'Het is me een raadsel hoe ik er zonder psychische schade doorheen ben gekomen’ Beeld
'Het is me een raadsel hoe ik er zonder psychische schade doorheen ben gekomen’

85 JAARWilfried Martens

De memoires van Wilfried Martens (4): de mens achter het masker

Oud-premier Wilfried Martens, die in 2013 overleed, zou vandaag 85 geworden zijn. Humo-journalist Mark Schaevers schreef ‘De memoires van Wilfried Martens’, een vierdelige serie die destijds de Dexia-persprijs won.

Mark Schaevers

(Verschenen in Humo in 2004)

WILFRIED MARTENS «Ik was onlangs te gast bij Stefaan De Clerck. Een broer van hem zei toen: ‘Ons vader’ - Berten De Clerck - ‘is gestorven toen hij 62 was. Wilfried is op die leeftijd nog aan een nieuw leven begonnen!’ En dat klopt, want het is echt een nieuw leven, hé, met drie jonge kinderen om je heen.»

Mij moet Martens niet overtuigen: de cassetjes opgenomen in zijn appartement aan zee getuigen van de intens luidruchtige aanwezigheid van Simon (bijna vier) en de snedige interventies van Sarah en Sophie, de tweeling van zeven: ‘Papa heeft voor zichzelf gestemd!’ Ilse Schouteden, mevrouw Martens, is voor het werk naar Amerika.

De eerste keer dat ik Martens interviewde, december 1989, diende Gaston, de legendarische butler van de Lambermont, de maaltijd op; nu legt Aneta, de Poolse au pair, het beleg op tafel. Verslag van een ommekeer.

In september 1992, niet zo lang na uw zwanenzang als premier, sprak Humo met Lieve Verschroeven, toen nog mevrouw Martens. Er was in die periode veel geroezemoes over problemen in uw relatie, en in dat gesprek vocht uw vrouw om de boel bij elkaar te houden: 'Wij zijn getrouwd en wij blijven getrouwd!'

MARTENS «Ik heb dat interview met enige verbijstering gelezen - ik kwam toen net terug van een lange reis. Zelf voelde ik de zaken op dat moment al totaal anders aan. Een jaar later, begin oktober 1993, ben ik alleen gaan wonen in Sint-Gillis.»

HUMO Een late midlifecrisis, zo zag ik het ergens beschreven.

MARTENS «Ach, men heeft van alles gezegd. Hoe moet je zoiets duiden in je psychologie? Het was niet vanzelfsprekend, laat ik dat vooropstellen. Om te beginnen is er het schuldgevoel: ik heb een enorm moreel obstakel moeten overwinnen. Ik kom uit een orthodox milieu, had zelf uitermate orthodoxe opvattingen; ik ben getrouwd met mijn eerste lief. Maar er was ook die aantrekkingskracht van een vrouw die heel wat jonger is dan ik, die uitermate bekwaam is, zeer expressief ook. Ik heb Ilse leren kennen op mijn kabinet in 1988, Sophie en Sarah zijn geboren in 1997, Simon in 2000: het heeft zijn tijd nodig gehad. Het heeft vele jaren geduurd eer ik mijn schuldgevoel overwonnen had en een nieuw evenwicht gevonden had. Dat er kinderen kwamen, heeft alles in de gunstige zin doen kantelen.

»Hoe dramatisch het ook is geweest - en nóg is, voor de gezinsleden uit mijn eerste huwelijk - ik ben blij dat ik de moed heb gehad die stap, die een definitieve stap is, te zetten, en niet langer ‘in de dubbelzinnigheid te leven’, zoals Herman Van Rompuy dat genoemd heeft. Hij beweerde destijds in interviews dat de CVP de partij van de schijnheiligheid geworden was: ‘Men scheidt niet, of men hertrouwt niet - men heeft een vriendin.’ Nu lijkt zo'n scheiding een alledaagse kwestie, binnen de CVP was dat tien jaren geleden nog helemaal niet het geval.»

Een jong ding

HUMO Privé én politiek is uw leven overhoop gehaald in die periode: is er een samenhang?

MARTENS «Ja, het speelde zich alvast in hetzelfde tijdsgewricht af. Toen ik naar de Overwinningsstraat 16 trok, waar de Europese Volkspartij toen huisde, heb ik Ilse gevraagd met me mee te gaan. Voor haar was dat niet zo vanzelfsprekend, ze heeft het toch gedaan. Pas enkele jaren later heeft ze de stap naar de privé-sector gezet. Een goede beslissing: de privé-sector ligt haar beter.

»Zelf heb ik vanaf 1992 iets kunnen maken van het EVP-voorzitterschap, vanaf 1994 was ik ook fractieleider in het Europees Parlement, maar zelfs zonder die politieke activiteiten denk ik dat ik niet in het fameuze zwarte gat gevallen zou zijn - dankzij de kinderen. Ik was zestig toen Sophie en Sarah geboren werden: zij hebben mijn leven een totaal andere, een uitermate positieve inhoud gegeven.»

HUMO Ze zijn op 11 januari 1997 geboren. Pas in april heeft de wereld er weet van gekregen. U wou het blijkbaar wel goed geheim houden.

MARTENS «Ik voelde geen enkele behoefte om dat bekend te maken, integendeel: dat behoorde tot mijn privé-leven. Ik was een jaar eerder van nabij getuige geweest van het drama rond Johan Van Hecke en Els De Temmerman; ik heb Johan gezien een uur nadat hij de beslissing had genomen ermee te stoppen als CVP-voorzitter (Van Hecke stapte op nadat bekend was geworden dat hij een buitenechtelijke relatie had met de journaliste, red.). Natuurlijk was het voor mij veel makkelijker: ik opereerde niet meer binnen de Belgische politiek, maar in een veel opener Europees milieu.»

HUMO Is Johan Van Hecke, toen hij in juni 1996 langs de brandladder de CVP verliet, niet geschrokken van zijn eigen schaduw? Hij had ook als gescheiden man perfect kunnen functioneren als voorzitter.

MARTENS «Als hij kandidaat was gebleven, was hij misschien niet met negentig procent, maar dan toch met zeventig procent van de stemmen herkozen, ja, en dat zou een grote bevrijding geweest zijn: voor hemzelf, maar ook voor onze partij. Daar is een kans gemist. Johan had nog veel kunnen doen, mijn hoop was dat hij mij bij de EVP zou opvolgen. Ik voel veel voor hem, hij is enorm getalenteerd, maar hij is onbestendig. Zoals ze in het Italiaans zeggen: la donna è mobile. Maar de partij heeft hem ook vreselijk behandeld. Men heeft de laatste tien jaar met de mensen gespeeld, hé? Gelukkig is er nu met Yves Leterme een totaal nieuwe situatie.»

HUMO Maar bewijst het geval-Van Hecke niet dat je maar beter relaxed met je eigen 'probleem' omgaat? Naar het grote voorbeeld van Mitterrand die, ondervraagd over een buitenechtelijk kind, rustig kon zeggen: ‘Et alors!’

MARTENS «Maar dat is precies wat ik me voorgenomen had te zeggen! Er waren al weken geroddeld over de tweeling, en ik had erover nagedacht. Had men me op de man af de vraag gesteld of het waar was, dan zou ik geantwoord hebben: ‘Et alors!’ Maar het is anders gelopen. Het bericht stond eerst in een Franstalige zondagskrant. Toen moest ik wel reageren via Belga. En aan Belga kan je moeilijk zeggen: ‘Et alors!’ Ik heb dus uitgelegd dat het een positieve wending was in een dramatische periode van mijn leven.

»Het was natuurlijk sensationeel nieuws, hé? Herman De Croo vertelde me eens dat hij destijds op een lokale partijvergadering was, en er werd over niks anders gesproken. We zijn nu meer dan zeven jaar later, en tot mijn grote verbazing leeft het nog altijd. Bijna iedere dag komen mensen die ik totaal niet ken naar me toe: ‘Hoe is het met de tweeling?’ Hier, aan de kust, of evengoed in Brussel: ‘Comment va la petite famille?’ Ik ondervind uiterst veel sympathie.»

HUMO Alleen maar sympathie? De Vlaamse volksmond zal ongetwijfeld ook die andere reactie in petto gehad hebben: ‘Hij heeft zijn vrouw laten zitten voor een jong ding!’

MARTENS «Dat zeggen ze mij niet, dat denken ze misschien. Een vooraanstaande politica uit onze partij heeft me eens uitgelegd dat dat soort reactie geregeld te beluisteren viel onder de vrouwen in onze partij, omdat ze het zelf als een risico beschouwen dat ze op een bepaalde leeftijd in de steek worden gelaten. Allerlei kwaadaardige geruchten deden toen de ronde. Maar we hebben ons privéleven altijd driehonderd procent beschermd, en ook vandaag ga ik daar niet op in. Dat is - het Frans heeft daar een perfecte uitdrukking voor - een aanslag op ‘l'intimité de la vie privée’.

»Wie aan de basis lag van die geruchten, mag intussen eens in eigen hart kijken. Toen was het nog mogelijk een politicus te culpabiliseren met zijn privé-situatie, zonder dat men die kende. Vandaag kan men het nog eens proberen, maar ik geloof niet dat het aanhang zou vinden. Vlaanderen is ongelooflijk veranderd.»

HUMO Koning Albert heeft daar ook van geprofiteerd: die is vlot weggekomen toen bekend werd dat hij een buitenechtelijk kind had, Delphine Boël.

MARTENS «Ongelooflijk! Dat gerucht circuleerde al jaren, maar niemand durfde er iets over te schrijven, tot die jonge snaak Mario Danneels het publiceerde. Eerst werd er nog gezegd dat het een roddel was, maar koning Albert heeft het dan in zijn kerstboodschap in feite erkend en uitgelegd. Hij had hetzelfde probleem als ik, hij heeft een heel andere oplossing gekozen - maar het was fantastisch gedaan.»

HUMO Behalve dan voor Delphine Boël, blijkbaar, getuige een recent Humo-interview.

MARTENS «Wat kan ik daarop zeggen?»

HUMO Alberts voorganger, Boudewijn, heeft uw scheiding niet meer meegemaakt, en misschien maar goed ook: hij zou het er allicht heel moeilijk mee gehad hebben.

MARTENS «Dat denk ik ook, zijn opvattingen kennende. Maar het belangrijkste zijn toch de kinderen - die zou hij zeker aanvaard hebben.

»Boudewijn wist van mijn huwelijksproblemen. In 1992 was ik niet naar het Te Deum gegaan, op 21 juli. Dat had hem zeer verwonderd, hij heeft toen mijn vrouw Lieve gebeld: 'Waarom was uw man er niet?' En hij heeft haar gevraagd of het waar was dat er grote moeilijkheden waren tussen ons. Het jaar nadien - een tiental dagen voor zijn dood - was ik er wél. Ik zat op één van de eerste rijen. Toen hij de kathedraal verliet, keek hij in mijn richting, en ik zal zijn blik nooit vergeten. Ik weet dat hij helemaal niet gelukkig was met wat er gebeurde, maar het was ook een blik van verstandhouding.»

HUMO De Kerk staat scheiding niet toe. Hoe kijkt u nu naar die Kerk?

MARTENS «Volgens de Kerk is het huwelijk een onverbreekbaar sacrament. Maar het huwelijk is dus niet onverbreekbaar, zeker niet in de samenleving van vandaag, en andere kerken hebben dat ook aanvaard. De kerkelijke houding ten opzichte van gescheiden mensen vind ik niet meer aanvaardbaar. Het huwelijk heeft wel de finaliteit onverbreekbaar te zijn, maar er zijn omstandigheden waarin het niet langer bestaat. Dat is míjn overtuiging. Voorts hou ik me strikt aan de regels. Ik ga nog geregeld naar de mis, maar ik ga niet meer te communie, omdat ik weet dat de Kerk dat niet wil.»

HUMO Ik kan me ook de reactie voorstellen: een instituut dat me hiervoor de communie weigert, kan de boom in. Blijkbaar zit dat geloof van u diep?

MARTENS «Ik geloof in het bestaan van een persoonlijke God, en daar hou ik aan vast. In dat opzicht sta ik dicht bij de katholieke Kerk. Maar belangrijker dan die verticale dimensie is voor mij de horizontale dimensie, het evangelie, de solidariteit onder de mensen.»

HUMO Onlangs las ik dat de wetenschapper Richard Dawkins godsdienst eigenlijk vernederend vindt voor de moderne mens. ‘De waarheid is zo prachtig, zo opwindend. Het is toch een voorrecht te leven in een periode waarin we zoveel dingen ontdekken. Ik vind het bijzonder tragisch dat zoveel mensen nog altijd opzettelijk worden misleid om van kindsbeen af allerlei dingen te geloven die in de middeleeuwen misschien nog wel redelijk klonken, maar nu allang achterhaald zijn.’

MARTENS «Ik heb een bijzondere interesse voor de evolutie van de wetenschap, maar het geloof in een persoonlijke God is iets totaal anders. Het is een gave die ik meegekregen heb via mijn ouders, en die ik niet in strijd vind met een bewondering voor de wetenschap. Ik word niet gedomineerd door de Kerk, ik aanvaard niet alle regels, maar ik heb nooit een geloofscrisis beleefd. De waarden van de Verlichting inspireren mij, maar ik geloof ook in mijn Schepper, en dat is niet onverenigbaar, denk ik.»

De nieuwe man

HUMO Na de geboorte van Sarah en Sophie bent u hertrouwd met Ilse. In een Nederlandse kwaliteitskrant moest ik het beklag van Jean-Luc Dehaene lezen: hij was niet uitgenodigd.

MARTENS «Hij was niet uitgenodigd, omdat er niemand uitgenodigd was! Er was geen feest, we zijn gewoon iets gaan eten in de buurt, met de twee getuigen. In het gemeentehuis van Elsene - en dat is weer typisch - waren er wél een stuk of twintig fotografen, terwijl we aangedrongen hadden er geen enkele ruchtbaarheid aan te geven. Maar toen hing de gemeente nog een ‘Avis - Bericht’ uit, de lijst van iedereen die gaat trouwen. Op het laatste moment hebben journalisten dat gemerkt, en die beelden zijn overal uitgezonden.»

HUMO U bent in Brussel gaan wonen - wat niet vanzelfsprekend is met kleine kinderen?

MARTENS «We wilden allebei in de stad wonen. Als je in Brussel werkt en veel moet reizen, zoals wij allebei, is dat het makkelijkst. Als premier deed ik een halfuur over de afstand Gent-Brussel: dat is vandaag ondenkbaar! Brussel is ook een vrij kleine hoofdstad, met heel veel groen: we wonen vlak bij Terkamerenbos. Maar ik heb wel heimwee naar Gent. Daar heb ik meer dan dertig jaar gewoond, dat is de stad waar ik het innigst mee verbonden ben.»

HUMO Dat u op opa-leeftijd jonge kinderen hebt, zal wel geregeld reacties uitlokken.

MARTENS «Voor de televisie vroegen ze me eens hoe oud ik zal zijn als mijn dochters twintig zijn. 81, hé? Maar eigenlijk zou je dan ook ‘Et alors?’ moeten zeggen... Ik geef toe: het is geen normale toestand, maar ik heb een avontuurlijk leven, hé, politiek en privé. Natuurlijk heb je beter kinderen als je jong bent, maar goed: ik ben een uitzondering. De kinderen vragen geregeld hoe oud ik ben. ‘68 jaar?’ Dat vinden zij een normale leeftijd. Zelf denk ik wel telkens wanneer ik op reis vertrek: ‘Wat als ik niet terugkom? Hoe zullen ze dan reageren?’»

HUMO Is het een zware beslissing geweest nog kinderen te hebben?

MARTENS «Het is geen lichtzinnige beslissing, maar lang heb ik niet moeten nadenken. Ik heb ook altijd de grootste bewondering gehad voor moeders met véél kinderen. Dat zit toch ingebakken in mijn ideaalbeeld van de vrouw. Als ik in het vliegtuig in de buurt van moeders met kinderen zit, ben ik altijd zeer ontroerd.»

HUMO Allicht hebt u nu een andere verhouding met uw kinderen dan met de kinderen uit uw eerste huwelijk.

MARTENS «Vroeger beantwoordde ik aan het klassieke beeld: de vader die voortdurend aan het werk is. Onlangs las ik - ik weet niet of het klopt – dat Churchill zijn vader maar één of twee keer gesproken heeft. Dan viel het bij mij nog mee hoor: de meeste weekends waren we wel samen aan zee. Maar soms was ik zo geconcentreerd op mijn politieke werk dat ik gewoon niet hoorde dat ze wat zegden. Nu sta ik dichter bij de kinderen; ik zie ze niet liever dan mijn oudste kinderen, ik zie ze vooral méér. In die zin is het een beetje de omgekeerde wereld, nu ben ik zowat ‘de nieuwe man’, hé?

»Omdat ik er nu zo sterk bij betrokken ben, was het voor mij ook een emotionele catastrofe dat we Simon het afgelopen jaar vanwege een probleem met zijn longen in het Zeepreventorium in De Haan hebben moeten achterlaten. Ik geloof dat ik het er moeilijker mee had dan Simon zelf - opnieuw dat beeld van een kind dat medische problemen heeft. ‘Gaat het ongeluk opnieuw beginnen?’ denk je dan.

»Toen hij tien weken oud was, kreeg hij plots koorts: hij had een RSV-virus opgedaan. Maar het evolueert goed: vroeger was hij altijd bleek, nu heeft hij een blos op zijn wangen, en is het meest bloeiende kind: blij, joviaal, intelligent – een ongelooflijk kind! Nu is hij twee maanden bij ons aan zee, dan gaat hij weer naar het Zeepreventorium. Hij sprak bijna perfect Pools, dankzij de au pair, en nu spreekt hij West-Vlaams...»

HUMO De nieuwe man kookt ook.

MARTENS «Ha ja! Ik ben ’s avonds veel meer thuis dan Ilse - die moet meer reizen dan ik. De laatste jaren heb ik een onnoemelijk groot aantal uren in de keuken doorgebracht. Ik ben ermee begonnen omdat ik een dieet moest volgen - de tijd dat ik elke dag op restaurant ging is voorbij. Op basis van het kookboek van de Boerinnenbond heb ik leren koken (lacht). Voor de kinderen, hé, het zijn geen culinaire topprestaties. En het moet altijd vlug gebeuren, dikwijls is het hollen naar de supermarkt. Ik kook echt graag! Ik begrijp niet waarom veel mensen, en meer en meer ook vrouwen, ertegen gekant zijn om in de keuken te staan.»

HUMO U hebt het zestig jaar níét gedaan, dat helpt allicht. Hebt u nu een beter besef van de traditionele moeilijkheden van vrouwen die in de politiek staan?

MARTENS «Heel zeker. Het is dwingend, hé: de kinderen moeten op tijd eten, en om acht uur moeten ze gaan slapen. Minstens één van de ouders moet thuis zijn, dat is een fundamentele wet voor mij. Als beide ouders afwezig zijn, dan is er een vorm van onrust.

»’s Avonds naar vergaderingen gaan doe ik niet meer, en dat voelt aan als een grote bevrijding. Dertig, veertig jaar lang heb ik het wel gedaan, en achteraf kan je je afvragen: wat is, op sommige domeinen, de inhoud van mijn leven geweest? Ik las nauwelijks een boek. Dan ontstaat er een leegheid – gelukkig heb ik die nadien kunnen opvullen. En als ik nu collega's bezig zie, denk ik: wanneer zien die hun kinderen? Want het is gemakkelijk te zeggen dat we de partij van het gezin zijn...»

HUMO En wordt er ten huize Martens zwaar gediscussieerd over pedagogische kwesties? Een tik op de bil, mag het of mag het niet?

MARTENS «Daar ben ik absoluut tegen, ik heb zelf genoeg lijfstraffen gehad. Mijn moeder had een heftig temperament, en er was een matrak in huis. Ik weet nog dat ik eens slaag gekregen heb kort na de bevrijding: we hadden van de benzinebidons van de geallieerden een vlot gemaakt, en ik was ervan af gevallen, met mijn kleren aan het water in. En mijn allereerste herinnering is al niet vrolijker: ik ben een jaar of vier en zit in ons armoedige huisje havermoutpap te eten. Ik krijg ze onmogelijk naar binnen, en ik zie mijn vader nog, die razend is. Dit is nog voor de oorlog, hij is in 1943 gestorven, toen ik zeven was.

»Ik ben heel soepel, soepeler dan Ilse, die wil dat de kinderen heel gedisciplineerd zijn, leren werken, enzovoort. En ik sta daar helemaal achter.»

HUMO Hebt u nog contact met uw ex-vrouw?

MARTENSs «Met de ex-man van Ilse en de zoon uit dat huwelijk hebben we een heel goed contact. Met Lieve niet. Misschien komt dat nog.»

Starfuckers

HUMO Intussen speelde uw politieke leven zich af op Europees niveau. In 1994 werd u dankzij Helmut Kohl leider van de christen-democratische fractie in het Europese Parlement. Kohl lijkt me wel het vitale contact voor uw Europese loopbaan.

MARTENS «Hij is geen gemakkelijk man, maar er is tussen ons altijd een heel groot vertrouwen geweest. Ik beschouw Helmut Kohl als een echte fellow traveller, net als Angela Merkel (huidig voorzitster van de CDU, de Duitse christen-democraten, red.). Ook met José Aznar ben ik persoonlijk bevriend, hoewel we op veel punten van mening verschillen.

»Kohl ken ik sedert 1973, meer dan dertig jaar dus. Onlangs zei hij me: ‘Er is één zaak die me gelukkig stemt: dat gij daar nog altijd zijt, als voorzitter van de EVP.’ Er zijn weinig mensen die dat zeggen.»

HUMO Ik vond u niet terug in het register van zijn recente memoires.

MARTENS «Maar dat deel gaat over Duitse politiek. Er komt nog een tweede deel, wacht maar.»

HUMO Vermeld worden in memoires is niet altijd een voordeel: uw vriendin van weleer Maggie Thatcher karakteriseert u in de hare als een zwakke figuur.

MARTENS «Ik heb haar nooit Maggie genoemd. En wat ze daar schrijft, raakt mijn koude kleren niet. Ik had dikwijls een andere mening dan zij, dat is nog wat anders dan zwak zijn. Op een Europese raad in Dublin, 1990, is de maaltijd een halfuur uitgelopen omdat wij tweeën een fundamentele discussie hadden - ik ken weinig premiers die Margaret Thatcher een halfuur lang weerstand geboden hebben.

»Aanvankelijk hadden we een goede relatie. Op de top vlak na de devaluatie van de Belgische frank in 1982 kon ze haar lof niet op: ‘Ik begrijp niet waarom ge zo'n voorstander van een gezamenlijke Europese aanpak zijt,’ zei ze me toen, ‘alles hangt toch af van good governments, zoals de uwe en de mijne.’ Ik heb ze in 1990 vreselijk tegen de stenen gestampt door te weigeren de Ierse priester Ryan, beticht van IRA-lidmaatschap, aan Groot-Brittannië uit te leveren; haar beeld van mij is toen totaal gewijzigd. Ze vroeg daar een gesprek over op de top in Rhodos. ‘Op één voorwaarde,’ heb ik gezegd, ‘dat er een tolk bij is.’ Daar zijn harde woorden gevallen. Na een discussie van twee uur zag ze lijkbleek. ‘Zoiets heb ik nog nooit meegemaakt,’ zei de tolk me achteraf. De laatste vijf jaar heb ik haar op alle punten bekampt. Lubbers was voor haar een goeie, want die hield altijd zijn oog gericht op Londen.»

HUMO Niet alleen op Londen: hij kreeg onlangs af te rekenen met een klacht wegens ongewenste intimiteiten vanwege een medewerkster van de UNHCR (de vluchtelingenorganisatie van de VN, waarvan de Nederlandse oud-premier nu voorzitter is, red.).

MARTENS «Ik heb eens meegewerkt aan een boek over hem, en op de foto's in dat boek kan je perfect zien wat er aan de hand is: Ruud Lubbers gaat op een heel fysieke manier met mensen om. Op die foto’s slaat hij voortdurend zijn armen rond iedereen - in dat boek zijn dat toevallig allemaal mannen. Dat is dus nog iets heel anders dan iemand bepotelen hé - of ‘iemand bij haar achterste grijpen,’ zoals het in de NRC voortdurend genoemd werd (lacht).

»Maar Lubbers is van geen kleintje vervaard, hé, zoals nog andere van zijn christen-democratische collega’s. Ik was eens op een bijeenkomst van Italiaanse christen-democraten op Sardinië. Ik kreeg er een andere kamer toegewezen dan gepland, uit veiligheidsoverwegingen. ’s Nachts werd er geklopt. Ik deed de deur open, en daar stond een mooie jonge dame - ik wéét voor wie ze eigenlijk kwam - en ze zei: ‘C’est l'amour qui passe!’ Toen ik dat nadien aan Helmut Kohl vertelde, zei die: ‘Sie machen nichts böse. De echte criminelen zijn de bankiers die wapens verkopen.’ Hij is zeer ruimdenkend, en hij heeft gelijk: er gebeurt geen kwaad als de liefde passeert.»

HUMO Had u de neiging u uit te sloven voor de groten der aarde die u, boerenjongen uit Sleidinge, mocht ontmoeten? Hugo Camps heeft zoiets onder andere beweerd over die keer dat u te gast was bij Reagan in het Witte Huis, in de rakettentijd. Politici zijn starfuckersvolgens hem, ze geilen op al wie groter is dan zijzelf.

MARTENS «Helemaal niet! Dat is Camps zijn probleem, niet het mijne. Ik kon de moed en rechtlijnigheid van Reagan waarderen, maar ik bewonderde hem niet. En ik voelde me niet minderwaardig als minister van een klein land.

»Laat me u dit vertellen. Toen Roger De Clerck werd gevierd, in 1999, waren drie grote vrienden van hem uitgenodigd: David Frost zou Thatcher, vader Bush en Gorbatsjov interviewen. Uiteindelijk is die laatste niet gekomen, omdat zijn vrouw heel erg ziek was. Ik had afgezegd, maar twee uur voor het gebeuren kreeg ik telefoon van Stefaan De Clerck: ‘Wilt ge alstublieft komen om Gorbatsjov te vervangen? Ik passeer u Bush,’ zegt hij. 'Ha Wilfried, hier George. Ge komt toch?' Wat kon ik doen? Ik heb niet alle dagen Bush aan de lijn. Ik vertel dat allemaal omdat toen aan het eind van het gesprek de cruciale vraag was: wie is voor u dé figuur van de twintigste eeuw? Ik geloof dat Thatcher Churchill noemde, en Bush president Reagan. Zelf heb ik Jean Monnet genoemd, want die ligt niet alleen aan de basis van de Europese Unie, die heeft er ook voor gezorgd - en ik zag dat Bush dat perfect begreep - dat Roosevelt de Amerikanen geëngageerd heeft in de strijd tegen Hitler. Monnet is een genie, Reagan niet. In Amerikaanse termen waren de reaganomics waarschijnlijk een economische revolutie, maar die heeft hij zelf niet uitgevonden, hij had ongetwijfeld ook zijn Fons Verplaetse

HUMO Die ex-toppolitici draven daar op in de Vlaanders om wat geld te vangen. Zou het ook iets voor u zijn, dat betaalde circuit?

MARTENS «Nee, wij zijn op dat gebied onbestaande. Clinton, Gorbatsjov, Thatcher krijgen miljoenen toegeschoven, wij niets, zero. Je moet deel uitmaken van een club, daar zit een hele organisatie achter. De Belgen hebben internationaal een andere rol: wij hebben capaciteiten om organisaties te leiden, compromissen te vinden. Wij zijn experts in het samenbrengen van mensen. En wij zijn geen politici, zoals die wereldleiders, met één opvatting waar we nooit van afwijken.»

HUMO Daarom circuleren er ook zo dikwijls namen van Belgen als mogelijk voorzitter van de Europese Commissie?

MARTENS «Kohl en Aznar werden soms ook genoemd, maar voor hen is zoiets letterlijk onmogelijk. Iemand die kanselier van Duitsland of eerste minister van Spanje is geweest, dénkt er niet eens aan zo'n functie te aanvaarden, waarin hij afhankelijk is van beslissingen genomen door eerste ministers. Dat ligt voor mij en andere Belgische premiers anders: we zijn ook wel premier geweest, maar van een klein land.»

HUMO Het stond in de sterren, en in het verlanglijstje van Helmut Kohl, dat u ooit Commissievoorzitter zou worden. 1994 was het ideale moment: wat is er toen misgelopen?

MARTENS «Eind '93 zei Kohl me: ik verneem dat je aus dem Rennen bent. De Belgische regering had hem ingelicht dat ze mij niet zouden voordragen. Men riep al op voorhand het argument in dat de Fransen mij niet zouden accepteren omdat ik de jaren voordien zo fel geijverd had om het Europees Parlement naar Brussel te halen. Kohl heeft dat moeten aanvaarden, en hij heeft dat zeer betreurd.»

HUMO De nieuwe Commissievoorzitter anno 2004, Barroso, is een vriend van u.

MARTENS «Ik ken Barroso al een jaar of tien. Ík heb hem ervan overtuigd Commissievoorzitter te worden; ik heb hem in mei in Lissabon opgezocht, en daar is het plan ontstaan. Hij had allerlei tegenargumenten: Portugal steunde de kandidatuur van Vitorino, die al Commissaris was, hij wou premier blijven, enzovoort... Maar helemaal op het einde van het gesprek zei hij: ‘Ik heb nog met Denis de Rougemont (denker en oprichter van het Centre Européen de la Culture in Genève, red.) gewerkt. Als het niet anders kan en als iedereen het mij vraagt, zal ik het doen.’ Toen wist ik genoeg.»

HUMO U hebt een voorzitter gevonden die saai is, geen visie heeft, hebben Vlaamse Europarlementsleden al laten weten.

MARTENS «Ach, Belgische parochiepolitiek is dat. Hij heeft bij alle fracties een uitstekende indruk gemaakt! Hij is een Europees federalist, hij spreekt verschillende talen, ik weet niet wat men meer moet vragen! Hij zal niet ‘inaudible’ zijn zoals Le Monde onlangs over Prodi schreef - onverstaanbaar! Dat kan tellen als typering. Prodi was nog maar drie maanden bezig toen Aznar me belde om te zeggen: ‘In de Commissie, c’est le chaos total!’ De Commissie heeft, onder andere dankzij Jacques Delors, fantastisch werk geleverd in de periode van '85 tot '94: de eenheidsmarkt, de monetaire unie... Maar nu zitten we met een zwakke Commissie, hé, en het wordt tijd dat daar verandering in komt.»

HUMO ‘Met dit Europa is het over vijftien jaar afgelopen,’ zei Delors onlangs. Hij is niet de enige die sceptisch is over de Europese toekomst. Hoe valt dat algemene pessimisme te overwinnen?

MARTENS «Giscard d’Estaing zei me onlangs op een vergadering in Boedapest: ‘We moeten ophouden te spreken over de stichters, de vaders van Europa, we moeten het hebben over de kinderen van Europa.’ Daar zit veel waarheid in. Hoe jonger mensen zijn, hoe Europeser ze denken. De jongeren zullen het scepticisme overwinnen: zij waarderen het dat je overal kan studeren, overal kan investeren, overal kan werken, overal bescherming geniet.»

HUMO Na de val van de Muur is Europa versneld uitgebreid. U reist veel rond in het Oosten. Bent u er gerust op dat die landen klaar zijn voor een integratie in Europa?

MARTENS «Met de tien landen die nu zijn toegetreden, zijn er geen problemen. Eigenlijk was het ook geen uitbreiding van Europa, maar een hereniging. Kroatië staat nu in de rij om toe te treden in 2007, en dat is er klaar voor: de nationalisten van Tudjman zijn een compleet andere partij geworden. Anders ligt het voor Roemenië en Bulgarije: dat zijn maffialanden, en we moeten heel voorzichtig zijn, anders creëren we grote problemen voor onze samenleving.»

Geen mietje

HUMO Sinds 1999 bent u geen Europarlementslid meer. U weigerde op te komen als tweede op de lijst, na Miet Smet. Een politieke afrekening hebt u het genoemd.

MARTENS «Ja, verschillende leidinggevende personen in de partij wilden te allen prijze vermijden dat ik lijsttrekker werd. Ze vreesden dat ik een zeer goed resultaat zou halen, waardoor ik opnieuw een factor zou worden in de Belgische politiek - de eeuwige obsessie van sommigen! En men heeft dan een uitstekend middel gevonden: een vrouw moest lijsttrekker worden, dat was toen de grote roep! Chapeau voor degenen die dat mechanisme hebben uitgevonden: dat was een meesterzet, hé?

