null Beeld Koen Bauters
Beeld Koen Bauters

Politiek journaliste

De 7 Hoofdzonden van Hannelore Simoens: ‘Ik ben een expert in road rage: ‘Rij nu verdomme door!’ Maar nadien stap ik wel zen uit mijn auto’

Haar rug bleek een dienstweigeraar, en pijn is toch niet zo ‘fijn met een p’ als beweerd wordt: vorige week moest Hannelore Simoens (32) ‘Special Forces’ verlaten, het VTM-programma waarin een kluts BV’s en één Georges-Louis Bouchez zich laten scholen door de elite-eenheid van het Belgische leger. Dat Simoens straks dus allicht niet in camouflagepak het land zal dienen, is het verdriet van België, maar ons geluk: zo blijft ze voor ‘VTM Nieuws’ de kundige observator van politieke veldslagen – in de Wetstraat komen legerbottines haar vast óók van pas. Vandaag zit ze in haar met lente flirtende stadstuintje in Anderlecht, en buigt ze zich – voorzichtig, want de rug blijft teer – over de 7 Hoofdzonden.

Jeroen Maris

TRAAGHEID

HANNELORE SIMOENS «Ik word ontzettend nukkig als de dingen niet vooruitgaan. Bedaard aanschuiven in een file, en van de gelegenheid gebruikmaken om het spinrag in m’n hoofd wat weg te poetsen: ik kán dat simpelweg niet. Ik ga lopen van elke wachtrij. En ik heb fundamenteel géén geduld. Wil je me op m’n onsympathiekst zien, laat me dan wachten: ik verafschuw verlummelde tijd.»

HUMO Ik hou net van verlummelde tijd. Waar moet iedereen altijd zo dringend heen, vraag ik me weleens af.

SIMOENS «Begrijp me niet verkeerd: een dagje thuis op de bank, in het gezelschap van boeken en kranten, beschouw ik niet als vergooide tijd. Ik kan een poosje aan een hoog tempo leven, de uren volgeplamuurd, maar ik ben ook snel opgebrand. Ik voel goed aan wanneer ik zo’n dag voor mezelf nodig heb, wanneer ik energie moet tanken. Maar lummelen is dan niet het doel, wel het middel.»

HUMO In de politiek gaan de dingen vaak héél traag.

SIMOENS «En je raadt het al: daar erger ik me dood aan. Hoe de ideeën vaak goed en de intenties zuiver zijn, maar de bureaucratie vervolgens de dingen verstikt… Dan krijg je als jongere met een beperking te horen dat je aan de voorwaarden voldoet voor aangepaste zorg, maar dat het plaatsgebrek helaas nijpend is, en moet je vervolgens wachten-wachten-wachten – terwijl je probleem intussen alleen maar groter wordt. En dan word je meerderjarig en kom je in een ander systeem terecht waar je wéér achteraan op de wachtlijst belandt.

»Wachtlijsten zijn voor mij het symptoom van een samenleving die de dingen niet goed meer georganiseerd krijgt. Een huisdokter vinden, een psycholoog, kinderopvang, een school: het zou allemaal geen grote zoektocht mogen vergen. Ik vind het belangrijk om als journalist op die zere plekken te duwen.»

HUMO Aan traagheid in de betekenis die de Bijbel er oorspronkelijk aan gaf – je onvoldoende om je medemens bekommeren – ben je dus ook niet schuldig?

SIMOENS «Bekommernis moet je drijfveer zijn in de journalistiek, vind ik. Problemen zichtbaar maken, en zo oplossingen versnellen. En ik weet het wel: de bedding van de rivier zal ik niet verplaatsen. Maar een steentje verleggen ín de rivier, dat kan wel.

»Ik werk aan een format waarin ik mensen met een groot, concreet probleem samenbreng met de politici die daar wat aan zouden kunnen doen. Dat principe – eventjes confronteren, eventjes polariseren – lijkt me nuttig, omdat politici vaak wel op de hoogte zijn van bestaande problemen, maar niet doorvoelen hoe gróót de impact is. Neem nu jongeren die uit een onhoudbare thuissituatie weggehaald moeten worden: door plaatsgebrek in de zorg komen die soms in politiecellen terecht. Ik heb soms het gevoel dat politici ver weg van die werkelijkheid leven, en daardoor niet echt begrijpen hoe erg dat is. In dat soort onderwerpen zou ik nog dieper willen graven.»

