‘Een paar keer per week valt er een meisje flauw in de klas. Dan vragen wij: 'Heb je vanochtend ontbeten?' Het antwoord luidt meestal: ‘Nee’’ Beeld
‘Een paar keer per week valt er een meisje flauw in de klas. Dan vragen wij: 'Heb je vanochtend ontbeten?' Het antwoord luidt meestal: ‘Nee’’

dossierARMOEDE OP SCHOOL

De lege brooddozen in de klas: ‘Soms breng ik 150 koffiekoeken mee naar school’

Steeds meer leerlingen komen met een lege brooddoos naar school, blijkt uit nieuwe cijfers van kinderarmoedeorganisatie Stichting Pelicano. De situatie is nog schrijnender dan in 2015, toen armoede al vele lege magen eiste: ‘Drie zussen gedroegen zich bijzonder onwillig in de klas. Toen ik hen apart nam, zeiden ze: ‘We hebben al twee dagen niet meer gegeten.’’

Jan Antonissen

(Verschenen in Humo op 25 augustus 2015)

Nee, zegt Dirk Veldeman, directeur van het Karel Buls-atheneum in Brussel, een warme maaltijd is op zijn school niet meer te verkrijgen. De interesse van de leerlingen was te klein. En eerlijk is eerlijk: lekker waren die aangeleverde maaltijden ook niet. Nu biedt de school broodjes aan, die ze in de loop van de ochtend bij een traiteur bestelt. Maar ook de verkoop van broodjes neemt zienderogen af. De leerlingen brengen doorgaans zelf hun brooddoos mee, al kan de inhoud danig verschillen.

DIRK VELDEMAN «Je hebt nog leerlingen die een stapeltje verse boterhammen naar school meebrengen of een lekkere pasta – gezonde dingen. Maar ze vormen stilaan een kleine minderheid. Soms zit er niks in de brooddoos van een leerling. Of chips, koeken, wafeltjes. Vroeger zaten leerlingen over de middag een halfuur aan tafel, nu lopen ze bij wijze van spreken de refter binnen en buiten. Maar hun honger is niet gestild. En na de middag zien we het resultaat: de honger speelt op, hun aandacht verslapt, het is lastig om hen bij de les te houden.»

Niet alleen op school wordt weinig en ongezond gegeten, thuis is het net zo’n probleem. Veel leerlingen komen ’s ochtends met een lege maag aan, zegt Veldeman. ‘Een paar keer per week gebeurt het dat we een meisje op het secretariaat krijgen dat in de klas is flauwgevallen, of dat dreigt te doen. Onze eerste vraag is altijd: ‘Heb je vanochtend ontbeten?’ Het antwoord luidt meestal: ‘Nee.’ Dan geven we een blikje cola: snelwerkende suikers, daar knappen die meisjes van op.’

Het atheneum deelt over de middag gratis soep uit, zo krijgen de jongelui toch een beetje groenten binnen. En in de diepvries zit een brood, voor wie helemaal niks heeft meegebracht.

VELDEMAN «Een lege brooddoos kan op twee dingen wijzen: kansarmoede of verkeerde voedingsgewoonten. Cola en chips kosten ook geld, een boterham met kaas is niet duurder. Leerlingen betalen de prijs voor de slechte organisatie in een gezin waar geen tijd of aandacht is voor gezonde voeding. Wij proberen hen bewust te maken van de mogelijkheden die er zijn. De keuze die ze hebben. Daarom geven we elke leerling bij inschrijving een gratis brooddoos. Als ze de doos in de loop van het schooljaar nog bij zich hebben, worden ze met een appel beloond. Daar zijn ze blij mee, echt waar. Het spoort hen aan om zuinig te zijn op hun brooddoos. Het zilverpapier is bijna helemaal uit onze refter verdwenen.»

Bart Crikemans, leraar schilderen en decoratie aan de beroepsschool TNA in Antwerpen, is het snel gaan dagen. Zestien jaar geleden, toen hij aan de Londenstraat begon met lesgeven, ergerde hij zich blauw aan drie zussen die zich, alsof ze het onderling hadden afgesproken, bijzonder onwillig gedroegen in de klas. ‘14, 15 en 16 waren ze,’ zegt Crikemans, ‘en er viel geen land met ze te bezeilen. Ik nam ze even apart, en toen zei één van hen: ‘We hebben al twee dagen niet meer gegeten.’ Ik was op slag niet meer boos.’

Crikemans verdiepte zich in het lot van de zussen. Hij zocht uit in welke omstandigheden ze leefden, en besloot wat extra artikelen in zijn mandje te leggen als hij ging winkelen. Zo is het begonnen, zegt hij. Nu haalt hij bij bakkers in de buurt de onverkochte voorraad op, en deelt die uit op school.

BART CRIKEMANS «Soms breng ik honderdvijftig koffiekoeken mee die ik mooi in de refter uitstal. Iedereen mag toetasten, maar sommige leerlingen vliegen daar werkelijk op af, en slaan een koek of drie naar binnen. Dat is niet mooi om te zien, maar ik begrijp het wel: die gasten rammelen van de honger.»

Ook Crikemans zijn de toenemende lege brooddozen opgevallen. Of dozen met oud brood. Of brood zonder beleg. Of koekjes waarvan de houdbaarheidsdatum al lang verstreken is. ‘Ik ben blij als ik leerlingen een broodje zie eten.’

In de wintermaanden koken Crikemans en zijn collega’s soep.

CRIKEMANS «De armoede neemt toe, bij Belgen en buitenlanders. Vroeger had je één sociaal geval in een klas van zestien leerlingen, nu heb je klassen van vijfentwintig leerlingen, en heeft bijna iedereen het moeilijk – met uitzondering van de uurwerkmakers. Hun ouders hebben vaak een bloeiende zaak.»

De enthousiaste leraar weet wat ze zeggen. Dat arme mensen medeverantwoordelijk zijn voor hun trieste lot omdat ze geld uitgeven aan dure en domme dingen, zoals abonnementen voor betaaltelevisie en nieuwe smartphones, terwijl ze levensnoodzakelijke spullen tekortkomen. Maar hij weigert mee te gaan in dat discours. ‘We moeten mensen beter begeleiden, anders breken ze nooit uit de helse cirkel van misère en machteloosheid. Ik zie te veel generatie-armoede.’

Sigrid Aertgeerts, directrice van de kleuterschool van het Heilig Hart in Heverlee, wordt boos als ze mensen hoort afgeven op die ‘spilzieke’ armen. ‘Waarom denk je dat mensen zich diep in de schulden steken om de laatste smartphone te kopen? Ze willen erbij horen. Ze doen álles om erbij te horen. Het komt ons niet toe daar een moreel oordeel over te vellen.’

In de kleuterschool van Heverlee staat een kast met een gordijntje voor. Ouders en leerkrachten kunnen er voedsel achterlaten voor gezinnen van armlastige kleuters. De actie De Kast ontstond twee jaar geleden toen het Canvas-reportageprogramma ‘Panorama’ een documentaire over armoede in Vlaanderen uitzond, met als schokkende boodschap: één op de tien Vlaamse kinderen leeft onder de armoedegrens. Eén op de tien kinderen zou, om financiële redenen, ook geregeld een maaltijd overslaan.

‘Dat raakte me,’ zegt Nele Rubens, moeder van drie kinderen op het Heilig Hart.

NELE RUBENS «In de klas van mijn kinderen zijn ze gemiddeld met twintig, dat maakt dus zestig kinderen. Van die zestig hadden er zes te weinig eten. Zes! En ik had daar nooit wat van gemerkt. Ik heb gelijk brood en jam gekocht, spaghetti, fruit, en ik heb andere mama’s aan de schoolpoort aangesproken. Zo zijn we voedsel gaan verzamelen. We maken mooie voedselpakketten, die Sigrid discreet verdeelt onder de ouders van kleuters die het kunnen gebruiken. Zij kent de mensen het best.»

Directrice Aertgeerts maakt elk jaar een lijst op van gezinnen die voor voedselbedeling in aanmerking komen, maar dat is geen sinecure. Ze overlegt met haar zorgcoördinator, spreekt met leerkrachten, raadpleegt ouders. Ze voert ook lange intakegesprekken met nieuwe ouders, luistert zo scherp mogelijk.

SIGRID AERTGEERTS «Als ouders in dat eerste gesprek al informeren naar de kostprijs van een activiteit, dan gaat er een belletje rinkelen: in vergelijking met de lagere en de middelbare school is de kleuterschool goedkoop. Ik zeg soms: ‘Als het financieel niet lukt, laat me iets weten.’ Maar niemand doet dat.»

VELDEMAN «Soms haken leerlingen af voor een sportdag of een uitstap om medische redenen. Maar als je het natrekt, blijken die redenen ongegrond en gaat het om iets anders: geld. Het is niet eenvoudig mensen daarover te laten praten.»

AERTGEERTS «Ik merk het als rekeningen niet worden betaald. Dan krijgen ouders een aanmaning. Als daar geen reactie op komt, nodigen we ze op school uit. ‘We zijn het vergeten,’ zeggen ze meestal. Maar na enig aandringen, komt het er wel uit: ze hebben het geld niet. Dan ga ik na hoe we die mensen kunnen helpen. Maar het blijft moeilijk om armoede te ontdekken. Het kán niet anders of we zien nog altijd mensen over het hoofd.»

RUBENS «De vakantie is een zware tijd. Dan zit ik met een schuldgevoel: hoe komen die mensen de zomer door? Je kunt ze niet bereiken.»

AERTGEERTS «We hebben in juni nog mooie pakketten gemaakt, met appels, kaas en charcuterie boven op de rijst, pasta en granen.»

RUBENS «Oké, maar na twee weken is dat op.»

AERTGEERTS «In september hebben we weer mooie dingen: ouders brengen de overschot van de groenten en het fruit uit hun tuin mee. Dat kost niets, en het is een kleine moeite.»

Intussen is de actieradius van De Kast uitgedijd: niet alleen voedsel, maar ook kleding en geld worden ingezameld. En met het oog op de komst van Sinterklaas gaat Nele bij particulieren en warenhuizen op strooptocht voor speelgoed – véél speelgoed.

RUBENS «Vorig jaar hebben we aan 108 kinderen elk tien stuks gegeven. Eén kindje, dat voor het eerst iets van de Sint kreeg, zei: ‘Dit jaar ben ik niet stout geweest.’’

‘Kinderen beoordelen elkaar op grond van hun brooddoos,’ zegt Ides Nicaise. ‘Wie lekkere dingen mee heeft, staat hoger in aanzien.’
 Beeld
‘Kinderen beoordelen elkaar op grond van hun brooddoos,’ zegt Ides Nicaise. ‘Wie lekkere dingen mee heeft, staat hoger in aanzien.’


Schimmel in de drinkbus

Professor Ides Nicaise (KU Leuven), specialist in armoede en sociale ongelijkheid, heeft geen weet van cijfers in verband met voedingsgewoonten. Voor kinderarmoede in Vlaanderen noemt hij Kind en Gezin een betrouwbare bron: zij maakten dit jaar melding van 10,5 procent, en van een gestage stijging. Er is ook een algemene tendens tot verjonging van de armoede: met name jonge gezinnen en kinderen raken in de problemen. ‘Dat heeft te maken met de almaar groeiende inkomensongelijkheid, de versplintering van de gezinnen en de toename van allochtone gezinnen, die het doorgaans met minder moeten stellen en meer kinderen hebben.’

IDES NICAISE «Natuurlijk is slechte voeding een probleem, laat staan ondervoeding. De gevolgen ervan reiken ver: het tast niet alleen de fysieke, maar ook de intellectuele ontwikkeling van een kind aan, het beschadigt het brein. Scholen met kansarme leerlingen krijgen extra werkingsmiddelen van de overheid. Sommige gebruiken dat om soep en fruit en warme maaltijden te kopen. Sommige politici hebben daartegen geprotesteerd: ‘Daarvoor is het geld niet bedoeld!’ Maar ik noem dat net een juist gebruik van de middelen: een kind met honger kun je niets bijbrengen. De school moet eerst de honger wegwerken, dat is elementaire humanitaire aandacht. De school is er niet alleen voor kennisoverdracht.»

‘Je treft wat aan in brooddozen,’ zegt Bart Houwen, directeur van kleuterschool Westdiep in Oostende. ‘Ik heb al koude frietjes gezien, een hamburger, oud brood, maar alles bij elkaar genomen, valt het wel mee. Mijn zoon staat in het Algemeen Welzijnswerk, die ziet andere dingen.’

Carine Bangels, kinderverzorgster in twee gemeentelijke basisscholen in Rotselaar, vertelt over een jongetje dat elke middag aan een hoekje van de tafel zit te eten met gebogen hoofd en zijn brooddoos diep verborgen tussen zijn gekruiste armen. ‘Beschaamd om de povere inhoud, vermoed ik.’

Carine Bangels heeft al vreemde ontdekkingen gedaan.

CARINE BANGELS «Spaghetti op de boterham van een jongen, mét tomatensaus en slierten. Hij trok een vies gezicht. Ik zeg: ‘Dat versta ik, vriend.’ En ik heb het weggekieperd. Volgens mij had zijn papa er niet bij nagedacht. Dat is zo’n type, normaal geeft hij altijd boterhammen met choco mee.»

Een andere keer stelde ze schimmel vast in de drinkbus van een meisje.

BANGELS «Ik heb het heel voorzichtig aan haar mama gemeld. Het was delicaat: die vrouw heeft een hoge positie. Maar ze accepteerde het, ze was zelfs blij dat ik het had gezegd. Maar je kunt zoiets alleen zeggen als je een band met iemand hebt, anders komt het te hard aan.»

Heeft ze het ook gezegd tegen de vader van het spaghetti-jongetje? Ze lacht. ‘Nee, dat heb ik niet aangedurfd.’

Oostendenaar Bart Houwen zit er niet mee om slecht nieuws te brengen, beweert hij. Dat komt omdat hij zijn pappenheimers kent. Hij is al vijftien jaar directeur van de kleuterschool en heeft het Westerkwartier – waar de school is gevestigd – voor zijn ogen zien verkruimelen. En met de verkruimeling nam de misère toe. ‘Dit is een stedelijke omgeving: mensen blijven niet achter hun gordijntjes zitten zoals in een dorp. Ze komen naar buiten met hun problemen. Ze hebben geen gêne.’

BART HOUWEN «Als de armoede zo zichtbaar en direct is, hoef je geen dingen te verbloemen.»

Houwen maakt zich niet druk over korsten in een brooddoos. Dat valt makkelijk op te lossen: hij laat de andere kinderen hun boterhammen delen. Hoe simpel kan het zijn? Wat hem wel dwarszit, is het vermoeden dat veel kleuters thuis geen warme maaltijd meer krijgen, of je moest een hamburger-friet bij McDonald’s als dusdanig kwalificeren. ‘Het doet pijn te beseffen dat aan de basisbehoeften van zulke jonge kinderen niet wordt voldaan.’

CRIKEMANS «Het vaste patroon van gezond eten is verdwenen. Dat zie je ook aan de huidskleur van mensen als ze wat ouder worden: op hun 35ste zien ze er bleek en vaal uit. Hun haar valt uit als gevolg van te veel oud brood en te weinig groenten en fruit.»

‘We hebben zo weinig tijd,’ zegt Anne Blondeel, directrice van ’t Klavertje Vier in Vilvoorde, een lagere school voor buitengewoon onderwijs. ‘Ook niet om ’s ochtends met de kinderen te ontbijten en boterhammen te maken.’

Op de Vilvoordse school hebben de leerlingen op een keer een door de ziekteverzekering gesponsord ontbijt gekregen: lekkere en gezonde dingen à volonté in een rustige sfeer. Het verschil achteraf was aanzienlijk.

ANNE BLONDEEL «De kinderen waren meer geconcentreerd en rustiger in de klas. Dat zegt veel: de meesten ontbijten niet.’

Blondeel heeft ook een brood in de diepvries, en choco en jam binnen handbereik.