»Het was natuurlijk een volkomen vals argument, en de tijd heeft dat ook duidelijk gemaakt: het is intussen volkomen in de vlammen opgegaan. Wat zegt Miet Smet nu ze bij de recentste Europese verkiezingen heeft moeten wijken voor een man, Jean-Luc Dehaene, en nu ze verbannen is naar het Vlaams Parlement?»

HUMO U hebt ook al gezegd dat uw privésituatie toen misbruikt is.

MARTENS «Achter de coulissen hebben ze van mijn recente vaderschap vast en zeker misbruik gemaakt: al in 1997 was in Het Laatste Nieuws een bericht verschenen over mijn tweeling, met de commentaar van een anonieme prominente partijgenoot dat ik nu zeker geen lijsttrekker meer kon zijn.»

HUMO In Knack verscheen toen ook een stuk met de stelling dat ‘mevrouw Martens-bis’ medeverantwoordelijk was voor uw isolement.

MARTENS «De avond dat het verscheen, is een Knack-journalist bij me thuis gekomen om te zeggen: ‘Ik raad u aan dat artikel niet te lezen!’ Het stuk was ondertekend door Jos Grobben, maar hij zei me dat een ander vooraanstaand journalist het geschreven had...

»In het brein van een aantal CVP’ers was Ilse de kwade geest, de aanstookster van alles. Een vrouwelijk parlementslid van mijn partij had haar eens aan de telefoon, en aan het eind van het gesprek zei ze: ‘Maar je bent veel vriendelijker dan men mij gezegd had!’... Ach, wat er toen allemaal niet gepubliceerd is: hoe ik die periode zonder psychische schade ben doorgekomen is me nog altijd een raadsel.»

HUMO Er stond veel voor u op het spel, want als herkozen parlementslid maakte u kans op het voorzitterschap van het Europees Parlement. Toch hebt u die tweede plaats geweigerd. Slachtoffer van uw gekrenkte eer?

MARTENS «Ik was op weg van het Europees Parlement naar huis toen ik via de autoradio vernam dat Miet Smet lijsttrekker zou worden. Dat nieuws is bewust gelekt uit een vergadering van de vertegenwoordigers van de standen en van de partij: de zetbazen en hun mannetjes zaten bijeen op de Boerenbond in Leuven. Daar is over mijn lot beslist. Er was een goede vriend van me aanwezig, die heeft het niet kunnen verhinderen: hij had nu eenmaal zijn opdracht... Herman Van Rompuy was er ook, maar die zegt me dat hij gezwegen heeft. Het ACW heeft me niet gesteund omdat ze mijn verruimingspolitiek op de EVP afwezen: de aansluiting van Berlusconi’s Forza Italia ging hen te ver. En de middenstand werd aangevoerd door een persoonlijke vijand van me.

»Jean-Luc Dehaene heeft me een paar dagen later nog uitgenodigd op zijn bureau. Hij stond achter de keuze voor Miet Smet: ‘Hoe is het mogelijk dat ge aan die eerste plaats zoveel belang hecht?’ zei hij, ‘ook op de tweede plaats zult ge verkozen zijn.' Ik ben dan nog gaan lunchen met Ilse en mijn medewerkster Marianne Ansoms, en heb dan beslist: nee, onder die voorwaarden ben ik geen kandidaat.»

HUMO Goeie vraag van Dehaene: hoe is het mogelijk dat u aan die eerste plaats zoveel belang hechtte?

MARTENS «Dit zou men een ander nooit aandoen. Men heeft Tindemans jarenlang als lijsttrekker gehandhaafd, zonder enige vorm van overleg. Ik heb die vernedering niet willen ondergaan - in het Frans klinkt het nog correcter, want harder: il a été humilié

HUMO Een pikant aspect aan de kwestie was dat Miet Smet, zo leerden wij toen in de kranten, vele jaren uw minnares was geweest.

MARTENS «Daarover heb ik precies hetzelfde te zeggen als Miet Smet, daarover ondervraagd door Het Laatste Nieuws.»

HUMO En dat was?

MARTENS «Wie zégt dat ik met Martens een verhouding heb gehad, vraagt ze zich daar af.»

HUMO Ook als leden van het CVP-Jongerenbureau waren Martens en Smet al kompanen. U nam haar in één van uw regeringen op als staatssecretaris.

MARTENS «Miet liet zich altijd verleiden en ze greep elke kans - sans remords. Je moet haar niet onderschatten.»

HUMO De cirkel was rond: het ACW, dat uw opgang als politicus gesteund had, liet u nu vallen.

MARTENS «Er is een onderscheid tussen het ACW en de clan die het toen leidde, gepousseerd door mensen uit mijn omgeving in Straatsburg. Wat wel juist is: zij verdragen geen onafhankelijkheid, je moet altijd in het gelid lopen.»

HUMO Misschien had het ACW een punt: u breidde de EVP uit met soms heel rechtse partijen. Die uitbreidingspolitiek kan men samenvatten als een poging om het socialistische overwicht in Europa te breken: een vreemd project voor iemand die zich centrum-links noemt.

MARTENS «De socialisten zijn onze belangrijkste tegenstrevers, dat klopt. Maar een tegenstrever is nog wat anders dan een vijand. Het komt de democratie ten goede als we elk onze rol goed spelen. De socialisten waren de sterkste partij, wij zijn het nu. In 1994 hadden we 157 zetels, nu hebben we er 268, en het hart van die partij is de christen-democratie gebleven.»

