week vol verkeersdrama's
Als je een dodelijk ongeluk hebt veroorzaakt: ‘Ik begrijp nu waarom mensen vluchtmisdrijf plegen’
Twee ongevallen met vluchtmisdrijf op een week tijd, twee keer met een fatale afloop. Twee jonge levens die een plots einde kende op het Vlaamse asfalt. De verkeersveiligheid in Vlaanderen blijft een probleem, zeker voor de zwakke weggebruiker. Het levert tragische situaties op, voor alle betrokken partijen. Enkele jaren geleden sprak Humo met twee veroorzakers van dodelijke ongevallen. ‘In die ene seconde ben ik tien jaar ouder geworden. Het heeft me gekraakt.’
(Verschenen in Humo op 23 oktober 2017)
Ingrid: ‘Ik begrijp nu waarom mensen vluchtmisdrijf plegen’
INGRID (45) «Het was een zonnige ochtend en ik was op weg naar het werk. Al tien jaar lang reed ik elke dag op die voorrangsweg. Het ene moment was er niks te zien, het volgende moment was er een boenk.
»Ik begrijp mensen die op zo’n moment vluchtmisdrijf plegen. Eén fractie van een seconde schiet het door je hoofd: ‘Shit, wat nu?’ Maar bij mij nam het menselijke het meteen weer over. In paniek ben ik beginnen te roepen: ‘Wat heb ik nu gedaan?’ Ik begon op alle knopjes op mijn dashboard te drukken: pinkers, alles. Op dat moment wist ik nog niet eens of ik nu een hond had geraakt of een mens. Toen zag ik die fiets.
»Het slachtoffer was een tachtiger, die met een elektrische fiets uit een zijstraat was gereden, zonder te stoppen voor de haaientanden. Hij had die fiets pas zes maanden. Misschien dacht hij: ‘Ik ben die auto voor.’ Of misschien had hij me niet gezien, achter een rij bomen. Ik snap het nog altijd niet. Achteraf heeft zijn familie me verteld dat hij de laatste tijd wat verward was, maar echt zeker zullen we het nooit weten.
Lees ook:
Dossier doodrijders, deel 2: ‘Uit het onderzoek bleek dat de motorrijder onder invloed was. Maar dat helpt niet om je minder schuldig te voelen’
Dossier doodrijders, deel 3: ‘Ik heb mijn rijbewijs na het ongeval vrijwillig ingeleverd. Ik wil het nooit meer terug’
»Ik ben uit mijn auto gesprongen en ben naar hem toegelopen. Intussen reden er auto’s voorbij. Ze vertraagden niet eens, terwijl ik krijste: ‘Alsjeblieft, stop!’ Mijn gsm lag nog in mijn auto, maar ik durfde die man niet alleen te laten. Ik heb zijn hoofd in mijn schoot gelegd – hij bloedde een beetje – en ik ben tegen hem beginnen te praten: ‘Het komt goed.’ Ik voelde nog een hartslag. Uiteindelijk is er toch een vrouw gestopt, een verpleegster. ‘Neem dit alsjeblieft van me over,’ heb ik gezegd. Ik denk dat ik toen even het bewustzijn ben verloren: van dat moment weet ik niks meer.
»Ik heb mijn man en mijn bazin gebeld. Terwijl ik daar in de gracht zat te wachten, kwam ook de politie aan. Ik hoorde ze door hun walkietalkies zeggen dat ze de echtgenote van meneer zouden ophalen, om haar naar het ziekenhuis te brengen. ‘Mijn god,’ dacht ik, ‘laat die vrouw haar man niet verliezen.’
»In het politiebureau hebben ze me laten blazen en mijn verklaring afgenomen. Ze vroegen of ik het wilde weten als de man zou overlijden. De agent zei er zelfs bij: ‘Of we nu bellen of niet, je komt het toch te weten. Over een paar uur weet de pers het.’
»Mijn man heeft me naar de dokter gebracht, waar ik een inspuiting kreeg om te kalmeren. Thuis heb ik een paar uur geslapen. Ik werd wakker en hoopte dat het allemaal een nachtmerrie was, maar toen ik beneden kwam, zei mijn man: ‘Schat, ik heb slecht nieuws.’ Toen ben ik ingestort. (Huilt) Ik had een man vermoord.»
HUMO Het was geen troost dat je er weinig of niks aan kon doen?