HUMO Maar als journalist spring je van het ene onderwerp naar het andere. Je dompelt je even onder in een wereld, en dan ben je weer weg.

SIMOENS «Ik probeer die vluchtigheid toch wat te counteren. Gaat een thema me aan de ribben kleven, dan blijf ik het opvolgen. Vaak hou ik ook contact met mensen. Je kunt als journalist heus wel meer zijn dan een passant die wat snelle notities maakt.»

‘Je moet alles eens geprobeerd hebben. Routine stompt af, iets voor het eerst doen maakt me gelukkig.’ (Foto: met Koen
Wauters in ‘Special Forces: Wie durft wint’.) Beeld VTM
‘Je moet alles eens geprobeerd hebben. Routine stompt af, iets voor het eerst doen maakt me gelukkig.’ (Foto: met KoenWauters in ‘Special Forces: Wie durft wint’.)Beeld VTM

AFGUNST

SIMOENS «Ik ben jaloers op mensen met een accu die nooit leeg lijkt te raken. Types die blijven hollen zonder ooit moe te worden. Dat soort tomeloze energie zou ik óók willen hebben.

»Ik kan ook iets van afgunst voelen bij mensen voor wie de zon elke dag schijnt. Die zeggen dat alles altijd goed komt, en voor wie alles ook écht altijd goed lijkt te komen. Ik ben zelf geen zondagskind voor wie alle deuren spontaan openzwaaiden. Nee, ik heb ze zelf moeten instampen. Al heel jong leerde ik dat ook mensen die je vertrouwt onvoorspelbaar kunnen zijn. Dat je je pijn kunt doen aan het leven zonder dat je daar zelf verantwoordelijk voor bent. Daardoor beschik ik niet over het basisoptimisme dat nodig is om te roepen: ‘Alles komt altijd goed!’»

HUMO Het is populaire peptalk, dat zinnetje, maar ik vraag me af of je mensen wel een dienst bewijst door het uit te spreken. Simpelweg omdat het niet waar is: niet alles komt altijd goed.

SIMOENS «Voilà! Het is onzin. Ik wil nog snappen dat het als een soort van strijdleus fungeert, maar wie écht in die bewering gelooft, heeft volgens mij nog niet te veel meegemaakt. Ik ben eerder van het principe: een ongeluk komt nooit alleen. En vaak wordt het een kettingbotsing. Klinkt dat somber? Dat effect heeft het niet op mij. Soms mis ik die naïviteit wel, maar al bij al vind ik mijn ingebakken nuchterheid vooral hándig: ze behoedt me voor onrealistische verwachtingen, en zorgt ervoor dat ik gelukkig kan zijn. Want dat ben ik – heel erg, zelfs.»

HEBZUCHT

SIMOENS «Ik heb een enorme angst om arm te worden. Ik hoef niet per se heel veel centen te verdienen, maar ik ben wel bang voor financiële risico’s. Mathias, mijn vriend, stelt weleens voor om een jaar te gaan reizen, en hoezeer ik dat idee ook genegen ben, toch denk ik dan altijd eerst: ja maar, we mogen ons spaargeld toch niet zomaar weggooien? De angst voor later beheerst me meer dan me lief is. En dan heb ik het niet in de eerste plaats over het later van mezelf, wel over dat van m’n ouders. Ze zullen een laag pensioen hebben, en in mijn hoofd ben ik voortdurend bezig met hoe ik hen dan zal kunnen helpen.

»Ik ben jarenlang heel gierig geweest. Nu, ik kan wel als excuus inroepen dat dat gewoon nódig was. Ik vond het al spectaculair toen mijn lief en ik zelf genoeg euro’s bij elkaar gespaard hadden om een lening te krijgen. En vervolgens was er de lichte paniek omdat al dat geld plots weg was (lacht).

»Tussen jong en volwassen zijn ligt voor veel mensen een uitgestrekt grensgebied waarin alles vaag en flou is. Maar voor mij was er een duidelijke cesuur: het moment – vrij vroeg al, ik was 18 – waarop ik alleen ging wonen. De huurwaarborg, de verzekeringen, de meubels: in de echte wereld kosten dingen geld. En vaker nog: veel geld. Ik had geen euro meer op mijn rekening staan. Nu goed, ik heb het geluk dat Mathias die angst voor armoede helemaal niet in zich draagt, en dus ook minder verkrampt naar onze bankrekening kijkt. Gelukkig blijkt zijn houding een béétje besmettelijk.»

HOOGMOED

SIMOENS «Mijn werk is mijn vaccin tegen hoogmoed. Het is een voortdurende oefening in empathie, en in het besef dat de posities die je inneemt – hoe je naar de dingen kijkt, je meningen – voortkomen uit hoe je eigen leven verloopt. Door de jaren heen heb ik alleen maar meer begrip ontwikkeld voor hoe mensen anders kunnen denken en handelen. En in de grote discussies zie ik de verschillende kanten van de medaille. Ik houd geen forse meningen over. Ik ben mijn stelligheid verloren, en dat zie ik als winst.

»Het ligt ook gewoon niet in mijn aard om voortdurend voor mezelf een podium te zoeken. Ik merk dat ik me beter voel in de stille rol: luisteren in plaats van roepen. Ik vind het fijn om met mensen te praten, om te graven naar hun gedachten. En ik word zenuwachtig als ik zelf het centrum van de aandacht ben.»

HUMO Je hebt het nu over je werk, maar geldt dat ook in je persoonlijke relaties?

SIMOENS «Absoluut. Ik zal bijvoorbeeld niet snel een probleem op tafel gooien. Ik val anderen niet graag lastig met wat er even niet goed loopt in mijn leven.»

HUMO Praten lucht op, schijnt het.

SIMOENS «Ik geloof best dat dat voor veel mensen geldt, maar bij mij werkt het zo niet. Ik krijg dan het gevoel dat ik die ander belast, dat ik hem of haar opzadel met een zwaarte, terwijl ik er zelf niet lichter van word. Bovendien lossen veel zaken zichzelf na een poos op, terwijl die ander dan misschien nog op jouw probleem aan het kauwen is.»

HUMO Heb je veel vrienden?

SIMOENS «Weet je, ik ben dertien jaar samen met Mathias, en nog altijd gebeurt het dat iemand hem begroet als zijn beste vriend en enthousiast met hem komt praten, en dat ik daarna moet vragen: ‘Wie was dat? Hoe kennen jullie elkaar?’ Omgekeerd gebeurt dat zelden: ik heb een kleine inner circle, gevuld met familie, m’n vriendinnen van op de universiteit, en één vriendin die ik al sinds de middelbare school ken. Daarrond zit de periferie: mensen die ik ken en apprecieer, maar met wie ik de relatie niet altijd actief onderhoud. Dat is de logische gang van zaken in een volwassen leven, gok ik: mensen komen en gaan vervolgens weer. Maar er is dus wel die kern van intimi op wie ik altijd kan terugvallen. Die vriendinnen zijn weleens licht verontwaardigd wanneer ik vertel over iets wat ik meegemaakt heb, of iets waar ik even mee geworsteld heb. ‘Waarom heb je ons dat niet op het moment zelf gezegd?’ Omdat ik daar geen nood aan heb, dus. Iedereen heeft z’n eigen shit, en ik voel niet het verlangen om de mijne op een dienblad te leggen en onder de neus van anderen te duwen.»

HUMO Dat is hoffelijk, maar schuifel je zelf zo niet te veel achteruit?

SIMOENS «Is dat erg? (Haalt de schouders op) Ik vind mezelf gewoon niet zo belangrijk. Er zijn mensen die gek worden van de gedachte dat ze slechts een petieterig stofje in het onmetelijke heelal zijn, dat een mensenleven niet meer dan een nauwelijks hoorbaar zuchtje is. Maar ik vind het net héérlijk om dat petieterige stofje in het heelal te zijn. Ze zit me lekker, de bescheidenheid die eruit volgt: ik hoef geen hoger doel na te streven. De wereld om me heen een beetje mooier maken, en zelf gelukkig zijn – ambitieuzer hoeft niet.»

‘Je moet alles eens geprobeerd hebben. Routine stompt af, iets voor het eerst doen maakt me gelukkig.’ (Foto: met Koen
Wauters in ‘Special Forces: Wie durft wint’.) Beeld Koen Bauters
‘Je moet alles eens geprobeerd hebben. Routine stompt af, iets voor het eerst doen maakt me gelukkig.’ (Foto: met KoenWauters in ‘Special Forces: Wie durft wint’.)Beeld Koen Bauters

WOEDE

HUMO Je praat in interviews altijd heel liefdevol over je twee broers. Er spreekt nooit competitiedrift uit, wel tederheid en zorgzaamheid.

SIMOENS (knikt) «Ik schiet automatisch in die beschermende modus. Zeker tegenover mijn jongere broertje heb ik dat: de drang om hem tegen de boze wereld te beschermen. Doet iemand hem onrecht aan, dan wordt er iets heel bozigs in me wakker. Noem het gerust een oerdrift: ‘Raak hem niet aan, of ik…’ (Denkt na) Ik word nooit kwaad op mensen die mij pijn doen, maar wel op mensen die mijn dierbaren kwetsen. Dan voel ik iets in me kolken dat verder gaat dan verontwaardiging: het is agressie. In geen enkele andere context heb ik dat. Of wacht, toch: in het verkeer. Ik ben een expert in road rage. ‘Rijd nu verdomme dóór, eikel!’ ‘Fuck toch off met die lelijke dure bak van je!’ En als er in Brussel zo’n farse ket met een omgebouwde auto me aan het verkeerslicht uitdaagt, vind ik het heel leuk om sneller te vertrekken, om vervolgens traag en treiterig voor hem te gaan rijden. (Verontschuldigend) Het is een vreemd kantje van me, en ik heb bovendien een merkwaardig alibi: ik heb dat foeteren nodig om rust te vinden. Want vervolgens stap ik helemaal zen uit m’n auto.

»In het algemeen laat ik me niet doen, en ik word ook helemaal wild als ik merk dat iemand me neerbuigend behandelt omdat ik een vrouw ben. Gebeurt het op straat, dan wil ik meteen iets terugroepen, ook al is dat niet verstandig – ik heb al eens een fles naar m’n kop gekregen (lacht). Maar in de beslotenheid van m’n auto voel ik me dus helemaal veilig, en laat ik me al eens gaan. Enkele weken geleden nog, toen een man m’n parkeerplaats inpikte: dat kon ik echt niet hebben, en er kwam gedoe van. Net voor ik weer in m’n auto stapte, riep ik hem nog iets vriendelijks toe. (Met eerst een heel groot en vervolgens een heel klein armgebaar) ‘Zo’n brede vent, en zo’n klein pietje!’ Waarop die man de achtervolging inzette. Ik dacht dat ik hem afgeschud had toen ik op de boksclub aankwam – daar had ik training – maar even later kwam hij daar binnenstuiven. Bleek hij een kampioen kickboksen te zijn van wie de dochter óók in die club zit. Nu krijg ik de motten van mijn leven, dacht ik. Maar neen: hij bood me zijn excuses aan.»

HUMO Je begon eigenlijk met te zeggen dat je nooit kwaad wordt op mensen die jou pijn doen.

SIMOENS «Dat is écht zo – tenminste in mijn leven buiten de auto (lacht). Ik heb geen talent voor de grote, boze eruptie. Als ik kwaad ben, denk ik snel: zal een uitbarsting iets veranderen aan de situatie? Wat is de winst van roepen en tieren, van gooien met dingen, van iemand een klap voor z’n kop geven? Meestal is de conclusie dat ik er niets mee zou bereiken, en begin ik er gewoon niet aan. Dan ventileer ik m’n frustratie zelfs niet. Dat heb ik van mijn broer geleerd: als je iets niet kunt veranderen, stap je er beter gewoon van weg. Suck it up. Anders is het toch maar drama om het drama.»

GULZIGHEID

HUMO In je eerste jaren in Brussel werkte je in de Monk, het populaire café dat onlangs de deuren moest sluiten. Ik kan me voorstellen dat je vanachter de bar een prima zicht had op wat overvloed zoal doet.

SIMOENS «Dat is waar, ja: ik zag er hoe alcohol voor vrolijkheid zorgde, voor een charmante onvoorspelbaarheid, maar ook voor tristesse. ’s Avonds was het altijd feest, maar eigenlijk vond ik de ochtenden het interessantst. Dan zag ik de eenzamen samenklitten – de melancholische kunstenaars, de daklozen, de misfits voor wie de stad te groot was. Ook toen vond ik het fijner om de barvrouw-psychologe te zijn dan om zelf te vertellen. Het verdriet van de drinkers: ik kén het sinds die periode.

»Ik heb begrip voor wie het leven eerder last dan lust is. Behalve… (Twijfelt even) Kijk, in mijn omgeving heb ik ook mensen die een hang naar destructie met zich meedragen. Als het zo dichtbij komt, als ik de gevolgen overloop voor mezelf en mensen die ik graag zie, ben ik soms minder geduldig. Dan denk ik wel: wees gewoon dankbaar, en loop toch niet voortdurend te dromen van meer, beter en groter. En tegelijk weet ik dat dat fout is, dat dat niet kán voor die mensen. Dat het vaak een kwestie van biologie is, van stofjes in de hersenen en neurologische verbindingen. Ik erger me aan mensen die laatdunkend doen over wie worstelt met het leven, en hun makkelijk oordeel altijd klaar hebben zitten: ‘Ik zou het nooit zo aanpakken.’ Neen, jij misschien niet, maar jij bent dan ook niet de mens die in die schoenen staat. Je kunt niet oordelen over de spoken in het hoofd van iemand anders. Je kunt alleen maar proberen om die ander een beetje te begrijpen.

»Enfin: we zaten bij gulzigheid, zeker?»

HUMO Precies, in wijlen de Monk. Wie achter de bar werkt, moet zichzelf een beetje bewaken. Want in een peperkoeken huisje is het makkelijk van de muren snoepen.

SIMOENS «Ook helemaal waar: wie in het nachtleven werkt, kan z’n gulzigheid maar beter intomen. Ik heb vaak gezien hoe na het sluitingsuur en petit comité het tweede deel van het feestje begon, met de gordijnen dicht en de asbakken op tafel. Ik dacht dan altijd: moet dit? Ik wil naar huis!»

HUMO Het is een onderschatte kwaliteit: weten wanneer het feestje voorbij is. Aanvoelen waar het hoogtepunt ligt, en meteen daarna weggaan.

SIMOENS «Ik heb het geluk dat ik dingen snel beu ben. Dat zorgt er ook voor dat ik plezierige feestjes niet tot in het oneindige probeer te rekken, hopend dat de nacht met nog een verrassing komt, en nóg één.

»Ik drink graag, en ik heb al eens een glas te veel op, maar het echte nachtbraken is nooit iets voor mij geweest. De kater de volgende dag, dat wazige en warrige, alsof er een vlies zit tussen jezelf en de wereld: ik hou er niet van. (Denkt na) Een helder hoofd beschouw ik misschien wel als mijn grootste rijkdom: ik hou ervan om na te denken, om lucide te zijn, om iets te lezen en daar wat van op te steken. En als dat niet lukt – bijvoorbeeld door een kater – voelt het alsof ik het belangrijkste stuk van mezelf kwijt ben. Ik ben ook heel beducht voor alzheimer. De ziekte zit in de familie, en ik mag er niet aan denken dat ik ooit 65 ben en voel dat de radertjes in mijn hoofd niet langer soepel in elkaar haken. (Huivert) Dat alles verdampt: het intellect, de levenservaring, al die herinneringen… Ja, het verlangen naar helderheid bepaalt me nog het meest, geloof ik. Daarom heb ik ook weinig ervaring met drugs. Ik heb hier en daar wel wat geprobeerd, maar zelden meer dan één keer. Het effect was ook nooit groot, en ik ben niet verslavingsgevoelig. Ik zei het al: meestal zie ik aan de horizon de volgende dag al opdoemen, en dan treedt mijn natuurlijke rem in werking.»

HUMO Je lijkt me wel gulzig naar ervaringen die net buiten je dagelijks werkveld liggen. Je zat in ‘De verraders’, en net nog in ‘Special Forces’: entertainmentprogramma’s die op het eerste gezicht zonevreemd gebied zijn voor een politiek journalist.

SIMOENS «Het is heel eenvoudig: ik wil later geen spijt hebben van de dingen die ik níét gedaan heb. En natuurlijk weet ik wat er gezegd wordt: ‘Special Forces’ is een ‘Kamp Waes’ voor BV’s, en het is entertainment dat niet past bij de ernst van de politiek journalist. Maar zelf bekijk ik dat helemaal anders: ik zie een kans om me onder te dompelen in een boeiende wereld, één die ik niet ken en waartoe ik in normale omstandigheden nooit toegang zou krijgen, en dus grijp ik die kans. Op zo’n moment twijfel ik niet: past het bij mij, kan ik dat wel? Ik denk gewoon: fijn, ik spring. Dat typeert me wel, geloof ik: ook in mijn persoonlijk leven zeg ik niet snel nee.»

HUMO Omdat je een durfal bent?

SIMOENS «Niet per se, want het hoeft niet over spectaculaire dingen te gaan. Maar je moet alles eens geprobeerd hebben, toch? Met zoveel mogelijk mensen spreken, zo vaak mogelijk iets voor het eerst doen. Ik vind het heerlijk om verwonderd te zijn, en dat kan net zo goed gewoon in de sofa gebeuren, wanneer m’n lief begint te vertellen over iets waarover ik hem nog nooit heb horen vertellen. That’s a first, denk ik dan verheugd, dit wist ik nog niet! Ik hou ervan om rond te wandelen in wijken in Brussel die ik nog niet ken, ik laat me graag op sleeptouw nemen door vrienden: stuk voor stuk kleine dingen die het gelukshormoon in me activeren. Ik hou niet van routine, want routine stompt af.»

‘Bekommernis moet je drijfveer zijn in de journalistiek. Ik vind het belangrijk om op zere plekken te duwen en zo oplossingen
te versnellen.’ Beeld VTM
‘Bekommernis moet je drijfveer zijn in de journalistiek. Ik vind het belangrijk om op zere plekken te duwen en zo oplossingente versnellen.’Beeld VTM

ONKUISHEID

HUMO Lukt het ook in bed om een cordon op te trekken tegen de routine?

SIMOENS «Seks gaat niet snel vervelen, toch? Ik blijf het alleszins spannend vinden.»

HUMO Nuchter bekeken is het toch maar een groteske praktijk. Hondsdol stropen we onze broeken af, duwen we onze lichamen tegen elkaar en wrikken we uitstulpingen in holtes, en vervolgens blaffen, gillen en janken we zonder geluidsdemper tot we vinden dat er wel weer voldoende lichaamssappen uitgewisseld zijn. Daarna kunnen we opnieuw over tot de keurige orde van de dag.

SIMOENS «Dat is, euh, niet zo héél zinnenprikkelend beschreven, Jeroen (lacht). Maar het is wel waar: seks toont de mens op z’n lompst. Op dat vlak zijn we eigenlijk niet zo’n ontwikkelde diersoort. Bij vogels krijgt seks een lange aanloop, met verlokkelijke zangpartijen en mooie dansjes. De mensheid zou in díé richting moeten evolueren!

»Ernstig: ik vind dat seks te dominant in onze hoofden zit. De waarde die we eraan hechten, de grootsheid die we ervan verwachten… De frequentie ook die je zogenaamd hoort na te streven. Telkens als ik een krantenkop zie à la ‘Belg heeft drie keer per week seks’, denk ik: no fucking way. Of het moet zijn dat het over een specifieke Belg gaat, natuurlijk (lacht). Maar ik geloof dus werkelijk niets van zo’n hoog gemiddelde. Ik denk dat minstens de helft van de volwassen bevolking periodes van jaren zonder seks kent. Als ik alleen al in mijn eigen omgeving rondkijk, zie ik een hoop mensen die de 30 voorbij zijn en nog nooit seks hebben gehad – of hoogstens enkele keren.»

HUMO Je bent nu 13 jaar samen met je vriend. Dat is een feestje waar je wél blijft.

SIMOENS «Ik zeg altijd: je weet dat je een goeie relatie hebt als je overdag niet aan je lief denkt. Daarmee bedoel ik dat alles zo stabiel en helder en vol van vertrouwen is dat je op je werk niet de hele dag loopt te piekeren of het wel allemaal goed zit, of je je vanochtend bij het ontbijt niet wat ruw uitgedrukt hebt, of er onder het schijnbare geluk niet toch ook onbehagen en onuitgesproken verlangen woekeren… Dat je gewoon rustig en tevreden bent, omdat je weet wie de man is die je ’s avonds tegen je aantrekt. En dat geluk heb ik dus gevonden. Die relatie is een fundament voor mij: zonder zou het huis instorten. Dan zou ik niet bestand zijn tegen de zurigheid die het leven me onvermijdelijk óók cadeau doet. Neen, laat me dat geluk maar gulzig verder vieren.»

‘Special Forces: Wie durft wint’, VTM, maandag 29 mei, 20.35

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234