De 7 hoofdzonden
Ella Leyers: ‘Stel je voor dat we helemaal niet gulzig of ijdel of onkuis waren: hoe saai zou het leven dán zijn!’
Ella Leyers, de slimste sidekick van ‘De ideale wereld’, zal vanaf het najaar Jan Jaap van der Wal vervangen als host van het satireprogramma. De actrice voegt zo een nieuw hoofdstuk toe aan haar carrière, die pas echt van de grond kwam toen u haar in 2015 in Humo’s Pop Poll koos als de vrouw die u het liefst uit de kleren wilde zien gaan. En ze deed dat ook gewoon, want La Leyers heeft niet alleen ongelofelijke ogen en een prachtlijf, maar ook jaloersmakend veel lef. Tussendoor ging ze te biecht voor haar 7 Hoofdzonden: ‘Ach, iemand die zijn vrouw bedriegt, is vaak ook maar een verliefd kalf dat even het sterrenstof in de ogen heeft gekregen’.
(Verschenen in Humo op 3 februari 2015)
Ella rent tegenwoordig van set naar set. In ‘Professor T’, de nieuwe VRT-politiereeks, speelt ze de vrouwelijke hoofdrol, aan de VTM-reeks ‘Spitsbroers’ werkt ze mee, en wie haar nog niet als Miley Cyrus heeft zien wervelen in ‘Tegen de sterren op’, moet er misschien toch even het internet op naslaan. We treffen haar in een Antwerps café waar ze tijdens het gesprek uit puur enthousiasme geregeld onze handen en armen betast.
Hoogmoed
HUMO Ben je blij met je prijs?
Ella Leyers «Ik las dat Clara Cleymans had gezegd dat het door de jaren heen wel een pseudo-eer is geworden als de Humo-lezers je uit de kleren willen zien gaan – je komt toch ná Lien Van de Kelder en zo, hè. Maar: ja, ik ben vereerd (lacht).»
HUMO Je bent het afgelopen jaar opeens heel populair geworden. Wat doet dat met je ego?
Leyers «Alle geïnterviewden zeggen dan altijd: ‘Maar mijn vrienden houden me met beide benen op de grond.’ Ik weet dat niet. Je glijdt heel makkelijk weg als alles wat je nodig hebt je elke dag voortdurend wordt aangereikt. Ik rol uit mijn bed, kom op de set, word geschminkt en dan doen ze de hele dag alles voor mij. Dus af en toe krijg ik toch het gevoel: ben ik niet te veel alleen maar met mezelf bezig? Nu, mijn vrienden zeggen wel dat het meevalt, maar ik wéét het dus niet.
»Ik ga binnenkort wel minder mooi op televisie komen. Voor Annelies Donckers, de rol die ik in ‘Professor T’ speel, hebben we geopteerd voor een nude look – we schminken de wallen niet weg als ze er zijn. Je moet geloven – zoals in ‘The Killing’ – dat we nachtenlang doorwerken aan ons onderzoek, en ongezond eten.»
HUMO Ik begrijp de link niet. Heeft populair zijn voor jou te maken met mooi zijn?
Leyers «Niet direct, nee. Maar ik ben me er wel van bewust dat er om de beurt jonge meisjes gehypet worden. Dan ben je eventjes dé ontdekking: ‘Aaah, dat is iemand die we nog niet kenden!’ – tot je opgaat in het grote geheel en dan is het weer voorbij.
»Ik heb eigenlijk geen tijd om stil te staan bij dat populair zijn. Er komt zoveel op me af. Soms denk ik dan aan mijn ouders en hoe jong zij waren toen ze hun eerste kind kregen en dat ik vroeger altijd dacht: als ik zo oud ben, wil ik iemand zijn die veel reist. En dan denk ik weer: Ella, dat is nu, hè, je leven is begonnen, en je loopt alleen maar je staart achterna! Hoe zit het nu met die dromen?»
HUMO Was het niet jouw grote droom om actrice te worden?
Leyers «Niet echt. Acteren is gewoon iets dat ik van kind af aan deed, eerst door gewoon veel raar te doen in de huiskamer, daarna samen met mijn moeder bij het amateurgezelschap Arlecchino in Lier. Via hen speelde ik op mijn 9de al in ‘Middernachtsdroom’ en op mijn 14de bij ‘F.C. De Kampioenen’.»
HUMO Je ging naar The American Academy of Dramatic Arts in New York. Was dat omdat in het buitenland falen minder eng is dan hier thuis, als de dochter ván?
Leyers «Falen?! Nee, daar dacht ik helemaal niet aan. Ik verwachtte dat iedereen zou denken dat ik het aan mijn vader te danken had als ik daar zou slagen. Zelfs toen ik werd toegelaten aan de toneelschool in New York dacht iedereen dat dat was omdat mijn vader (Jan Leyers, red.) wel even een telefoontje had gedaan. Echt belachelijk. Hoe ver denken die mensen wel niet dat zijn roem reikt?»
HUMO Je zei erg nadrukkelijk dat je nooit had gedacht aan falen. Je vertelde ons een vorige keer ook al dat je eigenlijk nooit een plan B hebt gehad. Was je dan zo zeker van je zaak?
Leyers «Het was niet dat ik dacht: dat wordt een fluitje van een cent. Het was meer dat het gewoon móést lukken. Falen was geen optie. Als je een plan B hebt, betekent dat dat je er een optie van maakt dat plan A niet kan lukken. Maar om iets met hart en ziel te doen moet je er toch 1.000 procent in geloven dat ’t wél zal lukken? Als jij het niet gelooft, zullen andere mensen het helemáál niet geloven, ook de jury van de toneelschool niet.»
HUMO Toen je na je studie terugkwam, heb je je ingeschreven bij castingbureaus en ben je audities beginnen te doen. Maar toen lukte alles voor het eerst even niet.
Leyers «Het probleem was dat ik niet eens voor audities werd gevraagd. Ik raakte, zeg maar, gewoon niet binnen in het circuit. Ik wist niet wie, waar, hoe, wat... Wist niet tot wie ik mij moest richten. Dus ik werkte in de horeca en stuurde lukraak e-mails rond met: ‘Mochten jullie iemand zoeken...’, maar het bleek allemaal niet zo simpel.»
HUMO Hoe heb je het tij uiteindelijk weten te keren?
Leyers «Dat is gelukt dankzij Jan Verheyen. Hij had – dat was wel via papa, moet ik toegeven – een aanbevelingsbrief geschreven voor mijn school in New York, met die mooie hoofding van zijn productiehuis Max Rockatansky. Daarin stond dat ik één van de meest sprankelende actrices was die je gezien móést hebben, en nog meer leugens want hij had me nog nooit zien spelen (lacht). Hem heb ik op een gegeven moment gemaild: ‘Hé, Jan, remember... Ik ben terug.’ Van hem heb ik dan auditie mogen doen voor een bijrol in ‘Vermist’. Na afloop zei hij: ‘Nu blijkt dat het toch niet allemaal gelogen was wat er in die brief stond.’ En ik heb die rol gekregen. Daarna is de bal beginnen te rollen. Ik heb me ingeschreven voor de imitatiewedstrijd georganiseerd door de makers van ‘Tegen de sterren op’. Die zeiden: ‘We hebben je hier en daar al gezien in gastrollen. Zou je het zien zitten om bij ons eens een gastrol te spelen?’ En na een paar van die gastrollen belden ze me of ik vast bij de ploeg wou komen.»
HUMO Je vloog dat seizoen het programma binnen als Miley Cyrus op een sloopkogelachtige kerstbal.
Leyers «Ja. Dat was de eerste keer dat ik meedeed in de studio voor het publiek. Ze zouden met mij op die kerstbal uitpakken. Ik was doodzenuwachtig. Op het moment suprême trekken de mensen van de productie me naar achteren om me door die muur te katapulteren. Ik hoor mijn cue, begin te zingen, slinger door die muur, pak de camera’s, zing door, denk: ‘Oké, dit gaat goed’ en opeens zie ik de productieleider wild met zijn armen zwaaien en met zijn hoofd schudden. Ik verstarde, kreeg het gevoel dat ik voor de hele klas werd uitgescheten omdat ik een slechte toets had gemaakt, tot ik doorhad dat ik alleen nog maar op een klein schijfje zat en dat die kerstbal onder mij eraf was gevallen! Ik had niets gemerkt. Zo gênant. En het hielp ook niet dat ik in een onderbroekje stond – bh-loos en zonder hakken – en ik me een dikke koe voelde en dacht: ‘Dat publiek heeft die bal zien vallen en denkt natuurlijk dat dat door mijn gewicht komt.’ Nathalie (Meskens) heeft toen keihard moeten peptalken voor ik weer op die bal durfde te kruipen.»
