BOEK★★★★☆
Tussen alle kwellingen in ‘Hemel’ ontluiken wel schoonheid en voorzichtige hoop
Mieko Kawakami is een rijzende ster. Vorig jaar viel ze op met de roman ‘Borsten en eitjes’, die haar in Japan al tot een feministisch icoon had gemaakt. Die titel vindt Kawakami zelf te beperkend. Ze wil vooral een ‘menselijke auteur’ zijn. Dat merk je in ‘Hemel’, de tweede roman die een Nederlandse vertaling krijgt en in 2022 de shortlist van de Booker Prize haalde. Een 14-jarige naamloze verteller vindt een papiertje in zijn pennentas. ‘Jij en ik zijn soortgenoten’, staat erop. Een nieuwe poging van de pestkoppen in zijn klas om hem na schooltijd te grazen te nemen? Hij is het gepest om zijn luie oog intussen zo gewend dat hij het geweld droog en feitelijk beschrijft, als een weerbericht. De boodschap blijkt afkomstig van Kojima, een meisje dat zelf ook een slachtoffer is. Met kinderlijke briefjes en vrolijke gesprekken (tjokvol ‘vropamine’) groeien de twee naar elkaar toe. Terwijl de pesterijen escaleren, vindt Kojima kracht in de acceptatie van haar lijden en worstelt de verteller met de zinloosheid ervan. Kawakami laat nietzscheaanse vraagstukken over goed en kwaad vlot ontspruiten uit een puberbrein. Toch vind je als lezer geen antwoorden in deze pakkende roman. Tussen alle kwellingen ontluiken wel schoonheid en voorzichtige hoop.
MEER BOEKEN VAN DE WEEK: