‘De miljonairstaks is perfect verdedigbaar’

In Humo 4314 heeft PVDA-fractieleider Jos D’Haese het nogmaals over het voorstel van zijn partij om een speciale miljonairstaks te heffen op de grootste vermogens. Dat voorstel komt er in essentie op neer dat er een taks van 1 procent zou worden geheven op nettovermogens boven de 1 miljoen euro en van 3 procent op vermogens boven de 3 miljoen euro. Met daartussenin een heffing van 2 procent op de vermogens tussen de 2 en de 3 miljoen euro.

Objectief gezien lijkt dat voorstel perfect verdedigbaar. De extra taks wordt gehaald bij de 2 procent rijksten én de opbrengst ervan wordt op een solidaire manier aangewend om de koopkracht van de gewone burger te beschermen.

Trouwens, het idee om bij een specifieke groep een speciale taks te heffen om een welbepaalde doelstelling te realiseren, is niet nieuw. Zo wordt al sinds december 1994 bij heel wat gepensioneerde ambtenaren en leraren elke maand onder de vorm van een extra solidariteitsbijdrage een speciale taks ingehouden op het brutopensioen, boven op alle andere inhoudingen.

Die solidariteitsbijdrage loopt progressief op van 0 tot 2 procent. De hoogte ervan is afhankelijk van het brutopensioen en de gezinslast. En bovenal, die extra bijdrage kwam er toen ook om, in het kader van het Globaal Plan van wijlen Jean-Luc Dehaene, mede de toetreding van België tot de eurozone te garanderen.

Die toetreding werd in 1999 gerealiseerd. Aldus is er sindsdien geen reden meer om nog langer een extra solidariteitsbijdrage te heffen. De vraag is dan ook waarom de overheid, meer dan twintig jaar later, die extra taks blijft innen. Diezelfde overheid blijft weigeren om eveneens in het teken van de solidariteit een supplementaire miljonairstaks op alle grote vermogens te heffen.

Met die onrechtvaardige tweespalt heb ik het als gepensioneerde leraar moeilijk. Waarom zou de overheid in deze financieel penibele tijden geen soldariteitsbijdrage kunnen vragen van onze meest gepriviligieerde medeburgers?

Over de procenten kan politiek nog worden gebakkeleid. Maar voor de grote vermogens boven de 3 miljoen euro zou die supplementaire taks in elk geval nooit minder dan 2 procent mogen bedragen. Want, zelfs al wordt slechts de helft van de door de PVDA vooropgezette doelstelling van 8 miljard euro gehaald, dan nog gaat het voor onze overheidsfinanciën om een cruciale financiële injectie waarvoor nu alleen de allerrijksten worden geresponsabiliseerd.

Bovendien lijdt het geen twijfel dat BelgIë in de nabije toekomst een acuut beroep zal moeten doen op die rijkentaks, in een ultieme poging om de solvabiliteit van ons land binnen Europa te garanderen.

Michel Van Uytfanghe, Wetteren.

Hebt u ook een brief in de pen zitten? Mail naar openvenster@humo.be of vul onderstaand formulier in: