kijktip'The Godfather'
Francis Ford Coppola: ‘‘The Godfather’ is meer geïnspireerd op de Kennedy’s dan op de maffia’
Vanavond kunt u op Canvas kijken naar ‘The Godfather’. Het ultieme gangsterepos, een in donkere tinten gehulde familietragedie vol iconische scènes, majestueuze vertolkingen en knetterende dialogen. In 1976 sprak regisseur Francis Ford Coppola in Humo over het maken van de film.
Verschenen in Humo op 8 juli 1976
Francis Ford Coppola (37) is momenteel één van de meest gevraagde filmregisseurs en scenarioschrijvers van Hollywood, dankzij recente kassuccessen als ‘The Godfather’, ‘The Conversation’ en ‘The Godfather II’. Alleen al de laatste film kreeg niet minder dan 6 Oscars toegewezen, en terecht. Toch had Francis Ford Coppola al jaren eerder zijn talent getoond, maar hij wist het tot voor kort niet rendabel te maken voor de zakenlui van Hollywood, zodat het bij aanmodderen bleef. Pas toen hij na de financiële flop van ‘The Rain People’ (1969) zwart brood begon te zien, accepteerde hij het aanbod om van het boek ‘The Godfather’ een superproductie te maken, en hij tekende op die manier zijn capitulatie, voor Hollywood; dat hij nooit diep in zijn hart gedragen had. Op maandag 12 juli vertoont de BRT ‘The Rain People’, een film die, ondanks zijn mager succes tot het beste van Coppola behoort, en die pas nu weer ontdekt wordt. Zeven jaar te laat. Ab van leperen, Joseph Gelmis en William Murray spraken met Coppola, en wij meeluisteren natuurlijk.
- Waarom hebt u ‘The Rain People’ gemaakt?
FRANCIS FORD COPPOLA «Omdat niemand anders die had kunnen maken. 0f je hem nu goed of slecht vindt, één ding is zeker: het is op en top een Coppola-film, een product waar ik voor 100 % achter sta. Ik want er zelfs risico’s voor willen nemen, want ik vind dat als je volstrekt naar je eigen smaak wil filmen, dat je er dan zelf maar moet voor opdraaien. Maar het is allemaal goed meegevallen. Ik heb aan die film met liefde gewerkt. Ik had een klein ploegje opgetrommeld en we hebben samen een bus omgebouwd en die volgestouwd met supermodern filmmaterieel, Aan de studio heb ik de film voorgesteld als een fait accompli. Vrijdags ging ik er naar toe en zei ik: ‘Maandag begin ik te filmen, ik heb geld nodig, als jullie het mij niet geven, dan pingel ik elders wei wat los’, En ze hebben het mij gegeven, zonder dat ze het script hadden gezien.»
- En wat stond daarin?
COPPOLA «Het gaat over een zwangere vrouw in een wagen, die letterlijk uit al haar verantwoordelijkheden stapt. Zo maar, want ze heeft best een sympathieke man. Een reden waarom ze eruit trekt is er niet, Haar man is niet afzichtelijk lelijk, hij stinkt niet uit zijn bek, hij is niet onverdraaglijk. Eigenlijk zou hij zelfs een prachtige echtgenoot voor haar kunnen zijn. Trouwens, zijzelf is het soort meisje dat je op school had kunnen kennen, opgewekt en fatsoenlijk, een voorbeeld van een goede vrouw.»
- Maar die ring om haar vinger is het die voortdurend wringt?
COPPOLA «Het huwelijk is haár ego beginnen aanvreten, zonder dat ze zelf goed weet waarom. Welke prestaties Warden van haar verwacht in het huwelijk? Wat is haar erger plaats? Allemaal vragen die door haar hoofd spelen, vragen waarmee veel vrouwen te maken krijgen als ze trouwen. Ze is wel zwanger en dat is voor haar een laatste strohalm. Desondanks muist ze er vanonder.»
- ‘On the road’ komt ze waarschijnlijk de Man harer Dromen tegen.
COPPOLA «Niet bepaald. Ze pikt een infantiele kerel op die naar Union Turnpike moet. Hij kent daar mensen waar hij terecht kan en die voor hem zullen zorgen, maar als ze daar arriveren, blijkt die jongen toch niet zo welkom te zijn als hij gedacht had, ‘en wordt ze in zekere zin gedwongen om hem verder mee op reis le nemen. En dat is ook de essentie van het verhaal : een vrouw wil zich volledig onttrekken aan elke verantwoordelijkheid, vlucht daarvoor weg, snijdt alle banden met kennissen af, op telefoontjes met haar man na, maar moet desondanks ervaren’ dat zij zich meer en meer verantwoordelijk gaat voelen voor iemand anders. Het is dus helemaal geen sensationele film, er komt zelfs geen greintje seks in. Het is een, wat je zou kunnen noemen, experimentele film. Maar dan een eerlijke, een heel heel eerlijke.»
- Eerlijkheid is nog altijd geen waarborg voor commercieel succes. ‘The Rain People’ heeft destijds niet gelopen zoals het moest.
COPPOLA «Het gaat nooit alléen om de kwaliteit van de film, het gaat ook om het moment waarop. ‘The Rain People’ kwam te laat én te vroeg. Nu noemt iedereen het de eerste Woman’s Lib film — waar ze het vandaan halen, weet ik niet, want niemand heeft hem gezien — omdat het gaat over een vrouw die, wanneer ze zwanger is, over haar plaats in het huwelijk gaat nadenken en wegvlucht. Ze zeggen nu ook dat, als ik hem nu opnieuw kon uitbrengen, hij wel een succes zal worden, maar dat wil ik niet. Elke oude film is een afgesloten hoofdstuk, met goede en pijnlijke herinneringen die je zelf nooit meer wilt oprakelen. Herontdekking is prima, maar het zal buiten mij om moeten gebeuren. De film was te laat omdat ‘Easy Rider’ een paar maanden eerder was uitgekomen, die ook ‘on the road’ was opgenomen. Het was toen niet bijzonder meer om de autowegen en de Amerikaanse provinciestadjes in een film te zien. Bovendien was ‘Easy Rider’ natuurlijk veel spectaculairder, veel extraverter.»
- U bent dan zelf maar spectaculair gaan filmen met ‘The Godfather’. Waarom kwamen ze daarvoor bij u?
COPPOLA «Ik was vijfde of zesde keus. Costa-Gavras en Richard Brooks hadden hem al geweigerd. De enige reputatie die ik als regisseur had, was dat ik snel en goedkoop kon werken. Bovendien was het boek op dat moment nog helemaal niet zo’n enorme bestseller..Ik had het af proberen te lezen, maar ik was niet ver gekomen omdat ik het zo beroerd geschreven vond. Geen sneer naar Mario Puzo, want die zal dat zelf onmiddellijk toegeven. Hij had heel bewust naar een verkoopsucces toegeschreven, omdat zijn vorige boeken helemaal niet verkochten. Toen ik me door mijn weerzin heen beet, raakte ik wel gefascineerd door de personages en bovendien had ik het gevoel dat dit mijn laatste kans op economische zelfstandigheid kon zijn. Zodra ik gecontracteerd was, begon het boek echt goed te, lopen en kreeg Paramount spijt dat ze het aan een onbetrouwbaar sujet als mij hadden gegeven.»
- Hadden ze ook niet gedacht dat u met, uw Italiaanse afkomst de Maffia-achtergronden wel goed zou kennen?
