null Beeld

Griet Op de Beeck getuigt over misbruik door haar vader: 'We zijn geneigd om pijnlijke herinneringen onder de mat te vegen: dat is een sluipend gif'

Griet Op de Beeck (44) zei het vaak in interviews: dat ze een jeugd heeft gehad waarin liefde niet per strekkende meter werd uitgedeeld. En dan viel ze stil. Tot nu: ze wil niet langer verzwijgen dat ze als kind werd misbruikt door haar vader. ‘Ik vind het jammer dat hij is kunnen sterven met het idee dat het allemaal niet zo erg was.’

Yves Desmet

‘Het beste wat we hebben’, deel één van een trilogie, gaat over Lucas en zijn zus Suzanne. Hij zit vast in een huwelijk en een job als rechter die hij beide niet meer ziet zitten, en besluit zijn leven drastisch om te gooien: hij gaat aan een zelfmoordbrug wonen en praat er op springers in. En hij bezoekt zijn zus Suzanne, die in een psychiatrische instelling vecht met demonen uit haar jeugd.

Griet Op de Beeck «Dit is mijn belangrijkste boek. Voor elke schrijver is er een punt waarop je de moed vindt om je grootste verschrikking onder ogen te zien en het net dáárover te hebben. En er tegelijk genoeg afstand van kunt nemen om er geen puur autobiografisch boek van te maken. Maar het gaat wel over het thema dat je het diepst raakt, en waarover je ook met enige autoriteit kunt praten omdat je het zelf meegemaakt hebt.»

HUMO Wat stond er voor jou dan in de weg?

Op de Beeck «Bovenal de persoonlijke schaamte, het meest perfide neveneffect van het feit dat je als kind tussen je vijfde en je negende misbruikt bent door je vader. Tijdens het schrijven besefte ik dat dat publiek zou worden, en dacht ik eerst nog: ik verzin wel een goed verhaal voor alle slimme journalisten die gaan willen weten of het over mijn eigen leven gaat. Ik had een goede vriendin kunnen bedenken die het zogezegd overkomen was, of iets over de maatschappelijke relevantie met al die misbruikverhalen in de sport, de kerk en elders, en dat ik er daarom een thema in mijn boek van had gemaakt. Maar dan moest ik die leugen voor de rest van mijn leven volhouden, en dat zag ik helemaal niet zitten. En waarom? Uit schaamte, uit angst anders bekeken te worden, uit angst damaged goods te zijn? Dat is zo verschrikkelijk, om na al die jaren verwerking en therapie nog altijd met dat soort gedachten rond te lopen. Ik werd daardoor kwaad op mezelf, want ik ben niet meer of minder dan een slachtoffer. En ik heb het recht dat te zeggen. Alleen heeft het me tot nu gekost om dat te durven, nu ik erdoorheen ben gegaan en verder sta. Ik ben een slachtoffer gewéést.»

HUMO Een kind van vijf dat zichzelf de schuld geeft van haar eigen misbruik, en dat bovendien zowat een heel leven volhoudt: hoe werkt dat mechanisme?

Op de Beeck «Het is de rode draad, of je nu een incestslachtoffer van vijf bent of een verkrachte vrouw van veertig. Dat blijkt uit alle onderzoek. Een dader is iets anders dan een pedofiel die kinderporno op zijn computer heeft en in de speeltuin van op een afstand naar meisjes van vijf met opwaaiende rokjes kijkt. Fysiek misbruik gaat altijd gepaard met manipulatie, zéker bij incestueuze vaders. Als kind voel je dat er iets niet klopt: het is niet aangenaam, het is een bedreiging van je veiligheid, je bent geen twee minuten op je gemak. Maar tegelijk geeft de dader je de hele tijd het gevoel dat je het graag wilt. Dat het een beloning is, dat jij een speciaal kind bent, het enige kind dat papa mag helpen, papa die zo verdrietig is, en zoveel tekort komt. Die zo lijdt door een vreselijke mama, die papa niet geeft waar hij eigenlijk recht op heeft. En dat kleine geheimpje wordt gekoesterd: je voelt je deel van een complot om papa te helpen. Daardoor ontstaat – totaal irrationeel – een diep gevoel van schaamte dat zich uitbreidt naar alle aspecten van je latere leven. Het is de verhouding tussen een dominante, manipulatieve vader en een jong kind dat tegen zoiets geen enkel verweer heeft.»