HUMO Beleeft u wat plezier aan de omgang met politici als Berlusconi?

MARTENS «Ik kan hem álles zeggen, en dat is zeldzaam in de politiek.

»Waar gaat het om? Zonder uitbreiding zou de EVP nu een club van veertig of vijftig christen-democraten zijn - de Duitsers zouden ons verlaten hebben. We zouden een fractie vormen zo groot als die van de groenen: je kan je dan zeer zuiver opstellen, maar je hebt wel niks te zeggen.»

HUMO In 1999 nam u geen deel aan de Europese verkiezingen, vrij onverwacht deed u dat recent wel op het Brusselse niveau, als lijstduwer bij de opvolgers. Resultaat: 670 stemmen. U bent wel een heel kleine aandeelhouder geworden van uw partij.

MARTENS «Ik heb hier net de formulieren liggen waarop ik mijn verkiezingsuitgaven moet aangeven. Voor het eerst in mijn leven zal ik met groot genoegen invullen: nul euro. Ik heb helemaal geen campagne gevoerd: ik was zowat elke dag in het buitenland - en ik heb er trouwens geen geld voor. Ik ben alleen op die lijst gaan staan uit vriendschap voor Jos Chabert. Buiten het politieke milieu wist geen hond in Brussel dat ik kandidaat was.»

De ruiter en het paard

HUMO Als het niet te veel gevraagd is, aan het eind: een balans?

MARTENS «Ik heb gewerkt als eerste minister en als partijleider, eerst nationaal binnen de CVP, dan Europees binnen de EVP. En inhoudelijk heb ik als partijleider meer kunnen doen dan als premier. Ik heb van de CVP een andere partij gemaakt, en ik heb van de EVP de belangrijkste partij in de Europese Unie gemaakt. De twaalf jaar die ik heb kunnen doorbrengen in de Wetstraat 16 – waarvan toch enkele jaren met goed resultaat - beschouw ik als een uitzonderlijke periode, maar uiteindelijk was het toch een tussenstap: vandaaruit heb ik een platform gevonden om Europees te ageren. Ik ben niet verheven tot de hoogste Europese functies, maar ik speel wel een stimulerende rol. Ik vergelijk het soms met het werk van het actiecomité van Jean Monnet destijds, maar dan in partijverband: mensen inspireren.»

HUMO Uw sterkte als politicus wordt weleens anders samengevat. U kunt uitstekend macht hamsteren, en in ‘Omtrent Wilfried Martens’ is te lezen: 'Wilfried Martens is Realpolitiker. Hij kan cynisch zijn in de politieke analyse en legt zijn hart dan in de diepvries. Dit stuk onmenselijkheid is eigen aan alle grote leiders.'

MARTENS «Ik ben géén Realpolitiker. Toen ik in de politiek stapte, las ik niet Machiavelli, maar Paul Ricoeur, zijn boek ‘Geloof en politiek’ – antiquarisch kan ik het niet meer vinden, ik heb een kopie laten maken. Ricoeur zegt dat je je praktijk moet blijven toetsen aan je idealen. Anders wordt alles om het even, 'behoudens de macht' - en dat is dan weer een beroemde zinsnede gelanceerd door D'66, een ander referentiepunt voor onze generatie.»

HUMO Hebt u weleens carrièrekansen laten liggen omdat u absoluut uw idealen wou volgen?

MARTENS «Tijdens de formatie in 1988, nog voor me gevraagd werd of ik premier wou worden, heeft men mij voorgesteld Europees Commissaris te worden in de plaats van Willy De Clercq - Van Miert, Claes, Tobback en Swaelen zaten erbij. En ik heb toen gezegd: ‘Dat doe ik niet, uit loyauteit tegenover Willy.’ Mijn leven had er totaal anders uitgezien als ik toen die kans gegrepen had. Ik zou Commissaris geworden zijn, waarschijnlijk ook voorzitter van de Commissie. Ook mijn materiële toestand vandaag zou heel anders geweest zijn, dat kan ik u verzekeren. Uiteindelijk is Van Miert toen naar Europa vertrokken.

»Dat soort loyauteit is een deel van mijn overtuiging. En paradoxaal genoeg: toen ik daarna voor de laatste keer premier werd - daar hebben we het al uitgebreid over gehad - was dat voor mij weer uit loyauteit tegenover de koning. Een Realpolitiker had toen gezegd: ik ga niet in de regering, ik wacht mijn tijd wel af. Maar ik weet het: anderen noemen het dan weer Realpolitik bij uitstek en zeggen dat ik het postje absoluut wilde.»

HUMO Dus moet u toch gewoon afwachten wat de geschiedenis daarover uit haar botten zal kramen?

MARTENS «Dat is zeker.»

HUMO Intussen blijft u tot 2006 aan de slag als EVP-voorzitter.

MARTENS « Men dringt nu al aan dat ik er dan nog niet mee zou ophouden. Dat valt te overwegen, gesteld dat ik gezond en helder blijf. Je hebt er energie voor nodig, hé?

»Een Duitse vriend vertelde me onlangs een aardig verhaal. Toen Bismarck een dagje ouder werd, zei hij aan de Duitse keizer Wilhelm: ‘Ik kan dit op mijn leeftijd niet blijven doen, ik moet ermee ophouden!’ De keizer antwoordde: ‘Jamaar, ik ben ouder dan gij.’ ‘Ja,’ zei Bismarck, ‘maar er is een groot verschil tussen de ruiter en het paard.’»

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234