warm leken en de toekomst goudomrand.
Tijdens haar daaropvolgende postdoctoraal journalistiek begon in Rusland de democratische neergang. De Graaf, ze sprak de taal inmiddels vloeiend, liep stage bij de NOS en werd steeds vaker betrokken bij items over het land. Toen de correspondentenpost in Moskou in 2020 vrijkwam, solliciteerde ze.
Een jonge vrouw op zo’n prominente positie. Hoe wordt daar in Moskou naar gekeken?
‘Rusland is heel patriarchaal en conservatief, hoewel het Kremlin best een aantal powervrouwen op hoge posities heeft. In het dagelijks leven worden vrouwen daar op een neerbuigender manier benaderd dan in Nederland. Mij wordt bijvoorbeeld voortdurend gevraagd waarom ik op mijn 31ste niet getrouwd ben en geen kinderen heb. Tegelijkertijd voel ik me wel serieus genomen als journalist.’
‘Ik denk dat sommige oudere collega’s bij de NOS ook wel sceptisch waren. Het is nu eenmaal een post waar je normaal niet zo jong belandt. Van kijkers kreeg ik in het begin via sociale media opmerkingen als ‘Hoezo heb je een roze blazer aan als je over zo’n serieus onderwerp praat?’ Maar inmiddels voel ik dat de meerderheid aanneemt wat ik vertel.’
Krijg je ook reacties op je uiterlijk?
‘Heel veel, maar niet veel nare. Een enkele keer is het iets als ‘Wat weet zo’n blondje daar nou van?’ Maar meestal zijn het oudere mannen die melden dat die ene lipstick me beter staat dan die van gisteren. Tja, oké Henk, denk ik dan. Aan de andere kant schrijven moeders dat ze me zo’n mooi voorbeeld voor hun dochters vinden. Dat sterkt me.’
Je had als beginnend journalist ambities in de beautyjournalistiek, toch?
‘Nou, dat moet ik even nuanceren. Als student had ik een YouTubekanaal waarop ik make-uptutorials deed. Make-up is een hobby van me. Maar toen ik mijn stage bij de NOS begon, werd me duidelijk gemaakt dat die niet samenging met een commerciële vlog. Dat begreep ik natuurlijk.’
Toen je werd aangenomen in Moskou, werden je Franse vriend Lionel, geboren op Guadeloupe, en jij gedwongen een beslissing te nemen over samen verhuizen of niet. Hij bleef in Haarlem, waar jullie samenwoonden.
‘Toen ik de baan kreeg, wilden we proberen elkaar toch zoveel mogelijk te zien. Deels samenwonen misschien, in elk geval veel op en neer reizen. We hadden ervaring met long distance omdat hij de eerste jaren nog in Parijs woonde. Maar door corona veranderde alles. Hij kreeg geen inreisvisum terwijl ik toen al was aangekomen in Moskou. Toen hebben we wel getwijfeld over hoe we verder moesten.’
‘Ik vind het belangrijk niet het type vrouw te zijn dat zegt: ‘Ik laat deze kans lopen vanwege mijn partner.’ Met die houding kom je niet op de plekken die nu vooral door mannen worden bezet. Mijn vriend staat er gelukkig net zo in als ik. Hij gunt me mijn carrière. ‘We vinden wel een weg,’ hebben we toen gezegd.’
‘Maar pittig was het wel. In dat coronajaar hebben we elkaar acht maanden niet gezien. En nu is het niet veel anders. Maar oké, we made it. Hij is voor mij naar Nederland verhuisd en nu heb ik hem daar achtergelaten. Dat is een opoffering waarvoor ik hem dankbaar ben.’
Jullie waren in 2021 nog twee keer samen in Rusland. Ik begreep dat hij toen afknapte op het racisme waarmee hij te maken kreeg.
