medische blunders
Geert raakte zwaar gehandicapt bij een routineoperatie: ‘Ik zal nooit meer werken, autorijden of lezen, en toch werd geoordeeld dat de arts zorgvuldig had gehandeld’
Sinds vorige week weet u dat het bij routineoperaties verontrustend vaak misgaat. Dat niet minder dan 1 op de 10 patiënten in onze ziekenhuizen met een medische vergissing te maken krijgt, betekent dat iedereen wel een slachtoffer moet kennen. Ook ik: mijn schoonbroer, Geert Van Bogaert (53), die in 2016 een eenvoudige ingreep onderging om een hartritmestoornis te behandelen. Die mislukte en leidde tot twee openhartoperaties, twee beroertes, een verwijderde slokdarm en talloze uiteengespatte dromen: ‘Ik stond voor een nieuw hoofdstuk in mijn leven, dat nooit is kunnen beginnen.’
Geert, die samen is met mijn zus Aysel Erkul (49), is gezegend met een feilloos langetermijngeheugen. ‘Weet je nog, die muziekquiz van enkele maanden geleden?’ vraagt hij me met een grijns. Terwijl de andere vrienden gefrustreerd hun geheugen afspeurden, schudde hij de namen van obscure jaren 80-groepjes zomaar uit de mouw, vergezeld van verbijsterend gedetailleerde trivia. Maar vraag hem ’s avonds niet meer wat hij die ochtend heeft gegeten. En bij de derde aflevering van de ‘The Last of Us’ is hij al vergeten wat er in de eerste gebeurde. ‘Werken, autorijden, een boek lezen: het lukt niet meer. Mijn kortetermijngeheugen is om zeep.’
Voor het RIZIV is Geert 66 procent invalide, maar voor een buitenstaander is dat niet meteen zichtbaar. ‘Dat is soms lastig. Mensen zijn vaak verbaasd of ongeduldig als ik wat te langzaam reageer of hen niet herken.’
Omdat hij zich maar flarden herinnert van de periode van de mislukte ingreep, doet Aysel het leeuwendeel van het verhaal. ‘Als ik aan die periode terugdenk,’ zegt ze, ‘voel ik nog altijd mijn scherpe angst. Elke dag reed ik van onze woning in Vilvoorde naar het UZ Leuven, waar ik hem een kwartiertje mocht zien, meer niet. En elke avond dacht ik: vandaag heeft Geert het overleefd, morgen zien we wel weer.’
HUMO Geert, in 2006 werd je een eerste keer geopereerd om een hartritmestoornis te behandelen.
GEERT VAN BOGAERT «Dat gebeurde via een ablatie. Bij die ingreep worden katheters via de lies tot in het hart geschoven. Op de plaats van de stoornis worden dan, door verhitting, littekens gecreëerd waardoor elektrische prikkels het hart niet meer bereiken. De ingreep was een succes.
»Eind 2015 kreeg ik opnieuw last van mijn hart: in rust had ik soms een hartslag van 190! ‘Je moet kiezen,’ zei mijn cardioloog, ‘medicijnen of een operatie.’ Medicijnen had ik al geprobeerd, maar daar werd ik loom van. Ik koos opnieuw voor een ablatie, omdat die de eerste keer zo goed was verlopen. Ik werd doorverwezen naar een cardioloog in het ZNA Middelheim in Antwerpen, waar ze die ingreep honderden keren per jaar uitvoeren.»
AYSEL ERKUL «De cardioloog in het Middelheimziekenhuis stelde ons gerust: ‘U hoeft zich geen zorgen te maken, het is een standaardoperatie.’ Op 7 april 2016 werd Geert geopereerd, de volgende ochtend mocht hij al naar huis. ‘Alles is goed verlopen,’ zei de cardioloog. Thuis klaagde Geert wel over pijn in zijn hals- en borststreek, maar we dachten: dat komt vast door de intubatie.»
GEERT «Ik had ook erge zure oprispingen, vooral als ik ging liggen. Dat verbeterde de volgende dagen niet, integendeel. Twee keer ben ik naar de spoedafdeling van het ziekenhuis in Vilvoorde gegaan met hevige hartkloppingen en een branderig gevoel in mijn maag. Telkens kreeg ik medicatie en mocht ik meteen naar huis. Ook in Genk, waar mijn schoonouders wonen, ben ik op een nacht naar de spoeddienst van het ziekenhuis geweest, maar ook daar vonden ze niets.»
LEES OOK:
Marta en Stijn verloren hun zoon bij de geboorte: ‘‘Soms sterven baby’s nu eenmaal,’ zei de gynaecologe. We waren verbijsterd. Excuses hebben we nooit gekregen’
RACE NAAR VILVOORDE
HUMO Wanneer liep het echt mis?
AYSEL «Op 3 mei 2016, om kwart over drie ’s middags. Ik herinner het me nog als de dag van gisteren.»
GEERT «Voor mij is alles heel vaag. Ik weet nog dat ik naar de Ikea was geweest om cadeautjes te kopen: Nil, onze dochter, zou enkele dagen later vijf worden.»
AYSEL«Geert belde me op mijn werk. Gewoon, om te vragen hoe mijn dag was. Plots zei hij dat hij zich niet goed voelde. Ik hoorde zijn gsm vallen, en toen was het stil aan de andere kant van de lijn.
»Ik ben onmiddellijk in mijn auto gestapt. Van Sint-Agatha-Berchem, waar ik in een school werk, racete ik naar Vilvoorde. Onderweg belde ik de 112. Ik zei dat ze ook de brandweer moesten verwittigen: waarschijnlijk moest de voordeur van ons appartement opengebroken worden. Toen ik aankwam, stonden de brandweer en de mug al aan ons gebouw.
»Binnen lag Geert op de zetel, bleek en rillend. ‘Alles is oké,’ suste de spoedarts. ‘Uw man hyperventileert gewoon. Maar we zullen hem toch meenemen.’ Ik haalde Nil van school en reed zelf ook naar de spoedafdeling in Vilvoorde.
»Geert had 40 graden koorts en een abnormaal hoge hartslag. Het was druk op de spoed. Hij had dorst. Ik ging aan een spoedarts vragen of hij mocht drinken. ‘Geen probleem,’ zei die. Geert nam een slok water en viel bewusteloos achterover. Nil stond verstijfd toe te kijken. Ik ben met haar naar de gang gegaan en heb een collega gebeld: ‘Kun jij haar komen halen?’
»Na enkele seconden kwam Geert weer bij. Er was nog altijd geen dokter langsgekomen. Toen er eindelijk één opdaagde, zei die dat Geert naar de afdeling intensieve zorgen moest. Omdat er geen plaats was in Vilvoorde, vervoerden ze hem naar AZ Sint-Maarten in Mechelen.
»De volgende dag wilde ik naar Mechelen rijden toen ik gebeld werd: Geert was onderweg naar het Imeldaziekenhuis in Bonheiden, waar ze gespecialiseerd zijn in hartchirurgie. Uit de echo’s in Mechelen was gebleken dat Geert klontervorming in zijn hart had. ‘En, mevrouw,’ zeiden ze, ‘we weten niet of hij de rit zal overleven.’ Ik heb zijn familie gebeld om te zeggen dat zijn toestand kritiek was.
»De volgende dag werd hij al geopereerd.»
HUMO Hoe verliep die ingreep?
AYSEL «Achteraf kwam de chirurg met een bedrukt gezicht naar me toe: ‘Ik heb geen goed nieuws.’ Even was ik bang dat Geert het niet had overleefd. ‘Ik heb de massa wel kunnen wegnemen,’ zei hij, ‘maar daardoor is een gat in zijn slokdarm aan het licht gekomen.’ Dat gat had hij hersteld met een patch, maar die begon al snel te lekken. Geert kreeg in Bonheiden ook zijn eerste beroerte.
»Uiteindelijk beslisten de artsen om hem voor verdere behandeling naar het UZ Leuven over te brengen.»
LAAT MAAR
HUMO De eerste dagen in Leuven was er weinig verbetering.
AYSEL «Geerts temperatuur bleef rond de 40 graden schommelen. Hij had bloedvergiftiging. De dokters hielden hem in slaap om te voorkomen dat bloedklonters vanuit zijn hart losschoten en zijn hersenen bereikten. Dat gebeurde toch en hij kreeg nóg een beroerte. Een zware. Zijn linkerkant was volledig verlamd.
»Nog zorgwekkender was de koorts, die niet wilde zakken ondanks de verschillende antibiotica die hij kreeg.
»Het waren vreselijke dagen, ik was de wanhoop nabij. Geert kreeg ook een epileptische aanval, en in zijn hart had zich weer een massa gevormd. Hij lag aan de beademing en bewoog niet. Even flitste het door mijn hoofd: laat maar, op deze manier wil hij toch niet leven.
»Vier dagen later begon de koorts eindelijk te zakken.»
HUMO En dan moesten de grote operaties nog komen.
AYSEL (knikt) «Eind mei 2016 werd een deel van zijn slokdarm weggehaald. Om te voorkomen dat zijn speeksel in zijn borstkast terechtkwam wanneer hij slikte, hebben ze het resterende stuk slokdarm via de keel verbonden aan een zakje. Een soort stoma, eigenlijk.»
Geert «Eindelijk mocht ik drinken. De stoma werd in mijn hals geplakt. Alles wat ik dronk, liep erin (lacht). Ik kon ze leegmaken als ze vol was. Ik geef toe: het zag er niet altijd even smakelijk uit. Toen ik eens Sprite dronk, is dat zakje zelfs ontploft!»
AYSEL «Enkele dagen later kon de operatie doorgaan. De nieuwe klonter werd verwijderd en het hart, dat was aangetast door de bacteriën in dat gebied, werd gereconstrueerd. Het was Geerts tweede openhartoperatie in een maand. Ze duurde tot vijf uur ’s avonds – de tijd kroop voorbij. Uren later werd hij wakker. Een zware last viel van mijn schouders.
»De volgende maanden moest hij genezen en revalideren. Met de verlamming aan zijn linkerkant ging het dankzij de kinesitherapie veel beter.»
HUMO Je werd naar het revalidatiecentrum van Pellenberg overgebracht, Geert.
GEERT «Ik had een kamer op de afdeling voor mensen met niet-aangeboren hersenletsels, waar ook slachtoffers van ongevallen revalideren. Er lag iemand die zijn eigen been eraf had geschoten, een vrouw wier ogen opengehouden werden met speciale tape omdat ze anders zouden dichtvallen, en een jongen met een ingedeukte schedel. Ik weet nog dat ik dacht: eigenlijk ben ik nog goed af. Ik kon stappen en mezelf enigszins redden.»
IJZERDRAAD
HUMO Hoe eet je wanneer je een deel van je slokdarm mist?
GEERT «Ik had een gastrostomiesonde: via mijn buik liep een buisje naar mijn maag en kreeg ik vloeibare voeding toegediend. Ik ben in die periode behoorlijk vermagerd. Ik woog amper 67 kilo, voor een lengte van 1 meter 91. Pas na mijn slokdarmreconstructie kon ik weer gewoon eten.»
HUMO Wat hield die ingreep in?
GEERT (trekt zijn T-shirt omhoog en laat een lang litteken zien dat over de linkerzijde van zijn lichaam loopt) «Hier hebben ze me geopereerd. Vooraan konden ze niet nóg eens snijden: mijn borstkas hing nog met ijzerdraad aaneen na de twee openhartoperaties.»
AYSEL «Ze hebben een buismaag gemaakt door het resterende stuk slokdarm met zijn maag te verbinden.
»Achteraf heb ik vaak gedacht: drie aartsmoeilijke operaties om het leven te redden van het slachtoffer van een medisch ongeval tijdens een standaardoperatie. Ironisch, toch? De artsen van het Imeldaziekenhuis en het UZ van Leuven hebben wonderen verricht.»
HUMO Na de slokdarmreconstructie heb je opnieuw moeten leren eten.
GEERT «Ik moet alles nog altijd in kleine stukjes snijden, zeker biefstuk. We zijn al meermaals naar de spoedafdeling moeten rijden omdat een stukje was blijven vastzitten.»
GAT IN HET HART
HUMO Wat was er tijdens de ablatie misgelopen?
AYSEL «Tussen de linkerboezem van Geerts hart en zijn slokdarm had zich een fistel gevormd. Het resultaat was een gat van 2 vierkante centimeter in de linkerboezem en één van 1 vierkante centimeter in de slokdarm. Alles wat hij na de ablatie had gegeten en gedronken was deels doorgelekt naar zijn hart. Daardoor had hij een bacteriële hartontsteking opgelopen. Hij had ook septische embolieën ontwikkeld: met bacteriën besmette bloedstolsels die zich in zijn lichaam verspreidden. Die hebben de beroertes veroorzaakt.»
HUMO Volgens de medische literatuur treedt een zogenoemde atrio-oesofageale fistel bij nog niet 1 procent van de ablaties op.
AYSEL «In het patiëntendossier stond dat de ablatie goed was verlopen. We lazen ook dat we ruim op voorhand op de hoogte waren van alle risico’s, maar dat klopte niet. De cardioloog had het niet over zware complicaties gehad. De eerste keer dat we van zo’n fistel hoorden, was toen er één in Geerts hart werd ontdekt.»
HUMO In 2017 dienden jullie een aanvraag in bij het Fonds voor de Medische Ongevallen (FMO), één van de kerndiensten van het RIZIV.
AYSEL «Ja, op aanraden van onze huisarts – we wisten niet eens dat zo’n dienst bestond. We hoorden dat er een lange wachttijd was en dat het FMO maar weinig dossiers aanvaardde.
»Enkele maanden later vernamen we dat ons dossier was aanvaard. Toen begon het lange wachten op een beslissing.»
HUMO Hebben jullie overwogen om naar de rechter te stappen?
AYSEL «We hebben een advocaat geconsulteerd, ja, maar die zei dat een rechtszaak jaren kon aanslepen en dat we niet zeker konden zijn van het resultaat. Met mijn inkomen en de uitkering die Geert sinds zijn ziekte kreeg, konden we het ons ook niet veroorloven.»
NAAR DE RECHTER
Ieder jaar doen honderden slachtoffers van een medische fout een beroep op het FMO. Dat werd in 2010 opgericht om een snel en laagdrempelig alternatief te bieden voor slopende rechtszaken. Het FMO gaat na of een arts verantwoordelijk is voor de fout, maar keert ook een schadevergoeding uit als er ernstige schade is zonder aansprakelijkheid. Ieder dossier binnen zes maanden behandelen: dat was het doel.
Enkele jaren later al was duidelijk dat het FMO die belofte niet kon waarmaken. In 2015 waren er van de 2.786 ingediende dossiers nog maar 410 gesloten. In slechts 23 gevallen was een schadevergoeding toegekend. In 2020 berekende het VRT-programma ‘Pano’ in de geruchtmakende reportage ‘Falend fonds’ dat een dossier gemiddeld pas na 4 jaar werd afgesloten. Datzelfde jaar bleek uit een audit van het Rekenhof dat het FMO 9 op de 10 aanvragen afwees.
‘Toch blijft het FMO een betere keuze dan een rechtszaak,’ zegt Thomas Deloffer van het Vlaams Patiëntenplatform, dat slachtoffers informeert over de procedure.
THOMAS DELOFFER «Een rechtszaak is emotioneel bijzonder zwaar: mensen onderschatten dat weleens. De kosten lopen hoog op. Je moet ook zelf documenten verzamelen om een dossier op te bouwen, zoals patiëntendossiers en verzekeringsstukken. Het FMO regelt dat voor je, en de procedure kost je niets.»
HUMO Het FMO kampt wel met een enorme achterstand.
DELOFFER «Na de audit werd een taskforce opgericht, die het FMO nu bijstaat. In 2020 waren 1.975 dossiers in behandeling, in 2021 waren er dat nog 1.116. De gemiddelde wachttijd is gedaald naar 3 jaar en 7 maanden. Als het FMO echt een alternatief voor een gerechtelijke procedure wil bieden, moet het natuurlijk nóg korter.»
GEEN FOUT, GEEN CENT
Dat vindt ook orthopedisch chirurg Ann Lechat, die als raadsgeneesheer vaak slachtoffers bijstaat tijdens procedures bij het FMO en de rechtbank. ‘Wat mij betreft, mag het Fonds afgeschaft worden,’ zei Lechat in de ‘Pano’-uitzending. En dat vindt ze nog altijd.
ANN LECHAT «Slachtoffers kunnen beter naar de rechter stappen.»
HUMO Veel mensen zijn net bang voor een lange en dure procedure.
LECHAT «De wachttijden bij het FMO zijn óók lang. En veel mensen kunnen bij hun rechtsbijstandverzekering terecht voor een advocaat.
»De meeste procedures voor het FMO verlopen trouwens op dezelfde manier als een gerechtelijke expertise in een rechtszaak rond burgerlijke aansprakelijkheid. Het gevolg is dat verzekeringsmaatschappijen ook in die producures grof geschut inzetten, met een batterij aan advocaten en adviserend geneesheren. Maar de vergoedingen die het FMO uitkeert, liggen veel lager dan de vergoedingen die je kunt krijgen na een burgerlijke procedure voor de rechtbank.»
HUMO U zegt ook dat een rechtbank dossiers correcter evalueert. Wat loopt er mis bij het FMO?
LECHAT «Het werkt samen met een aantal eigen experts, maar daar zitten professoren tussen die geen ervaring met expertise hebben. Soms moeten ze oordelen over complexe gevallen die niet tot hun specialisme behoren. De organisatie loopt ook vaak in het honderd: als adviserend arts heb ik al meer dan eens geen uitnodiging gekregen voor de medische expertise.
»Ik doe al 35 jaar zware rugoperaties, ik ken heus wel het verschil tussen een complicatie en een medische fout. En toch vonden de deskundigen van het FMO al in diverse zaken dat het om een complicatie ging, terwijl ik zeker was van een onzorgvuldigheid.
»Zo was er het dossier van een jonge vrouw die aan een discushernia was geopereerd en het caudasyndroom had ontwikkeld, een beschadiging van de zenuwen onder aan het ruggenmerg. Incontinentie is één van de gevolgen. De vrouw had veel pijn. Ze had bovendien een duralek opgelopen, een gaatje in het vlies rond het ruggenmerg waaruit hersenvocht lekte in haar bed. Na de operatie was ze gewoon naar huis gestuurd. Ze kreeg blaassondes mee en moest zich meermaals per dag sonderen: ‘Dan zal het wel beter gaan.’ Maar de deskundige van het FMO besloot dat het om een complicatie ging. De vrouw kreeg geen cent schadevergoeding.»
DE BLEKE ARTS
In januari 2019, na anderhalf jaar wachten, kreeg Geert Van Bogaert van het FMO te horen dat hij een schadevergoeding kreeg vanwege de ernstige gevolgen van de ablatie. Maar, zo stelde het fonds, de cardioloog was niet aansprakelijk.