BLONDEEL «Vroeger liet ik kinderen daarvoor een kleinigheid betalen, nu vraag ik niks meer, ook uit respect voor de ouders. Maar op zich vind ik het een fout principe mensen niet te laten betalen. Een kleine vergoeding volstaat, een symbolisch bedrag. Je mag niet de indruk wekken dat het vanzelfsprekend is dat je schulden kwijtscheldt.»

Bart Houwen is het daarmee eens.

HOUWEN «Mensen moeten op zijn minst bereid zijn een deel te betalen. Maar wij moeten ook rekening houden met hen: we hoeven niet op uitstap naar Plopsaland. Wij gaan wel naar het strand een beetje verderop. En als we dat doen, vragen we de kinderen niet om zonnecrème mee te brengen, nee, we kopen zelf een fles en smeren de kindjes daarmee in. We jagen de mensen niet op kosten. Als we knutselen, vragen we de ouders ook niet om spullen mee te geven, zelfs geen wasknijper. Wij kopen alles zelf.»

‘Wij stellen het materieel ook zelf ter beschikking,’ zegt Bart Crikemans van TNA Antwerpen. ‘Als we dat niet zouden doen, zouden we maanden verliezen voor de leerlingen hun gerief hebben. We zouden geen les kunnen geven.’

BLONDEEL «Er blijven veel rekeningen onbetaald. Als het te veel wordt, sturen we mensen een herinneringsbriefje. Als dat niet helpt, nodigen we ze uit en stellen een afbetalingsplan voor. Maar ook dat is geen mirakeloplossing: sommige mensen betalen niet. Wat doe je dan? Je eigen werkingsmiddelen aanspreken. Dat verkies ik toch boven een incassobureau inschakelen. Pas op, veel scholen doen dat wel.»

NICAISE «Meer dan duizend Belgische scholen werken met incassobureaus.»

BLONDEEL «Zo blaas je wel de bruggen met de ouders op.»

Sigrid Aertgeerts zucht diep. De vraag was of zij de medewerking van incassobureaus heeft overwogen. Het is haar gesuggereerd, zegt ze.

AERTGEERTS «Ik houd het af. Nu ja, ik heb misschien makkelijk praten: ik sta dicht bij de ouders, ik kan hen op mijn manier aanporren. Alleen, de tijd ontbreekt om het kort op te volgen: pas na enkele maanden zie ik hoe hoog sommige rekeningen oplopen. Ik vind wel dat mensen moeten betalen wat ze kunnen, desnoods 5 euro per maand.

»Je kunt mensen ook op een andere manier laten betalen. Door ze vrijwilligerswerk te laten doen, bijvoorbeeld. Een mama heeft, in ruil voor de kwijtschelding van een deel van haar schulden, middagtoezicht gehouden. Ze was trots dat ze het mocht doen, ze voelde zich gewaardeerd.»


Als zoete broodjes

Professor Nicaise kent de verhalen van lege brooddozen in schoolrefters. De toestand is nijpend in een groot deel van Vlaanderen, maar hij waarschuwt voor dramatische conclusies.

NICAISE «De lege dozen raken ook aan de problematiek van ons almaar jachtiger leven, waarbij ouders te weinig aandacht hebben voor hun kinderen. Het gaat niet alleen om kansarmoede. Het kan ook dat leerlingen hun boterhammen op weg naar school in de vuilnisbak hebben gegooid, dat weet je niet.

»Minstens zo belangrijk als de brooddozen is ook de ongelijke kwaliteit van het onderwijs voor kinderen uit een achtergesteld milieu. Ze krijgen les van minder geschoolde en minder ervaren leerkrachten, ze worden minder goed omkaderd en sneller doorverwezen naar het buitengewoon of beroepsonderwijs. Dat zijn zwaarwichtige factoren. Een beter voedingspatroon lost dat niet op.

