Comedy Cup
Comedians over de grenzen van humor. ‘Als Belg van Marokkaanse komaf vind ik dat Marokkanengrappen absoluut moeten kunnen’
In de aanloop naar de grote finale van Humo’s Comedy Cup mogen Vlaamse en Nederlandse comedians hun komische licht laten schijnen over hoe de veranderende tijden en gevoeligheden zich in de loop der jaren weerspiegeld hebben op het podium, en welk onheil men zoal over zichzelf kan afroepen wanneer men aan die gevoeligheden al dan niet moedwillig zijn funny pants veegt. Start de lachband!
JAN JAAP VAN DER WAL «Ik ben met comedy begonnen in 1997. Een heel andere tijd dan nu: je kon nog over alles en iedereen grappen maken, omdat er niks aan de hand was in de wereld. Destijds zat ik bij het gezelschap Comedytrain, samen met de Marokkaan Najib Amhali, een stuk of wat Surinaamse comedians, een homo en een heel dikke jongen die Idse heette. Met al die gasten werd hartelijk gelachen, en niemand die daar een opmerking over maakte. Maar dat is allemaal veranderd op 11 september 2001: sinds die dag lijkt het alsof alles wat je op een podium uit je nek kletst, tegen je gebruikt kan worden.»
RAF COPPENS «In Vlaanderen ligt alles wat naar racisme zweemt, al veel langer onder een vergrootglas. Ik ben inmiddels al zo bejaard dat ik me nog het liedje ‘Ziekenkas’ van De Strangers herinner, uit de jaren 80: ‘Allah is groot, maar de ziekenkas is groter’. Zie je dat in 2018 nog gebeuren? En op de middelbare school hadden wij een leraar die in de klas vrijuit racistische moppen vertelde: ‘Coppens, moet ge geen Mercedes kopen? Vijftien jaar oud, 200 kilometer op de teller. Is van een Turk die er elke dag mee naar zijn werk is gereden.’ Dat werd toen algemeen getolereerd, die grappen zaten in dezelfde schuif als de schoonmoeder- en pastoorsmoppen. Ik heb er mezelf in het begin van mijn carrière ook toe laten verleiden, omdat ik véél grappen moest schrijven en omdat ik wist dat de Vlaming daar graag mee lachte. Maar toen het Vlaams Blok in 1991 doorbrak, lag het allemaal veel gevoeliger. En sindsdien is het alleen maar erger geworden. Al hoeft dat voor een comedian niet per se een slechte zaak te zijn.»
DRIES HEYNEMAN «Ik vind het juist góéd. Al die gevoeligheden van tegenwoordig zijn één grote speeltuin voor een comedian. Je moet je natuurlijk wel in die speeltuin durven te begeven. Vroeger wemelde het in de Vlaamse comedy van de nonnetjes en de pastoors, maar tegenwoordig is het toch oneindig veel spannender om grappen te maken over een imam? Dat is tenminste explosief – zelfs letterlijk, als je niet uitkijkt.»
HAN COUCKE «Het valt me op dat het meestal blanke, hogeropgeleide mensen zijn die er problemen over maken. Zo van: ‘Oeioei, gaan de allochtonen niet kwaad zijn?’ Maar in mijn ervaring is het tegendeel het geval. Ik heb als Han Solo, een openlijke racist, al opgetreden voor Marokkanen in Borgerhout en voor Turken in Limburg: die gasten deden daar absoluut niet moeilijk over, omdat ze meteen doorhadden dat het om een parodie ging.»
NIGEL WILLIAMS «In De Roma in Borgerhout heb ik eens voor een goeddeels allochtoon publiek gezegd: ‘Ik vind die mensen van Groen nogal racistisch: ze denken precies dat Marokkanen geen gevoel voor humor hebben. Ik weet dat jullie wél gevoel voor humor hebben, en daarom ga ik nu een grap maken over Mohammed.’ Heel die zaal muisstil, natuurlijk. Ik zeg: ‘Ik snap niet dat er van jullie geen afbeeldingen gemaakt mogen worden van Mohammed. De schoolfotografen in Borgerhout doen toch niet anders?’ Die gasten aan het lachen!»
PIET DE PRAITERE «Ik heb wél eens trubbels gehad in Borgerhout, maar dat had vooral te maken met een gebeurtenis waar ik op dat moment geen weet van had. Ik trad als Etienne met het open verhemelte op in een café waar veel Marokkanen zaten, en ik vertelde een mop over een Marokkaan die werk had gevonden – hij werkte op iedereen z’n zenuwen. Een beetje gewaagd misschien, maar dat de reactie zo vijandig zou zijn, had ik nu ook weer niet verwacht. Ik vroeg nog: ‘Vinden jullie dit niet een tikkeltje te racistisch? En pas op, ik kan de vraag ook omdraaien: Racistisch te tikkeltje een niet dit jullie vinden?’ Maar het kalf was al verdronken: ze begonnen sigarettenpeuken naar me te gooien en opstandig te doen, en uiteindelijk moest ik door een stel potige kerels uit het café geëscorteerd worden. Pas achteraf kwam ik te weten dat de Antwerpse politie die dag een Marokkaanse jongen had neergeschoten. Ik denk niet dat ik die grap gemaakt zou hebben als ik dat had geweten: je hoeft je publiek niet nodeloos te schofferen.»
KAMAL KHARMACH «Als Belg van Marokkaanse komaf vind ik dat Marokkanengrappen absoluut moeten kunnen. Ik heb er in mijn show zelf eentje, over een Marokkaanse vriend die naar een uitzendbureau was gegaan voor een job. ‘Sorry mevrouw, maar dit pik ik niet,’ zei hij toen de dame tegenover hem nogal onvriendelijk was. Waarop hij haar vaas gewoon teruggaf.»
URBANUS «Als je problemen wilt vermijden, maak je beter grappen over Chinezen dan over Marokkanen: die maken zich daar zo druk niet om. Ik denk trouwens dat als Zwarte Piet een Gele Piet was geweest, er nooit een haan naar had gekraaid. Dat gezegd zijnde: in mijn huidige show heb ik niet alleen ruzie met een Chinees, maar vertel ik ook een verhaal over die keer toen ik in Congo iets was gaan eten. ‘Wilt u iets kleins vooraf?’ vroegen ze me, waarop ik: ‘Ja, graag!’ Kreeg ik daar een pygmee op mijn bord! Een grap die zó ver over the top is, moet kunnen. En pas op, dat gebeurde in Congo ook echt, hè. Ik heb Dirk Draulans daar een keer smakelijk over horen vertellen.»
COPPENS «Over ver over the top gesproken: ik zing op het podium weleens een liedje over bootvluchtelingen op een melodie van Boudewijn de Groot: ‘Zo te sterven op het water / Zonder pas, zonder papier / Zo te sterven op het water / Op tien meter van de pier’. Het is er zodanig los over dat iedereen begrijpt dat het maar om te lachen is.»
COUCKE «Ja, maar je mag het publiek ook niet overschatten. Als Han Solo stond ik ooit voor een volle zaal een warm pleidooi te voeren voor geweld tegen vrouwen ‘als ze er zelf om gevraagd hebben’. Ineens begon een dame vooraan in de zaal hartgrondig te huilen, waardoor er in geen tijd een hele scène ontstond, met drie of vier vrouwen die de huilende dame probeerden te troosten en die haar na een tijdje uit de zaal begeleidden. Ik ging toen verder met mijn show, tot die huilende dame even later snikkend en snotterend terug binnenkwam om mij m’n vet te geven: ‘Ik ben geslagen door mijn ex-man, en jij staat dat hier te promoten! Schande!’ Ik heb haar en de rest van het publiek met handen en voeten moeten uitleggen dat ik, Han Coucke, uiteraard ook tegen geweld tegen vrouwen ben.»
PHILIPPE GEUBELS «Ik heb daar nog nooit echt last van gehad, terwijl ik toch ook vaak moppen heb verteld die je vrouwonvriendelijk zou kunnen noemen. ‘Mijn vrouw heeft een alcoholprobleem: elke keer als ik zat ben, begint ze te zagen.’»
ALEX AGNEW «Ik ga ’m hier niet vertellen, maar in mijn nieuwe show zit een verkrachtingsmop die applaus krijgt. Ik ben er trots op dat ik daarmee wegkom in het #MeToo-tijdperk, want mensen zijn tegenwoordig vaak bozer op de komiek die een grap maakt over verkrachting dan op de verkrachter zelf.»
VAN DER WAL «Er is tegenwoordig een gebrek aan opvoeding in humor, heb ik het idee. Ik ben opgegroeid met ‘Van Kooten en De Bie’ en ‘Jiskefet’, dan snap je wel wat ironie is. Maar dat is echt weg. Onlangs had ik in het Nederlandse tv-programma ‘Dit was het nieuws’ een tirade gehouden over het bizarre feit dat je aan de Universiteit van Amsterdam sinds kort met puppy’s kunt knuffelen om examenstress tegen te gaan. Mijn conclusie was dat de mensen die dat hadden bekokstoofd, niet meer zouden mogen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. De dag na die uitzending werd ik gebeld door allerhande actualiteitenrubrieken en kranten: of ik dat nou echt meende? Zoiets zou pakweg vijftien jaar geleden nooit gebeurd zijn.»
De boom in
AGNEW «De geweldige comedian Bill Burr zei ooit: ‘Mensen zullen met je lachen, tót je een onderwerp aanraakt dat hun na aan het hart ligt.’ In tegenstelling tot al de rest waar ze wél hartelijk om hebben gelachen, beslissen mensen ineens dat je méént wat je daarnet hebt gezegd. En dan heb je het al snel aan je rekker, want dialoog bestaat niet meer. Mensen beginnen je meteen voor rotte vis uit te schelden op sociale media, of ze sturen een kwade mail waarin staat dat je hun persoonlijk geweld hebt aangedaan. Sign of the times.»
KHARMACH «Ik heb een tijdje geleden een paar kwade mails gekregen van holebi’s, omdat ik in mijn show ‘De schaamte voorbij’ met de Gay Pride had gelachen. Helemaal niet slecht bedoeld, maar volgens hen was dat enorm stigmatiserend. Iemand schreef zelfs: ‘Ik hoop dat je beseft hoe erg het is dat je iets over een hele gemeenschap zegt, terwijl het maar om een paar individuen gaat.’ ‘Dude!’ heb ik geantwoord. ‘Serieus? Je bent hier tegen een moslim bezig, hè? Dat is óns ding!’ (lacht)»
GEUBELS «‘Vorige week heb ik in een homobar opgetreden. Dat was heel leuk, maar ik heb na afloop een serieuze fout gemaakt aan de toog. Echt waar, als ik je een goeie raad mag geven: zeg nooit in een homobar dat je als comedian ook weleens serieus genomen wilt worden.’ Zo heb ik veel homograppen gemaakt, hoor. En ik heb er nooit klachten over gehad.»
WIM HELSEN «In mijn eerste voorstelling ‘Heden soup!’ zat een stuk waarin de figuur die ik speelde, een halve waanzinnige, zich erg kwaad maakte over het feit dat Maria heilig is verklaard en hij niet. Wat had Maria ooit gedaan behalve zich laten bezwangeren? In het zuiden van Nederland en hier in België was dat nooit een probleem, en in de grote Nederlandse steden evenmin. Maar in de streng protestantse gebieden in het noorden hebben meer dan eens mensen gechoqueerd de zaal verlaten. Dat vond ik vreemd, want protestanten hebben toch niks met Maria?»
COPPENS «De kwaadste reacties die ik ooit heb gekregen, kwamen op een parodie van ‘Kvraagetaan’ van Fixkes, die ik voor een verkiezingsshow op VTM had gemaakt. Mijn versie ging over een buitenlander die in België asiel aanvroeg, en daarna ook stempelgeld en kinderbijslag en zo: ‘Het is zo simpel allemaal.’ Tijdens de opnames ontstond een serieuze rel: een aantal piefen van Groen en de SP.A stapten op hoge poten op, en gingen verhaal halen bij een aantal piefen van VTM. Om de lieve vrede hebben die beslist om het nummer uit de show te knippen. Niet veel later kreeg ik telefoon van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding: of ik wist dat de audioversie van dat nummer op YouTube stond, en of ik het zo snel mogelijk kon verwijderen. Ik heb twee keer nee moeten antwoorden: ik kon dat niet verwijderen, ik wist niet eens hoe het erop gekomen was.»
BERT GABRIËLS «In volle bankencrisis heb ik eens een stukje gebracht over die pipo’s van Dexia die met ons geld waren gaan lopen. Plots riep een man vanuit de zaal: ‘Zeg, vind jij dat grappig?’ Dus ik: ‘Euh, ja. Wat is het probleem?’ – ‘Ik zit in de raad van bestuur van Dexia, en ik kan hier echt niet mee lachen!’ ‘O, excuseer!’ heb ik ’m van repliek gediend. ‘Weet u wat? We zullen het over Fortis hebben!’ Ik heb mijn pissige monoloog toen simpelweg vervolgd over Fortis, terwijl iedereen goed wist dat ik over Dexia bezig was. Die man heeft zich niet meer geroerd.»
WILLIAMS «Ten tijde van de parachutemoord, een jaar of tien geleden, moest ik optreden in dat dorpje waar de familie De Croo eigenaar van is, Brakel. Alexander De Croo was net verkozen tot voorzitter van Open VLD, en voor een zaal vol lijfeigenen zei ik: ‘Proficiat, Alexander. Ik ben blij dat er tenminste íémand in Vlaanderen is van wie de parachute wel heeft gewerkt.’ Die mensen waren niet echt blij – ik druk me zacht uit – maar ik dacht: de boom in. Als ik iets te zeggen heb, dan ga ik dat zeggen.
»Daarom word ik niet gevraagd voor die highfivende quizzen op tv: ik hou me niet aan het script en zeg waar ik zin in heb. Ik zou nochtans graag eens gevraagd worden, zodat ik zou kunnen repliceren: ‘Fuck off!’»
COPPENS «Ik loog daarnet toen ik zei dat de kwaadste reacties die ik ooit heb gekregen, die op mijn versie van ‘Kvraagetaan’ waren: de állerkwaadste reactie kreeg ik een jaar of vier geleden, in Sint-Eloois-Winkel. Ik moest in dat vredige West-Vlaamse dorpje optreden op de laatste dag van een driedaagse van een jeugdhuis, dus die gasten waren moe van al het feesten, en ook alweer – of nog – een beetje dronken. De moeder van één van hen kwam op een bepaald moment de tent binnen met een schaal vol gebarbecuede pensen en brochettes, en omdat ze een tamelijk forse vrouw was, maakte ik een allusie op Maggie De Block. Haar zoon was zo furieus dat hij in de tent al bijna uit zijn vel sprong, en dat hij me achteraf briesend stond op te wachten aan mijn auto – de stoom spoot uit z’n oren. Ze hebben hem met een paar man moeten tegenhouden terwijl ik in mijn auto sprong en wegreed, maar hij heeft zich kunnen loswrikken en trapte met een magistrale karatetrap mijn achterruit aan diggelen. Hoe je ’t ook bekijkt: een straffe prestatie.»
Overvloed aan ernst
COUCKE «Een paar jaar geleden heb ik eens een hele grabbelton aan gewéldig pissige reacties gekregen op sociale media, nadat Comedy Station bij een fragment van Han Solo de titel ‘Negers’ had gezet. Het kwam erop neer dat veel mensen andermaal niet doorhadden dat het om een parodie ging, en dat ze zich afvroegen waar the fuck ik mee bezig was. Maar er waren ook reacties in de trant van: ‘Echt grappig vind ik het niet, maar hij heeft wel een punt.’ (lacht)»
DE PRAITERE «Je krijgt langs alle kanten op je donder wanneer je het woord ‘neger’ gebruikt, maar ik vind het nog altijd erg grappig. Ik heb zo’n mop: ‘Ik zou weleens een neger willen zijn. Dat moet toch fantastisch zijn? Je stapt ’s morgens uit bed, strompelt naar de badkamer, kijkt in de spiegel en je denkt: fuck, ’t is nog donker, ik ga nog wat slapen.’ Heel dom, maar ze werkt.»
AGNEW «Ik gebruik het tegenwoordig niet meer omdat ik besef dat het kwetsend is, maar stiekem hou ik er wel van. En ook de intentie telt, want een woord betekent niet in alle omstandigheden hetzelfde. Wanneer je een bende gasten aanspreekt met: ‘Yo, my nigger! What’s up?’, dan zal niemand daar iets racistisch in zien. Maar als je een zwarte medemens beveelt: ‘Clean my plate, you dirty nigger!’, dan is het natuurlijk een ander verhaal. En als mijn Limburgse tante van 92 zegt: ‘Denzel Washington, da vin ich ne schone neger,’ dan bedoelt ze daar ook niks racistisch mee. In haar tijd gebruikten mensen die term gewoon.»
URBANUS «Laatst zag ik een show van Freddy De Vadder op tv. Op een gegeven moment bevond hij zich zogezegd in Afrika en moest hij een hoop volk bijeenroepen: ‘Beste mensen! Euh, ik bedoel: negers!’ Zoiets vind ik grappig. Al die politieke correctheid van tegenwoordig is voor ons comedians natuurlijk een hapklare brok.»
COPPENS «Je mag tegenwoordig niks meer: niet meer roken, niet meer aan de vrouwen zitten, niet meer belletjetrek doen, niet meer op straat zingen. Dat schept mogelijkheden voor een comedian: hoe preutser de tijd, hoe interessanter het voor ons wordt. Wij kunnen nog zeggen wat we denken, en het vermommen als humor.»
COUCKE «Ik vraag me weleens af hoelang het nog gaat duren. Laten we hopen dat ik er volkomen naast zit, maar ik vrees dat vroeg of laat ook wij kritiek zullen krijgen: ‘Onder het mom van humor mag schijnbaar alles.’ Dán gaan we pas lachen.»
URBANUS «Jaren geleden zat ik in een talkshow op VTM. Kamagurka zat naast me, en ook die man van Joods Actueel was aangeschoven, hoe heet hij ook weer – iedere keer als zijn oplage zakt, doet hij de ene of de andere een proces aan wegens belediging van de Joden. De eerste vraag van de avond was: ‘Hoever mag men gaan met humor?’ Kama kwam met een geniale repliek, die in deze tijden zo mogelijk nog relevanter klinkt dan toen: ‘Dat is de stomste vraag die er bestaat. Een veel interessantere vraag is: hoever mag men gaan met ernst? Alle onheil en miserie op de wereld komen voort uit een overvloed aan ernst. Niet uit een overvloed aan humor.’ Dát is gesproken, dacht ik, en ik heb er meteen een goeie grap over een kampwachter tegenaan gegooid. Ah, ja!»