‘Zijn ervaring was tweeledig. Hij was verbaasd over de kwaliteit van leven, over de moderne architectuur in de steden. Maar we maakten ook vervelende dingen mee. Racisme in Rusland is veel minder verdekt dan in Nederland. Op straat werden er middelvingers opgestoken, beveiligers achtervolgden hem in winkels en er is zelfs voor zijn voeten gespuugd. Hij wil er nu niet meer wonen, dat klopt. Al komt dat vooral door de huidige omstandigheden. Maar ik ben blij dat hij in elk geval weet hoe mijn leven eruitziet.’
Hoe is het dagelijks leven in Moskou in oorlogstijd?
‘Op straat is er op het eerste gezicht weinig veranderd. Hier vallen natuurlijk geen bommen. Het is nog steeds heel erg druk. De Russen zijn bezorgd, zeker na de mobilisatie van september, maar passen zich vrij gemakkelijk aan de nieuwe werkelijkheid aan.’
‘De winkels zijn gewoon open, alleen die van de westerse merken niet. De Starbucks heet nu Star’s coffee en de McDonald’s is veranderd in Vkusno i tochka, wat je vertaalt als ‘Lekker, punt uit’. Ze hebben er veel minder soorten burgers en op de sausbakjes is het logo met de gele M letterlijk doorgekrast. Maar goed, terwijl Oekraïne nauwelijks elektriciteit heeft, brandt hier overal de kerstverlichting.’
Je beste vriendin Isabel zei: ‘Het lijkt me moeilijk voor Iris dat het land waarvan ze zoveel houdt tot zulke dingen in staat is gebleken.’
‘In het begin was dat inderdaad zo. Maar de realisatie dat het land van mijn oma niet meer bestaat, begon al op het moment dat ik journalistiek studeerde. Het is zwaarder voor de Russen die geen aanhangers van Poetin zijn. Zij verkeren echt in een identiteitscrisis.’
Heb je nog familie in Rusland?
‘Een paar oudooms waar ik nauwelijks contact mee heb. Ze zijn oud en conservatief. Mijn moeder sprak ze nog wel, maar dat is sinds februari ook kapot. De oudere generatie luistert naar de staatsmedia en staat vierkant achter de president. Overal in Rusland verscheurt dat families.’
Je bleef tot juni vanuit Nederland werken en keerde toen terug naar Moskou. Is het nu veilig?
‘Dat weet ik niet precies. De eerste weken na terugkomst vond ik heel spannend. Ik zat vol twijfel: wat gebeurt er met de mensen die ik interview? Wat als iemand wordt opgepakt? Dat is natuurlijk precies hoe die psychologische repressie werkt. Op een gegeven moment durft niemand meer.’
‘Maar na een tijdje vond ik een soort zelfvertrouwen. Het helpt niemand iets om hier elke dag bang te gaan zitten zijn, bedacht ik. Nu doe ik gewoon mijn werk en probeer ik de censuur, die per 1 december verder is verscherpt, in mijn achterhoofd te houden. Maar garanties dat het goed gaat, zijn er niet.’
En jullie bronnen? Een vrouwelijke demonstrant die je in oktober op straat interviewde werd tijdens het gesprek voor de camera door de politie meegenomen.
‘Zoals zij zijn er meer hoor. Het lijkt soms alsof iedereen hier staat te applaudisseren voor Poetin, maar er zijn echt veel Russen die het absoluut niet eens zijn met wat er gebeurt. Ze voelen schaamte en schuld.’
‘Niet iedereen durft die uit te spreken voor een camera, maar deze Irina zei voor het gesprekje tegen me: ‘Als ik zwijg, ben ik geen mens meer.’ Ik weet helaas niet hoe het nu met haar is. Meestal worden demonstranten na een paar uur met een waarschuwing weer vrijgelaten.
‘Ik ken de kritiek dat we mensen op deze manier in gevaar brengen, maar iedereen weet heel goed hoe de censuurwetten in elkaar zitten. Ze beseffen dat er in theorie iets kan gebeuren, maar het is niet zo dat de politie de dag erna altijd voor de deur staat. Het werkt willekeurig.’
Houd jij er rekening mee dat alles wat je maakt wordt gescreend?
‘Sterker, ik weet zeker dat het gebeurt.’
