man van taalguy mortier 80
Herman Van Molle: ‘Een nuttig mens’
Geachte heer Mortier,
Het zal u misschien verwonderen, maar u bent een nuttig mens.
U draagt bij tot de voor onze planeet o zo belangrijke biodiversiteit en dit met name op uw bovenlip.
Daar huizen bij de homo sapiens stafylokokken, virussen, gisten en mijten.
Uit die laatste groep geleedpotigen lichten wij de Demodex folliculorum of haarfollikelmijt.
Zijn natuurlijke habitat zijn de haarzakjes van de snor. Daar eet, kakt en vermenigvuldigt hij zich. Dat laatste trouwens op zeer geëmancipeerde wijze, want zijn penis groeit op zijn rug. Het mijtwijfje moet op hem hurken. En ze kunnen mekaar niet in de ogen kijken, wat in sommige gevallen grote voordelen biedt.
Maar de haarfollikelmijten zijn bedreigd.
1. Hun DNA brokkelt af. Doordat ze voor hun levensonderhoud voor 100 procent op de mens vertrouwen, worden ze lui, gaan ze niet meer op reis en komen ze niet meer in contact met andere mijten. Hun genenpool droogt uit. Zo zijn ze al het gen kwijtgeraakt dat hen tegen uv-straling beschermt. Met andere woorden, ze zullen eindigen als een heel simpele mijt.
2. In rusttoestand laten de beestjes graag hun staarten een eindje buiten de menselijke haarzak bengelen. Dan komt al te vaak het ongenadige Zwaard van Wilkinson of de Guillotine van Gillette en wiekt de arme diertjes kort.
Daarom waarderen wij uw jarenlange inzet voor het bewaren van de biotoop van deze uitstervende diersoort. Uw snor wordt ‘iconisch’ genoemd en er is zelfs al een lied over geschreven, maar onze lof kan er nog wel bij.
Daarom, namens onze vereniging: van harte proficiat en nog heel vele haren.
Herman Van Molle, gemandateerd secretaris HUMO (Haarfollikelmijtunie Mijdt Ondergang)