BIZARRE SLAAPSTOORNIS
De man die zijn vrouw vermoordde in zijn slaap 'Ik haat mezelf. Hoe kon in godsnaam zoiets doen?'
Op vrijdag 20 november 2009 wandelde Brian Thomas (59) de rechtbank van Swansea buiten als een vrij man. Het stond nochtans buiten kijf dat de gepensioneerde metaalbewerker zijn vrouw Christine (57) had gewurgd terwijl ze samen lagen te slapen in hun mobilhome.
(Verschenen in Humo 3613 op 1 december 2009)
Maar omdat hij aan een bizarre slaapstoornis lijdt die hem ’s nachts alle controle over zichzelf doet verliezen – hij was zijn vrouw al slapend naar de keel gevlogen omdat hij haar voor een inbreker had gehouden – pleitte de jury hem vrij. Meer nog: juryleden pinkten een traan weg en de rechter noemde hem een ‘goeie kerel’, die in de ogen van de wet geen enkele schuld trof.
In juli 2008 toeren Brian en Christine – jeugdliefdes sinds hun veertiende – met hun mobilhome door Wales. Christine sukkelt al een tijdje met haar gezondheid: vier jaar geleden overwon ze huidkanker, en nu maakt ze zich zorgen over een vlekje dat onlangs is verschenen op haar borst. Een idyllische vakantie kan misschien helpen om haar gedachten te verzetten. Vanwege Brians bizarre stoornis slaapt het koppel thuis, in het plaatsje Neath, in aparte kamers. Maar op vakantie delen ze wél hetzelfde bed. Omdat hij hoopt op een vrijpartij, is Brian ongeveer een week eerder gestopt met het innemen van zijn antidepressiva – die ondermijnen zijn bedprestaties weleens. Hij last wel vaker van die pillenpauzes in. Ook al slaapt het koppel thuis gescheiden, elke morgen kruipen ze bij mekaar in bed.
'Ze was de liefde van mijn leven, en ik heb haar met mijn blote handen omgebracht'
Brian Thomas «We maakten altijd grapjes over onze bedgewoontes: ‘We slapen dan misschien apart, maar het tapijt tussen onze kamers is wel flink versleten!’»
Maar stoppen met de medicatie heeft ook een vervelende nevenwerking: het verergert Brians slaapstoornis. De vakantie loopt op z’n eind en het echtpaar is op de terugweg naar huis, wanneer ze beslissen een extra nacht door te brengen in het kustdorpje Aberporth.
Brian «Een ander koppel wist ons te vertellen waar we het best onze mobilhome konden parkeren. Dat deden we, en daarna gingen we een hapje eten in de ship Inn. Chris nam de lasagne, ik at vis, en samen dronken we een karaf water – we zijn geen grote drinkers.»
Na het avondeten maken ze, hand in hand, nog een romantische wandeling langs het strand, samen met Lottie, hun King Charles spaniel. Terug in de mobilhome gaat Chris als eerste onder de veren. Brian blijft nog op tot na het journaal van half twaalf en gaat daarna ook slapen. Rond middernacht wordt hun nachtrust verstoord door een half dozijn joyriders die met piepende banden over de parking scheuren. Omdat ze de enige mobilhome op het terrein zijn, is Brian bang om door één van de auto’s geraakt te worden. Na een halfuur springt hij achter het stuur en parkeert hij de mobilhome iets verder, op de parking van de pub. Voor de tweede keer die nacht kruipt hij in bed naast zijn vrouw. Ze liggen lepeltje-lepeltje: zij ligt met haar rug naar hem toe; hij heeft zijn linkerarm rond haar nek en zijn rechterarm onder haar lichaam.
Brian «Ik weet nog dat ik heb liggen twijfelen of ik het alarm wel had aangezet, maar ik had geen zin om het te checken: het is zo’n luid en flashy ding, en Chris was intussen al in slaap gevallen. Toen moet het dus al door mijn hoofd hebben gespookt dat we daar niet veilig lagen.
»Ik weet niet wanneer het precies gebeurd is. Ik herinner me alleen dat ik Chris in een ander bed zag liggen – wat natuurlijk niet kon, want er was geen ander bed – en dat ik een gestalte zag die zich over haar heen boog. Ik riep: ‘You bastards, you got in here!’ Ik sprong recht en vloog die kerel naar de keel. Hij beet van zich af, want ik herinner me een gevecht. Daarna werd alles stil en ben ik terug in bed gaan liggen. Ik heb geen idee hoe lang het geduurd heeft voor ik weer wakker werd.