HUMO In je oude interviews zinspeelde je al op je jeugdtrauma, maar niemand vroeg blijkbaar door.

Op de Beeck «Ik heb psychiaters ontmoet die mijn eerste boeken toch gedecodeerd hadden, aanvoelden wat er onder de verhalen lag. Bij mij zijn de puzzelstukken pas samengevallen toen ik ‘Kom hier dat ik u kus’ aan het afmaken was. Toen heb ik van een onduidelijke, maar verdomd grote resem klachten en symptomen eindelijk de stap kunnen zetten naar: dít verklaart het allemaal. Na een lange zoektocht: ‘Wat is dat nu toch met mij?’»

HUMO Dat is nog maar drie jaar geleden.

Op de Beeck «Tot dan was er een lange lijst met indirecte bewijzen: er ging bijvoorbeeld een verhaal rond in de familie over incest in ons gezin. Het ging over mijn zus, die intussen gestorven is. Maar ik heb lang niet kunnen geloven dat het ook mij was overkomen, omdat je als slachtoffer ten diepste niet wílt dat het gebeurd is, en het daarom verdringt. Ik heb mijn vader tot aan zijn dood zelfs op een voetstuk geplaatst. De grote, heilige vader, die geen gram liefde te vergeven had, maar waar je wel een heel leven naar bent blijven verlangen: zo pervers is het allemaal. Ik benoemde die dingen vaag en omfloerst, fietste er in interviews omheen. In het VPRO-programma ‘Zomergasten’ was ik niet sterk genoeg om het verhaal bewust te brengen, daarvoor heb ik tot nu de moed moeten verzamelen.»

HUMO Je hebt het verhaal dus moeten herontdekken, nadat je het jarenlang verdrongen had.

Op de Beeck «Een jong kind heeft neurologisch nog niet de capaciteit om daarover talige herinneringen op te slaan. Alleen emoties blijven hangen. De impact is enorm, maar niet op een manier die je in woorden kunt vatten. Waardoor die herinneringen later ook vaak moeilijk te ontsluiten zijn. Ze zijn totaal verdrongen geweest, waardoor je ook heel lang aan jezelf gaat twijfelen, ook al heb je voor jezelf een lijst opgemaakt van 107 dingen in je leven die niet kloppen. Van incest bestaan zelden opnames of materiële bewijzen, dus zijn 107 indirecte bewijzen best veel.»

HUMO Zoals?

Op de Beeck «Allerlei elementen: fysiek, emotioneel, relationeel, het profiel van het gezin, de context van het gezin. Ik heb jarenlang bijzonder ernstige eetstoornissen gehad. Dat is op zich geen bewijs voor misbruik, maar het is er wel vaak een gevolg van. Vreemde dingen ook: momenten waarop je onvoorstelbaar heftige emotionele reacties hebt. Toen ik voor ‘Zomergasten’ op zoek ging naar mijn favoriete films en boeken, bleken die ongelooflijk vaak te gaan over misbruik, zonder dat ik me daar echt bewust van was. Of ik zit moederziel alleen te kijken naar een documentaire over Bill Cosby, en een slachtoffer zegt daarin twee zinnen die ik herken en ik heb een ongelooflijk heftige huilbui die maar niet wil overgaan. Het ging verder dan empathie met die vrouw, de emotie kwam van zo diep dat ik wel moest erkennen dat het ook over mij ging.

»Er zijn ook dingen die gelinkt zijn aan mijn vader zelf: hij lag in het ziekenhuis, terminaal, en op een moment dat ik alleen met hem in de kamer was, vroeg hij me zijn hand vast te houden. Geen vreemde vraag op zo’n moment, en een hand is nu toch niet het meest intieme lichaamsdeel, maar ik begon nét niet te hyperventileren. Dat was een zelfoverwinning, en in een soort kramp hield ik die hand maar verder vast. Tegelijk had ik de reflex om naar de deur te kijken, angstig dat mijn moeder zou binnenkomen. Is dat een bewijs? Blíj dat ik was toen er een verpleegster binnenkwam, zodat ik die hand kon loslaten. In mijn auto ben ik beginnen te janken als een klein kind. Waarom doe je dat anders? Waarom zou je zoiets voelen? Het zit in veel dingen: het dorp binnenrijden waarin je bent opgegroeid en meteen een beklemming voelen. Nog steeds niet kunnen houden van de Noordzee, waar je de vakanties in het gezinsappartement doorbracht.»

HUMO Hoe uitte het zich in relaties?

Op de Beeck «In een heel lange reeks heel foute keuzes voor heel foute mannen (lacht). Hetzelfde patroon steeds weer gaan opzoeken: een dominante man die alle aandacht vraagt en krijgt, zodat je jezelf volledig ten dienste stelt van hem. Die heeft dat ook nodig, zuigt die aandacht op. Telkens het soort hulpeloosheid dat mijn vader ook cultiveerde: eenzaam zijn, tekortkomen, iemand die gered moet worden. Maar die je tegelijk via manipulatief gedrag onder de knoet houdt. In alle mogelijke varianten ben ik dat type man blijven opzoeken, tot ik eindelijk beter wist.»

HUMO Had je gehoopt dat hij op zijn sterfbed iets zou zeggen? Spijt zou betuigen, vergeving vragen?

Op de Beeck «Hij is gestorven vóór ik de puzzelstukken met voldoende zekerheid bij elkaar had gelegd. Dat vind ik erg, ja. Toen ik het uiteindelijk in therapie ontdekte en het niet langer kon negeren, was het een soort opluchting: hij is tenminste dood, dus ik hoef de confrontatie niet meer aan te gaan. Maar ondertussen vind ik het jammer dat hij is kunnen sterven met het idee dat elke dader voor zichzelf cultiveert: dat het allemaal wel niet zo erg zal geweest zijn. Op zijn sterfbed vroeg hij of hij een slechte vader was geweest, en ik heb hem daarin gerustgesteld. Omdat je, hoe raar ook, tot de laatste snik op zoek blijft naar één echt teken van liefde. Hij apprecieerde dat ik schreef, omdat hij op dat vlak ook talent had en geloofde dat ik het van hem had geërfd, maar tegelijk was hij heel nerveus over wat er in mijn eerste roman zou staan, wat óók weer raar was. En hij heeft mij nooit een persoonlijke vraag gesteld, niet bij mijn scheiding, niet bij mijn eetstoornis, niet op al die ogenblikken waarop een ouder normaal interesse toont. En toch heb ik altijd partij voor hem gekozen, ook toen andere familieleden allang afstand van hem hadden genomen, in de hoop op iets wat hij toch niet kon geven.»


Lolita

HUMO Hoe ben je ermee in het reine gekomen dat je het zolang verdrongen hebt?

Op de Beeck «Door te beseffen dat ik daarin eerder regel dan uitzondering ben. Op Netflix kun je sinds kort ‘The Keepers’ bekijken, een docudrama over seksueel misbruik in een katholiek internaat in Baltimore. Er zit een vrouw in die jarenlang is misbruikt. Ze leert iemand kennen, trouwt en krijgt kinderen, in de volle overtuiging dat er niets fout zit. Pas als ze, al de dertig voorbij, van een oud-klasgenootje de vraag krijgt om mee te gaan naar hun klasreünie, en ze daar heel negatief, zelfs woedend op reageert, beseft ze dat er iets niet klopt, en beginnen haar herinneringen langzaam vorm te krijgen. Nadat ze jarenlang wég zijn geweest. Ik begrijp dat zoiets raar klinkt, maar mensen zijn blijkbaar geprogrammeerd om pijnlijke trauma’s en herinneringen in een hoekje te duwen: alleen zo kun je het overleven.»

HUMO Een beetje zoals je bewusteloos wordt bij te hevige lichamelijke pijn.

Op de Beeck «Precies. Je eigen vader, de man die je bovenal zou moeten beschermen, en je moeder, die aan jouw kant zou moeten staan maar het laat gebeuren: net op de twee belangrijkste mensen in je leven kun je niet rekenen. Dat is zeer moeilijk te verwerken. Je moet een band ontwikkelen met mensen die onbetrouwbaar blijken, jezelf troosten in een troosteloze omgeving, een relatie ontwikkelen met een lichaam dat alleen ten dienste van een ander heeft gestaan, leren intimiteit op te bouwen terwijl je eigen intimiteit totaal te grabbel is gegooid. Je moet een zelfbeeld ontwikkelen terwijl je hebt geleerd dat je alleen geschikt bent om anderen te dienen. Groei zo maar op, hè.»

HUMO Je schrijft: het zijn niet de heftigste daden die het zwaarst wegen, maar wel het permanente gevoel dat je niet veilig bent.

Op de Beeck «In het begin denk je: ik moet me kunnen herinneren dat hij in mijn poep gezeten heeft, anders zal het wel zo erg niet zijn geweest. Ik heb in therapie veel gewerkt met de weinige gezinsfoto’s die zijn overgebleven, en wat opvalt is dat hij mij op iedere foto aanraakt. Soms heel onlogisch: ik ben in de Efteling een papiertje aan het weggooien in Hollebolle Gijs, sta op een verhoogje, en toch slaagt hij erin met zijn knie in mijn rug een zetje te geven, wat nergens voor nodig is, en waardoor hijzelf bijna uit evenwicht gaat. Je ziet ook nergens een vrolijk kind op die foto’s. Er is een standaardwerk rond slachtoffers, ‘Trauma and Recovery’ van Judith Herman, een psychologe van Harvard die heel haar leven met incestslachtoffers heeft gewerkt. Ik ben dat gaan lezen met een stiftje in de hand om passages waarin ik mezelf herkende te onderstrepen. Daar stonden op het einde meer onderlijnde zinnen in dan andere. Zij zegt ook dat de permanente angst voor wat zou kunnen gebeuren nog erger kan zijn dan de brutale agressie zelf, want op die momenten dissocieer je je mentaal van wat er gebeurt.»

HUMO Zoals het motto van het boek luidt: ‘Wat gewist wordt, blijft even waar.’

Op de Beeck «Het is niet omdat je het verdringt, dat de impact minder groot is – integendeel. We zijn geneigd de dingen onder de mat te vegen om de confrontatie ermee te ontlopen. Maar het is niet omdat je bang bent om ernaar te kijken, dat je ervan kunt vluchten. Dat is een sluipend gif dat het uiteindelijk allemaal nog veel erger maakt.»

HUMO Dat is een beetje de rode draad in al je boeken.

Op de Beeck «Net omdat ik het zoveel zie gebeuren, ook bij heel intelligente mensen die rationeel wel wéten dat ze dingen verdringen. En natuurlijk is het verdomd moeilijk die confrontatie met je demonen aan te gaan, maar de beloning is zo groot. Mensen die me vergelijken met de Griet van zeven jaar terug, herkennen me niet meer. Ik kon me toen letterlijk niet voorstellen dat ik me ooit zou voelen zoals ik me vandaag voel. Niet dat ik nu permanent gelukkig rondloop: ik blijf ook maar een wankelende mens. Maar er is vandaag een vertrouwen en een perspectief waarvan ik me niet kon inbeelden dat ze ooit voor mij zouden weggelegd zijn. Dat wens ik iedereen toe, hoe groot of klein de wonden van het verleden ook zijn. Want door die onder ogen te zien, kun je ze overwinnen, zodat ze je niet langer bepalen.»

HUMO Je haalt Rainer Maria Rilke aan: gevaarlijk en slecht is alleen het verdriet dat we onder de mensen meedragen om het te laten overstemmen door het lawaai.

Op de Beeck «Dat is zó waar, en de repercussies zijn ook zo groot. Als er bij de Amerikanen meer zelfonderzoek was geweest, was Donald Trump niet verkozen geraakt, daar ben ik van overtuigd. Als je je eigen angsten en frustraties kunt benoemen, wéét waar die vandaan komen, dan hoef je niet de schuld af te schuiven op ‘de samenleving’ of ‘de ander’, en die te straffen door een narcistische gek tot leider te maken. Het gaat niet om het overwinnen van een klein, persoonlijk verdriet, maar om het creëren van een betere plek voor iedereen. Dat is ook één van de redenen dat ik wil spreken: hoe meer slachtoffers dat doen, hoe kleiner de speelruimte van de daders wordt.»

HUMO Omgekeerd: dat je de waarheid zo laat ontdekt, geeft daders het excuus om te zeggen, zoals de vader in het boek: ‘Ach, het is allemaal onzin die haar is aangepraat door haar therapeut.’

Op de Beeck «Dat is sinds de jaren 80 een populaire bewering: de therapeuten doen het ons aan. Maar de lijst met onverklaarbare dingen is zo lang dat je ze niet meer anders kunt duiden. Ik heb een rijke verbeelding als schrijver, dat klopt, maar mijn therapeut zegt dat alleen mensen die het hebben meegemaakt zulke ongewone beelden in hun hoofd hebben.

»Daders hebben ook geen zelfinzicht. Als ze het al toegeven, zullen ze het altijd minimaliseren. De handelingen, de emotionele gevolgen: ze maken zichzelf wijs dat het zo erg niet is, sterker nog: dat de kinderen er eigenlijk stiekem van genoten. In de zaak van de kasteelmoord zei de moeder ook dat haar dochtertje zich uitdagend gedroeg tegenover haar vader. Een Lolita van vijf jaar? Kom nu. Maar je leest het wel in de krant. Het taboe is zo groot dat we allemaal liever zouden hebben dat het niet waar is, en dat speelt de dader in de kaart.»

HUMO Net zoals het verzwijgen en verdringen door het slachtoffer, waardoor dingen pas na tientallen jaren bovenkomen.

Op de Beeck «Als je er zelf zolang over twijfelt, hoe kun je dan van de buitenwereld verwachten dat die je onmiddellijk gelooft: bedoel je dat?

»Toen het inzicht kwam, na een oefening waarin ik een brief moest schrijven aan mijn dode vader, golfde er een emotie over mij heen die ik nooit eerder had gevoeld. De dijken braken, echt. Dat kún je niet ontkennen voor jezelf. Mijn inmiddels overleden zus heeft hem ooit beschuldigd van incest, jaren voor ik wist hoe het met mij zat, en dat heeft hij glashard ontkend. Waarop hij zelf het slachtoffer speelde, de man die erg onheus was behandeld. Hij zou dat vandaag waarschijnlijk ook doen, en net daarom wil ik spreken: omdat de cultuur van het zwijgen hen alleen maar ongenaakbaarder maakt.

»Eigenlijk maakt de dader het ons makkelijk: hij vraagt ons gewoon om niets te doen, te doen alsof er niets aan de hand is. Als Woody Allen door zijn stiefdochter beticht wordt van misbruik, is er twee dagen commotie in de krant en dan ebt het weg, en wat later komt de volgende première van die toffe regisseur die toch zo’n grappige films maakt. En er is geen echt bewijs, toch? Dus wat zouden we? Want wat het slachtoffer ons vraagt, is veel lastiger: dan kun je niet meer toekijken, dan moet je iets doen, en niet zoveel mensen doen graag iets. Dus is de dader altijd in het voordeel: het is emotioneel veel belastender om het slachtoffer te volgen.»


Zelfhaat

HUMO Nog zoiets eigenaardigs: de behoefte van het slachtoffer om zichzelf te straffen, in jouw geval door je lichaam te pijnigen met anorexia.

Op de Beeck «Omdat jíj de slechte bent, jij bent de verantwoordelijke, diegene waar iets mis mee is. Er ontwikkelt zich een zelfhaat van een diepte die met niet veel te vergelijken valt. Het heeft niets te maken met gebrek aan zelfvertrouwen, of met een model uit de boekskes willen zijn. Maar wel met het fundamenteel geschonden basisvertrouwen tussen ouder en kind. Je bent nooit veilig: ik kén dat gevoel zelfs niet. Ik moet de rest van mijn leven in een lijf wonen waarmee dingen zijn gebeurd die niet hadden mogen gebeuren. En ik heb dat afgereageerd op mijn lijf, niet op de dader. Dat doet een kind dat mismeesterd werd, op welke manier dan ook: zichzelf de schuld geven. Want dan valt er misschien iets aan te doen, als je maar braver, magerder, liever, mooier wordt. Nog beter je best doen, dan houdt het misschien wel op. Dat is één van de meest perverse mechanismen bij opgroeiende kinderen. En hoe heftiger het trauma, hoe erger de gevolgen. De grondeloze eenzaamheid die je meedraagt, ook al heb je vrienden en een lief. Ik ben pas de laatste jaren in staat fundamenteel contact te maken met anderen: vroeger kon ik vooral goed die indruk wekken. Ik heb me ook altijd gefocust om zo verbaal mogelijk te zijn, woorden gebruikt als schild, om afstand te houden, terwijl ik overkwam als iemand die haar hart op tafel legde. Want als mijn geheim zou uitkomen, zouden al die mensen zeker wegvluchten. Dan liever de vlotte leugenaar. Ik wilde het zelf ook zo graag geloven.»

HUMO Tot de waarheid zich niet langer liet verstoppen.

Op de Beeck «Juist, maar hoeveel mensen leven zo niet? Met grote en kleine trauma’s, verdriet, onvervulde wensen, frustraties? Mensen die daarom niet eens misbruikt zijn.»

null Beeld

HUMO Lucas zegt in het boek over zijn zus Suzanne: ‘Haar leven leek me soms over de rand van wat nog draaglijk mocht heten.’

Op de Beeck «Ikzelf heb altijd vastgesteld dat het nog net draaglijk was, dat er een levensdrift in me zat die groter was dan het trauma. Maar tegelijk is ‘net draaglijk’ nog het ergste van allemaal. In een situatie zitten waarin je de muren oploopt met honderdduizend angsten, en tegelijk te bang bent om er een eind aan te maken, om daadwerkelijk van de brug te springen. Dat is het vagevuur, de grootste straf. En daar heb ik lang gezeten. (Stil) Maar nu niet meer (glimlacht).»

HUMO Goed voor jou, maar anderen slagen er niet in.

Op de Beeck «Dat is zo. Maar als je niet probeert, geen hulp zoekt, geen therapie volgt, dan lukt het je zeker nooit. Dit zijn geen dingen die je met wat vrienden en een paar flessen wijn wel kunt uitpraten. Om jezelf opnieuw uit te vinden tot wie je eigenlijk had moeten zijn, heb je professionele hulp nodig. Niet om dingen ‘een plekje te geven’, dat is een term waar ik misselijk van word, maar om je duivels in de ogen te kijken en er aan de andere kant als een nieuw mens uit te komen. En ja, er zijn mensen die zo beschadigd zijn dat het een heel zwaar gevecht wordt, maar iedere beterschap lijkt me sowieso winst. Ik merk ook dat juist de slachtoffers die er het ergst aan toe zijn, vaak toch nog ergens een onvermoed reservoirtje aan innerlijke kracht en moed vinden. Een stiekeme hoop op beter. Omdat het leven uiteindelijk toch het beste is wat we hebben.

»Ik was 28, en was met een toenmalig lief gaan varen op zijn boot. Ik lag op het dek, woog nog 38 kilo. We meerden aan om boodschappen te doen, en ik voelde dat ik echt niet meer rechtop geraakte, zo verzwakt was ik. Natuurlijk was ik meteen weer kwaad op mezelf. Maar het lukte echt niet. Dan weet je dat je nog twee opties hebt: ofwel doe je er iets aan, ofwel leggen ze je tegen je wil aan de sondevoeding. Kies je voor het leven of niet, letterlijk. Een week later heb ik op mijn verjaardag een etentje georganiseerd waar ik twee sushi’s heb gegeten, en dat voelde als een gigantische overwinning. Iets in een mens wil altijd verder. Ik denk wel dat ik sterk ben van nature, anders was ik er waarschijnlijk niet meer. Ik kom nu zelfs in een fase dat ik boos durf te zijn omdat ik altijd zo sterk heb moeten zijn: eindelijk durf ik te zeggen dat ik er niet ben om voortdurend ten dienste te staan van iedereen.»


Afwezige moeder

HUMO Incest kan ook alleen omdat een moeder het toelaat.

Op de Beeck «In alle gradaties: van de bedlegerige moeder die niet kán tussenbeide komen tot de actief participerende, en alles daartussen. De moeder in het boek is een romanfiguur en niet míjn moeder, maar natuurlijk zijn er dingen die ze delen. In de volgende twee delen van de trilogie komen andere types moeders aan bod. Het zijn vrouwen die niet aanwezig zijn, om diverse redenen. Het is een fascinerende grenspositie, want waar eindigt verantwoordelijkheid en begint schuld? Wat zit er in de schemerzone? Een dader kan alleen zijn gang gaan in een gezin waar de moeder niet sterk genoeg is om weerstand te bieden. Incestplegers zijn zeer dominant, ze veinzen hulpeloosheid en getormenteerdheid. Dat is ook niet makkelijk voor de vrouw die ermee getrouwd is. Meisjes die het meemaken, leert de vakliteratuur, blijven de vader vaak adoreren en richten hun afkeer op de moeder die hen niet heeft beschermd: dat herken ik. Terwijl de moeder toch niet de dader is, en het dus tot op zekere hoogte niet fair is om het haar méér kwalijk te nemen dan hem.»

HUMO Ontkent jouw moeder tot vandaag dat er iets gebeurde?

Op de Beeck «Ze zegt niet dat ik lieg, nee. Wel dat ze van niets wist, en anders meteen haar koffers zou hebben gepakt. Maar goed, ik wil het vooral over mijn vader hebben, haar proces wil ik hier niet maken.»

'In de zaak van de kasteelmoord zei de moeder dat haar dochtertje zich uitdagend gedroeg tegenover haar vader. Een Lolita van vijf jaar? Kom nu.'

HUMO Oké, maar de vader speelt in het boek wel een veel kleinere rol dan de moeder.

Op de Beeck «Omdat de vader zich in zijn pensioen en zijn kamer heeft teruggetrokken, en de kinderen weten dat het hopeloos is op hem in te praten. Misschien ook omdat ik met zijn rol nog niet genoeg in het reine ben, nog niet voldoende begrijp wat er in hem speelde om er al over te kunnen schrijven. Het kenmerk van de dader is immers net een totaal gebrek aan empathie en een totaal egocentrisme. Anders zou iemand zoiets nooit doen, zo simpel ligt het. Terwijl de zoon hoopt dat de moeder toch nog een tip van de sluier zal oplichten, en er misschien nog iets te herstellen is. Daar zit nog een opening. Ieder mens uit een kapot gezin blijft toch verlangen naar een nest.»

HUMO De zoon zegt na een uit de hand gelopen ruzie tegen de moeder: als je ooit voor jezelf kiest en niet voor hem, wil ik je daarbij helpen. Zijn dat de woorden die je graag zou horen van je eigen moeder?

Op de Beeck «Ze zal die nooit uitspreken. (Stil) Nee, die hoop heb ik opgegeven. Maar het fantastische van boeken schrijven is dat je voor jezelf meer hoopvolle varianten van de werkelijkheid kunt verzinnen. Illusies misschien, dingen die nooit zullen gebeuren in je echte leven, maar waar je toch even in kunt wonen.»

HUMO De moeder is ook een kei in schuldomkering: áls het al gebeurd is, dan toch alleen omdat het meisje het uitlokte. Ze beschouwt zichzelf als het echte slachtoffer: op dat gevoel ‘had ze ook jarenlang geoefend.’

Op de Beeck «Zo’n mensen kent toch iedereen: mensen die zo vastzitten in de slachtofferrol dat ze haast niet anders meer kunnen functioneren. Er zijn vrouwen die zichzelf als slachtoffer beschouwen omdat hun man de voorkeur geeft aan hun dochter. Want hoe verwerk je dat, als je eigen lijf minder aantrekkelijk voor hem is dan dat van een vijfjarige? Onbewust houden ze die rol in stand in plaats van er iets aan te doen. Dat is ook een manier om overeind te blijven, want ieder nieuw probleem wordt dan een herbevestiging van die rol. Tot op zekere hoogte begrijp ik het zelfs als overlevingsstrategie.

»Dat heb ik ook lang gedaan: begrip voor iedereen gehad. Maar ik besef nu dat mij iets is aangedaan dat ik niet heb verdiend, en dat ik het recht heb dat te vertellen, dat ik geen toestemming hoef te krijgen van vader, moeder, broers en zussen of mijn omgeving. Ik heb mij zo lang laten verlammen door die familiebanden, waarin ik de bemiddelaar en de verzoener was. Don’t rock the boat, hou het stil. Daarom ben ik ook lang niet de schrijver geweest die ik veel eerder had willen zijn, door mezelf voortdurend weg te cijferen. Alleen door de plaats op te eisen om mijn verhaal, mijn leven, mijn wonde te vertellen, kan ik verder met mezelf. Ik heb niets gedaan, mijn vader heeft het gedaan. Ik hoef niet beschaamd te zijn, ik hoef niet zoals vele anderen met een geheim het graf in te gaan.»

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234