HUMO In de film ‘Halfweg’ speelde je een verleidelijke maîtresse, in ‘Spitsbroers’ een blonde voetbalvrouw...
Leyers «Ja. Ik wacht vol ongeduld op een rol waarvoor ik 10 kilo moet aankomen en mijn haar moet afscheren.»
HUMO Vind je jezelf mooi?
Leyers «Ja. Al heb ik wel een grote neus en denk ik als ik mezelf, bijvoorbeeld in ‘Halfweg’, terugzie: ik had wel wat scherper mogen staan. Over een week heb ik een modeshoot met Marc Lagrange en als ik zijn fotoboek inkijk, denk ik: ‘Ik val helemaal uit de toon tussen al die mooie modellen.’ En ik besluit meteen geen desserts meer te eten.»
HUMO Heb je veel aan je uiterlijk te danken, denk je?
Leyers «Ik hoop ’t niet. Anders is het allemaal wel heel lullig.»
HUMO Je spreekt steeds meer – net als ik – Hollands.
Leyers «Dat zegt Josje ook altijd! ‘Waarom doe je dat nou, joh!’ Maar mensen imiteren, het is soms sterker dan mezelf.»
HUMO Wat is, denk je, je grootste talent?
Leyers «Talent? Dat klinkt alsof ik één of ander groot kunstenaar ben. Dat ben ik niet, hoor. Ik voel mezelf meer een entertainer dan een kunstenaar. ‘Tegen de sterren op’, dat is entertainment, hè. Ik mag dat zeggen want ik speel erin mee.
»Nu, een toneelstuk met een chic decor, zacht licht en amper woorden lijkt heel snel veel dieper te gaan. Maar bij dat zogenaamde diepere theater kom je toch ook vaak bedrogen uit, vind ik. Het is toch soms nodeloos moeilijk doen? Ach, ieder het zijne, nietwaar?»
HUMO Zou je niet graag ook eens op de planken staan?
Leyers «Ik zou dat héél graag doen. Ik weet alleen niet goed bij welk theatergezelschap ik zou passen. Er is zo’n groot verschil tussen theater in New York en theater in Antwerpen en Brussel. Op mijn school speelden we echt klassiek theater, gewoon een verhaal met drie bedrijven: een begin, een midden en een slot. Niks experimenteels. Dat is ook wat ik het liefst doe. FC Bergman vind ik heel mooi, maar ik zie er toch altijd een beetje tegenop als iemand in een pauwenpak opkomt, gekweld iets voorleest en dan door het lint gaat terwijl die woede in beelden op een doek geprojecteerd wordt. Ik snak dan toch altijd naar het eigenlijke verhaal.»
Woede
HUMO Ik merk dat je je opwindt. Erger je je snel?
Leyers «Mijn opa is astroloog, en volgens hem stond bij mijn geboorte Mars in Ram. Dat betekent dat er een oerknal in mij huist die weleens naar de oppervlakte durft te komen. Als ik een auto zie die zo asociaal geparkeerd staat dat er zowel voor als achter net geen auto meer tussen kan – aaaaah! – dan kan ik echt ontploffen. Maar: die knal gaat ook altijd snel weer over.»
HUMO Wanneer was je voor het laatst erg kwaad?
Leyers «Gisteren, toen mijn tegenspeler zijn tekst niet kende omdat hij de laatste versie van het scenario kwijt was. Dan denk ik: ‘Je weet al sinds gisteren dat je de goeie versie niet hebt. Dus je bent bewust gaan slapen zonder je huiswerk te maken. En ook vanochtend heb je aan niemand iets gevraagd. Je wacht totdat je die scène moet spelen en zegt dan pas: ‘De laatste versie ken ik niet’? En dan een hele set op jou laten wachten!’ Zo’n instelling vind ik echt verschrikkelijk.»
HUMO Wat doe je dan?
Leyers «De laatste zin moest ik heel kwaad brengen en ik heb die toen wel iets harder geroepen dan de bedoeling was.»
HUMO Meer niet? Begin je als je kwaad bent nooit te schreeuwen of met dingen te gooien?
Leyers «Neen! Geen permanente schade. Ik ben altijd wel rationeel genoeg om te denken: ‘Dat haalt niks uit.’ Ik vind dat te dramatisch. Ik ben er ook te nuchter voor.
»De meeste meisjes doen veel dramatischer dan ik. Ik hoor jongens vaak zeggen: ‘Sorry, ik kan niet blijven. Ik moet naar huis van mijn vriendin.’ Dan denk ik: ‘Zoiets heb ik nog nooit tegen een lief gezegd.’ En wat mij dan het meest verbaast, is dat die mannen dat pikken! Ik prent mezelf soms in: ‘Dit moet ik toch onthouden.’ Ik vraag een lief niet snel om iets voor mij te doen – iets op te pikken of zo. Ik denk altijd: ‘Ik doe het zelf wel.’ Eigenlijk besef ik niet genoeg hoeveel macht ik als meisje heb, en dat ik mijn vrouw-zijn meer zou kunnen uitspelen.»
HUMO Vind je het een waarde dat je nuchter bent?
Leyers «Ja, dat ik wat dat betreft meer naar het mannelijke neig, vind ik helemaal prima. Ik heb veel vriendinnen met wie ik graag uitga, maar als ze het na twee uur nog steeds hebben over ‘En wat denk jij nu dat hij met die sms bedoelde?’, dan denk ik op den duur wel: ‘Misschien bedoelt hij wel gewoon wat er staat.’ Dan verlang ik gewoon naar een gesprek met een jongen over muziek en waarom The Black Keys zo goed zijn.»
Jaloezie
HUMO Heeft een nuchter iemand als jij weleens last van jaloezie?
Leyers «Natuurlijk. Als mijn lief te veel over een ander praat, bijvoorbeeld. Ik kan nog zo vaak tegen mezelf zeggen dat hij voor mij kiest, toch steekt er dan iets oncontroleerbaars de kop op. Maar ik denk dat dat goed is. Stel je voor dat je lief nooit jaloers is. Dat hij altijd zegt ‘Ja, doe maar’, als je met andere mannen wil uitgaan. Dat lijkt me heel onaangenaam. Je wil dan toch een beetje tegenreactie, voelen dat hij je voor hemzelf wil, zodat jij op jouw beurt kunt zeggen: ‘Dan ga ik niet, want jij bent ook speciaal voor mij.»
HUMO Word je soms jalousie de métier gewaar? Denk je dat, nu je ster aan het rijzen is, collega’s jaloers zijn op jou?
Leyers «Dat zal wel. Toen ik begon te werken dacht ik, telkens als ik Clara Cleymans ergens in beeld zag verschijnen, ook: ‘Zij doet wat ik wil doen. Ik wil dat ook.’ Ik kan me dus perfect voorstellen dat pas afgestudeerde actrices nu denken: ‘O nee! Die stomme Leyers is weer op televisie. Waarom ben ik daar nog niet?’
»Ik denk nu aan wat ze in New York altijd zeiden: ‘Don’t hate, congratulate.’ Stel dat Clara en ik auditie doen voor dezelfde rol en ze kiezen Clara, dan is het eigenlijk absurd om jaloers te zijn. Dan wilden ze voor die rol duidelijk een ander type dan ik ben, en moest het gewoon zo zijn. Clara is een fijn, prachtig elfje. Ik ben groot, breed, met van die vormen – borsten en een poep. ‘Een amazone’: zo noemt mijn vader mij.»
Onkuisheid
HUMO Je vader vertelde al vaak dat hij niet gelooft dat de mens gemaakt is om monogaam te zijn.
Leyers «Dat klopt. Het mooie en het liefdevolle zit in het altijd weer voor elkaar blijven kiezen. Dat snapte ik vroeger niet, maar nu wel. Vroeger geloofde ik natuurlijk ook in sprookjes en in eeuwige trouw, maar nu ken ik niet één koppel dat lang samen is en waar nog nooit iets buitenechtelijks is gebeurd.»
HUMO Een beetje ontrouw vind jij niet erg.
