null Beeld VTM
Beeld VTM

kijktip'De kroongetuigen'

De Vampier van Muizen: ‘Hij was blij toen ze hem oppakten, hij hoefde niet verder te moorden’

Vanavond kunt u op VTM kijken naar de documentairereeks ‘De Kroongetuigen’, waarin waargebeurde misdaadverhalen uit ons land worden gereconstrueerd aan de hand van getuigenissen. Vandaag: De Vampier van Muizen. In 2006 schreef journalist Louis Van Dievel een roman over de gruwelijke gebeurtenissen. Daarover sprak hij met Humo. Lees hier het interview.

Diederik Van den Abeele

Verschenen in Humo op 29 augustus 2006

Begin, jaren 1970 terroriseerde, Staf Van Eyken, een twintigjarige spoorwegarbeider, de streek rond Mechelen. De ‘Vampier van Muizen’ wurgde en verkrachtte tussen oktober 1971 en maart 1972 drie vrouwen op gruwelijke wijze: hij had de gewoonte zijn slachtoffers te bijten, vandaar zijn bijnaam. Kort na zijn derde moord werd Van Eyken gevat hij bleek ook nog eens twintig verkrachtingen op zijn palmares te hebben, en tweejaar later werd hij door het Assisenhof van Antwerpen veroordeeld tot de doodstraf, die automatisch werd omgezet in levenslang.

Anno 2006 zit de Vampier van Muizen, intussen 55, nog steeds in de cel, wat hem zowat recordhouder langste gevangenisstraf in België moet maken. VRT-journalist Louis Van Dievel (53) groeide op in dezelfde wijk als Staf Van Eycken en houdt levendige herinneringen over aan de gruwelijke gebeurtenissen uit zijn jeugd. Hij schreef er een meeslepende roman over: ‘De Pruimelaarsstraat’, Uitgeverij Houtekiet). Van Dievel zelf noemt zijn boek géén misdaadroman, maar een levendig portret van la Flandre profonde uit een tijd toen het leven nog eenvoudiger leek dan nu.

LOUIS VAN DIEVEL «Ik kende Staf Van Eyken vrij goed. Wij woonden allebei aan de Putsesteenweg in Bonheiden, in een wijk met veel gewone, arme mensen. Staf woonde in de Pruimelaarstraat en ik in de Kerselaarstraat, nog geen vijftig meter verder. De tuintjes van de huizen in die twee straten grensden aan elkaar, iedereen leefde op elkaars lip en wist alles van de anderen. Staf was anderhalf jaar ouder dan ik: wij waren niet echt vrienden, maar we zaten wel samen in de chiro van Bonheiden.

»Hij is opgegroeid in een echte rampenfamilie. Zijn vader, Warre Van Eyken, was een zuiplap en een vechtersbaas, die op een dag zijn vrouw, Marie en hun twee kinderen Staf en Jenny in de steek gelaten heeft. Staf was toen nog een kleuter. Later hoorden we dat Warre zich bij het Vreemdelingenlegioen had aangesloten - in Bonheiden werd gefluisterd dat hij een moord op zijn geweten, had - en nog later vernamen hl hij zelfmoord had gepleegd in Algerije.

»Marie zat daar dus in de Pruimelaarstraat, met haar twee jonge kinderen: dat was gewoon niet te bolwerken. Hertrouwen. Was voor haar een kwestie van overleven. Ze is toen in het bootje gestapt met Pierre Jacobs, een kolerieke man die graag dronk en nog niet van de straat was geraakt. Samen hebben ze nog een kind gemaakt: Kristel. Een paar jaar later werd Marie ziek: ze bleek aan Multiple Sclerose te lijden en belandde in een rolstoel. Ze kon niet meer voor haar jongste dochter zorgen en daarom ging Kristel bij de buren, een bejaard koppel, wonen. Maar op een nacht zijn ze alledrie gestikt - door de uitwasemingen van de kachel: de stille dood.

»Ondertussen namen de ruzies tussen Pierre en Staf toe. Pierre had geen gezag over Staf: hij kon alleen maar roepen en brullen en slaan. Na de dood van Kristel werd Staf naar het verbeteringsgesticht van Mol gestuurd: op zijn veertiende had hij een meisje van elf aangerand. Hij verhuisde van de ene instelling naar de andere tot hij op zijn achttiende naar het leger moest. Nadien keerde hij terug naar de Pruimelaarstraat en begon als spoorlegger bij de NMBS te werken. Zijn moeder lag toen in het ziekenhuis, een paar maanden later is ze gestorven.

»Kortom: zeggen dat Staf Van Eyken geen leuke jeugd heeft gehad, is een gigantisch understatement.»

EEN ECHTE PLAYBOY

HUMO Hoe reageerde jij toen je hoorde dat Staf Van Eyken de lustmoordenaar was die de streek maandenlang onveilig had gemaakt?

VAN DIEVEL «Dat was een complete verrassing. Ik had Staf altijd gekend als een stille, brave, schuchtere jongen. Hoe je het ook draait of keert: om iemand te vermoorden heb je lef nodig, en in mijn ogen was Staf een flauwerik. Ik weet nog goed hoe wij op een keer met de Chiro over een beek in het Zellaerbos sprongen, en hoe Staf toen in het water is gevallen. Hij was kletsnat en was de hele tijd aan het huilen, omdat hij zo bang was van zijn stiefvader.

»Ik vond het raar dat hij op zijn veertiende naar het verbeteringsgesticht gestuurd werd: van de affaire met dat meisje wisten we niks, en Staf leek mij absoluut niet onhandelbaar. Ik denk dat zijn vader hem gewoon het huis uit wou hebben.

»Tijdens mijn research voor ‘De Pruimelaarstraat’ heb ik de akte van beschuldiging over die aanranding kunnen inkijken: bleek dat Staf zich in augustus 1965 verborgen had gehouden in een bos in Bonheiden. Toen dat meisje voorbijreed, sprak hij haar aan en sleurde haar vervolgens het bos in. Tijdens zijn ondervraging bekende hij dat hij zijn penis tegen de vagina van dat meisje had gedrukt, en dat hij met zijn vinger aan haar naakte geslacht had gevoeld. Hij gaf ook toe dat hij geregeld geslachtsverkeer had met zijn zuster Jenny.

»Toen hij terugkeerde uit het leger, verbaasde iedereen er zich over wat voor een charmante, aantrekkelijke, zelfverzekerde jongeman hij was geworden. Hij was gespierd en zag er met zijn zwarte, golvende haar wat zuiders uit, een beetje een playboy. Ik hoor het mijn ouders nog zeggen: ‘Dat is waarschijnlijk de eerste keer dat iemand als een béter mens uit een verbeteringsgesticht komt.’ Staf was tegen iedereen vriendelijk, en hij ging zijn zieke moeder vaak met de fiets in het ziekenhuis van Melsbroek bezoeken. Ieder-een in de buurt was onder de indruk - maar niemand besefte dat het monster toen al aan het werk was. Op de dag dat zijn moeder stierf; heeft Staf zijn tweede moord gepleegd.»

HUMO Hoe herinner jij je de angstpsychose die toen in de streek heerste?

VAN DIEVEL «Iedereen was natuurlijk vreselijk bang van de Vampier van Muizen. De vrouwen en meisjes mochten niet meer alleen naar buiten, zeker ‘s avonds niet. Maar de Mannen bleven ook binnen, hoor. Na het donker, was er in Bonheiden en omstreken niemand meer op straat te zien. Op fuiven kon je ook niet meer tegen een meisje zeggen: ‘Kom, we gaan buiten een wandelingetje maken.’ Dat durfden ze niet meer.

»De wildste verhalen deden de ronde. Mensen beweerden dat ze de Vampier in hun straat hadden, zien rondsluipen, en af en toe werd er ook iemand opgepakt en ondervraagd. Arbeiders die zich op de dagen van de moorden ziek hadden gemeld waren verdacht; en werklozen, én alleenstaande mannen én al wie ooit een zeden misdrijf had gepleegd. In onze wijk werd over niets anders gepraat dan over de Vampier van Muizen - vooral over de gruwelijke manier waarop hij de moorden had gepleegd.»

LEES OOK:

Hoe zou het nog zijn met... de Vampier van Muizen?‘Nooit wil ik vrijkomen’

DRIE MOORDEN

VAN DIEVEL «Stafs eerste slachtoffer was Marie-Thérèse Rosseel, het 18-jarige dienstmeisje van een plaatselijke textielbaron. Hij heeft haar verkracht, gewurgd en met een mes doodgestoken in het huis van haar werkgever in Muizen. Hier en daar zaten er op haar lichaam bloederige bijtwonden. Eerst werd de heer des huizes van de moord verdacht omdat hij geen alibi had, maar uiteindelijk, heeft hij moeten toegeven dat hij op het moment van de moord bij zijn maîtresse was..

»Het tweede slachtoffer was Ida Smeets, de 47-jarige vrouw van advocaat en universiteitsprofessor Frans Van Isacker, moeder van drie kinderen. Dat was meteen de gruwelijkste moord, gepleegd op de dag dat de moeder van Staf gestorven is. Hij was via het jaagpad langs de DijIe van zijn werk naar huis gefietst, echt met de bedoeling een meisje aan te randen. Bij de brug over de Dijle in Muizen keerde hij terug, omdat hij geen enkel meisje was tegengekomen. Toen zag hij toevallig mevrouw Van Isacker, die haar dagelijkse wandeling langs het jaagpad maakte. Hij stopte en vroeg haar de weg naar Hever. Vervolgens sleurde hij haar de dijk af naar een verlaten fabrieksterrein, waar hij haar probeerde te verkrachten. Omdat dat niet meteen lukte, wurgde hij haar. Daarna pakte hij zijn fiets en reed naar huis om te gaan eten. Twee uur later keerde hij terug: hij moest en zou iemand. verkrachten. Zelfs al was. het een dode vrouw. Maar toen hij bij, het verlaten fabrieksterrein aankwam, zag hij hoe mevrouw Van Isacker, de dijk naar het Jaagpad probeerde op te kruipen en om hulp riep - ze had de moordpoging overleefd. Staf verkrachtte haar in het gras en wurgde haar daarna. Ook het lichaam van mevrouw Van Isacker vertoonde bijtsporen, in de nek en de borsten.

»Zijn derde slachtoffer was Lutgarde Van der Wilt, een 19-jarig meisje met wie hij de hele avond had gedanst in een jeugdclub in Bonheiden. Ze werd de volgende ochtend naakt, gewurgd en met haar gezicht vol bijtsporen teruggevonden in het Zellaerbos in Bonheiden. Toevallig heeft mijn oom, Lode Van Dievel, die in die tijd conservator was van het Wielewaalreservaat, haar lijk ontdekt.»

HUMO Staf Van Eyken is uiteindelijk op een vrij lullige manier door de mand gevallen.

VAN DIEVEL «Ja, de ochtend na de moord op Lutgarde Van der Wilt, toen de BOB de plaats van de misdaad aan het onderzoeken was; zagen ze Staf een paar keer op zijn fiets voorbijrijden. Hij gedroeg zich nogal vreemd, en toen de onderzoekers hem tegenhielden en vroegen waar hij naartoe ging, antwoordde hij: ‘Ik ga het graf van mijn overleden moeder en zusje bezoeken.’ Omdat de substituut het niet helemaal vertrouwde, liet hij Staf volgen, door twee BOB’ers, die hem de Pruimelaarstraat zagen inrijden. Toen ze even later bij zijn huis aanbelden, merkten ze dat Staf een bloedvlek op zijn mouw had.

»Staf ging meteen tot bekentenissen over: hij vertelde dat hij Lutgarde Van der Wilt had verkracht en vermoord, en Marie-Thérèse Rosseel en Ida Smeets. Hij zou ook toen de rijkswachters hebben gezegd: ‘Sluit mij maar op, want ik ben ziek.’ Ik denk dat hij op een of andere manier blij was dat ze hem gepakt hadden en dat hij niet meer verder hoefde te moorden.

»Op een gegeven moment zou hij bij zijn ondervragers hebben gepolst waarom ze hem niets vroegen over zijn vierde moord. Wat bleek? Een paar dagen voor hij naar het leger vertrokken was, had hij in Bonheiden een jonge vrouw proberen om te brengen. Hij had haar aan de Putsesteenweg een krantenwinkel zien binnenstappen, hij was haar gevolgd en had haar aangerand en gewurgd. Tenminste, dat dácht hij, want ze was niet dood. Ze had het bewustzijn verloren, en Staf had haar naast de weg laten liggen. De vrouw had een klacht ingediend bij de rijkswacht, maar die schonk daar niet veel aandacht aan: ze had in het dorp een slechte reputatie en werd geregeld afgeranseld door haar man.

»Tijdens het onderzoek bleek dat Staf Van Eyken nog een heleboel andere vrouwen had proberen aan te randen en vermoorden. Verschillende van die vrouwen hadden een klacht ingediend. In november 1966 moest Staf bijvoorbeeld samen met een vriend van het tehuis in Rijmenam les gaan volgen in de vakschool in Haacht, maar in plaats daarvan reden ze samen met hun fiets rond. Staf had tegen zijn vriend gezegd dat hij een vrouw wilde overvallen en beroven. In een bos in Bonheiden zag hij een vrouw hout sprokkelen. Hij greep haar van achteren bij de keel en duwde haar op de grond en sloeg haar met zijn vuisten. Toen de vrouw zei dat ze geen geld bij zich had, wurgde Staf haar tot ze bewusteloos was. Zijn vriend had ondertussen haar broek uitgetrokken en Staf scheurde haar kleren en BH stuk. Uiteindelijk reed hij met zijn vriend weg, in de veronderstelling dat hij de vrouw had vermoord.

»Een ander voorbeeld uit de akte van beschuldiging: in december 1967 achtervolgde Staf een vrouw die met een koffer en bloemenruiker over straat liep, op weg naar het rusthuis was haar zuster verbleef. Op een kalme plek greep hij haar beet en wierp haar op de grond. Hij drukte met zijn knieën op haar buik en wurgde haar met twee handen. Vervolgens trok hij de trui van de bewusteloze vrouw omhoog en scheurde haar bh en onderbroek stuk. Hij zoog aan haar borsten en stak zijn vinger in haar geslachtsdeel. Hij wilde haar verkrachten, maar werd opgemerkt door twee voorbijgangers en heeft het op een lopen gezet.»

GEEN SPIJT

HUMO Staf Van Eyken had wegens zedenfeiten vijf jaar in instellingen en tehuizen doorgebracht. Hoe komt het dat de onderzoekers niet eerder bij hem waren uitgekomen?

VAN DIEVEL «Die vraag stelde de hele buurt zich. Maar het probleem was dat Staf een blanco strafregister had: feiten die door een minderjarige werden gepleegd kwamen toe niet op het strafblad, om jongeren te beschermen en een tweede kans te geven. Met als gevolg dat de onderzoeksrechter. die zich met de drie moorden bezighield niets van het verleden van Staf Van Eyken afwist.»

HUM0 Uit krantenverslagen van het proces’ en .de wedersamenstellingen van de moorden blijkt hoe, onbewogen en cynisch Staf Van Eyken reageerde als hij met zijn gruweldaden werd geconfronteerd. Hij zou ook verschillende keren gezegd hebben dat hij geen spijt van zijn daden had.

VAN DIEVEL «Ja, tegen de onderzoeksrechter zou hij gezegd hebben: ‘Ik kende die vrouwen niet persoonlijk, hoe kan ik dan spijt hebben?’ Tijdens de wedersamenstellingen zou hij heel gewillig, zelfs glimlachend, de drie moorden hebben overgedaan.

»Voor mij is het duidelijk dat Staf Van Eyken een zieke mens was; een psychopaat. Het had nooit tot een assisenproces mogen komen: hij had geïnterneerd moeten worden. Maar de druk van publieke opinie was te groot het volk wilde wraak.»

HUMO Uiteindelijk heeft hij de doodstraf gekregen.

VAN DIEVEL «Ja, maar ook dat stelde de mensen niet gerust. Nog geen week na de uitspraak begonnen er geruchten de ronde te doen dat Staf Van Eyken zou worden vrijgelaten. Het gerecht heeft toen overal in het arrondissement Mechelen grote affiches laten ophangen met uittreksels uit het arrest. Daarop stond in grote letters dat Staf Van Eyken de DOODSTRAF had gekregen en dat hij wel degelijk een levenslange gevangenisstraf zou uitzitten. Dat was sinds de Tweede Wereldoorlog niets meer gebeurd.»

HUMO Staf Van Eyken zit nog altijd opgesloten in de gevangenis van Leuven. Heb je contact met hem gezocht?

VAN DIEVEL «Ik heb hem een paar keer gebeld en geschreven. Ik heb hem uitgelegd dat ik een boek wou schrijven over het leven in de Pruimelaarstraat, en dat zijn moorden het uitgangspunt en de rode draad zouden vormen. Ik heb hem ook gevraagd of ik hem mocht ontmoeten. Maar hij wou niet. Hij zei dat hij niet in de belangstelling wou staan. Hij legde mij uit dat hij een paar keer per jaar enkele dagen ‘verlof’ krijgt en dan gaat hij in het Antwerpse Statiekwartier pinten pakken en achter de vrouwen zitten. Die paar dagen verlof, daar leeft hij voor, zei hij me aan de telefoon. Hij wou die niet in gevaar brengen, en hij wou zéker niet. Dat ze hem in Antwerpen zouden herkennen. Over zijn gruweldaden, ondertussen 35 jaar geleden, zei hij: ’Dat is allemaal allang voorbij.’ Hij wou duidelijk niet meer aan die tijd herinnerd worden.

