Sasja (12), Sasja (11) en Nikita (12): “Wij vinden dat we hier moeten blijven controleren”.  Beeld Adriaan Backer
Sasja (12), Sasja (11) en Nikita (12): “Wij vinden dat we hier moeten blijven controleren”.Beeld Adriaan Backer

oorlog in oekraïne

Ze zijn 11 en 12 jaar en bemannen bewapend een controlepost: ‘We gaan niet meer naar school, want ze is platgebombardeerd’

Controleposten zijn overal in Oekraïne, maar een die wordt bemand door jongens van 11 en 12 jaar is zeldzamer. De jongens willen later zelf ook hun land verdedigen.

Michiel Driebergen

Ze staan er elke dag, in wapenrusting, hun ‘blokpost’ te bemannen. De 12-jarige Sasja heeft een helm op, draagt een legerjas en houdt een stokoude kalasjnikov in zijn handen. Zijn 11-jarige naamgenoot, Sasja, heeft een scherfvest aan en een petje op z’n hoofd met een Oekraïens vlaggetje. Hun vriend, de 12-jarige Nikita, pronkt naast de helm ook met zijn militaire handschoenen. ‘Wij vinden dat we hier moeten blijven controleren’, zegt hij.

Rasjisti vangen

Echte controleposten van het leger vind je overal in de buurt van het front. Betonblokken met een bord STOP erop dwingen je vaart te minderen. Tussen geïmproviseerde wachthuisjes staat dan een militair in vol ornaat, die om je paspoort of accreditatie vraagt, en je bagage kan doorzoeken.

In Tsjoehoejiv, in de provincie Charkiv, zijn de betonblokken al lang geleden langs de weg geschoven: de opmars van het Russische leger werd hier in september gestopt, en het front ligt wel 70 kilometer verderop. Toch blijven ze op hun post, zeggen de miniatuurmilitairen. ‘Om Rasjisti te vangen’, legt Nikita uit, die de denigrerende term voor Russen gebruikt. Of ze die ook aantreffen? ‘Nee, tot nu toe niet.’

Op de weg wemelt het van de militaire trucks en auto’s van hulporganisaties, die op weg zijn naar of van het front. De inzittenden toeteren en zwaaien naar de jongens en houden geregeld halt — om hen snoep toe te stoppen, of een souvenir van de oorlog. ‘Iedereen is vriendelijk, niemand is boos, en niemand is bang voor ons’, aldus de 11-jarige Sasja. Een militair gaf hem een kogelvrij vest, dat hij elke dag draagt. Zijn 12-jarige naamgenoot kreeg er ook een, maar die moest hij thuis laten liggen. ‘Van mijn opa mag ik die niet dragen, want hij is te zwaar.’

Tanks uit Europa

Dus toont hij met trots zijn verzameling legeremblemen; vilt in de vorm van een wapenschild, dat hij kreeg van leden van verschillende legerbataljons; hij heeft er al 46. Hun kist, waar de Oekraïense vlag overheen is gedrapeerd, is volgestopt met hulzen, kogels, granaten zonder lading en de kogelriem van een machinegeweer. ‘Ik zag op Tiktok dat Europa ons veel tanks toestuurt, zegt Sasja.

De stiefvader van de 12-jarige zit in het leger, vertelt hij. De moeder van de 11-jarige Sasja is ‘paramedik’, oftewel militaire dokter. ‘Maar ze draagt ook wapens, en heeft het recht om te schieten als het moet.’ Waar zijn moeder nu is, weet hij niet precies. Hij krijgt momenteel geen verbinding met haar, vertelt hij. ‘Ik ben bezorgd. Eerder was ze in de buurt van Bachmoet. De militairen gaven haar een gewonde soldaat, die ze moest vervoeren.’

Raket op hun school

De stiefvader van Nikita werkt bij de luchtverdediging. Zijn broer houdt zich paraat voor de militaire dienst. ‘Wat is Slava Oekraini in het Engels?’, vraagt hij. ‘Juist, Glory to Ukraine, dat zei ik toch?’, roept hij triomfantelijk richting zijn vrienden. Normaal gesproken gebruikt hij zijn telefoon om te vertalen, legt hij uit, maar sinds hij die onlangs boos wegsmeet nadat hij een game verloor is ie kapot. ‘Nu kan ik school niet volgen’, zegt hij. ‘Mijn school is trouwens gebombardeerd’, voegt hij er dan wat minder luid aan toe. ‘Totaal verwoest’, knikt Sasja. ‘We zijn met z’n drieën gaan kijken. Die raket moet precies op de school gevallen zijn.’

Dan ontspint zich een discussie waar Tsjoehoejiv het meest beschadigd is: bij de school, bij de autozaak of toch bij het winkelcentrum. Ze hebben de raketten gezien en gehoord. Aan het eind van een lange dag blokpost, een paar maanden terug, hoorden ze gesuis en toen zagen ze een projectiel overvliegen. De spoorbrug bij het dorp verderop bleek het doelwit. ‘We wilden eigenlijk niet in de kelder, maar van onze ouders moest dat wel’, zegt de 11-jarige Sasja.

Eerder was een raket namelijk in de buurt ingeslagen. ‘Dat was me een klap. We werden bijna doof. Ik kreeg een piep in mijn oren’, zegt de 12-jarige Sasja. Of ze niet bang zijn? ‘Er zijn nu niet meer zo veel bommen’, relativeert de jongen. ‘En anders gaan we dus naar de kelde’’, zegt Nikita.‘Ach, als je hier niet omkomt, sterf je daar wel. Wat moeten we’”, concludeert de 11-jarige Sasja.

‘We zullen hier blijven spelen’

Ondanks alles durven de jongens over de toekomst na te denken. ‘Als ik groot ben, ga ik meevechten in mijn moeders’ bataljon’, zegt Sasja. ‘Ze zegt dat we zeker zullen winnen.’ Zijn jaar oudere vriend weet nog niet of hij piloot of politieman wil worden, en Nikita twijfelt tussen blogger en militair. Op de vraag wat hij zal doen als het vrede wordt, moet hij even nadenken. ‘Eerst zullen we de overwinning vieren’, zegt hij dan. ‘Mijn ouders zullen waarschijnlijk bier drinken. Dat heb ik al eens geprobeerd.’

‘Misschien kunnen we dan weer naar de stad?’, droomt Sasja hardop. ‘We zullen sowieso hier blijven spelen, ook bij onze blokpost’, maant zijn jongere vriend hem realistisch te blijven.

(Trouw)

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234