Geldt dat ook voor wat je privé doet?
‘Ik hou er wel rekening mee dat er wordt afgeluisterd, ja. Ik doe er niets minder om, maar ben wel een beetje voorzichtig als ik met mijn vriend bel, we houden onze gesprekken kuis.’
Isabel vertelde erop te vertrouwen dat je je staande weet te houden. Toch maakt ze zich soms zorgen om je. Niet alleen vanwege een mogelijke arrestatie, maar ook vanwege de mentale druk die je moet doorstaan. ‘Uiteindelijk is ze daar toch alleen,’ zei ze.
‘Aaach. Daar word ik toch ineens emotioneel van.’ Korte stilte. ‘Ik zou me omgekeerd ook zorgen maken om een vriendin of familielid in zo’n situatie. Maar de NOS en ik screenen echt zo goed mogelijk. En als het niet meer gaat, dan gaat het niet meer en ben ik weg. Ik besef volledig dat elke dag hier de laatste kan zijn. Maar daar probeer ik me tijdens het dagelijks werk zo min van bewust te zijn.’
Je was in november even terug in Nederland, onder meer voor de uitreiking van de award van Harper’s Bazaar. Precies in die vijf dagen kwam er een raket in Polen neer. Rusland leek een Navo-land te hebben aangevallen. Had je spijt dat je niet op je post was?
‘Nee hoor. Er gebeurt elke dag wel iets in dit conflict en ik heb zelf ook een leven. Oudere collega’s werken misschien nog met het idee dat een correspondentschap betekent dat je niet één nieuwsgebeurtenis kunt missen, maar ik had gewoon even vrij. Dat moet kunnen. Al ben ik na die raketinslag wel weer aan het werk gegaan, maar dan vanuit Hilversum.’
‘Maar ik was deze zomer ook bijna drie weken op Guadeloupe. Gewoon mezelf even uitzetten om te voorkomen dat het mentaal too much wordt. Onze generatie is gelukkig veel meer bezig met het voorkomen van bijvoorbeeld burn-outs dan die voor ons.’
2022 is voorbij, wat zie je in de achteruitkijkspiegel?
‘Het voelt alsof het niet mijn leven is geweest de afgelopen tien maanden. Alsof daar tien hele jaren in zijn gepropt. Ik had nooit verwacht dat alles op zo’n grote schaal kon veranderen.’
‘Ik ben een perfectionist, een planner, weet graag vooraf waar ik aan toe ben. Die instelling kon de prullenmand in. Net als alle plannen die ik had. Rusland zoals ik het voor me zag was er niet meer. En dat was best een rouwproces. Nu heb ik geen verwachtingen meer. Er komt geen bezoek meer, er zijn geen mooie reizen, er is geen aandacht voor de leuke kanten van Rusland. Dit is blijkbaar waarmee ik het moet doen. Maar luister, het is allemaal klein leed vergeleken met wat Oekraïners dit jaar hebben moeten doorstaan.’
Hoe heb je de kerstdagen gevierd en wat doe je met oudjaar?
‘Ik was in Friesland bij mijn ouders, broertje en vriend. We hebben ‘All You Need is Love’ gekeken en ik heb me lekker in de watten laten leggen. Ook oudejaarsavond vier ik in Nederland. Ik wilde me na het zwaarste jaar van mijn leven niet in mijn eentje in mijn appartement opsluiten. Nu heb ik even afstand van alles, kan ik me onderdompelen in de warmte en liefde van mijn familie.’
Is er ergens nog een beetje hoop te vinden voor 2023?
‘Menselijkheid. Dat is mijn hoop. Dat mensen zich blijven inzetten voor anderen. Over vrede durf ik geen enkele uitspraak te doen. Het leek me vorig jaar rond deze tijd ook onwaarschijnlijk dat Rusland Oekraïne zou aanvallen. Als ik dit jaar één ding heb geleerd over Rusland, is het dat je hier nergens zeker van bent, behalve van de onvoorspelbaarheid.’
(Parool)