»Chris lag nog steeds op mijn arm, in dezelfde positie. Na een tijdje heb ik de dubbele slaapzak over ons heen getrokken omdat ik het koud had. Chris voelde ook koud aan. Terwijl ik daar lag, ging het door mijn hoofd: ‘Ben ik weer alleen? Is dit weer één van mijn nachtmerries?’ Ik trok mijn arm onder haar nek vandaan en stapte uit bed om het licht aan te steken. Ik wilde zien of die kerel er nog was. Ik was compleet in de war en vroeg me af wat er in godsnaam gebeurd was. ‘Komaan Chris,’ zei ik, ‘we moeten naar buiten.’ Ik probeerde haar wakker te schudden, maar ze reageerde niet. Ik hoorde alleen hoe twee ademstoten uit haar mond ontsnapten.»
Blind van paniek beslist Brian zelf met de mobilhome naar het ziekenhuis te rijden. Op dat ogenblik is hij er nog altijd van overtuigd dat zijn vrouw in leven is.
Brian «Haar ene oog was een beetje geopend. Ik dacht dat die bastards haar iets hadden aangedaan en dat ze daardoor het bewustzijn was verloren. Ik begon te rijden, maar toen begon het me te dagen dat ik ’s nachts niet met dat ding de baan op mocht. Ik ben achteruit terug de parking opgereden.»
Opnieuw doet hij een poging Chris wakker te krijgen. Wanneer dat niet lukt, draait hij het noodnummer. Het is exact 3.39 u. Later zou de jury in de rechtbank de opname van dat hartverscheurende telefoongesprek te horen krijgen, met op de achtergrond een huilende Brian in de getuigenbank.
Brian «Ik weet nog hoe ik tierde in de hoorn: ‘Ik denk dat ik mijn vrouw vermoord heb. Er was niemand anders hier.’»
‘Vergeef me’
Twintig minuten later is de politie ter plaatse. Terwijl Brian in de patrouillewagen zit te wachten, hoort hij over de politieradio het nieuws: zijn echtgenote is inderdaad dood. De agenten nemen hem mee naar het commissariaat in Aberystwyth. De hele tijd blijft hij maar herhalen: ‘Wat heb ik mijn vrouw aangedaan? Ze was mijn hele wereld.’ De agenten sluiten Brian op in een cel, waar ze hem wat boterhammen brengen. Het porseleinen bord verstopt hij onder zijn kussen, vastberaden om zodra hij alleen is zijn polsen door te snijden met de scherven. ‘Laat me met rust, ik wil bij haar zijn,’ smeekt hij. Maar een agent doorziet zijn zelfmoordplan en pakt hem het bord af.
Omdat Brian er mentaal zo slecht aan toe is, krijgt hij een zwaar kalmeermiddel toegediend en wordt hij naar de gesloten psychiatrische instelling in Bridgend gebracht. Daar zou hij later een brief krijgen van zijn twee dochters, Debbie (40) en Claire (35). Die hadden eerder voor de gruwelijke taak gestaan het lichaam van hun dode moeder te identificeren, maar in de brief laten ze hun vader weten dat ze hem 100 procent steunen: ‘We weten dat je mama nooit met opzet pijn zou doen.’
Debbie «Er valt niks te verwijten en te vergeven, want papa heeft helemaal niet met opzet iets fout gedaan. Het was een vreselijk ongeluk. We weten allemaal hoeveel hij van haar hield. Hij deed echt alles voor haar. Ze vormden een perfect team. Hij zou haar nooit kwaad willen berokkenen – hij beschermde haar juist altijd.»
Na drie weken in de instelling krijgt Brian te horen dat er niks met hem scheelt. Hij mag gaan. Omdat hij zich niet in staat voelt om naar het echtelijk huis terug te keren, trekt hij in bij Debbie en haar twee kinderen.
In de maanden daarna passeert zijn veertigste huwelijksverjaardag. Om die te vieren hadden Chris en hij een dure cruise geboekt naar de Caraïben. Maar in plaats van naar zonnige oorden te trekken keert Brian die dag terug naar de onheilsplek, waar hij de veertig rozen achterlaat die hij zijn vrouw had willen geven op hun cruise. Hij legt het boeket neer aan de rand van de parking, met op het kaartje de boodschap: ‘Ik zal je altijd graag zien.’ Hij wil zich daarna van het leven beroven met een overdosis pillen, maar stapt eerst nog even de ship Inn binnen om zich te verontschuldigen voor alle ongemak dat de uitbaters hebben ondervonden na de dood van Chris. Kokkin Mary weet hem er uiteindelijk van te overtuigen af te stappen van zijn zelfmoordplan: ‘Je familie heeft al genoeg geleden. Doe hen dat niet aan.’
Brian «Ik ben drie of vier maanden bij Debbie blijven wonen, maar ik ging elke dag thuis langs. Dan zat ik daar de krant te lezen, praatte ik wat met Chris of nam ik haar spulletjes nog eens vast. Alles ligt er nog precies zoals ze het heeft achtergelaten: haar juwelen, haar kleren... Haar nachtjapon ligt nog op het kussen. Hij ruikt zelfs nog naar haar. Soms kruip ik ermee in bed.»
