null Beeld VRT
Beeld VRT

kijktip'OnderOns'

Anton Corbijn, fotograaf van de sterren: ‘Bono weet te goed hoe hij gefotografeerd moet worden. Dat wordt stilaan een probleem’

Vanavond gaat Thomas Vanderveken in gesprek met de Nederlandse fotograaf, filmmaker en videokunstenaar Anton Corbijn. Rudy Vandendaele sprak hem in 2005 naar aanleiding van een fototentoonstelling. Lees hier het interview.

Rudy Vandendaele

Verschenen in Humo op 25 januari 2005

‘Op de School voor Fotografie,’ zegt Anton Corbijn, ‘een school die ik voortijdig heb verlaten, hadden we één dag fotografie per week. Wat kan dat anders opleveren dan gefrustreerde fotografen? Wat we daar leerden, was precies wat ik ook vandaag oninteressant vind aan fotografie: scherpstellen, techniek in het algemeen. Het leven is toch meer dan dát? Het moet toch ook opwindend zijn, en avontuurlijk? Daarom laat ik imperfectie toe in mijn foto’s. En omdat ik van imperfectie hou, zie ik weinig heil in digitale fotografie. ik vind het ook niet leuk om gelijk mijn resultaten te zien. Ik wil best een dag of twee wachten op mijn foto’s, want in dat wachten zit een deel van het genoegen.’

Er zijn foto’s van Anton Corbijn die ik me zó voor de geest kan halen, alsof ze zich vanzelf in mijn innerlijke beeldarchief hebben genesteld; ze hebben het karakter van een scherpe herinnering gekregen, hoe feilbaar het geheugen voorts ook mag zijn. Corbijn heeft wereldwijd naam en faam verworven als foto-biograaf van U2, the last of the famous rockbands, maar ondertussen lijkt het alsof er nog maar nauwelijks interessante beroemdheden te bedenken zijn die hij niét heeft vastgelegd in een begenadigde seconde van hun en van zijn leven.

In het FotoMuseum in Antwerpen sla ik hem een tijdje gade terwijl zijn tentoonstelling in gereedheid wordt gebracht; een lange man die zich, zonder gerucht te maken, door de ruimte beweegt, een man die altijd van op een afstand lijkt toe te kijken, ook als hij zelf het middelpunt van de belangstelling is. Vijfentwintig jaar geleden verliet hij Nederland en vestigde hij zich in Londen. Zou het land waar brede rivieren traag door oneindig laagland gaan al vervaagd zijn, inmiddels?

ANTON CORBIJN «Ik heb wel afstand genomen van de mentaliteit die er heerst, maar Nederland zit nog altijd in mijn hoofd. Een jaar of tien geleden heb ik een serie zelfportretten gemaakt in Strijen, mijn geboortedorp in Zuid-Holland. Als je ouder wordt, wordt de wens groter om terug te gaan naar waar je vandaan komt, zowel in je hoofd als fysiek.

»Bovendien mag ik het vasteland van Europa, waar Nederland deel van uitmaakt, graag romantiseren. Ik ben een Europeaan gebleven, iemand van The Continent, en ik kijk dan ook met een Europese blik naar de wereld, wat betekent: zéker niet Amerikaans, en ook niet Engels. Het gevaar dat ik zou verengelsen is natuurlijk niet denkbeeldig, nu ik al een kwarteeuw aan de pressie van een stad als Londen blootsta. En ik sta zo al bloot aan de pressie die mijn werk waar dan ook ter wereld meebrengt. Er hangt enorm veel elektriciteit in het leven dat ik leid: er is te veel druk, er moeten te veel afstanden worden afgelegd. Dat beïnvloedt onvermijdelijk mijn manier van doen: als ik vanuit Londen met iemand in Nederland bel, raak ik heel snel geïrriteerd door het langzame tempo waarin die bijvoorbeeld zaken bespreekt. Maar zodra ik in Nederland bén, kan ik er weer heel goed tegen.»

HUMO Deden de moord op Pim Fortuyn en de moord op Theo van Gogh je iets? Voelde je je nog als Nederlander bij die onheilstijdingen betrokken?

CORBIJN «Ik kende geen van beide slachtoffers persoonlijk - ik kan dus niet zeggen dat ik me die moorden persoonlijk erg heb aangetrokken - maar ze deden me wel inzien dat het idee dat ik van Nederland had, gestoeld was op verwachtingen uit de jaren zeventig: een zeker geloof in de maakbaarheid van de samenleving. Uitgerekend in die jaren heb ik Nederland verlaten.

»Ik zie nu in dat Nederland ontzettend grote veranderingen zal moeten doormaken, en ook strenge maatregelen zal moeten nemen. Er zijn een heleboel dingen die mij aan Nederland storen: niet alleen het lakse optreden tegen godsdienst-fundamentalisme, maar ook de bijna geïnstitutionaliseerde vernielingsdrang van wat voor soort jongeren dan ook. Tolerantie die geen tolerantie is, maar neerkomt op alles op z’n beloop laten. Dat zie ik allemaal niet in Londen, of toch in veen mindere mate.»

DE DOMINEERTHEORIE

HUMO Op de zelfportretten die je in Strijen hebt gemaakt, heb je je enigszins vermomd als onder anderen Frank Zappa, Jimi Hendrix, Elvis en Freddie Mercury. lk las dat je met die serie foto’s wou nagaan hoe het gekomen is dat je nu zo obsessief met je vak bezig bent.

CORBIJN «Ja. Ik was 41 toen ik die foto’s maakte, en ik wist niet precies wat mij gevormd had. Kijk, mijn vader is dominee, en dat beroep brengt mee dat je vaker verhuist dan de meeste mensen: dominees warden weleens overgeplaatst. Daardoor had ik nooit familie in de plekken waar ik heb gewoond, ook niet in mijn geboortedorp. Ergens verhuizen en er nooit meer terugkomen: dat zorgt ervoor dat je heel weinig bindingen hebt. Toen ik terugging naar Strijen, dacht ik: ‘Ik vind er vast wel iéts.’ Maar ik vond er haast niets, behalve mijn herinneringen aan rocksterren met wie ik me als teenager obsessief had beziggehouden. Doordat ik in mijn jeugd in Strijen helemaal niets had waaraan ik me kon hechten, werd de aantrekkingskracht van alles wat ik buiten die plek vermoedde buitengewoon groot. Dat magnetisme werd het sterkst gesymboliseerd door rockmuzikanten, en eigenlijk nog meer door het magische gevoel dat met de muziek van de jaren zestig samenhing.

»Die zelfportretten in Strijen waren tegelijk ook een commentaar op de manier waarop men eind jaren negentig tegen celebrity ging aan-kijken. Het barstte ineens van de celebrity-shows op de televisie, iederéén wou een ster zijn. Ik dacht: ‘Het dichtste wat ik bij een ster kan komen, is door me te verkleden áls.’»

HUMO Rond de eeuwwisseling, toen de celebrities op haast industriële schaal werden aangemaakt, zei je dat de paparazzo-fotografie de enige is die nog echt is.

CORBIJN «Waarmee ik bedoelde: de enige die zich nog als echt voordoet, die zich als waarheid presenteert. Van mijn foto’s zei men altijd dat ik het karakter zocht achter het image van de personen die ik fotografeerde: dat zou dan mijn vorm van waarheidsbetrachting zijn. Dat heb ik altijd psychologiserende bullshit gevonden. Ik kan hooguit zeggen dat ik een deel van een per-soonlijkheid wil laten zien, iets dat ik belangrijk acht voor die persoon, maar ik zal nooit beweren dat ik door middel van een foto een hele persoonlijkheid kan tonen.»

HUMO Op je foto’s herleid je personen zelfs tot silhouetten - Jim Kerr, Nicolas Cage - of maak je ze anderszins minder herkenbaar of zelfs onherkenbaar: ik denk nu aan je foto waarop Johnny Depp een muts diep over zijn ogen heeft getrokken. Mick Jagger draagt letterlijk een masker, het gezicht van Gérard Depardieu gaat deels achter een wolkje sigarettenrook schuil...