»Hij kwam op mij over als een gelaten, uitgebluste man. Mijn collega Michel Wuyts van de sportredactie, die de jaarlijkse sportdag in Leuven-Centraal presenteert en de trofeeën aan de gevangenen uitreikt, heeft Staf al een paar keer ontmoet en hij vertelde me dat de gevangenisdirecteur zei: ‘Je kunt hem bij wijze van spreken de héle dag buiten aan de gevangenispoort zetten, en avonds zal hij daar nog altijd staan.’ Hij denkt totaal niet aan ontsnappen. Logisch ook, want waarom zou hij ontsnappen? Buiten de gevangenis heeft hij niets of niemand meer. Zijn. familie is hem nooit komen bezoeken, en zijn zus wil niets van hem weten. Hij weet ook niks van het leven: zijn hele jeugd heeft hij in instellingen doorgebracht, en sinds zijn arrestatie zit hij al bijna 35 jaar in de gevangenis. De kans is zeer groot dat hij de rest van zijn leven - in de cel zal doorbrengen. Stel dat ze hem ooit voorwaardelijke vrijheid zouden aanbieden: ik denk niet dat hij daarop zou ingaan.»

DIEVEN, VECHTERSBAZEN, HOERENLOPERS

HUMO in ‘De Pruimelaarstraat laat je de lezer aan de hand van oude krantenartikels het verloop van het assisenproces volgen, maar vreemd genoeg eindigt het verhaal vlak voor de uitspraak.

VAN DIEVEL «Dat heb ik bewust gedaan: ik wou geen boek schrijven over de lotgevallen van Staf Van Eyken, maar over hoe de mensen in de Pruimelaarstraat reageerden toen bleek dat hij de gevreesde Vampier van Muizen was: maskers vallen af, goedbewaarde geheimen kormen aan het licht, relaties beginnen te schuiven... Ik geef in mijn boek iedereen in de Pruimelaarstraat een eigen gezicht en een eigen, geschiedenis, en ieder personage geeft vervolgens zijn visie op de gebeurtenissen. Daarom begint en eindigt het met die mensen.»

HUMO Zijn de personages in je boek gebaseerd op echte personen?

VAN DIEVEL «Soms wel, soms heb ik ze verzonnen. Bij wijze van research ben ik met iedereen gaan praten .die in mijn jeugd in de Pruimelaarstraat woonde - tenminste: met wie nog leefde. Ik ben begonnen hij mijn moeder, die nog altijd in Bonheiden woont: zij heeft mij, verteld welke mensen mij verder konden helpen. Aan de hand van al die verhalen heb ik een fictief boek met een groot waarheidsgehalte geschreven. De namen van de mensen die nog leven heb ik veranderd, de namen van de doden niet.

»Het gekke is: ik had altijd gedacht dat de Pruimelaarstraat een heel gewone straat was, met gewone volksmensen - maar na mijn research leek dat helemaal niet te kloppen: de meeste mensen daar waren dieven; zuiplappen, vechtersbazen, bedriegers, hoerenlopers.... En daar zat ik als jonge gast tussen, zonder dat ik dat besefte. Maar vergis je niet: ik heb veel begrip en sympathie voor die mensen - ik hoop dat dat duidelijk uit mijn boek blijkt.»

HUMO ‘De Pruimelaarstraat’ roept in elk geval heftige emoties op nog vóór het in de winkel ligt. Enkele dagen geleden beschuldigde de broer van de vermoorde Marie-Thérèse Rosseel je in Gazet van Antwerpen van lijkenpikkerij. Hij zei ook dat hij zich niet zou kunnen inhouden op de voorstelling van je boek.

VAN DIEVEL «Zo’n heftige reactie had ik niet verwacht. Maar met alle respect voor het verdrietvan die man: dat was echt wel buiten proportie. De moord op. zijn zus komt maar zijdelings aan bod, en dan nog heel zakelijk: via krantenberichten uit die tijd en een fragment uit de akte van beschuldiging. Ik ken boeken waarin de.moorden van de Vampier wél met allerlei saillante details uit de doeken worden gedaan; bijvoorbeeld ‘Beschuldigde sta op’, de bestseller van Gust Verwerft. Van lijkenpikkerij is in mijn boek abosoluut geen sprake.

»En wat die bedreiging betreft: ik heb de politie van Bonheiden ingelicht. We zullen wel zien, woensdag. Ik ben vooral benieuwd naar de reactie van de , mensen uit de Pruimelaarstraat, de mensen tussen wie ik mijn jeugd heb doorgebracht.»

‘De kroongetuigen’, VTM, dinsdag 21 maart, 21.45u

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234