AYSEL «‘Het had iedere arts kunnen overkomen’: zo stond het in de motivatie. Het FMO meende dat de cardioloog zorgvuldig had gehandeld. Wij vonden dat moeilijk te aanvaarden. Heeft Geert gewoon de pech gehad dat net hij die zeldzame complicatie opliep? Of heeft de cardioloog tijdens de ingreep te veel doorgebrand op een plek, en werd de slokdarm daarbij geraakt? Wij vermoeden van wel. Maar hoe bewijs je dat?
»We zijn zelf op zoek gegaan naar antwoorden. Zo blijkt dat je na een ablatie minstens wekenlang in de gaten moet worden gehouden, terwijl wij pas twee maanden later een eerste controleafspraak hadden.
»In zijn eindverslag verweet het FMO ons dat we na de ablatie geen contact meer hadden gezocht met de cardioloog, met het oog op een nabehandeling. Maar Geert lag ofwel ergens op een spoedafdeling, ofwel op een operatietafel. De dag van de controleafspraak kreeg ik een telefoontje van het Middelheimziekenhuis: ‘Waarom waren jullie niet op de afspraak met de cardioloog?’ vroeg de secretaresse. Ik was woedend maar hield me kalm: ‘Ik ben nu in het UZ Leuven, waar mijn man vecht voor zijn leven.’»
HUMO Jullie zijn tegen de beslissing van het FMO in beroep gegaan: jullie vonden de schadevergoeding te laag.
AYSEL «Het FMO had geen rekening gehouden met het toekomstige inkomensverlies. Ik noem liever geen bedragen, maar de vergoeding was belachelijk laag. We hebben een beter voorstel gekregen, dat we hebben aanvaard.»
GEERT «We hadden meer moeten krijgen.»
AYSEL «Als we naar de rechter waren gestapt in plaats van het tweede voorstel te aanvaarden, hadden we misschien meer kunnen krijgen, ja. (Tegen Geert) Maar jij was nog heel ziek, en ik stond er alleen voor met twee kleine kinderen – toen Geert in mei 2016 in het ziekenhuis belandde, was ik al enkele maanden zwanger van Su – en een voltijdse baan.»
HUMO Hebben jullie nog iets vernomen van de cardioloog?
GEERT «We hebben hem gezien bij de deskundigenzitting van het FMO op 20 september 2018. Daar waren alle partijen aanwezig. Hij zag er bleek uit.»
AYSEL «Ik geloofde hem niet echt. Hij had zich helemaal niet voorbereid. ‘Ik wist niet welke gevolgen de operatie had gehad,’ zei hij, ‘en ook niet dat er een procedure tegen me liep.’»
ITALIAANSE MACHO
HUMO Geert, na maanden revalideren mocht je in april 2017 naar huis. Hoe verliepen die eerste weken?
GEERT «Het was geen makkelijke tijd. Ik moest opnieuw verschillende keren worden opgenomen, onder meer omdat mijn slokdarm wijder moest worden gemaakt en omdat ik een longontsteking opliep.»
HUMO Door de zware medicatie en de beroertes kreeg je ook mentale problemen.
AYSEL «Geert nam pillen tegen epilepsie, bloedverdunners, antidepressiva en zware pijnstillers. Eind 2017 begon zijn persoonlijkheid te veranderen. Hij werd agressiever en liep met een air rond, de schouders opgetrokken en de armen breed langs zijn lichaam. Een beetje als een macho uit een Italiaanse maffiafilm. Hij duldde geen tegenspraak. ‘Ik ben Jezus,’ zei hij. ‘Jullie kunnen me niets maken.’ Ik dacht eerst dat het een fase was, een verwerking van wat hij had meegemaakt.»
GEERT (schudt het hoofd) «Ik weet daar bijna niets meer van.»
AYSEL (tegen Geert) «Dat heeft maanden geduurd. Op een avond werd je zelfs agressief tegen me. Toen heb ik de politie gebeld. Die stormde hier binnen terwijl jij op het terras zat te mompelen: ‘Ik ben Jezus.’ Ze hebben je meegenomen en je hebt een week in Psychiatrisch Ziekenhuis Sint-Alexius in Grimbergen doorgebracht.»
HUMO Hielp die opname?
AYSEL «Geert werd rustiger, maar na een tijd begon hij weer vreemde dingen te zeggen. Hij was ook hyper. Hij sliep niet meer.
»We zijn naar onze huisarts gegaan. Ik was óp, voor mij was een grens bereikt. ‘Als jij hem niet kunt helpen,’ zei ik, ‘ga ik weg bij Geert.’ Hij kreeg Zyprexa voorgeschreven, een antipsychoticum. Dat hielp. Sinds eind 2018 is hij weer gewoon Geert, niet meer Jezus.»
HUMO Na wat je hebt meegemaakt, Geert, is het bijna een wonder dat je hier aan tafel zit.
GEERT «Dat dringt nog altijd niet helemaal tot mij door.»
AYSEL «In juni 2016 zei één van de dokters, terwijl Geert met een rollator door de gangen van het UZ Leuven schuifelde: ‘Ik had niet verwacht dat je ooit in je eentje zou kunnen wandelen.’»
HUMO Op dat moment was jij dus zwanger van Su.
AYSEL «Iedere dag doorkruiste ik heel dat ziekenhuis met mijn dikke buik! Ik was helemaal niet met mijn zwangerschap bezig. Als ik tijd overhad, ging ik naar de gynaecoloog. Toen ik in september 2016 moest bevallen, bracht mijn schoonbroer me naar het ziekenhuis en ben jij Geert gaan halen in Pellenberg. Hij mocht enkele dagen bij me op de kraamafdeling blijven. Maar door de beroertes, de narcose en de zware medicatie was hij mentaal niet aanwezig. Gelukkig was Su een gezonde baby.
»Su was te klein om bewust mee te maken wat met haar vader gebeurde, maar op Nil heeft het een diepe indruk nagelaten. Ze heeft dingen gezien die een 5-jarige normaal niet ziet: haar vader die ineenzakt, die zich vreemd begint te gedragen, die in het ziekenhuis vecht voor zijn leven. Ik denk dat ze daardoor sneller is opgegroeid.»
HUMO Was het moeilijk om aan het gewone leven te wennen, Geert?
GEERT«Nee. Ik werd snel met een aantal harde feiten geconfronteerd. Dat ik nooit meer zou kunnen autorijden, bijvoorbeeld. Ik moest mijn rijbewijs inleveren. Ik mocht wel een nieuwe rijtest doen, maar die verliep niet goed.»
AYSEL «Geert ging achter het stuur zitten, begon te rijden en bleef rijden. Fietsers, voetgangers, een put in de weg: hij week niet uit, stopte niet. Al die reflexen en inzichten die je nodig hebt om een auto te besturen: bij hem zijn ze te traag.»
GEERT «Het was even slikken toen ik de sleutels van mijn bedrijfswagen moest inleveren. Ik was general manager bij Brucargo Handling Services, een bedrijfje op het vrachtgebied van Brussels Airport. In mei 2016 stond ik op het punt om me daar in te kopen. Nu weet ik: dat werk zal ik wellicht nooit meer kunnen doen.
»Ik had een mooi leven, een goede relatie, een prachtig kind en nog één op komst. Ik stond net voor een nieuw hoofdstuk in mijn leven – dat nooit is kunnen beginnen. Natuurlijk ben ik vaak boos op die cardioloog. Maar ik moet me erbij neerleggen. Een andere keuze heb ik niet.»
Volgende week: ‘Ze zag niets meer door al dat bloed, en toch bleef de dokter verder snijden.’