CORBIJN «Het is mij nooit om herkenbaarheid te doen geweest, maar bij iedereen die ik fotografeer, denk ik: ‘Er moet iets zijn wat deze man of deze vrouw interessant maakt.’ En dat hoeft niet altijd vanzelfsprekende schoonheid te zijn, integendeel zelfs. Precies daarom heeft mijn fotografie bepaald weinig met glamour te maken. En in mijn zoektocht naar dat interessante facet laat ik heel veel aan het lot over. Ik heb vaak de nieuwsgierigheid van een fan, wat volgens mij een normale nieuwsgierigheid is. Kijk, als ik een schilderij zie dat me bevalt, wil ik de schilder ontmoeten. Een foto maken is nog altijd mijn excuus om mensen te ontmoeten.»

HUMO Er schiet mij een prachtige foto van Joe Cocker te binnen: hij ziet eruit als de loodgieter die hij ooit was, een loodgieter die zijn vakantie op een camping doorbrengt. Boven zijn hoofd staat het woord ‘Eldorado’. Joe Cocker is niet iemand die het van glamour moet hebben, maar jij lijkt hem nog gewoner en ook wel menselijker te willen maken dan hij er van nature al uitziet.

CORBIJN «Glamour heeft op zich geen aantrekkingskracht voor mij. De aantrekkingskracht zit ‘m voor mij in wat artiesten máken. Ik zié glamour ook niet, misschien wel omdat ik in het begin vooral een zwart-witfotograaf was, en dat was ik vooral omdat ik geen kleur kon afdrukken (lacht)

HUMO lk kan me voorstellen dat het bij het fotograferen helpt als je het werk van je onderwerp goed vindt. Waarom heb je de hoesfoto van de cd ‘They Call Me Hansi’ van James Last gemaakt?

CORBIJN «Het gaat mij ook om waardering voor de persoon die ik fotografeer, hoor. Men heeft mij gevráágd James Last te fotograferen. Bovendien ben ik erg bevriend met de producer van die cd. Ik heb geprobeerd James Last in een heel ander jasje te steken.»

HUMO Dat is je gelukt: je hebt hem als borstelige cowboy afgebeeld.

CORBIJN «Ik heb het voor weinig of geen geld gedaan, want ik wou er speciaal voor naar Amerika: ik heb er hooguit duizend euro aan verdiend. Maar ik vond hem een te gekke gozer. Ik hoorde ook van zijn muzikanten dat hij heel goed voor ze is. En wat zijn muziek van vroeger betreft: hij heeft dat genre zowat uitgevonden, weetjewel. God bless him

HUMO Misschien, maar toen we jong waren, was James Last toch wel het toppunt van kneuterigheid, dacht ik.

CORBIJN «Jawel: de lievelingsmuziek van de ouders van je vrienden (lachje). Dat ben ik met je eens, hoor, maar hij heeft toch iets gedáán in zijn leven. Vijfenzeventig is hij nu. Een heel lieve man.»

HUMO Jij beweegt je wel in een cultuur waar hip zijn van het grootste belang is.

CORBIJN «Ach, dat trek ik me allemaal niet aan. Ik ga niet naar clubs, ik kom nergens waar ik zogenaamd zou moeten komen. Ik zwem gewoon door allerlei dingetjes heen. Als je heel erg deel uitmaakt van een mode, maak je ook heel snel deel uit van een oude mode. Ik ben veel te veel op de fotografie zelf gericht om me zorgen te maken over wat in de ogen van een publiek trendy is en wat niet. Wat iemand anders van mijn foto’s gaat denken, is nooit mijn drijfveer geweest.»

null Beeld Johan Jacobs / Humo
Beeld Johan Jacobs / Humo

MOEILIJKE MOMENTEN

HUMO Je hebt altijd gezegd dat je een hekel hebt aan voorbereiding.

CORBIJN « Als ik videoclips regisseer, kan ik me dat natuurlijk niet permitteren, maar als fotograaf durf ik weleens totaal onvoorbereid naar een shooting te gaan. Maar altijd heb ik wel mijn gezonde nervositeit bij me, zal ik maar zeggen, iets wat me alert houdt. Als fotograaf heb ik me altijd zo onbelangrijk gevonden dat ik niemand mijn wereld wilde opdringen - ik heb geen studio - maar altijd in de eerste plaats de wereld van mijn onderwerp wou laten zien. lk ga dan ook naar de omgeving van die mensen toe, ze móét deel uitmaken van mijn foto. Eigenlijk kán ik heel weinig voorbereiden, maar ik sta aldoor open voor wat zich aandient. Ik wil avonturen beleven: nog een goede reden om weinig voor te bereiden.»

HUMO Je plaatst ook weleens mensen in een omgeving: ik denk aan Iggy Pop die je in Central Park gefotografeerd hebt. Hij kruipt naakt rond - ooit zong hij ‘I Wanna Be Your Dog’ en nu lijkt het zover - en is als hond eigenlijk maar een bescheiden deel van die foto: er gaat heel veel aandacht naar bomen en struiken. En dan is er ook nog Bono, die bijna lijkt te verdwijnen in een hallucinant stadslandschap van Tokio. En Frank Sinatra, die een eenzame schim wordt in een bar.

CORBIJN «Zowel met Bono, als met Sinatra wou ik laten zien hoe alleen mensen kunnen zijn in een overdonderende omgeving. Die foto van Iggy Pop heb ik één keer gepubliceerd, maar ik heb hem nog niet op tentoonstellingen laten zien, omdat ik nog altijd niet weet welke kant ik ermee uit wil. Hij is schilderachtig. Die setting had ik wel vooraf bedacht.»

HUMO Kostte het moeite om Iggy Pop dat idee aan te praten?

CORBIJN «Het ging niet vanzelf. Maar ik héb de foto (lachje)

HUMO Je zult in de loop der jaren wel een methode ontwikkeld hebben om mensen te overtuigen. Of toch een zekere flair.

CORBIJN «Neen, ik heb geen methode. lk weet alleen dat je bepaalde dingen beter op de man af kunt vragen dan dat je ze bijvoorbeeld probeert uit te leggen in een brief. Je moet er eigenlijk van uitgaan dat die mensen geen tijd hebben voor je brief. Van Danny DeVito kreeg ik ooit tien minuten. Ik wou hem fotograferen met een ballonnetje in zijn hand; daar heb ik vijf minuten over gepraat, en hij wilde.

»Een goed idee is één ding, maar veel belangrijker is dat de mensen er vertrouwen in hebben dat je dat idee ook goed zult uitvoeren. Dat ze zien dat je je vak ernstig neemt. Dat vertrouwen heb ik ondertussen wel. Maar ik heb nog altijd heel veel begrip voor mensen die iets niet willen doen, want ik vind dat ik geen recht heb op wat dan ook, en dat ik dus ook geen eisen kan stellen. Pikken ze iets niet, dan moet ik maar snel met een ander idee op de proppen zien te komen. Je kunt achter je bureau wel ideeën zitten bedenken, maar de beste foto’s heb je nooit aan zulke vooropgezette ideeën te danken. In Amerika eisen pr-mensen weleens dat je vooraf ideeën inlevert. Daar heb ik helemaal geen zin in, en daardoor moet ik vaak in moeilijke omstandigheden fotograferen. Maar dat geeft niet, want mijn vrijheid is groot.»

HUMO Je hebt mensen gefotografeerd die als onbenaderbaar bekendstaan. Je hebt niet alleen prachtige foto’s gemaakt van de erg teruggetrokken, schuwe, en ook zieke Captain Beefheart, alias Don van Vliet, je hebt ook een indrukwekkende korte film over hem gedraaid: ‘Some YoYo Stuff.

CORBIJN «Ik kan niet ontkennen dat ik met hem bevriend ben geraakt. Vier jaar geleden zag ik hem voor het laatst, wat een unicum is, want de meeste van zijn kennissen hebben hem in geen tien, zelfs in geen vijftien jaar nog ontmoet. Hij zegt altijd dat hij voelde dat het goed was toen hij mij voor het eerst zag.»

HUMO Nederlanders onder elkaar.

CORBIJN «Dat zal het geweest zijn: ik kon de naam Van Vliet perfect uitspreken (lacht). Ik ben gek op hem. Fantastische man, al ben ik niet iemand die dagelijks Beefheart-platen draait. Ik vind hem ook een heel goede schilder, en je kunt ontzettend veel lol met ‘m hebben. Een prima gozer.»

HUMO Ben je in de loop der jaren anders over rockmuziek gaan den-ken?

CORBIJN «Ik speel thuis nog veel muziek, maar ik ga nooit naar concerten, ook al wegens tijdgebrek. Ik vind muziek nog steeds iets magisch, iets wat energie geeft en mensen verenigt, ook iets wat mood swings kan veroorzaken, maar ik ben niet langer het type dat in een rokerige zaal gaat staan. Ik heb me ook nooit in mijn sas gevoeld als concertfotograaf, terwijl ik toch zo begonnen ben. Maar toen ik eenmaal inzag wat ik zoal met fotografie kon doen, viel dat live-aspect het eerst af. Wanneer ik een bepaalde binding voel met een muzikant, is dat nooit als hij op het podium staat. Ik hou meer van de moeilijke momenten: als iemand op het punt staat een song te schrijven, of op te nemen. Niet dat ik die momenten fotografeer, maar als ik weet dat de artiest zulke momenten heeft, voel ik me meer met hem ver-bonden. Om die sfeer, die spanning, is het me altijd te doen geweest.»

EEN PRACHTIGE DAG

HUMO Ben je heel erg aanwezig op een shooting, of probeer je zo afwezig mogelijk te lijken?

CORBIJN «Ik wil mijn aanwezigheid in ieder geval niet als belangrijk doen overkomen. Het maken van een foto moet comfortabel verlopen, luchtig bijna, al ben ik niet voortdurend uit op grappige foto’s.

»Ik denk dat ik een makkelijker mens ben in mijn werk dan in mijn leven. ik heb nog steeds een heel romantisch, en dus weinig realistisch, idee over fotografie: je staat ‘s ochtends op, je gaat erop uit met een camera, je hebt met iemand afgesproken bij een kopje thee, je praat een beetje, je maakt enkele foto’s en dan ga je weer naar huis in het besef dat het een prachtige dag is geweest. Soms is het net zo relaxed als ik je nu vertel. Natuurlijk riskeer ik dat ik niet helemaal niets naar huis ga - wat dat betreft heb ik al enorme risico’s genomen, en dat heeft altijd weer te maken met mijn bijna principiële onvoorbereidheid. Soms krijg ik maar enkele minuten: van Robert De Niro heb ik ooit vier foto’s kunnen maken, met een flitsje. Maar naarmate ik meer naam kreeg, kreeg ik ook meer tijd. Sommige mensen geven mij een volledige dag om een foto te maken, en daarvoor betalen ze je ook nog eens veel, maar ik weet vaak niet hoe ik zo’n dag moet vullen. Ik weet wei dat meer tijd geen betere foto’s garandeert, want je concentratie is lager.»

HUMO lk weet dat je de Engelse fotograaf Michael Cooper bewondert: die was in de jaren zestig close met zowel The Beatles als The Stones, hij heeft de hoesfoto’s voor ‘Sgt. Pepper’s’ gemaakt en ook die voor ‘Their Satanic Majesties Request’. En je houdt ook van de Amerikaan Elliott Landy, de officiële fotograaf van het Woodstock Festival, die heel nauw was met onder anderen Bob Dylan, zo nauw zelfs dat hij Dylan met zijn kinderen heeft gefotografeerd, wat niemand hem ooit heeft kunnen nadoen.

CORBIJN « Cooper heeft ook die hele periode in beeld gebracht: alles wat er rond The Beatles en The Stones gebeurde. Dat je toegang tot al die kringen hebt, leek mij altijd al ideaal voor het soort fotograaf dat ik wilde zijn.

»Landy heeft ook de bekende sepiakleurige foto’s voor de tweede elpee van The Band gemaakt. Robbie Robertson vertelde me dat ze helemaal geen foto’s op die hoes wilden, maar de platenrnaatschappij eiste er. De jongens van The Band hebben toen uit balorigheid geïnformeerd naar de slechtste fotograaf van dat moment, en toen kwamen ze bij Landy terecht, in die tijd een krantenfotograaf (lachje). Echt de man die ze nodig hadden. Ik heb één van Landy’s foto’s van The Band geciteerd in een videoclip die ik voor Mercury Rev heb gemaakt: ‘Goddess on the Highway’. Cooper en Landy hadden allebei attitude en zin voor avontuur: hun foto’s vertellen dan ook iets over het leven zelf.»

HUMO Jij hebt Dylan ook al gefotografeerd. Hij lijkt een afwerend gebaar te maken - zijn onderarm dekt een deel van zijn gezicht af.

CORBIJN «Bob wou een foto waar niet zijn hele gezicht op stond. Dat zei hij me vooraf. ‘Een foto,’ zei hij ook nog.»

HUMO Jij bent al jaren een vertrouwenspersoon van U2. Dat is niet niets.

CORBIJN «Dat denk je omdat zij zo’n grote band zijn, en vooral een band die al zolang bestaat én succes heeft, maar eigenlijk ben ik nauwer betrokken geweest bij Depeche Mode

HUMO In een Engels blad las ik zelfs dat jij Depeche Mode gemáákt heb.

CORBIJN «Dat zijn mijn woorden niet (lacht). Ik zal zowel Depeche Mode als U2 wel aan een visueel image hebben geholpen, maar om dat image te bepalen had ik hun muziek nodig: het verschil tussen de beelden van ‘Joshua Tree’ en ‘Achtung Baby’, twee mijlpalen in de carrière van U2, is dan ook enorm groot, net zo verschillend als de muziek zelf. Als ik nu naar de foto’s van ‘Joshua Tree’ kijk, denk ik: ‘Wat zien ze er jong uit.’

»Ik ben net klaar met een foto-boek over U2; het afgelopen jaar heb ik alle foto’s doorgenomen die ik ooit van hen heb gemaakt - ‘t is een te gek gevoel dat ik erbij was toen een band zijn hoogtepunten beleefde. Die foto’s van U2 zijn ook een beetje mijn geschiedenis, en daardoor was die berg negatiefjes en contacten ook deprimerend. Ik dacht namelijk: ‘Dit kun je nooit, nooit meer overdoen.’ En ook: ‘Hoe komt het dat een Hollandse dorpsjongen dit heeft mogen meemaken?’»

HUMO Die laatste vraag siert je, vind ik, maar misschien is ze al te bescheiden. Je hebt er volgens mij meer talent dan geluk voor nodig gehad.

CORBIJN «Misschien. En discipline, en doorzettingsvermogen.»

HUMO En het lef om het in Londen te wagen, ver van huis.

CORBIJN «De beslissing om me in de jaren zeventig in Londen te vestigen en daar te werken was moeilijk, dat wel, maar toen ik jong was, leek de wereld me kleiner dan nu. Voor dat fotoboek van U2 had ik eerst een heel serieus voorwoord geschreven, onder de titel ‘Testament’, maar ik heb het er helemaal uitgegooid. Maar het geeft wel aan hoe zwaar ik het vorig jaar heb gehad, want foto’s activeren het geheugen, en every picture tells a story, hé?»

null Beeld DOCUMENTATION
Beeld DOCUMENTATION

DE SCHOONHEID EN DE TROOST

HUMO Toen de jaren zestig voorbij waren, pleegde Michael Cooper zelfmoord: ‘De magie is voorbij,’ zou hij gezegd hebben. Begrijp je dat iemand zodanig in een epoque en in een scene opgaat dat hij ook vindt dat zijn leven geen zin meer heeft als die epoque voorbij is, en die scene opgebroken?

