humoOpen Venster
De klant in opstand: ‘Ik wil de ouderen niet te eten geven die ik al heb zien sukkelen met de hoge op- en afstap van de tram’
De reeks ‘Van Koning Klant tot kloteklant’ door Annemie Bulté is een pareltje van eerlijkheid en duiding. Het woord ‘dienstverlening’ zou uit de Vlaamse woordenschat geweerd moeten worden: er is gewoonweg geen sprake meer van, vooral voor ouden van dagen. En door de vergrijzing zal die groep sukkelaars nog aanzwellen.
Ik ben zelf oud, maar kan gelukkig nog weerwoord bieden, zelfs langs digitale weg. De meeste oude mensen die ik ken kunnen dat niet. Wat doen de overheid en de grote ondernemingen voor hen? Niets!
Een paar jaar terug kreeg ik van zowel Belfius als CM een brief met de melding dat hun kantoren, die lagen op ongeveer anderhalve kilometer wandelen van mijn woning en waar ik geregeld zonder afspraak binnenliep om advies te vragen of iets te bespreken, naar de Kioskplaats in Hoboken zouden verhuizen. Voortaan zou ik op beide plaatsen bovendien alleen op afspraak kunnen langskomen: zo konden ze hun dienstverlening centraliseren en vlugger werken, klonk het, ten voordele van de klanten. Maar ze repten niet over het feit dat mensen zoals ik daarvoor eerst tram 2 naar halte Zwaantjes moesten nemen, en dan moesten overstappen op tram 4 naar Hoboken. Welnu, die tram 4 lijkt wel een rammelend restant van de vroegere paardentram. Ik wil de ouderen die ik al heb zien sukkelen met de hoge op- en afstap van dat tuig niet te eten geven, en voor mensen met een rollator is het een echte uitdaging.
En daar stoppen mijn ervaringen met De Lijn niet. Toen ik een tijd geleden op de tram wilde stappen, raakte ik geklemd tussen de sluitende deuren maar vertrok de bestuurder niettemin met volle vaart. Gelukkig sloeg iemand alarm en kon ik op een vrijstaande stoel gaan zitten. De bestuurder, die zich vast Max Verstappen waande, reed als een gek en stopte zó bruusk aan een halte dat ik uit mijn stoel vloog en languit op de vloer viel, op een paar centimeter van een trede met een metalen rand. Ik bloedde aan mijn hoofd. Een lieve meneer vroeg of ik niet naar de spoed moest, maar ik ben naar huis gegaan, want ook over de dienstverlening in het ziekenhuis kan ik een turf schrijven.
En er komt nog wat: als voormalig kankerpatiënte moet ik iedere maand een spuit met Extencilline krijgen om lymfoedeem aan mijn rechterbeen te behandelen en wondroos te voorkomen. Alleen een arts of verpleger kan me die spuit geven, omdat hij bij de toediening moet worden aangemaakt. Omdat mijn huisarts zelf in behandeling was, schakelde ik een zorgdienst om die de spuit aan huis te komen zetten. Eerst kwam een lieve dame dat doen, maar zij ging met verlof en een andere verpleegster werd gestuurd. De ochtend dat zij zou komen, was ik vertaalwerk aan het doen op de tweede verdieping van mijn woning - dat doe ik als vrijwilligster voor de ALS Liga, die (one of a kind) een uitzonderlijke dienstverlening biedt aan haar leden. En ik dacht: ik ga bellen om te horen wanneer die dame komt. De lijn was aldoor bezet, maar omdat ik juist een oorontsteking had en niet goed hoorde, ging ik alvast naar beneden. Voor mijn deur stond een furie te roepen en tieren: ‘Ik sta hier al 10 minuten! Het is schandalig dat u niet vlugger naar beneden bent gekomen!’ Ik bood mijn excuses aan, maar ze bleef verwijten spuien. Ondertussen vloeiden bij mij de tranen. Later heb ik die onbeschofte trien een mail gestuurd, maar daar kwam natuurlijk geen antwoord op.
Ja, er schort wat aan het reilen en zeilen in België, en zeker op het vlak van de dienstverlening aan klanten.
Gerda Eynatten-Bové, Antwerpen
Hebt u ook een brief in de pen zitten? Mail naar openvenster@humo.be of vul onderstaand formulier in: