Roxanne van Iperen Beeld Jouk Oosterhof
Roxanne van IperenBeeld Jouk Oosterhof

'Dat beloof ik'

Roxane Van Iperen: ‘Ik weet wat het is om je permanent onveilig te voelen’

Wat doe je als kind als je vader je moeder dag in, dag uit in elkaar slaat, en occasioneel ook jou gebruikt als boksbal? Als je voortdurend op je qui-vive moet zijn om hem niet te bruuskeren en je zo vaak moet verhuizen dat je een schim wordt voor je klasgenoten? ‘Je doet niets, je vindt dat normaal,’ zegt Roxane van Iperen (46), die met ‘Dat beloof ik’ een ijselijk beklemmend boek schreef over huiselijk geweld, wegkijken en schuld. En daarmee ook een beetje over zichzelf.

Ayfer Erkul

In het glooiend groene ’t Gooi, op een boogscheut van Amsterdam, is het fijn toeven voor the rich and famous van boven de Moerdijk. John en Linda de Mol hebben er elk een optrekje, zanger Gordon houdt er huis in zijn villa en ook supermodel en antivaxer Doutzen Kroes schoot er wortel.

Woont er eveneens, in het pittoreske stadje Naarden: de beroemde, maar iets minder gefortuneerde auteur en jurist Roxane van Iperen. Sinds de verschijning van haar boek ‘’t Hooge Nest’, over het huis waarin de twee Joodse zussen Brilleslijper Joden hielpen onderduiken, rijgt ze de prijzen en de complimenten aan elkaar. Vorig jaar werd de loftrompet opnieuw tevoorschijn gehaald voor haar vlammende essay ‘Eigen welzijn eerst’, over yoga- en wellnessminnende antivaxers uit de voorheen tolerante middenklasse die nu aanschurkt tegen extreemrechts.

Van Iperen schreef niet enkel over ’t Hooge Nest, ze woont er ook zelf, met haar man en drie kinderen. Toen ze het huis in 2012 kocht, trof ze tijdens de renovatiewerken verborgen ruimtes aan met daarin verzetskranten en kaarsstompen. Haar zoektocht bracht aan het licht dat ’t Hooge Nest tijdens de Tweede Wereldoorlog het grootste onderduikadres van Nederland was geweest.

ROXANE VAN IPEREN «’t Gooi telde enkele verzetshaarden, maar tegelijk was de streek een broeinest van NSB’ers (Nationaal-Socialistische Beweging, red.). Toen de Duitsers binnenvielen, verstopten ze zich, omdat ze op het schavot vreesden te eindigen als de Nederlanders het leger van Hitler zouden verslaan. Pas toen de kust veilig was, kwamen ze weer tevoorschijn. NSB-leider Anton Mussert hield zich een tijdje schuil bij een Hitler-gezind echtpaar dat in een huis vlak bij ’t Hooge Nest woonde. Als je uit het raam keek bij de gezusters Brilleslijper kon je die woning gewoon zien. Zo absurd!»

HUMO Hoe hard leeft de oorlog hier nog?

VAN IPEREN «Heel hard! De mensen die de oorlog hebben meegemaakt, zijn bijna allemaal gestorven. Maar de generatie na hen leeft nog, met dezelfde gevoelens als toen. Ik ben slechts ‘import’, maar iedereen die van hier is, weet alles van elkaar: wiens familie met de Duitsers meeheulde en wie niet.

»Dat is elders in Nederland ook zo. We zijn nog lang niet klaar met de verwerking van ons oorlogsverleden. Dat merk je ook aan de discussie die ieder jaar op 4 mei losbarst (Nationale Dodenherdenking in Nederland, red.): wie moeten we nu precies herdenken? Vlak na de oorlog heeft Nederland ervoor gekozen snel over het Joodse leed heen te stappen. Enkel verzetsstrijders werden herdacht, niet de Joodse slachtoffers. Tot in de jaren 70 was onze herinnering een zwart-witverhaal van verzet: de Duitsers vielen binnen, we werden overrompeld, maar daarna hebben we ons heftig verweerd. ‘All your grandfathers were in the resistance,’ kreeg ik vaak te horen wanneer ik in het buitenland opzoekingen deed voor mijn boek (lachje).

»Gelukkig is dat beeld intussen grotendeels gecorrigeerd. Maar vlak na de oorlog werden grote groepen van schuldigen niet vervolgd. Economische collaborateurs, bijvoorbeeld, zoals het notariaat, dat massaal meewerkte aan de onteigeningen van Joodse bezittingen. Ook de rest van de gegoede klasse bleef buiten schot: de ondernemers, de advocaten en de bankiers. ‘Laat ze maar gaan,’ werd gezegd. ‘We hebben ze nodig voor de heropbouw van ons land.’»

M., MEISJE VAN 12

HUMO In ‘Dat beloof ik’ schrijf je ook over trauma’s, maar dan op kleinere schaal, in een gezin dat kreunt onder huiselijk geweld. Waarom koos je voor het perspectief van M., een meisje van 12?

VAN IPEREN «Daar heb ik lang over getwijfeld. Ik heb gespeeld met het idee om het verhaal van M. te laten vertellen door een psychiater, een politieagent, een buurman en nog andere mensen uit haar omgeving. Wat het perspectief van een 12-jarig kind zo interessant maakt, is dat ze op geen enkel moment begrijpt waarom de dingen zijn zoals ze zijn. Ik wilde tonen hoe het is om als kind in zo’n gewelddadige chaos te leven. M. begrijpt niet waarom ze midden in de nacht zonder afscheid te nemen naar een nieuwe stad moet vertrekken, waarom ze maandag alweer op een nieuwe school zit. Het ís gewoon zo. Volwassenen weten dat mensen zo verknipt kunnen zijn, ze reflecteren over wat er met hen gebeurt, maar als kind ben je slechts een lijdend voorwerp.»

HUMO Op een enkel bloedspoor en een blauwe plek na beschrijf je het geweld niet expliciet. Wel roep je een naargeestige en verstikkende sfeer op: M. telt de minuten af tot haar vader thuiskomt, hoopt dat haar moeder dit keer geen foute opmerking maakt, en bereidt haar vlucht al voor.

VAN IPEREN «Als je over geweld schrijft, moet je altijd een goede balans zoeken, of het nu gaat over oorlog of over huiselijk geweld. De droge statistieken over geweld op kinderen zien we geregeld op het nieuws. Het andere uiterste is het platgeslagen sentiment, waarbij je de mensen voorschrijft wat ze moeten voelen. Dat hoort niet, vind ik: iedereen moet dat voor zichzelf bepalen.»

HUMO Het meisje op de boekomslag heeft geen gezicht en M. heeft geen naam.

VAN IPEREN «Ze heeft wel een naam. Die wordt één keer genoemd in het boek, door haar moeder.»

HUMO (licht gegeneerd) Dat heb ik dan gemist.

VAN IPEREN (lacht) «Jij niet alleen: iedereen die het boek tot nu toe heeft gelezen. Ik heb daar bewust mee gespeeld. De mensen rondom haar kennen haar naam wél: ze heet Mona Lisa, en ze moet de sociale ambities van haar moeder waarmaken. Die komt uit een boerengezin en is opgeklommen tot de echtgenote van een handelaar, maar M. moet het nóg verder schoppen – vandaar haar nogal protserige naam. Tegelijk is M. voor niemand een volwaardig wezen. Omdat ze zo vaak verhuist, blijft ze voor de mensen een voorbijganger, een dossier. Ze is zo eendimensionaal dat anderen zich afvragen: ‘Was ze er nu wel, of niet?’»

HUMO Dat staat ook in het vriendenschriftje dat M. terugvindt. ‘Ik weet niet meer wie jij bent,’ schreven ex-klasgenoten onder haar foto. Pijnlijk.

VAN IPEREN «Dat fragment is best grappig. Schrijnend, maar grappig. Ik heb het letterlijk overgenomen uit m’n eigen vriendenboekje van vroeger, dat ik toevallig in een doos vond toen ‘Dat beloof ik’ al bijna af was. Ook daarin schreven mijn klasgenootjes dat ze zich mij niet konden herinneren.»

HUMO Waarom vind je dat grappig, lezen dat niemand nog wist wie je was?

VAN IPEREN «Eigenlijk is het niet grappig, maar toen ik een kind was, was dat heel normaal voor mij. Ik was ook niet geschokt toen ik dat vriendenboekje terugvond. Ik dacht net zo goed: ‘Wie waren die kinderen eigenlijk?’

»Maar mijn tweede reactie, als volwassen vrouw en moeder, was anders. ‘Zou ik dit ook voor mijn kinderen willen?’ vroeg ik mij af. Nee, natuurlijk niet. Nu kan ik wel sympathie opbrengen voor dat meisje, en ik vind het ook tragisch dat ze zoiets op haar 12de moest lezen. Op die leeftijd is het heel belangrijk om ergens bij te horen, of het nu een familie is, een sportclub of een religie. Maar als kind wist ik niet beter. Met ‘Dat beloof ik’ wilde ik dat parallelle universum blootleggen, waarin kinderen als M. wel zichtbaar zijn, maar eigenlijk een heel ander bestaan leiden.»

HUMO Ik vind het opvallend dat je spontaan vertelt over dat boekje. Je praat zelden over je jeugd in interviews.

VAN IPEREN (aarzelt) «Ik heb niet de behoefte om privédetails te delen met vreemde mensen. Ik zou mijn verhaal aan jou persoonlijk kunnen vertellen als dit een privégesprek was, maar niet aan jou als journalist. Ik heb me daar de afgelopen jaren voor gehoed. Bovendien word je algauw een single story-persoon als je met je leven naar buiten komt. Je wórdt je verhaal, en dat blijft je jaren achtervolgen. Zeker als je ermee debuteert. ‘Hé, die heeft een boeiend, zwaar migrantenverhaal,’ klinkt het dan. Of: ‘Die is blind geweest! Kom, schuif maar mee aan de discussietafel!’ Daarom ben ik blij dat ik al wat ouder ben en meerdere boeken heb geschreven. Dit boek is één van de vele verhalen die in mij zitten.»

HUMO Is ‘Dat beloof ik’ autobiografisch? In andere interviews had je het kort over je onveilige jeugd, over hoe vaak je moest verhuizen – je hebt in Nederland, Spanje en België gewoond – en hoe je moeder je aan de deur zette toen je 15 was. Je hebt, net als M., een broer met een beperking. En een bos krullen.

VAN IPEREN (denkt lang na) «Het boek is gebaseerd op wat ik zelf heb meegemaakt, zonder dat alles wat erin staat, ook met mij is gebeurd. Het is het eerste verhaal waarover ik niet van tevoren rationeel heb nagedacht. De eerste mensen die het gelezen hebben, zeggen dat het heel anders is dan mijn andere boeken. Maar dat zie ik niet zo. Woede, verzet, onderdrukking en hoe mensen zich ertoe verhouden: dat zit ook in mijn andere boeken.»

HUMO ‘Ik weet wat het is om je permanent onveilig te voelen,’ zei je in 2018 in De Volkskrant. ‘Je wordt er fysiek een ander mens van. Je bent altijd alert, altijd bewust van gevaar.’ Opnieuw, dat klinkt als M.

VAN IPEREN «Ja, dat heb ik nog steeds. Publiekelijk praten over dit thema is heel nieuw voor mij. En met de interviews die nu op komst zijn, zal ik het vaker moeten doen.»

HUMO Je draagt je boek op aan B. en N. Wie zijn dat?

VAN IPEREN «Ze zijn niet voor niets anoniem, en het is niet zo belangrijk wie ze zijn. Ze staan symbool voor mensen die belangrijk zijn geweest voor mij, om na al mijn ervaringen op te groeien tot een gezonde vrouw, iemand die haar stem kan gebruiken zonder in te storten. B. en N. zijn mensen die niet hebben weggekeken toen ik hen nodig had.»

HUMO Wegkijken is nog zo’n rode draad in je boeken.

VAN IPEREN «Anderen hebben de rode draad in ‘Dat beloof ik’ ontdekt vóór ik ’m zelf doorhad. Dit is je oerboek, zeiden ze. Ik heb lange tijd niet gezien hoe belangrijk het thema voor mij persoonlijk was, net omdat ik mij aan die situatie moest ontworstelen. Ik vond het wel altijd boeiend om na te gaan wie zich had uitgesproken tijdens conflicten en crisissen, en vooral wie dat niet had gedaan. Of het nu draait om de Jodenvervolging, seksuele intimidatie, pesten op het werk of kindermishandeling: je uitspreken vergt veel moed. Je gaat in tegen de groep die zo belangrijk is voor jou, je loopt het risico uitgesloten te worden. Veel mensen beslissen niets te doen.»

'Ik zwijg liever over mijn privéleven. Als je met je levensgeschiedenis naar buiten komt, wordt je algauw gereduceerd tot énkel dat verhaal. Terwijl ik zoveel meer te vertellen heb.' Beeld Jouk Oosterhof
'Ik zwijg liever over mijn privéleven. Als je met je levensgeschiedenis naar buiten komt, wordt je algauw gereduceerd tot énkel dat verhaal. Terwijl ik zoveel meer te vertellen heb.'Beeld Jouk Oosterhof

WOORDEN ALS SOMMEN

HUMO Zoals de ouders van M.’s klasgenootje bij wie de moeder hulp zoekt, maar die de deur dichtslaan omdat ze zich liever niet moeien.

VAN IPEREN «Precies. Slachtoffers wordt ook vaak verweten dat ze niets gezegd hebben. ‘Speak up!’ klinkt het dan. Maar er zijn zoveel redenen waarom mensen niet praten over wat hun wordt aangedaan. Ze vrezen de vragen die ze zullen krijgen, ze zijn bang om als medeplichtig te worden beschouwd. En die angst is terecht. Want mensen stellen zulke vragen effectief: ‘Waarom is ze niet eerder weggegaan?’ ‘Welke moeder laat haar kinderen in zo’n gewelddadige omgeving wonen?’

»Maar slachtoffers zijn ook niet altijd volledig onschuldig. Soms gebruikt M.’s moeder bijvoorbeeld geweld tegen haar dochter. En ook M. zelf is geen lieverdje.

»Het scherpe onderscheid tussen dader en slachtoffer dat zo vaak wordt gemaakt, slaat discussies plat. Vaak worden geweldsituaties herleid tot het zielige slachtoffer, de boeman die moet worden opgesloten en degenen die staan toe te kijken. Maar het is allemaal veel ingewikkelder: niemand zit in één categorie. Tussen dader- en slachtofferschap zit een groot grijs gebied. M.’s relatie met haar moeder is niet altijd even zachtaardig, maar er zijn wel tedere momenten tussen hen, en soms wordt er flink gelachen. Ik heb geprobeerd om te tonen dat het allemaal niet zo simpel is als het lijkt in gezinnen die lijden onder huiselijk geweld. Als dat wel zo was, dan vertrok ieder slachtoffer gewoon bij de dader, en was het probleem opgelost.»

HUMO M. slaagt er ook niet in om onder woorden te brengen wat ze precies meemaakt.

VAN IPEREN «Ja, want hoe vertel je over dit soort geweld aan normale mensen? Wie zal je geloven? Dat mechanisme werkt trouwens in allerlei situaties. De Duitsers zeiden ook tegen de gevangenen in vernietigingskampen: ‘Als je dit overleeft, zal niemand je verhaal geloven.’»

HUMO Heb jij het als kind aan iemand proberen te vertellen?

VAN IPEREN «Ik ben altijd heel gesloten geweest, ook als kind. De enkele keren dat ik er wel over sprak, had ik inderdaad niet de indruk dat er geluisterd werd. De mensen lopen liever met een grote boog om trauma en leed heen. Vorige week vertelde iemand me dat ze na de geboorte van haar tweeling twee geboortekaartjes had gemaakt. Bij een buurman was er maar één aangekomen, het andere was zoek. De buurman dacht: hemel, die vrouw heeft een baby verloren! Twee jaar lang heeft hij ieder contact met haar vermeden. Pas toen hij haar bij toeval tegenkwam en hij in de buggy twee kinderen zag, sprak hij haar aan. ‘We vermijden je al twee jaar voor niets,’ zei hij. Hoe is zoiets toch mogelijk!»

HUMO De Tweede Wereldoorlog zit ook in ‘Dat beloof ik’: M.’s vader is de zoon van een vrouw die het tijdens de oorlog aanlegde met een NSB’er. Haar oma wordt een moffenhoer genoemd.

VAN IPEREN «Ja, en de vader lijdt daaronder, hij werd als kind uitgelachen. Schaamte is een sterk thema in dit boek: de link tussen schaamte en geweld, en hoe we ook daarin weer die scherpe scheiding maken tussen goed en fout. Vlak na de oorlog hebben de mensen die aan de knoppen zaten, niet als eersten geboet. Nee, eerst werden de jonge, naïeve meisjes te grazen genomen die voor Duitse soldaten of NSB’ers waren gevallen. Zij werden kaalgeschoren en door het dorp gesleurd. Die schaamte werd in de baarmoeder doorgegeven aan de kinderen en later aan de kleinkinderen. M. weet weinig over de oorlog, maar door haar oma begrijpt ze wel dat vrouwen een grotere schuld moeten dragen.»

'Als je over huiselijk geweld schrijft, moet je de juiste balans zoeken. Het mogen geen droge statistieken zijn zoals in het nieuws, maar je mag ook niet vervallen in plat sentiment.' Beeld Jouk Oosterhof
'Als je over huiselijk geweld schrijft, moet je de juiste balans zoeken. Het mogen geen droge statistieken zijn zoals in het nieuws, maar je mag ook niet vervallen in plat sentiment.'Beeld Jouk Oosterhof

OMA’S IBIZA-JURK

HUMO Je woont in ’t Gooi, waar de inwoners de NSB’ers en de Duitsers verwelkomden tijdens WO II. Nu is de regio een vruchtbare bodem voor wellness-rechts, de term die jij in 2022 muntte in je essay ‘Eigen welzijn eerst’.

VAN IPEREN «In ’t Gooi, en andere welgestelde plaatsen zoals de Vechtstreek of Amsterdam-Zuid, is de hogere middenklasse goed vertegenwoordigd. Bij die groep is wellness-rechts begonnen: het gaat om mensen die voorheen keurig voor het centrum stemden, maar die nu deel uitmaken van een onlinecommunity die desinformatie verspreidt en extreemrechts voedt. Ik merkte hen voor het eerst op tijdens de verkiezingen van maart 2021. In volle coronaperiode zag ik hoe de globale, traditioneel-mannelijke en wit-nationalistische strekking van extreemrechts in Nederland steun begon te krijgen van een roze variant. Een groep hip uitziende vrouwen en moeders die natuurlijke geneeswijzen en yoga promoten op Instagram, havermelk drinken en zich bewust niet laten vaccineren, begonnen plots allerlei samenzweringstheorieën te posten.»

HUMO Hoe zijn die vrouwen complotdenkers geworden?

VAN IPEREN «Tijdens corona ontstond in Amerika een soort kruisbestuiving tussen dat soort vrouwen en de complottheorie QAnon, die beweert dat de wereld wordt geregeerd door een Joodse elite die de traditionele christelijke waarden wil vernietigen. QAnon gebruikt de hashtag #SaveTheChildren om te waarschuwen voor het gevaar dat onze kinderen lopen om in handen te vallen van die Joodse elite en slachtoffer te worden van satanisch kindermisbruik.

»In Nederland begonnen bezorgde Instagrammoeders – en ook wel vaders, hoor – de hashtag #Reddekinderen massaal te delen, soms zonder te weten wat erachter zat. Kort daarna zaten ze plots in een onlinebubbel vol met complot- en omvolkingstheorieën, racistische opmerkingen en nativistische standpunten. Wellness-rechts zegt zelf niet racistisch of antisemitisch te zijn: ze willen zogezegd enkel de vrijheid van vóór corona terug. En als ze daarvoor een bericht moeten liken van iemand die waarschuwt voor het Jodengevaar of voor de onzin van de klimaatverandering, dan moet dat maar.»

HUMO Een roze onlinecommunity van hippe moeders: hoe gevaarlijk kan dat zijn?

VAN IPEREN «Vergis je niet: toen ‘Eigen welzijn eerst’ in mei vorig jaar verscheen, zeiden veel mensen ook dat het allemaal te vergezocht was. We zijn nu een jaar verder, en voor veel Nederlanders is dat complotdenken normaal geworden. Twee weken geleden is het nieuwe dreigingsrapport van de AIVD verschenen (de Nederlandse inlichtingendienst, red.), waarin complotdenkers een ernstige bedreiging voor de democratie worden genoemd. En vergeet niet dat één op de vijf Nederlanders nu al op een radicaal- rechtse partij stemt.»

HUMO Waarom noem je die groep wellness-rechts?

VAN IPEREN «Het is een kruisbestuiving tussen antroposofie, wellness, yoga en een hyperindividualistisch, maar zeer conservatief denken. Ze zijn bezig met meditatie, goede huidcrèmes en manieren om gewicht te verliezen na een zwangerschap. Het zijn selfie-personen, influencers die niet alleen over de laatste trends spreken, maar ook over het gevaar van vaccins. Ze zien er heel progressief uit, ze gaan naar festivals, ze gebruiken recreatieve drugs en posten naaktfoto’s van zichzelf terwijl ze borstvoeding geven. Maar ik zeg altijd: ze zijn als mijn oma in een Ibiza-jurk.»

HUMO Pardon?

VAN IPEREN «Mijn oma moest indertijd thuisblijven om te koken en voor de kinderen te zorgen. Een eigen carrière, daar was geen sprake van. Dit is net hetzelfde, maar dan in een hippere jurk. Wellness-rechts claimt dat vrouwen het recht hebben om voor die oerconservatieve waarden te kiezen. Ze noemen zich zelfs feministen, maar dan niet zoals de traditionele feministen – van wie wellness-rechts beweert dat ze vrouwen in mannen willen veranderen. Dat is natuurlijk onzin, maar dat soort verdraaiingen hoor je tegenwoordig voortdurend bij rechts-radicale leiders. En iedere keer denken de mensen: hier heb ik geen weerwoord op, want ik begrijp eigenlijk niet wat ze willen zeggen. Dus haken ze af, in de veronderstelling dat het allemaal niet zo’n vaart zal lopen. Maar dat doet het wél.»

HUMO Als die vrouwen er zelf voor kiezen om aan de haard te blijven, is er toch geen probleem?

VAN IPEREN «Nee, maar intussen beschuldigen ze werkende vrouwen ervan psychische problemen te veroorzaken bij hun kinderen. Krék dezelfde taal die mijn oma moest aanhoren. En als je op die conservatieve moederrol doorgaat, beland je algauw bij de anti-abortusbeweging, en bij de legitimiteit van het homohuwelijk.

»Houd je er een conservatief wereldbeeld op na? Voor mij is dat prima, maar noem dat dan geen feminisme. Wat je nu wereldwijd ziet gebeuren, is de normalisering van extreemrechts gedachtegoed op de kap van vrouwen.»

HUMO Draagzakfeminisme, noemt u dat.

VAN IPEREN «Omdat ze altijd het belang van het kind centraal stellen, en afkeuren dat vrouwen gelijkheid en financiële onafhankelijkheid nastreven. De vrouw draagt het kind, de man heeft zijn carrière. Mannen en vrouwen zijn niet gelijk, zeggen ze, en dat moeten we omarmen. Die opvatting heeft ondertussen wereldwijd ingang gevonden.»

HUMO Angst vormt de motor van wellness-rechts, schrijf je.

VAN IPEREN «Het is de angst om welzijn te verliezen. Na de Tweede Wereldoorlog heeft Nederland sterk ingezet op de opwaartse mobiliteit. Door te investeren in publieke voorzieningen kregen mensen de mogelijkheid om op te klimmen. Je kon burgemeester worden, ook als je niet van adel was. Je kinderen konden naar een heel goede school gaan, zelfs als jij niet had gestudeerd. Er ontstond een progressieve, tolerante middenklasse die in gelijke kansen geloofde – tenminste, daar streefde men toch naar. Maar vandaag kalven de openbare voorzieningen af en staat de middenklasse onder druk. Er is de inflatie, een diploma is veel minder waard, het vraagt veel meer energie om je positie te behouden. Dat maakt sommige groepen bang, omdat ze weten dat het heel moeilijk is geworden om te klimmen op de sociale ladder. Bijgevolg proberen ze hun privileges krampachtig te vrijwaren, en verzanden ze in een vijandige wij-zij-mentaliteit.»

HUMO Ben jij een product van sociale mobiliteit?

VAN IPEREN «Ik weet het eigenlijk niet. Mijn achtergrond is zo ongrijpbaar, zelfs voor mij. Weet je wat gek is? In gezinnen zoals het mijne werd nooit gesproken over het beroep van de ouders. Dat bleef altijd een beetje wazig. Het was altijd mijn ambitie om een zo normaal mogelijk bestaan te leiden, om te ontsnappen aan het milieu waarin ik ben opgegroeid. En dat heb ik wel bereikt. In die zin ben ik dus zeker een product van opwaartse mobiliteit.»

Lees ook:

Paul De Grauwe waakt over uw spaargeld: ‘De banken hebben veel lef, want deze situatie valt eigenlijk niet uit te leggen aan de man in de straat’

Sven Mary na de uitspraak: ‘Het lijkt alsof het hof vooral aan de jobkansen van de Reuzegommers dacht’

Roxane Van Iperen Beeld Thomas Rap
Roxane Van IperenBeeld Thomas Rap

Roxane van Iperen, ‘Dat beloof ik’, Thomas Rap

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234