»Minister van Armoedebestrijding Liesbeth Homans heeft in het Vlaams Armoedeplan de maatregel opgenomen om op school warme maaltijden aan te bieden voor 1 euro. Op zich een goed idee, maar ik vraag me af: hoe zal dat in de praktijk verlopen? Gaan de leerlingen die recht hebben op zo’n goedkope maaltijd in een aparte refter zitten? Het risico op stigmatisering is niet denkbeeldig. En: hoe vrij zullen ze zijn zo’n maaltijd te weigeren? In Groot-Brittannië is het systeem al in voege. Een gratis schoolmaaltijd is daar hét kenmerk van kansarmoede. Dat is niet best. In Finland pakt men het anders aan: daar is het middagmaal gratis voor álle leerlingen en koken kinderen zelf. Dat lijkt me ideaal, maar het is ook duurder voor de overheid. Enfin, ik ben benieuwd.»

Bart Houwe, de directeur van de kleuterschool in Oostende, is een man met een missie. Hij weet dat zijn kinderen met een achterstand aan het leven beginnen. ‘Een rugzakje’: zo noemt hij het in pedagogisch jargon.

HOUWE «De kansen voor een goede opvoeding zijn kleiner, maar daarom niet onbestaande. Het is onze taak de kansen van die kinderen intact te houden: ze mogen niet voorgoed beschadigd raken, dat zijn wij hun verplicht.

»Kansarmoede maakt ons ook rijker. Wat wist ik van het leven toen ik op mijn 40ste directeur werd? Ik was nog groen achter mijn oren! Ik was nog niet bij mensen geweest waar ’s winters de verwarming niet aanstond. Het doet pijn kinderen in zulke omstandigheden te zien opgroeien. Het maakt je opstandig, maar tegelijk sterkt het je in je vastberadenheid om het goed te doen. Wij kunnen hetzelfde als andere scholen, maar wij moeten creatiever zijn. Eén voorbeeld: kansarme en allochtone ouders krijg je niet snel naar een ouderavond. Wat hebben wij gedaan? Alle kleuters en peuters gefilmd. En we hebben de ouders uitgenodigd op een filmavond. De zaal zat bomvol voor een film waarin we eigenlijk de werking van de school uitlegden.»

‘Het mooiste zijn de oud-leerlingen die je op straat aanspreken,’ zegt Bart Crikemans. ‘Een tikje beschaamd: ‘Meneer, u hebt zo met ons afgezien.’ Ze zeggen het niet met zoveel woorden, maar je voelt dat ze dankbaar zijn. Dat geeft me de drive om te blijven doen wat ik doe. Het is niet voor niks. Je voelt grote dankbaarheid.’

In het verhaal van Dirk Veldeman zit dezelfde ondertoon. Er is in zijn Brusselse atheneum veel veranderd in de loop der jaren: van een overwegend witte school is het geëvolueerd naar een gemengde instelling, met heel wat kinderen van vluchtelingen – razend ambitieus maar worstelend met een wurgende onzekerheid. Dat vergt een andere aanpak. Leerlingen spreken verschillende talen, vaak zelfs geen Frans, en worden begeleid door organisaties van niet-Vlaamse origine. Het is een complex kluwen. En gezonde voeding is nog het minste probleem.

VELDEMAN «Met kerstmis geven we tegenwoordig een multicultureel buffet. We vragen de ouders van de leerlingen gerechten uit hun cultuur te bereiden en mee te geven. Meestal zijn dat zeer verscheiden buffetten – mooi om te zien. We dringen er ook op aan om gezonde dingen mee te brengen, maar aan het eind moet je toch altijd weer vaststellen dat het fruit is blijven liggen, en alle zoete dingen weg zijn.

»Als we half september met onze eerstejaars op zeeklassen gaan, organiseren we een ontbijtbuffet. Dan zijn we zeker dat de kinderen goed hebben gegeten voor ze op reis vertrekken. En dat ze ook allemaal een picknick voor ’s middags hebben. We gaan zo ver omdat we voelen dat het de moeite is. Een financiële barrière mag geen hinderpaal zijn in de ontwikkeling van een kind.»

Lees ook: Huiswerk voor politici: ‘Huiswerk vergroot de ongelijkheid. Schaf het af.’

Wat denkt u over over de actie van de academici? Kent u zelf verhalen in verband met kinderen in armoede? Wat kunnen scholen volgens u doen om dit probleem zo goed mogelijk aan te pakken? Laat het ons weten:

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234