INGRID «Voor mij maakt dat niks uit. Ze zeggen me wel vaker dat ik het moet loslaten: ‘Het is wat het is, Ingrid.’ Maar sorry, zo zit ik niet in mekaar. Hoe je reageert, hangt af van persoon tot persoon. Je weet pas hoe het voelt, als het je overkomt. Ik raak zelfs gefrustreerd als ik praat met een veroorzaker van een ongeval van wie het slachtoffer nog leeft. ‘Jij kan tenminste nog praten met je slachtoffer,’ denk ik dan.»
Met open ogen
INGRID «De dagen erna stond het in alle kranten. Ik was niet in staat om het te lezen, maar mijn man hield alles bij. Mijn zoon is toen heel kwaad geworden, omdat in het eerste artikel dat hij las, mijn foto erbij stond, mét de nummerplaat van mijn auto. Hij heeft meteen naar die krant gebeld.
»Hij heeft het lang moeilijk gehad met wat er is gebeurd. Na het ongeval is hij zelfs bij zijn papa gaan wonen: hij kon mijn verdriet niet aanzien. Ik was mezelf niet meer. De eerste weken kwam ik niet buiten. Ik kon alleen maar denken: ‘Waarom zou ik nog van de zon genieten?’ Ik liet al mijn hobby’s vallen, kon niks leuks meer toelaten.»
HUMO Hoe reageerden de nabestaanden?
INGRID «Ik durfde geen contact met hen opnemen. ‘Die schieten mij af,’ dacht ik. Ik weet niet hoe ik zou reageren als iemand mijn geliefden zoiets zou aandoen. Ik durfde ook niet naar de begrafenis.
»De dochter van het slachtoffer heeft wat later zelf contact gezocht. Samen met mijn bazin ben ik de familie gaan bezoeken. Huilend ben ik daar binnengestapt. ‘Sorry,’ meer kreeg ik er niet uit. De dochter, kleindochter en kleinzoon hebben me meteen vastgepakt. Ze hadden voor zichzelf al uitgemaakt dat ik er niks aan kon doen. Het enige wat ze wilden, was de laatste momenten van die man reconstrueren. Een uur lang hebben we gepraat.
»Na dat gesprek voelde ik me enigszins opgelucht. Ze waren niet kwaad. Nu hebben we zelfs een goeie band. We sturen regelmatig sms’jes of kaartjes. Op 4 september, de dag van het ongeval, wensen we elkaar veel sterkte toe.
»Op de vijfde verjaardag van het ongeval ben ik eindelijk zijn weduwe gaan opzoeken. Al die tijd had ik de confrontatie niet aangedurfd, ook al wist ik van haar dochter dat ze het goed stelde. Ze was intussen naar een zorgcentrum verhuisd. Ik ben er met een klein hartje binnengestapt, maar ze heeft me meteen gerustgesteld: ‘Mènneke, het is wat het is.’ Die dag heb ik ook voor het eerst het doodsprentje bekeken. Het was vreemd om hem met zijn ogen open te zien. Hij zag er helemaal anders uit dan ik me hem herinnerde. ‘Na een tragisch ongeval overleden,’ stond eronder. Dat deed me iets. Ik wist: ‘Daar zit ik voor iets tussen.’»
Warme pinker
INGRID «In het begin herbeleefde ik het accident elke nacht, heel levendig. Films met auto-ongevallen kan ik niet meer bekijken. Ik zit elke keer te huilen. Nu besef ik ook hoe levensecht die films zijn: de boenk die je hoort, is exact het geluid dat na 5 jaar nog altijd in mijn hoofd zit.»
HUMO Heeft het lang geduurd voor je weer durfde te rijden?
INGRID «Een maand. Al die tijd had mijn auto in de garage gestaan. Het raam waar hij tegenaan was gevlogen, was verbrijzeld, en de zijkant was ingedeukt. Ik heb lang getwijfeld of ik die auto zou wegdoen, maar ik heb hem toch gehouden. Voor mijn verjaardag heeft mijn man me twee grote stickers cadeau gedaan voor op de zijkanten. Dat vond ik wel kloppen: nu is mijn auto ook getekend.
»Na het ongeval had de politie de contouren van die man met fluorescerende verf op de rijbaan getekend. Ik heb daar nog een jaar lang over moeten rijden. Verschrikkelijk, elke keer opnieuw. Een paar dagen nadat ik mijn uitspraak had gekregen van de rechtbank, merkte ik plots dat de verf weg was. Alsof het zo moest zijn.»
HUMO Hoe heb je de rechtszaak beleefd?
INGRID «Eerlijk? Ik had die niet zien aankomen. Drie maanden lang had ik mezelf proberen te overtuigen: ‘Je kon er niks aan doen.’ Toen viel opeens een aangetekend schrijven in de bus: ‘U wordt gedagvaard.’ Ik ben opnieuw gecrasht.
»Ze hebben mijn auto na het ongeval grondig onderzocht en kennelijk vond een inspecteur dat mijn rechterpinker toch erg warm stond na het ongeval. ‘Misschien,’ redeneerde hij, ‘stond die pinker op en dacht de fietser daarom dat ze wilde afslaan.’ Ik wist 100 procent zeker dat die pinker niet aan had gestaan, maar bewijs had ik niet. De openbare aanklager eiste drie maanden gevangenisstraf. Ik weet nog dat ik dat aanhoorde en dacht: ‘Hoe moet dat dan met mijn kinderen?’ Toen de rechter vroeg of ik nog iets wilde zeggen in de rechtbank, heb ik huilend mijn hele verhaal gedaan. Ook de familie heeft nog eens herhaald dat ze absoluut geen vragende partij was om mij te straffen. Gelukkig was die rechter een redelijke mens: ‘Meneer zal niet terugkomen als ik mevrouw naar de gevangenis stuur. We gaan ervan uit dat het een geval van ‘verkeerde plaats, verkeerd moment’ was.’ Ik heb de vrijspraak gekregen.»
HUMO Een last van je schouders.
INGRID «Dat wel. Maar intussen waren we een jaar verder en moest ik nog altijd beginnen met het een plaats te geven. Ik ben een tijdje naar een psycholoog gegaan. Ik vond het verschrikkelijk. Na elke sessie moest ik mezelf bij elkaar rapen. ‘Je bent er niet de juiste persoon voor,’ zei ze. Ik ben niet goed in dingen loslaten.
»Wat me nog het meest heeft geholpen in mijn verwerking, is mijn tatoeage. (Stroopt haar mouw omhoog) Find the courage to let go of what you can’t change. Dat stond op een kaartje dat een vriendin me had gestuurd. Het had lange tijd op mijn koelkast gehangen: ik las het elke dag, als een strohalm waaraan ik me kon vastklampen. Na drie jaar heb ik het op mijn arm laten zetten.»
HUMO Kan je na vijf jaar weer genieten?
INGRID «Mijn beste vriendin zegt dat ik eindelijk weer de oude aan het worden ben. Er zijn soms weer zorgeloze dagen, maar dat moment sluimert altijd nog ergens in mijn achterhoofd. In die ene seconde ben ik tien jaar ouder geworden. Het heeft me gekraakt.
»Er is maar één positief aspect aan deze tragedie: ik was voordien doodsbang om te vliegen. Na het ongeval besefte ik dat je leven in één seconde voorbij kan zijn. Het is niet zo dat ik géén vliegangst meer heb, maar ik stap nu wel geregeld op een vliegtuig om wat van de wereld te zien.»
Peter*: ‘Er zijn geen woorden voor mijn spijt’
PETER (43) «Na mijn ongeval dacht ik: ofwel neem ik mijn leven in handen en kijk ik alleen nog vooruit, ofwel neem ik nu een touw en hang ik me op in een bos. Ik heb voor het eerste gekozen. Meteen, eigenlijk. Toen ik wakker werd in het ziekenhuis, heb ik meteen aan de dokter gevraagd wanneer ik naar huis mocht.»
HUMO Wat voor een chauffeur was je vóór het ongeluk?
PETER «Ik was altijd op de baan: elk jaar legde ik duizenden kilometers af. En ja, als de voet plat kon, dan ging hij plat. Maar ik was geen cowboy: in al die jaren kreeg ik misschien drie snelheidsboetes. Ik moest vaak naar feestjes voor het werk. Daar was ik altijd degene die níét dronk – drinken in het bijzijn van klanten vond ik niet professioneel.»
HUMO De avond van je ongeval had je wel te veel promille in je bloed.
PETER «Ik was ’s middags naar een voetbalwedstrijd gegaan. Ik heb er alleen cola gedronken, maar daarna ben ik nog op café gegaan. Na nog een paar cola’s ben ik overgeschakeld op bier. Meestal belde ik dan mijn vrouw, met de vraag of zij kon rijden. Die avond heb ik dat niet gedaan. Tegen de tijd dat ik naar huis vertrok, moet ik zes tot acht pintjes hebben gedronken. Zo heb ik het ook verklaard aan de politie.
»Het was twintig minuutjes rijden naar huis, maar zo ver ben ik niet geraakt: op zo’n 200 meter van het café heb ik mijn ongeval gehad, in een gevaarlijke bocht. Ik was net met mijn vrouw aan het bellen, om te zeggen dat ik eraan kwam – handsfree, welteverstaan. Plots hoorde mijn vrouw een klap, daarna niks meer. Kennelijk ben ik over de witte lijn gegaan en tegen een tegenligger geknald, waarna we allebei werden weggeslingerd.»
HUMO Reed je met overdreven snelheid?
PETER «Het was een tweevaksbaan waar je 70 mocht. In het dossier staat dat ik 110 reed. Je snelheid vermenigvuldigd met je gewicht: dat is de slag die je lichaam krijgt. De wagen waarmee ik reed, was in die tijd één van de veiligste, omdat het motorblok onder de wagen sloeg bij een frontale botsing. Het heeft mijn leven gered, maar mijn benen zaten wel vast onder mijn stoel. Ze hebben het dak eraf moeten halen om me te bevrijden. Ze zijn twee tot drie uur met me bezig geweest.
»Van het ongeval herinner ik me niks meer. Ik heb me drie keer laten hypnotiseren door een psycholoog, maar het heeft niks uitgehaald: het is gewoon wég.»
HUMO Misschien maar best: het moet erg traumatisch zijn.
PETER «Ik vind het toch spijtig. De maandag na het ongeval had ik eigenlijk een afspraak in de garage, omdat er iets los zat aan mijn zetel. Ik zoek geen excuses, maar ik vraag me wel af of er daar iets fout is gegaan. Reed ik daarom plots 110, in een bocht waarvan ik heel goed wist dat die gevaarlijk was? Ik had niet het gevoel dat ik snel reed. Ik zal het nooit weten.»
Gangster
PETER «In het ziekenhuis wist ik nog altijd niet waar ik tegenaan was gereden. Op mijn vragen antwoordden ze alleen: ‘U bent in aanraking gekomen met een voertuig.’ Toen begon het me te dagen dat het serieus moest zijn. Omdat ik maar bleef doorvragen, zei de dokter uiteindelijk heel kordaat: ‘Ja, er is een dodelijk slachtoffer.’
»Ik heb meteen mijn volle medewerking verleend aan de politie. Ik kan niet zeggen dat de agenten zich vijandig gedroegen, maar ik voelde wel dat ik in dat ziekenhuis te veel was als patiënt, dat ik meteen de stempel van ‘veroorzaker’ droeg. Ook mijn familie had dat gevoel. Maar ik veroordeel hun houding niet: het is een menselijke reactie.
»In het verslag van het parket stond dat het ongeval niet te wijten was aan alcoholintoxicatie, maar wel aan overdreven snelheid, in combinatie met telefoneren. Ze hebben zelfs nog laten uitzoeken of ik wel degelijk via bluetooth aan het bellen was. Ik ben zeker van wel. Ze hebben mijn gsm meegenomen om het te controleren en ook de wagen is gecontroleerd. Na het ongeval zat mijn telefoon zelfs nog in mijn linkerbroekzak, maar toch heeft de rechter het tegendeel uitgesproken. Vind ik dat rechtvaardig? Nee, maar ik heb me erbij neergelegd. Nog eens 2 jaar wachten voor een beroepsprocedure, dat zag ik niet zitten.
»Na zo’n ongeval komt er allerlei miserie op je af, maar wat het nog zoveel erger maakt, is de traagheid en laksheid van onze justitie. Ik had dat ongeval niet moeten veroorzaken, natuurlijk. Maar dat het daarna nog twee jaar heeft geduurd voor de rechtszaak er kwam, dat vond ik niet kunnen. Je kan pas verder na je uitspraak. Dat gold niet alleen voor mij, maar ook voor de tegenpartij: pas na de uitspraak komen de verzekeringen in actie en kon de vriendin van het slachtoffer worden vergoed. Niet dat dat geld nog iets kon goedmaken, maar toch: zolang ze het niet kreeg, zakte ze misschien nog dieper in de miserie. Dat wilde ik absoluut vermijden.»
HUMO Wat weet je over je slachtoffer?
PETER «Alles. Ondanks al mijn vragen – wie zijn die mensen? – kreeg ik van het gerecht geen informatie. Het enige wat ik via hen te weten was gekomen, was dat het koppel geen kinderen had. Dat is de eerste en enige keer dat ik heb gehuild. Tot op vandaag ben ik er nog altijd blij om dat ik geen kinderen hun vader heb afgenomen – ik heb zelf kinderen, vandaar. Maar nogmaals: ik praat niks goed.
»Ik ben ook naar Moderator gestapt, het forum voor bemiddeling. Het enige wat zij me aanraadden, was: ‘Stuur een kaartje of een brief.’ Maar ik wist: ‘Wat ik daar ook in zet, het zal nooit goed zijn.’ Wat hebben de nabestaanden aan een sorry? Ik wilde gewoon contact, zodat ze met hun eigen ogen konden zien dat ik ook maar een gewone mens ben, een vader met een drukke job, die een grote stommiteit heeft begaan. Dat ik geen gewetenloze gangster ben, zoals de rechter me heeft afgeschilderd.»