Terwijl Brian op borg vrij is, vindt de begrafenis van Chris plaats. Ongeveer duizend mensen wonen de plechtigheid bij, inclusief enkele rechercheurs van de politie die belast zijn met het onderzoek.
Brian «Toen ze haar kist in de grond lieten zakken, heb ik nog geprobeerd om me de kuil in te werpen.»
Op haar grafzerk laat Brian een inscriptie zetten: ‘Vergeef me, mijn lief, tot we elkaar weerzien.’
Onschuldig
Zeven maanden na de dood van Chris wordt Brian officieel beschuldigd van moord. Opnieuw probeert hij er een eind aan te maken door een hoop papieren zakdoekjes in zijn keel te proppen terwijl de combi hem naar de gevangenis brengt; een bewaker weet hem nog net op tijd te redden. Ze plaatsen hem in een soort Hannibal Lecter-cel, waar hij drie weken lang de klok rond nauwlettend in het oog kan worden gehouden.
Brian «Ik wilde mezelf pijn doen. Ik dacht: dit is allemaal mijn schuld, ík heb mijn familie dit aangedaan, ík ben Chris kwijtgespeeld.»
Maandenlang is Brian ervan overtuigd dat de rechter hem zal veroordelen voor doodslag en dat hij voor vijf of zes jaar achter de tralies zal vliegen. Maar de medische experts zijn het er intussen over eens dat hij aan een slaapstoornis lijdt die hem de controle over zichzelf doet verliezen, en de rechter spreekt hem vrij.
Brian «Ik had nooit gedacht dat ik als een vrij man die rechtszaal zou mogen verlaten. Toen ik het verdict ‘onschuldig’ hoorde, heb ik eerst nog verbaasd zitten rondkijken: ‘Hebben ze het nu over mij?’»
Claire «Mijn zus en ik hebben nooit getwijfeld aan zijn onschuld. We hebben het over een man die zelfs nog nooit een verkeersboete heeft gekregen!»
Debbie «Tegelijk wisten we dat de politie haar job moest doen. Ter wille van mijn moeder moest het onderzoek doorgaan.»
Claire «Ook voor vader was het belangrijk dat er een rechtszaak kwam: hij moest met opgeheven hoofd kunnen tonen dat hem geen schuld trof. Hopelijk twijfelt geen mens daar nu nog aan.
»Maar laat niemand ooit beweren dat hij er gemakkelijk van af is gekomen. Hij heeft tien maanden in de gevangenis gezeten, en dat vind ik nog steeds onvergeeflijk. En zelfs al hadden ze hem op het eind levenslang gegeven, dan nog was dat klein bier in vergelijking met het schuldgevoel.»
Debbie «We maken ons nog steeds ernstige zorgen om hem.»
Volgens de experts die Brian onderzochten is de kans vrijwel onbestaand dat hij ooit nog hetzelfde zou doen. Ook de rechter was van mening dat hij geen bedreiging vormt voor de maatschappij.
Brian «Van de medische experts heb ik wel het verbod gekregen om ooit nog samen met iemand te slapen – best angstaanjagend. Ik moet ook geregeld naar de dokter voor bloedonderzoek, om te controleren of ik mijn antidepressiva wel inneem. Ach, wat voor reden heb ik nog om ze niet in te nemen?»
Vandaag, zestien maanden na de dood van Christine, heeft Brian nog steeds het gevoel dat ze bij hem is.
Brian «Nog altijd verwacht ik dat ze straks gewoon door de deur komt stappen. Ik zie haar gezicht vaak in mijn dromen. De laatste paar weken heb ik het gevoel dat ze me in mijn slaap heeft gezegd: ‘Het is niet jouw schuld.’ Ik heb het gevoel dat ze me vergiffenis heeft geschonken.
»De rechter heeft me nu wel vrijgesproken, maar ik zit nog altijd opgescheept met een levenslange straf. (Huilend) Ik haat mezelf. Hoe kon ik in godsnaam zoiets doen? Ik ben intussen wel tot het besef gekomen dat het allemaal één groot ongeluk was, maar ik moet nog altijd wel met dat ongeluk verder leven, hè. Het is mijn ongeluk.
»Ik was er altijd van uitgegaan dat Chris en ik ons hele leven samen zouden zijn. Ik heb vreselijk veel moeite om te accepteren dat ik de liefde van mijn leven met mijn blote handen heb omgebracht. Die laatste beelden van haar, hoe ik neerkijk op haar in die mobilhome: die blijven door mijn hoofd spoken. Daar raak ik nooit meer van verlost.»
© The Sun