BOEK★★★½☆
‘Schrijversleven’ van Annie Dillard geeft adviezen over hoe je tot schrijven komt
Aan alle uitgevers die bedolven worden onder manuscripten van publicisten met ambitie maar zonder schrijftalent: Annie Dillards ‘Schrijversleven’, oorspronkelijk uit 1989 en nu voor het eerst vertaald, bevat genoeg aansporingen om pen en papier voorgoed op te bergen. ‘Waarom mensen schrijver willen worden zal ik nooit weten, of het moet zijn omdat hun leven een stoffelijk houvast mist.’ Straffe uitspraak voor iemand die een Pulitzer Prize won. Dat de Amerikaanse haar eigen schrijfwijzer achteraf ‘beschamend’ noemde, kunnen we wellicht toeschrijven aan de overvloed aan groteske metaforen over het metier die erin voorkomt. Maar haar lezers bewieroken haar essay toch als schrijfleidraad, omdat het adviezen geeft over hoe je tot schrijven komt: vermijd prettige werkplekken, trotseer het witte blad dagelijks en durf te schrappen – zelfs dierbare passages die ooit de kiem voor je verhaal zaaiden. Dillard is kenmerkend associatief: schrijftips gaan geruisloos over in smakelijke anekdotes uit de auteurswereld en in persoonlijke faits divers. Met het verbluffende sluitstuk over de luchtacrobatie van een stuntpiloot, demonstreert Dillard dat ze één ding nog beter kan dan schrijven over schrijven: gewoon steengoed schrijven.