HUMO Heb je dan nooit excuses aangeboden?
PETER«Eén keer, in de rechtbank. Ik heb me omgedraaid en ‘sorry’ gezegd. Ze reageerden koeltjes. Ik begrijp dat.
»Het was belangrijk voor mij te weten hoe de achtergebleven vriendin van het slachtoffer er financieel voor stond. Dat heb ik laten uitzoeken. Tenslotte was ze een inkomen kwijt. Stel je voor dat ze dreigde haar huis te verliezen. Niet dat ik in staat was geweest haar lening af te betalen, maar ik had naar een oplossing gezocht.
»Ik wilde ver gaan om toch contact te hebben met de nabestaanden, te ver. Ik bleef dieper en dieper graven, het werd bijna een obsessie. Toen heeft mijn omgeving gezegd: ‘Nu is het genoeg.’ Als die vrouw geen contact wilde, dan moest ik dat respecteren.»
HUMO Misschien had ze vooral zin om je te slaan.
PETER «Dan was dat maar zo. Misschien was het zelfs een ontlading voor haar geweest om me in mijn gezicht te meppen. En daarna hadden we misschien kunnen praten.»
Rugzak vol
PETER «In de rechtbank draait het alleen maar om geld. Aan beide kanten zijn de advocaten bezig zoveel mogelijk geld binnen te rijven. Mijn advocaat heeft zelfs nog even met het idee gespeeld de tegenpartij aan te vallen, omdat het slachtoffer zijn gordel niet droeg. Misschien had de vriendin dan zelfs moeten opdraaien voor bepaalde kosten. Ik dacht alleen: ‘Waar zijn we in godsnaam mee bezig?’ Had mijn advocaat dat spelletje gespeeld, dan had ik hem op staande voet ontslagen. Ík ben de veroorzaker, niemand anders.
»De rechter heeft me uiteindelijk drie jaar rijverbod gegeven, een geldboete van zo’n 12.000 euro en één jaar gevangenisstraf. Dat jaar werd omgezet in zes maanden, op voorwaarde dat ik een cursus zou volgen bij het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid. Ik vond dat een belachelijke straf. Ik zat daar tussen een hoop mensen – vooral jongeren – met kleine veroordelingen. Ik kon alleen maar denken: ‘Wat zouden de nabestaanden denken als ze me hier nu op de schoolbanken zagen zitten?’
»In die cursus heb ik wel mijn verhaal gedaan voor de hele groep. Nadat een kerel van 20 grappend had verteld dat hij tegen een bloembak was gereden, ben ik rechtgestaan: ‘Jij hebt een bloembak omvergereden, ik een mens.’ Een mokerslag was het. Nog altijd heb ik contact met die mensen. Dan zeggen ze me: ‘Als we gaan feesten, dan denken we aan u en kruipen we niet meer achter het stuur.’ Misschien is dat een druppel op een hete plaat, maar hopelijk verandert er zo iets.»
HUMO Aan psychologische hulp achteraf had je geen nood?
PETER «Meteen toen ik uit het ziekenhuis kwam, heb ik contact genomen met Slachtofferhulp. Niet voor mezelf, maar voor mijn gezin. Zo ben ik: mijn eigen problemen los ik zelf wel op en voor de anderen zoek ik oplossingen. Ik heb tot mijn 18de met een zieke moeder geleefd. Ze had kanker. Mijn vader had een verantwoordelijke functie en zat vaak in het buitenland. Dat heeft me gehard in het leven, denk ik. Maar ik heb er ook uit geleerd, waardoor ik mijn situatie na het ongeval heb kunnen dragen.
»Misschien denken mensen dat ik er lichtzinnig mee omga, maar dat is niet zo. Ik heb er alleen voor gekozen het een plaats te geven en ermee verder te leven, voor mijn gezin. Het idee dat ik iemands leven heb afgenomen, is keihard. Het valt zelfs niet te verwoorden. Het is alsof ik een rugzak vol stenen meedraag. Op gezette tijden kan daar een steen uit, maar op het einde van de rit zal er één steen overblijven. Die raak ik nooit kwijt. Maar dat is oké: ik zal ’m dragen – die keuze heb ik gemaakt. Zelfmedelijden is niet aan mij besteed.»
* Peter is een schuilnaam.
Veroorzakers van ongevallen kunnen terecht op de Facebook-pagina van Even Zeer en op www.rondpunt.be