COPPOLA «Daar heb ik nooit over willen nadenken. Ik heb geen analyse van de Maffia willen maken, ik heb een roman verfilmd. Ik heb een film gemaakt over Marlon Brando in de vermomming van een oude Italiaan. Wat mij aansprak was het familiedrama — ik ben zelf een familiedier — de koning en zijn drie zoons. Ik heb me meer laten inspireren door de Kennedy’s dan door welke MaffiaDW-bonze ook. Ik heb uitdrukkelijk zelf nooit iemand van de Maffia. willen ontmoeten. Mijn producent, Al Ruddy, heeft dat constant gedaan, die ging steeds met ze dineren en onderhandelen, niet ‘omdat het’ nodig was, maar omdat hij het zo spannend vond. Daarmee heeft hij meer ellende aangericht dan goed gedaan, want de regel bij de Maffia is dat als jij je niet met hen bemoeit, zij zich niet met jou bemoeien. Rudy had ook steeds verhalen over hoe aardig ze wel deden. Dat nam ik voor kennisgeving aan, want als ik ze had ontmoet en niet aardig gevonden, of rottigheid vernomen had, dan had ik mijn film niet kunnen maken. Je kunt geen film van drie uur maken over mensen aan wie je de pest hebt.»
- Hoe is u erin geslaagd Marion Brando voor de rol van Godfather te strikken? Op dat moment was u nog geen bekend regisseur.
COPPOLA «Ik geloof dat ik wel 2.000 mensen geïnterviewd heb. We hebben elke oude Italiaanse acteur op video-tape opgenomen; maar het stond als een paal boven water dat de hoofdrol een acteur moest zijn met charisma, zodanig zelfs dat als hij gewoon een kamer binnenstapte, dat een gebeurtenis zou zijn. Het lag dus ook voor de hand dat een Italiaans acteur van 70 jaar die nog niet beroemd geworden was, niet genoeg autoriteit en appeal zou hebben om die rol te spelen. Onze slotconclusie was dat we de beste acteur van de wereld moesten huren. We hadden de keuze tussen Laurence Olivier en Marlon Brando, en de schrijver van het boek ‘The Godfather’ heeft dan de knoop doorgehakt: hij had al jaren Marlon Brando in zijn hoofd als de mogelijke vertolker van ‘The Godfather’. Hij leek me met zijn 47 jaar wel te jong om een personage van 70 jaar te spelen, maar dat is geen probleem geweest achteraf.»
- Hoezo?
COPPOLA «Het is een fantastische kerel. Nadat we hadden afgesproken dat hij de rol zou doen, ging ik ‘s anderendaags naar hem thuis, met een cameraman en de kerel die de begrafenisondernemer in ‘The Godfather’ speelde. Ik had hem zijn rol van buiten laten leren en hem aan de deur laten wachten. Brando ontving ons in zijn woonkamer, hij droeg een Japanse kimono, en had zijn haar in een ponystaart afgebonden. Ik begon alles op te nemen op video, en hij leefde zich meer en meer in het personage van ‘The Godfather’ in. Hij nam een veeg schoensmeer en smeerde die op zijn haar, tekende een valse snor onder zijn neus, en greep een doos Kleenex: ‘Ik wil er als een bulldog uitzien’, mompelde hij, en propte zijn wangen vol stukken Kleenex. Hij bleef maar in zichzelf praten, binnensmonds, en zei: ‘Ik wil alleen maar wat improviseren.’ Toen, zonder iets te zeggen, liet ik de begrafenisondernemer binnenkomen en die begon meteen zijn speech af te steken tegen Brando. Die wist natuurlijk niet wat hem overkwam, maar hij luisterde aandachtig en begon toen te acteren.. En ik nam dat allemaal op band op en nog datzelfde moment zag ik hoe de 47-jarige Marlon Brando veranderde in een oude Maffialeider. Gewoon fantastisch!»
- En bovendien sympathiek. Op de aardigheid van de personages is achteraf trouwens veel kritiek gekomen.
COPPOLA «Ik geloof nu dat ik inderdaad een beoordelingsfout heb gemaakt. Ik meende echt een anti-Maffia film te hebben gemaakt. Ik dacht dat de slotscène heel ondubbelzinnig was. Maar in de bioscoop blijkt de aardigheid van de acteurs zelf, van Marlon en Al Pacino en Jimmy Caan, toch het voornaamste te zijn geweest. En een van de redenen waarom ik ‘The Godfather II’ heb willen maken, is dat ik dan een kans had om dat recht te zetten.»
- Wat waren de andere redenen?
COPPOLA «Het idee om weer met dezelfde mensen te werken. Bij deel I waren ze allemaal even moeilijk en onzeker, maar de betrokkenheid bij het super succes heeft hen natuurlijk veranderd. Een heleboel acteurs die toen in het beste geval nog ‘veelbelovend’ heetten, waren door deel I bovendien sterren geworden. Marlon, Brando deed niet meer mee. Bij de eerste film hadden de andere acteurs meer hun best gedaan om indruk op Marlon te maken dan om een goeie rol te spelen; als Marlon zelf niet zo plooibaar en inventief was geweest, had dat rampzalige gevolgen kunnen hebben. Nu hadden ze allemaal meer zelfvertrouwen, zonder hem. Alleen Al Pacino niet. Pacino is nog een beetje een kind en naarmate hij zijn verantwoordelijkheid meer voelt drukken, gaat hij kinderachtiger doen. Zijn rol in Part II is even belangrijk als in ‘The Godfather’, maar zonder Brando naast zich, droeg hij nu de film, terwijl zijn rol weer zwaarder om spelen was, In de eerste film maakte hij een aantal grote ontwikkelingen door, in de tweede blijft hij van begin tot einde op één niveau. Hel is moeilijk om dan toch interessant te zijn, en dat voelde Al. Hij was onhandelbaar, vervelend en voortdurend psychisch oververmoeid. De opnamen hebben een maand stilgelegen, omdat Al plat moest. De publicitymensen schreven toen dat hij een longontsteking had, maar eigenlijk had hij alleen maar buien. Godzijdank kwam toen ‘Serpico’ uit en dat bleek een enorm succes. Daarna had hij geen last meer van zijn ego en kon ik werken met zijn talent en zijn intelligentie.»
- U bent nu financieel onafhankelijk, na die twee kassuccessen. Wat gaat u nu doen?
COPPOLA «Ik weet. het niet. Ik loop evenveel risico om gecorrumpeerd te worden als wie ook in Amerika. Daarom ben ik ook uit Hollywood vertrokken, met alle liefde en respect voor het talent en de ideeënrijkdom van de mensen daar, maar ik ben gewoon bang om besmet te worden door de collectieve mafheid. Als ik zou willen, zou ik nu zonder al te veel moeite één van de grote filmstudio’s kunnen overnemen, maar die macht beangstigt me. De macht die ik nu heb is al beklemmend genoeg, als ik erover nadenk. Ik geloof wel van mezelf dat ik de beste bedoelingen heb, maar dat geloven de mensen wier bedoelingen ik totaal verwerpelijk vind waarschijnlijk ook. Wat ik vooral angstig vind is dat ik bijna niets meer heb om van te dromen. Vroeger droomde ik altijd dat ik een beroemd regisseur zou worden en succesvolle films zou maken, dat ik met een mooie vrouw zou trouwen en lieve kinderen zou krijgen. Dat heb ik allemaal bereikt, en in een mate die ik zelfs in mijn stoutste dromen niet voor mogelijk had gehouden. Wat moet ik nu nog? Ik heb al eens aangekondigd dat ik alleen nog maar toneel ging doen in heel kleine theatertjes. In plaats daarvan heb ik pas een opera geregisseerd en ik vond het heerlijk. Ik heb me ook voorgenomen om alleen nog maar kleine filmpjes op 16 mm te maken, maar als je me vraagt wal ik nu nog zou willen dan kan ik alleen bedenken: een onmogelijke film.»