Leyers «Dat ligt eraan. Verraad vind ik wel erg. Als mijn lief erover zou liegen. Als hij mij, bijvoorbeeld, aan zijn minnares zou voorstellen zonder dat ik weet dat zij samen iets hebben. Dat zij de macht heeft van wél te weten hoe de vork in de steel zit, die vernedering zou ik ondraaglijk vinden. Het gevoel dat mijn lief en ik een team zijn, en alle anderen ballast, dát moet er wel zijn.
»Dat iemand in een dronken bui met iemand anders in bed belandt, en dat dan opbiecht: daar valt een mouw aan te passen. Maar dan moet hij niet ook nog verliefd worden en stiekem gaan afspreken... Ach, ik weet het eigenlijk niet. Bedriegers zijn vaak ook maar verliefde kalveren die even het sterrenstof in de ogen hebben gekregen. Als je verliefd bent, ben je high, hè.»
HUMO Word je makkelijk verliefd?
Leyers «Ja, maar het gaat meestal ook snel over. Ik knap snel af. Dat kan zijn omdat ik hem met dedain naar iemand zie kijken en opeens denk: ‘Bah, die blik wil ik nooit meer zien.’ Achteraf denk ik dan: ‘Ik heb me weer te snel laten gaan.’ Ik kan echt veel te hard van stapel lopen als ik verliefd ben. Dan wil ik hem helemáál, elke dag. En dan blijkt het even later toch een vergissing en ben ik weer degene die moet zeggen dat ik het bij nader inzien toch niet zie zitten.»
HUMO Jij bent dus degene die de leiding heeft?
Leyers «Meestal wel, maar ik zou dat graag anders hebben.»
HUMO Waarom? Dat is toch een comfortabele positie?
Leyers «Ik vind dat niet. Ik zou veel liever meegaan in iets dat groter is dan mezelf, iets waarin ik het niet voor het zeggen heb. Ik wil juist dat mijn lief zegt: ‘We gaan eten en we doen dat dáár.’ Ik heb niet graag dat-ie zegt: ‘Mij is het eender schatje, zeg jij het maar.’»
HUMO Je leek me eigenlijk iemand die wel van een beetje controle houdt.
Leyers «In alles, maar niet in de liefde. Ik wil zó verliefd zijn dat ik me geen vragen meer stel bij wat ik aan het doen ben.»
HUMO Maar dat gevoel blijft natuurlijk nooit.
Leyers «Dat is waar, maar nu heb ik al een paar keer in de situatie gezeten dat ik al aan het uitchecken ben terwijl de ander wél nog heel verliefd is. Dat vind ik echt niet fijn.»
HUMO Maar toch beter dan andersom.
Leyers «Niet waar. In dat geval heb je wel liefdesverdriet, maar dat kom je te boven. Ik heb altijd liefdesverdriet – want dat heb je sowieso als een relatie stukgaat – maar daarbovenop zit ik met schuldgevoelens, omdat ik er iemand, zeg maar, heb ingeluisd.»
HUMO Aan wat voor mannen kun jij niet weerstaan? Waar val jij voor?
Leyers «Ik vind niks zo sexy als talent. Ik weet nog dat papa ooit een keer absoluut naar een uitzending van ‘Mannen op de rand’ wou kijken, met Roger De Vlaeminck. Ik was 13 en mijn zus Dorien 16. Wij dachten allebei: ‘O neen! Zo’n ouwe man, saai!’ Maar op een gegeven moment ging Tom Lenaerts tegen hem koersen in de Ardennen. Tom kreeg 3 kilometer voorsprong, maar De Vlaeminck zei: ‘Pas op, hè. Als ik je zie, dan héb ik je.’ Toen zaten Dorien en ik op het puntje van onze stoel. Iemand die van zichzelf weet wat hij kan, iemand die ambitie heeft en in zichzelf gelooft, dat is zo sexy. Ik heb echt liever de loodgieter die zegt ‘Don’t worry’ en alles in een wip fikst, dan de coole fotograaf die maar niet gepubliceerd raakt.»
Gulzigheid
HUMO Je houdt duidelijk niet van saai.
Leyers «Nee. Ik ben gulzig op alle gebied: liefde, kleren, eten. I want it all and I want it now. Ik kan me, bijvoorbeeld, niet voorstellen dat mensen vroeger een televisieserie volgden en een wéék moesten wachten op de volgende aflevering. Ik ben nu naar ‘Mr Selfridge’ aan het kijken, de serie over de man die het gelijknamige warenhuis heeft opgericht. Samen met mijn lief heb ik er in vijf dagen twee seizoenen doorgejaagd.»
Traagheid
HUMO Dat zouden we evengoed lui kunnen noemen.
Leyers «Ik kan heel goed lui zijn. Niets zaliger dan in het weekend met een lichte kater opstaan, gaan eten bij de Quick en tegen vier uur terugkomen, weer je kleren uitdoen, in de zetel liggen, wat babbelen en tv kijken of in bad gaan. Soms denk ik dat ik te weinig discipline heb. Ik had me onlangs weer eens voorgenomen om af te vallen, maar als ik dan tiramisu op de kaart zie staan, zeg ik heel snel: ‘Nog eentje dan.’»
HUMO Traagheid betekent ook: te weinig naar het goede streven. Vind je jezelf een goed mens?
Leyers «Ik denk dat ik een goed mens ben in die zin dat ik andere mensen niet tot last ben. Ik zal niet snel iemand anders iets aandoen dat ik zelf heel vervelend zou vinden – zoals asociaal parkeren of op de set komen zonder mijn tekst te kennen (lacht).»
HUMO Volgens je vader zit het niet in de mens om naar het goede te streven. Daarvoor hoef je, zei hij, alleen maar om je heen te kijken.
Leyers «Die pappie toch, niet erg optimistisch, hè? Maar er zit natuurlijk wel iets in. Ik zal me ook wel schuldig maken aan traagheid. Ik wil me zeker niet voordoen als een heilige. Bij mensen die dat wel doen, denk ik altijd: ‘The road to hell is paved with good intentions.’ Mensen met overdreven goeie bedoelingen vind ik een beetje eng. Ik denk dat ook de tirannen en dictators uit de geschiedenis in hun eigen ogen goeie bedoelingen hadden. Ze dachten dat wat ze deden juist was, terwijl ze handelden vanuit een volkomen verkeerde overtuiging.»
Gierigheid
Leyers «Gierig ben ik helemaal niet. Ik koop van alles, het liefst van al voor andere mensen. Ik was onlangs met mijn zus Billie aan het winkelen, ik zag een hele mooie trui en ik dacht meteen: ‘Nee, niet doen! Je hebt dat geld niet op je rekening staan.’ Maar Billie heeft toen iets gepast dat haar zo mooi stond, en ik kon het niet laten om het stiekem voor haar te kopen en het de volgende dag te geven. Heerlijk om dan haar blije gezicht te zien.»
HUMO Spaar je?
Leyers «Sinds donderdag. Ik had beslist dat ik graag ooit een huis wil kopen en was eens op Immoweb gaan kijken. Ik heb daar het huis van mijn dromen gezien, aan de Cogels-Osylei hier in Antwerpen: het kost 870.000 euro. Dat krijg ik in dit leven al niet meer bij elkaar.»
HUMO Waar geef je je geld niet aan uit?
Leyers «Aan videospelletjes niet, want die speel ik niet. Niet aan paraplu’s, want als het regent, ben ik altijd nat. En niet aan chique auto’s, want ik rijd met een oud karretje, een Toyota Avensis uit 2001 die ik ‘Latoya’ heb gedoopt. Mijn telefoon is duurder dan mijn auto!»
HUMO Wat zou je nooit doen voor geld?
Leyers «Iets waar ik niet achter sta. Ik zal mijn borsten wel tonen op het witte doek, maar nooit omdat ze me hebben omgekocht. Wel omdat ik er zelf voor gekozen heb dat te doen. Ik zou ook niet graag jaren dezelfde rol willen spelen. Ik snap dat je zekerheid zoekt eens je kinderen hebt, maar om daarvoor iedere dag op dezelfde set te gaan staan? Nee. Dan zou ik op een gegeven moment tegen mezelf zeggen: ‘Ella! Waar is je pit? Waar is je goesting?’
»Heb je nog een zonde, of hebben we ze allemaal gehad? Wat is je conclusie? Ik bega ze allemaal, denk ik, hè? Net als iedereen natuurlijk. Die zonden bestaan ook niet voor niets. Stel je voor dat we helemaal niet gulzig of ijdel of onkuis zouden zijn: hoe saai zou het leven dán zijn!»