overledenseriemoordenaar michel fourniret
‘Michel Fourniret was nauwgezet, kalm en methodisch. Zonder enig medeleven beschreef hij zijn slachtoffers’
Begin juli 2004, vijftien jaar na haar mysterieuze verdwijning, werd het lichaam van de 12-jarige Belgische Elisabeth Brichet opgegraven aan de voet van een kasteel in de Franse Ardennen. Haar ontvoerder, verkrachter en moordenaar: de pas overleden Michel Fourniret (79). ‘De Franse Dutroux’ werd veroordeeld voor acht moorden en bekende er nadien nog eens drie – en wellicht zijn het er nog veel meer. Een reconstructie.
(Verschenen in Humo op 13 juli 2004)
28 juli 1989. De bescheiden plechtigheid in het gemeentehuis van het Ardense dorpje Floing heeft nauwelijks volk gelokt. Geen enkele genodigde, geen receptie. Alleen de burgemeester en de getuigen zijn er als Michel Fourniret, een late veertiger, en de zes jaar jongere Monique Olivier elkaar het jawoord geven. ‘In minder dan vijf minuten was het afgehandeld,’ herinnert Jocelyne Cadé zich. ‘We zijn achteraf zelfs geen kopje koffie meer gaan drinken, helemaal niks.’ Jocelyne, de buurvrouw, was samen met haar man Gérard door het koppel gevraagd als getuige: omdat er niemand anders was. En de overburen hádden al nee gezegd.
JOCELYNE GADÉ «Bizar hoor, die bruiloft. Die twee leken helemaal niet verliefd. Ze zagen er ook niet blij uit. Van hem kon ik daar nog inkomen; Michel was sowieso een beetje koel en afstandelijk, en het was ook al zijn derde huwelijk. Maar zelfs bij Monique, die in het begin zo verliefd was, kon er geen lachje af. Achteraf denk ik dat hij met haar getrouwd is om zichzelf een dekmantel te bezorgen.»
Het koppel heeft elkaar een paar jaar eerder leren kennen in de gevangenis van Fleury-Mérogis, nabij Parijs. Monique Olivier is een visiteuse, een soort Florence Nightingale die de gevangenen komt bezoeken. Fourniret zit sinds 1984 in de cel, in afwachting van zijn proces wegens zware zedenfeiten met minderjarigen. Monique valt voor de charmes van de stille man, die houdt van literatuur en klassieke muziek. In 1987 wordt hij door het assisenhof van Evry veroordeeld tot zeven jaarcel, waarvan twee met uitstel. Fourniret zal er, voorhechtenis inbegrepen, drie jaar van uitzitten; kort na zijn veroordeling komt hij alweer vrij. Strafvermindering,’ klinkt het op het ministerie van Justitie in Parijs. Eind 1987 vestigen Fourniret en Olivier zich in een kleine chalet in Floing, waar Fourniret nog een huis bezit dat hij wil Opknappen. In het Ardense dorpje weet niemand wat over het verleden van de twee nieuwkomers. Ze leven erg teruggetrokken. Buren zien Fourniret meestal in de weer met één of andere klus; zijn vrouw lijkt een volgzame femme de campagne, die zich zwijgend over het huishouden ontfermt. Er is geen televisie, geen radio, geen krant; wel telefoon, maar het nummer is privé. Bezoek komt er haast nooit. De buren, Jocelyne en Gérard Cadé, zijn de enigen met wie het koppel nog enig contact onderhoudt.
JOCELYNE GADÉ «Ik zag Monique vaker dan Michel. Ze was niet gelukkig. Ze sprak weinig, voelde zich slecht in haar vel, en leek een zware last uit het verleden mee te slepen. Michel was haar tweede man. Ze vertelde me vaak over haar eerste huwelijk, met een geweldenaar die haar vaak sloeg. Zelfs haar twee kinderen had hij van haar afgepakt: ze zag ze haast nooit meer. ‘Dan heb je toch geluk,’ zei ik dan, ‘dat je nu Michel hebt.’
»Michel was altijd beleefd, maar je zag wel dat hij de baas in huis was. Hij was erg zelfverzekerd en duldde geen tegenspraak: hij had altijd gelijk. Monique leek dat eerst niet erg te vinden, maar na een tijdje merkte ik dat ze steeds zwaarmoediger werd. Ze klaagde dat Michel haar niet meer aantrekkelijk vond. Hij was ook vaak weg, soms drie, vier dagen aan een stuk. Hij zei nooit waar hij heen ging. Monique zat dan op een stoel te wachten tot hij terugkwam.»
In 1988, als hun zoontje Selim geboren wordt, zoeken de Fournirets wat vaker het gezelschap op van hun buren, die ook een baby hebben.
JOCELYNE «Ze kwamen weleens eten, pasten soms op onze kinderen. Ze zijn zelfs naar het communiefeest van ons zoontje gekomen. Daar hebben we nog een video van, waarop ze allebei staan te dansen.»
Fourniret en zijn vrouw zouden drie jaar in Floing blijven wonen, van 1987 tot 1990. In die periode ontvoerde en verkrachtte Fourniret minstens vijf jonge meisjes in België en Frankrijk, pleegde hij zeven moorden, en ver-zamelde hij een fortuin waarmee hij vlak over de Franse grens het kasteel van Sautou kocht - betaald in cash. Hij begroef zijn slachtoffers op het domein. Niemand merkte wat. Ook Jocelyne Cadé niet.
JOCELYNE «Achteraf begin je natuurlijk na te denken... Michel wilde nooit op de foto. Hij en Monique kwamen geregeld vragen of we een uurtje op de baby wilden passen omdat ze ‘boodschappen gingen doen’. Dan zag ik ze de hele dag niet meer. Als ze het kind de volgende ochtend kwamen ophalen, deden ze alsof ze maar een uurtje waren weggeweest.»
Fourniret en Olivier vertrokken even plots als ze gekomen waren, in februari of maart 1990.
JOCELYNE «Op een dag waren ze verdwenen. Ze hadden niks gezegd. We dachten eerst dat ze met vakantie waren, maar we hebben ze nooit meer teruggezien.»
Een vervelende bijkomstigheid Michel Fourniret was een voyageur, die vaak onderweg was in België en Frankrijk. Niemand besteedde veel aandacht aan de grijze klusjesman met zijn metalen brilletjè. Fourniret was een Monsieur Tout-le-Monde, die altijd vriendelijk bonjour knikte, huizen opknapte - en af en toe een meisje vermoordde. Op woensdagmiddag 20 december 1989 is er niemand die ziet hoe Fourniret in Saint-Servais, nabij Namen, uren langs de drukke Waterloosesteenweg in de auto zit te wachten, met zijn vrouw naast zich en baby Selim op de achterbank. Niemand ziet hoe een blond meisje argeloos instapt. De twaalfjarige Elisabeth Brichet heeft de middag doorgebracht bij haar vriendinnetje Vanessa en is op weg naar huis als Fourniret en zijn vrouw haar met een smoes in de auto lokken. De baby is ziek, en ze kennen de streek niet: of Elisabeth hun de weg naar een dokter kan wijzen?
Niemand zou het meisje ooit terugzien. Haar moeder kreeg te horen dat Elisabeth waarschijnlijk weggelopen was. ‘Als uw dochter gekidknapt is, hadden we toch wel iéts gevonden,’ zeiden de speurders. ‘Zelfs van Paul Vanden Boeynants hadden we een pijp.’ België lag nog niet wakker van verdwenen kinderen. Het lichaam van Elisabeth Brichet werd begin juli 2004 opgegraven aan de voet van het kasteel van Sautou. Naast haar lag het lichaam van Jeanne-Marie Desramault, een Frans meisje van negentien dat op 18 maart 1989 verdween nadat ze in het station van Charleville-Mézières van de trein was gestapt. Wellicht had niémand hen ooit teruggevonden als Monique Olivier niet naar het gerecht van Dinant was gestapt en er bekend had dat haar man minstens tien moorden op zijn geweten had - en dat zij soms ook wel had meegedaan.
Fourniret zelf, die sinds vorig jaar een straf uitzit in België vanwege dé mislukte ontvoering van een dertienjarig meisje uit Ciney, heeft tot nu toe negen moorden bekend. ‘Ik had die meisjes nodig, omdat ze maagd waren,’ vertelde hij aan zijn ondervragers. ‘Twee keer per jaar ging ik op jacht.’ Inmiddels weten we dat Elisabeth Brichet al op 21 december, daags na haar ontvoering, dood was: Fourniret had haar eerst misbruikt en vervolgens gewurgd. Omdat hij niet meteen wist waar hij met het lichaam heen moest, rolde hij het in een deken en stak het in de diepvriezer; een paar dagen later begroef hij haar met zijn tractor op het domein van zijn kasteel.
‘Het doden van zijn slachtoffers is voor Fourniret eigenlijk een vervelende bijkomstigheid,’ stelt de Franse schrijver en journalist Stéphane Bourgoin, die zich gerust specialist in serial killers mag noemen. Hij interviewde meer dan vijftig seriemoordenaars over de hele wereld en geeft opleidingen aan speurders van de Gendarmerie. Zijn interesse wortelt in een persoonlijk drama: dertig jaar geleden werd zijn vriendin verkracht en vermoord door een seriemoordenaar in Californië.
STEPHANE BOURGOIN «Fourniret geniet vooral van de macht die hij over zijn slachtoffers heeft. Hij is God, hij kan beslissen over leven en dood; dat is zijn fantasme. Zijn vrouw heeft aan het gerecht verteld dat hij klaarkwam als zijn slachtoffers begonnen te smeken. Aan het moorden achteraf beleeft hij helemaal geen plezier. Dat is voor hem pure noodzaak: hij wil vermijden dat zijn slachtoffers hem achteraf zullen verraden. Zo is hij in de jaren ‘80 ook tegen de lamp gelopen: hij werd gearresteerd omdat een slachtoffer zijn nummerplaat had genoteerd. Het enige wat hem echt interesseerde, was de jacht op maagden.»
Zwavelzuur
Dahina Le Guennan was veertien toen Fourniret haar pad kruiste. Hij ontvoerde haar op 4 september 1984 in een station in de buurt van Parijs.
DAHINA LE GUENNAN «Hij stapte op me af en duwde me een fles onder de keel. ‘Dit is zwavelzuur,’ zei hij. ‘Ik heb een wagen gestolen, en ik neem jou mee als gijzelaar. Ik laat je straks weer vrij. Ik zal je geen pijn doen.’ Hij was enorm kalm. We reden in zijn bestelwagen tot buiten de stad en stopten bij een verlaten veld. ‘We gaan een verkrachting simuleren,’ zei hij.»
Nadat hij het meisje had verkracht, begon Fourniret te huilen.
LE GUENNAN «Hij zei dat hij er niks aan kon doen. Dat zijn vrouw hem bedroog. Dat hij daarom op zoek was naar maagden. Hij vroeg me waar ik woonde, gaf me een lift, en zette me af in de buurt van mijn huis. Hij vroeg me geen klacht in te dienen.»
Dahina diende toch een klacht in en hoorde vervolgens niets meer.
LE GUENNAN «Tot maanden later: toen stonden er thuis plots speurders voor de deur. Ze voerden een onderzoek naar Fourniret, en ze hadden mijn klacht ergens onder het stof vandaan gehaald. Ze zeiden dat Fourniret zeventien aanrandingen had bekend, maar dat ik de enige was die een klacht had ingediend.»
Fourniret moordde soms ook voor het geld - en ook dat blijkt typisch voor psychopaten. Het geld waarmee hij het kasteel van Sautou kocht, was naar eigen zeggen afkomstig uit de oorlogskas van de extreem-linkse terreurorganisatie Action Directe: om het te bemachtigen, zou hij de echtgenote van een oude celgenoot, Jean-Pierre Hellegouarch, hebben vermoord.
STEPHANE BOURGOIN «Het valt nog af te wachten of dat verhaal klopt, maar we weten zeker dat Fourniret moorden heeft gepleegd voor het geld. Zo heeft hij op een parking naast de A6-autoweg in Frankrijk een handelsreiziger afgemaakt met een geweer: hij had centen nodig.
»Ik heb in de gevangenis tientallen seriemoordenaars geïnterviewd. Allemaal vertelden ze me dat hun fantasmes hun leven beheersten: ze dachten er dag en nacht aan, zonder ophouden. Als je zo obsessioneel bezig bent met de gedachte aan moorden of verkrachten, heb je geen tijd voor een normale job. En wat doe je dan als je geld nodig hebt? Je berooft iemand.
»Tachtig procent van de serie-moordenaars begint zijn carrière in de gewone misdaad: diefstallen, overvallen, drugshandel... Wánneer ze beginnen te moorden, zetten ze ook die oude gewoonten voort. Zo ook Fourniret: in 1993 werd hij opgepakt met een gestolen wapen, in 1995 overviel hij een hondenkapster in Jambes. Hij verbond het nuttige met het aangename: nadat die vrouw hem de kassa en de nummers van haar creditcards had gegeven, dwong hij haar zich uit te kleden en randde hij haar aan. Ze heeft het volgens mij alleen maar overleefd omdat het klaarlichte dag was.»
Copyccat
Michel Fourniret wordt in 1942 geboren in het Noord-Franse Sedan, als zoon van een metaalarbeider. Hij is 23 als hij voor het eerst in aanraking komt met het gerecht: in 1966 wordt hij in Nantes veroordeeld wegens voyeurisme. Een tweede veroordeling wegens zedenfeiten volgt in 1973 in Verdun. Als hij in 1987 opnieuw voor de rechter moet komen wegens het ontvoeren en verkrachten van minderjarigen, is hij zelf al twee keer getrouwd en vader van vijf kinderen. Zijn tweede vrouw Nicole verlaat hem, onthutst door zijn misdaden. In de gevangenis ontmoet Fourniret de vrouw die zijn derde echtgenote zal worden, maar ook zijn misdaden zal delen. Waarom Monique Olivier na zeventien jaar huwelijk naar het gerecht is gestapt, is nog steeds niet helemaal duidelijk. Geschrokken van de zware straf waartoe Michelle Martin kort tevoren was veroordeeld op het proces-Dutroux, beweert ze zelf. Bang omdat haar man, die in de gevangenis van Dinant zat, op het punt stond vrij te komen, volgens haar advocaat. Voor de media lag de vergelijking in ieder geval voor de hand.
HUMO Michel Fourniret werd meteen omgedoopt tot ‘de Franse Dutroux’. Is dat terecht?
BOURGOIN «Er zijn treffende gelijkenissen: de geterroriseerde maar medeplichtige echtgenote, de manier waarop Fourniret een machtsspel speelt met de speurders... Dutroux liet zich sandwiches met kwaliteitskrab voorzetten en eiste elke dag zijn Nutella en zijn camembert. Fourniret wil alleen praten met de speurders die hij zelf uitkiest: een Belgische speurder uit Dinant, en de procureur-generaal van Reims, Yves Charpenel, die het onderzoek vanuit Frankrijk coordineert. En als je hem bezig zag tijdens de opgravingswerken aan het kasteel, zou je denken dat hij het onderzoek leidde.»
Nauwgezet, kalm en methodisch, zo omschrijft procureur-generaal Charpenel de seriemoordenaar.
YVES CHARPENEL «Fourniret herinnerde zich de meisjes die hij had begraven nog heel goed. Terwijl wij aan het graven waren, beschreef hij hun gezichten en de kleren die ze droegen: met een verbijsterende precisie, maar zonder enig medeleven of gevoel. De lichamen van Elisabeth Brichet en Jeanne-Marie Desramault werden bovengehaald terwijl hij erbij stond, en hij bleef maar macabere details spuien.»
HUMO Daar lag het verschil met Dutroux, zei een speurder: Fourniret had zichzelf heel goed onder controle, terwijl Dutroux soms kwaad werd, bijvoorbeeld als de speurders zijn graafmachine niet goed bedienden.
BOURGOIN «Er is nog een ander, frappanter verschil: Fourniret gebruikte nooit geweld om meisjes te ontvoeren, zoals Dutroux deed; hij lokte zijn slachtoffers met een list - de truc met de baby, of een andere smoes. Dat is voor hem de grootste kick: hij voelt zich superieur aan alle andere mensen, want hij hoeft zich niet te verlagen tot geweld om ze te krijgen waar hij ze wil. Hij gebruikt alleen zijn ‘superieure brein’.»
HUMO Fourniret wordt door de speurders steevast omschreven als een listig manipulator, een schaakspeler.
BOURGOIN «Fourniret weet hoe politieonderzoeken werken. Hij gebruikte de copycat-methode: als er ergens in Frankrijk een maniak aan het moorden sloeg, zocht hij zijn slachtoffers uit in dezelfde streek, en kopieerde hij de modus operandi. Hij heeft de moord bekend op Isabelle Laville, een meisje van zeventien dat op 11 december 1987 verdween in het departement van de Yonne; die moord werd aanvankelijk toegeschreven aan Emile Louis, een seriemoordenaar die toen erg actief was in dezelfde streek... Een jaar later ontvoerde Fourniret de 20-jarige Fabienne Leroy; hij dumpte haar lijk vlak bij een militaire kazerne in Mourmelon - en schoof zo de schuld in de schoenen van een moordende militair die toen erg actief was, adjudant Chanal.
»Hij speelde ook met de landsgrenzen. Hij ontvoerde Elisabeth Brichet in België, maar begroef haar lijk in Frankrijk. Jaren later ontvoerde hij twee Franse meisjes: Celine Saison (18, verdwenen op 16 mei 2000 in Charleville-Mézières, red.) en Mananya Thumpong (13, verdwenen op 5 mei 2001 in Sedan); hun lichamen dumpte hij in de bossen van de Belgische Ardennen.
Massagraf
Dat Fourniret in 2003 gearresteerd werd, was te danken aan de koelbloedigheid van een meisje van dertien. Marie-Asuncion Kirombo uit Ciney was op weg naar de boekhandel om een verjaardagskaart te kopen voor haar vriendin toen de chauffeur van een bestelwagen haar vriendelijk de weg vroeg naar een religieuze bijeenkomst. Na lang aandringen stapte het meisje toch maar in. Toen ze eenmaal buiten de stad waren, riep Fourniret dat ze hem ‘irriteerde’: ze zat voortdurend te bidden. Hij knevelde haar en gooide haar achter in de bestelwagen, maar het meisje kon de touwen doorbijten en ontsnappen. Niet lang daarna werd Fourniret gearresteerd. ‘Voor mij was het toen al duidelijk dat hij niet aan zijn proefstuk toe was,’ zegt Stéphane Bourgoin.
BOURGOIN «De bestelwagen waarmee hij reed, was perfect uitgerust voor ontvoeringen: een gordijntje achter de chauffeur om het zicht op de achterbank te verbergen, deuren die niet van binnenuit geopend konden worden, en achterin touwen om de slachtoffers vast te binden. Alles wees erop dat kidnappen voor deze man een gewoonte was.»
HUMO Toch legde het Belgische gerecht nooit een link met andere verdwijningen van jonge meisjes uit de streek.
BOURGOIN «Na zijn arrestatie in 2003 werd Fourniret een tijdlang verdacht van de ontvoering van een paar Franse meisjes. Er werd zelfs gegraven in zijn tuin in Sart-Custinnes, waar hij toen woonde, maar dat leverde niets op. Fourniret zelf bleef ook in alle talen ontkennen. Uiteindelijk gaven de Belgische speurders het op.»
HUMO Achteraf bleek dat Fourniret er toch achter zat: hij bekende vorige week de ontvoering van Céline Saison en Mananya Thumpong.
BOURGOIN «Fourniret zal nooit méér bekennen dan wat zijn tegenstander kan bewijzen. Nu beweert hij dat hij tussen 1990 en 2000 ‘een pauze’ heeft ingelast, dat hij tien jaar lang van de meisjes is afgebleven. Wees maar zeker dat hij liegt. Seriemoordenaars stoppen niet: Michel Fourniret verbergt een massagraf.»