CORBIJN «Jawel, als je er te veel in opgaat. Maar ik ben te gedisciplineerd om het ooit zover te laten komen. Daarbij komt nog dat Cooper een idealist was, die inzag dat het idealisme van de jaren zestig tot niets leidde, en dat de oude klassenmaatschappij in Engeland ge-woon vervangen werd door een nieuwe klassenmaatschappij. Ik ben nooit zo’n idealist geweest. Vroeger was ik vaak gedeprimeerd, maar zelfmoord heeft altijd ver van me afgestaan - ik kan nooit goed begrijpen waarom iemand zover gaat. Zelfs als ik me beroerd voel, blijf ik nog veel schoonheid zien.»

HUMO Als ik naar de foto’s uit je boek ‘Farnouz’ kijk - je werk tussen 1976 en 19138 - word ik aan een deprimerende tijd herinnerd, ook al heb ik me in die sombere jaren meestal goed geamuseerd.

CORBIJN « Wat je ziet is mijn beleving van toen, mijn state of mind. Ik had net een gesprek met Deborah Curtis, de weduwe van Ian Curtis; ik zei haar dat ik me de tijd van Joy Division als ontzettend grijs herinnerde. Zij dus helemaal niet, integendeel zelfs.»

HUMO Je gaat haar boek ‘Touching from a Distance’. over haar leven met Ian Curtis, verfilmen. De stap van videoclips naar speelfilm lijkt mij niet gering.

CORBIJN «Ik heb weleens acteurs gebruikt in videoclips, meer als figuranten eigenlijk, maar inderdaad: makkelijk zal het niet worden, en het zal een groot deel van mijn jaar opeisen.»

HUMO In je reeks zelfportretten in Strijen poseer je ook als Ian Curtis. Is hij heel belangrijk voor je geweest?

CORBIJN «Ik was jong, toen, en ik sprak slecht Engels: zijn teksten begreep ik dus niet zo goed. Maar intuïtie kan verregaand zijn: wat muziek je ingeeft, is vaak ingrijpender dan de werkelijke inhoud van de lyrics. Joy Division heeft er al even intuïtief voor gezorgd dat ik naar Engeland verhuisd ben: als ik hen fotografeerde, dacht ik: ‘Waar die hand thuishoort, wil ik zijn,’ terwijl ik nooit een conversatie van enige betekenis met hen heb gehad. En nu, vijfentwintig jaar later, is Ian Curtis het onderwerp van mijn eerste speelfilm. Dat ik aangewezen word om die film te draaien. vind ik veelbetekenend.»

HUMO Kan een fotograaf ook té close worden met zijn onderwerp?

CORBIJN «Ja, want je kunt je edge verliezen. Dat heb ik met U2 proberen te voorkomen door mezelf te ontwikkelen: dat doe ik dan niet alleen voor mezelf, maar ook voor de groep.»

HUMO De meeste mensen die jij fotografeert, zijn al ontzettend vaak gefotografeerd. Daar zijn het namelijk beroemdheden voor. Moet je hun gewenning op één of andere manier zien te doorbreken?

CORBIJN «Ja, ik vind dat ik iets moet doen wat mensen nog niet eerder hebben gezien, anders zit ik gewoon m’n brood te verdienen. Ik heb Kate Moss, Helena Christensen en Naomi Campbell gefotografeerd: ‘t is heel makkelijk om een mooie foto van ze te maken, want hun schoonheid krijg je als het ware cadeau, maar daar neem ik geen vrede mee. Ook bij Bono merk ik gewenning - bij hem moet ik zéker door iets heen zien te breken, want hij weet zo goed hoe hij gefotografeerd moet worden. Dat wordt stilaan een probleem. Ik moet steeds waakzamer zijn om juist dat moment te kunnen vastleggen waarop hij zich iets minder van zichzelf bewust is. Dat beseft hij zelf ook wel, hoor. Hij verwijst heel vaak naar een foto die ik in 1983 van hem heb gemaakt. Hij zit in een helikopter, en zijn gezicht is heel erg open, zo’n gezicht dat je nooit meer terugkrijgt. Hij lijkt heimwee naar dat gezicht te hebben.»

MOOI EN KEER

HUMO Kun je je voorstellen dat je ooit genoeg krijgt van het leven dat je nu leidt?

CORBIJN «Dat doe ik haast dagelijks. Mijn leven is vrij slopend, moet ik zeggen, want het is een leven zonder routine. Dat is aantrekkelijk, maar je laat een boel dingen niet toe in dat leven, of beter: ‘t is niet makkelijk om ze erin toe te laten. Ik heb geen gezin, bijvoorbeeld, en daar ben ik me opeens van bewust geworden, nu ik negenenveertig ben. Ik heb er nooit tijd voor gehad, altijd was ik ergens anders...»

HUMO Zie je dat als een offer dat je voor je kunst hebt gebracht?

CORBIJN «Neen, alleen denk ik nu: “t Wordt, misschien, tijd om even na te denken over wat ik precies wil.’ Maar ik ben altijd met zeer veel vreugde mijn weg gegaan, en ik kan ook niet klagen over mijn resultaten: ik heb overal tentoonstellingen, ik kan kleding en eten kopen, en ik wil altijd we] beseffen dat het leven dat ik leid mijn keuze is geweest, over het algemeen. Ik hou er ondertussen wel rekening mee dat ik die keuze kan veranderen.»

HUMO Nog even terug naar je begin. Enkele jaren geleden kwamen de domineeskinderen van Nederland bijeen, onder aanvoering van Freek de Jonge. Door zo’n bijeenkomst leek het alsof domineeskinderen lotgenoten zijn.

CORBIJN «Ik was daar ook, maar ik ben er heel snel weggegaan. Nu is het anders, maar in de jaren vijftig, zestig was het vooral in een dorp niet zo prettig om een dominees-zoon te zijn: je was de zoon van een notabele, hè, en je moest aan strenge eisen voldoen. Als kind begrijp je dat niet. Mijn vader was niet steil in de leer, maar het dorp was dat wel. Mijn vader vond Tommy Cooper te gek: dat zegt volgens mij veel over hem.

»Ik praat maar weinig over geloofszaken met mijn vader, omdat ik hem niet voor het hoofd wil stoten. Ik ga niet meer naar de kerk - niemand van de kinderen, geloof ik - en dat vind ik vervelend voor mijn vader. Maar niet voor mij. Ik ben niet zo’n voorstander van de religie als instituut, want waarom zou iemand die om zich heen kijkt, daar voorstander van willen zijn? Zoveel onrecht, zoveel verdriet. Er wordt anderzijds nog altijd veel troost uit geloof geput, kennelijk: ignorance is bliss, zou je kunnen zeggen.

»Er zit anders nog altijd iets protestants in mij, iets wat me weleens dwarszit: ik vind bijvoorbeeld dat ik niet zomaar weggooidingen mag maken. Ik vind het ook moeilijk om een foto te maken die gewoon mooi is, terwijl ik wel kan genieten van het werk van andere fotografen die zulke foto’s maken. Bij mij moet er altijd iets méér achter zitten: minstens iets dat je als idee kunt herkennen. Dat je dus iets laat zien dat bijvoorbeeld tot een beter begrip van mensen leidt.»

HUMO De fotospecial die het Duitse blad Stern onlangs aan jouw werk heeft gewijd. heet ‘Innocence’. Waarom?

CORBIJN «Ik wou in dat blad een ander soort foto’s laten zien: een kant van mij die je niet zo goed kent. In sommige van die foto’s bemerk je misschien een seksuele ondertoon, iets wat de meeste mensen niet met mijn werk associëren. Of anders: een donkere kant van het leven.

»Eigenlijk gaat ‘Innocence’ over het verlies van onschuld. Je kunt nooit meer terug naar je onschuld; je mag al blij zijn als je je enthousiasme kunt behouden. Ik ben nog altijd enthousiast, maar niet zoals dertig jaar geleden. Ik ben veel gerichter nu. En gelukkig maar.»

‘OnderOns’, zaterdag 28 januari, Canvas, 22.10

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234