BOEK★★☆☆☆
Splinter Chabot gebruikt te veel woorden, te veel trucjes en te veel beeldspraak die niet klopt in 'Als de Hemel genoeg ruimte heeft'
Splinter Chabots tweede roman is het verhaal van de lange reis die de vrienden Elias en Magnus samen maken langs archetypische plekken (het Dorp, het Klooster, de Stad, het Woud). Daar vieren de twee het leven met volle teugen.
Maar het doel van de reis is allesbehalve vrolijk. Magnus wordt geplaagd door demonen. Medicijnen wil hij niet. Hij kiest een veel radicalere oplossing, die hem voorgoed zal bevrijden. Daarom wil hij naar de Berg. Elias probeert zich manmoedig te verhouden tot het besluit van zijn kameraad en gaat veel verder dan hij zelf ooit voor mogelijk had gehouden.
Alles voor de vriendschap, alles voor de vrijheid dus. Maar om bijna zeshonderd pagina’s lang te kunnen blijven boeien zijn de twee vrienden te vlak getekend, gebruikt Chabot te veel woorden, te veel taaltrucjes (‘muisstiekem’, ‘kreupelzwak’) en te veel beeldspraak, die vaak ook niet klopt.
In het Dorp, de eerste stop van hun reis, ontmoeten Elias en Magnus de Schrijver, in wie het niet moeilijk is Gerard Reve te herkennen. Dankzij Magnus krijgt Elias de pen van de Schrijver in zijn bezit, maar daarmee redt hij het niet. Er was meer nodig geweest om van ‘Als de Hemel genoeg ruimte heeft’ een goede roman te maken.
MEER BOEkEN VAN DE WEEK: