kijktip'Django Unchained'
Quentin Tarantino: ‘Ik huur geen kleerkasten in om iemands benen te breken: dat doe ik altijd zelf’
In zijn nieuwste meesterwerk ‘Once Upon a Time... in Hollywood’ geeft Quentin Tarantino voor het eerst écht iets van zichzelf bloot. Door de palmbomen van Hollywood anno 1969 waait een diep melancholische wind, de stiltes zijn even geladen als de dialogen, en tussen de alweer errug gewelddadige scènes door brandt zijn kenmerkende poëzie harder dan ooit tevoren. Maar wie ís de Beroemdste Kin Van De Cinema, en wat mispeutert hij als hij geen nazi’s roostert? De 7 Hoofdzonden!
Verschenen in Humo op 20 augustus 2019
Volgens de legende werd Quentin Tarantino verwekt, geboren en getogen in een videotheek: spaghettiwesterns aan de ene en gangsterfilms aan de andere kant van het gangpad. Maar de burgerlijke stand noteerde alleen het hoogstnoodzakelijke: 27 maart 1963, Knoxville, Tennessee.
Toen Quentin 3 was – zijn naam kreeg hij van Quint Ames, Burt Reynolds’ personage in de tv-serie ‘Gunsmoke’ – verhuisde hij met zijn moeder naar Los Angeles. Op zijn 8ste nam zijn stiefvader hem mee naar ‘Carnal Knowledge’ en ‘Deliverance’. ‘Op mijn 9de keek ik naar ‘The Wild Bunch’ van Sam Peckinpah: het bloed spatte alle kanten uit! Mijn moeder was heel cool: zij wist al dat ik regisseur zou worden voor ik het zélf wist.’
God heeft – begrijpe wie kan – weinig plaats in het universum van Tarantino: ‘Ik ben katholiek opgevoed, en toen ik even in Tennessee woonde, bij mijn grootouders, werd ik opnieuw gedoopt. Born again. Maar hoe ouder ik word, hoe minder ik in God geloof.’ Dat hij de hoofdzonden kent, is louter de verdienste van Vrouwe Cinema, de bron van alle kennis.
Als vloeken een hoofdzonde was, dan was Quentin Tarantino de zondigste ketter. Maar waar is hij écht schuldig aan? Wij doken voor u de archieven in – Humo sprak de man meermaals over een periode van drie decennia – en kwamen boven met een portret van de laatste grote, onafhankelijke, commercieel succesvolle schrijver-regisseur van Hollywood.
TRAAGHEID
‘Ik lig alleen in mijn zwembad als ik aan een scenario werk: ik trek geen baantjes, ik háát sporten. Alles waar een bal aan te pas komt, is helemaal verwerpelijk.’ Maar wie ooit een interview met hem heeft gezien, weet dat ‘traagheid’ voor de man geen optie is: als cocaïne een mens was, dan bewoog en sprak hij als Quentin Tarantino.
Toen hij 14 was, schreef hij zijn eerste scenario: ‘Captain Peachfuzz and the Anchovy Bandit’, een ode aan ‘Smokey and the Bandit’ met Burt Reynolds. Een jaar later stopte hij met school om – uit pure toewijding – in een pornocinema te gaan werken. In videotheek Video Archives zag hij naar eigen zeggen ‘duizenden films’, en begon hij te werken aan een eerste amateurfilmpje, ‘My Best Friend’s Birthday’. Omdat hij geen idee had waar hij mee bezig was (‘Ik wist amper waar het aanknopje stond’), duurde het drie jaar om die in te blikken: het resultaat leek nergens naar.
De eerste jaren van Tarantino’s Hollywood-carrière waren vooral een kwestie van watertrappelen en zo min mogelijk kopje-onder gaan. Hij schreef wel scenario’s, maar niemand wilde ze hebben. Eén studio-executive stuurde een razend antwoord op zijn inzending van een script met de titel ‘True Romance’: ‘Hoe durf je mij dit fucking piece of shit op te sturen? Ben je gék?’ Andere probeersels waren ‘Natural Born Killers’ en ‘From Dusk Till Dawn’, maar die werden even vlijtig genegeerd, of verdwenen jarenlang in de prullenbak. Ofwel zat opgeven niet in Quentins DNA, ofwel kón hij niks behalve films maken.
Zijn big break kwam er in 1990, toen hij op een barbecue de gefrustreerde producer Lawrence Bender leerde kennen. Die had wel oren naar zijn pitch over een vage heist movie met de titel ‘Reservoir Dogs’. Quentin schreef het scenario in drie weken tijd. Iedereen stond te springen. Zijn debuut werd uiteindelijk gemaakt voor 1,3 miljoen dollar – ter vergelijking: ‘Once Upon a Time... in Hollywood’ kostte 100 miljoen – en werd nog voor de release door Hollywood ingehaald als één van de hottest properties in town. Tarantino was dán al een ster.
QUENTIN TARANTINO «Ik heb het allemaal zelf geleerd. Ik ben nooit naar de filmschool geweest. Waarom zou ik? Ze leggen je de diepere zin uit van Orson Welles, John Ford en Akira Kurosawa, ja. Maar ik had zelf ogen in mijn kop zitten en die wisten wel waar ze naar wilden kijken. Mijn advies: als je echt een film wil maken, pak dan een camera vast en dóé het.
»Mijn videotheekbaantje was fantastisch. Als ik géén brandende ambitie voelde, dan had ik daar waarschijnlijk mijn hele leven lang gelukkig kunnen zijn. Maar op een bepaald moment besefte ik: ‘Ik ben de grootste vis in een vijver van een paar druppels groot, niemand heeft hier ambitie!’ I had to get out of Loserville. Dus ben ik naar Hollywood gegaan, om me te meten met de grote jongens. Ik móést een filmmaker worden.»
HUMO Dat is gelukt, al was u nooit de meest productieve regisseur.
TARANTINO (lacht) «Ik zou niet aan de lopende band films kunnen maken, daarvoor ben ik veel te lui. Als kind droomde ik ervan om zoals Rainer Werner Fassbinder 42 films in tien jaar te maken. Maar na twee films had ik die droom al opgeborgen. Ik wil af en toe ook nog een beetje fun hebben: uitgaan, een glas drinken, mensen ontmoeten... En op het einde van de dag mijn planten water geven (lacht). Tijdens het filmen ga ik compleet op in wat ik doe, maar als de film af is, hoef ik aan níéts meer te denken: dat is wel zo leuk.»
HUMO Van de kijker verwacht u wél dat ze hun kop erbij houden: de structuur van uw films is complex, en de dialogen zijn literair.
TARANTINO «Sinds de jaren 80 lijkt het alsof de meeste films volgens een vast stramien worden gemaakt. In de eerste tien minuten weet je alles wat je moet weten. En als de film zich klaarmaakt om naar links te gaan, gaat het publiek op voorhand al naar links leunen. Je wéét wat er komt! En ik geef toe: ik amuseer me rot als ik tégen dat verwachtingspatroon kan ingaan. Ik wil de kijker terug de actieve, betrokken filmervaring geven die ik nog ken van mijn jeugd. Een Tarantino-film mag niet ‘zomaar’ een film zijn: hij moet je omvérblazen.»
GULZIGHEID
Quentin Tarantino bekijkt films zoals wij bestellen in Café De Bonte Os: het mag vooral véél zijn.
TARANTINO «Op café mag het óók veel zijn. Je doet mij een plezier met een glas cola als ik het rustig aan doe, en anders met méérdere glazen pina colada.
»Ik ben altijd een gulzige cinefiel geweest. Ik heb geen idee hoeveel films ik in mijn leven al verslonden heb. Van mijn 17de tot mijn 22ste maakte ik lijstjes van elke film die ik dat jaar bekeken had in de cinema. Aan het einde van het jaar koos ik mijn favorieten, en deelde ik awards uit. ‘Beste Slechterik: Robert Mitchum in ‘The Night of the Hunter’!’ (lacht) Ik was blut, maar toch slaagde ik erin om tweehonderd films te zien.»
HUMO Wat waren de eerste films die uw verbeelding wisten te prikkelen?
TARANTINO «Monsterfilms: zeeslangen die vechten met Vikingvrouwen, tieners die in zombies veranderen, Het Beest Met Een Miljoen Ogen! De beruchte B-producent Roger Corman, die op elke cent probeerde te besparen, beschouw ik als één van mijn grote voorbeelden. Van hem heb ik geleerd: je moet je publiek per filmrol één keer choqueren en één keer laten lachen.»
HUMO Eigenlijk worden Corman-films beschouwd als trash. Is er ook cinema die u níét goed vindt?
TARANTINO «Ik ben geen fan van kostuumdrama’s, en al helemáál niet van biopics: dat zijn sterrenvehikels die alleen dienen om acteurs een Oscar te bezorgen. Het maakt me niet uit hoe interessant iemand is, als je een leven van a tot z vertelt, kom je uit bij een fucking boring movie. Doe er iets mee! Als je een film maakt over Elvis, volg hem dan één dag. Pakweg de dag dat hij voor het eerst de Sun Studios binnenstapte. En je stopt wanneer hij door de deur wandelt. Dát is een film.
»Ik hou ook niet van moralisering. Als een regisseur me een antioorlogsboodschap in de strot probeert te rammen, kan ik alleen maar denken: ‘Ja, ja.’ Dat soort films verwordt al vlug tot een spreekbuis voor de regisseur, zoals ‘Born on the Fourth of July’ van Oliver Stone. Geen slecht woord over hem – ik ben dol op ‘JFK’ en ‘Salvador’ – maar het is niks voor mij.»
HUMO Beïnvloedde cinema ooit uw manier van doen?
TARANTINO «Oh my God, dat was mijn handelsmerk! Ik dronk zelfs dezelfde drankjes als mijn lievelingspersonages: Kevin Costner bestelde in ‘Bull Durham’ altijd Miller Highlife, dus ik ook. Toen ik 20 was, begon ik net als Mickey Rourke van die verfomfaaide kostuums te dragen. En nadat ik de Elvis-films had gezien, draaide ik pommade in mijn haar! De laatste keer dat zoiets gebeurde, was toen ik ‘A Better Tomorrow 2’ zag van John Woo. Man! Ik kocht een zonnebril, een lange regenjas, en liep maanden rond als Chow Yun-fat.»
WOEDE
Op de vraag ‘Waar wordt u kwaad van?’ antwoordde Tarantino ooit: ‘Mensen die in de filmindustrie werken, maar niet van film houden, en ook: koolsla en hardgekookte eieren.’
Het échte antwoord moest zijn: kritiek. Toen hij in Cannes in 1994 zijn Gouden Palm voor ‘Pulp Fiction’ in de lucht mocht steken, riep een vrouw uit het publiek luidkeels ‘Strontfilm!’, waarop QT zijn middelvinger opstak – een gebaar dat ze op de chique Croisette maar matig konden appreciëren.
Vooral journalisten hebben het al vaak moeten ontgelden: onlangs vroeg iemand waarom Margot Robbie zo weinig dialoog had in ‘Once Upon a Time... in Hollywood’, waarop Quentin, kort en bondig: ‘Ik verwerp uw hypothese!’ Toen de beroemde BBC-reporter Krishnan Guru-Murthy de link wilde leggen tussen cinemageweld en écht geweld: ‘I’m shutting your butt down!’ Krishnan had beter moeten weten: filmgeweld is net één van Quentins grote liefdes.
TARANTINO (grijnst) «Geweld is dé reden waarom Thomas Edison de filmcamera heeft uitgevonden! Je begint ervan te zweten. Toeschouwers die zich blootstellen aan boosaardige, verboden scènes, aan kettingzagen en kannibalen, aan serie- en lustmoordenaars, die ervaren iets wat voor de meeste mensen altijd verborgen blijft. Niet dat je daar nu een beter mens van wordt, maar je beleeft er wél veel lol aan.»
HUMO Zeker als er wraak aan te pas komt: dat blijft uw favoriete thema.
TARANTINO «Oh ja. Omdat het zo goed wérkt. Je zit samen met honderden andere toeschouwers in een bomvolle zaal mee te leven met Django, of met The Bride, of met de Basterds, en dan komt eindelijk het langverwachte moment waarop de helden hun gram halen op hun tegenstanders: yeah! Die payoff is één van de heftigste emoties die je bij een publiek kunt losweken.
»Let wel: dat werkt alleen in de cinema, want in het echte leven smaakt wraak nooit zo zoet. Iedere keer als ik iemand kan terugpakken, bijvoorbeeld een criticus die me te kakken heeft gezet, dan voel ik me daar nogal lullig bij. En met echt geweld heb ik al helemáál niks: ik heb ooit eens gezien hoe een travestiet in elkaar werd geslagen door een bende met honkbalknuppels – afschuwelijk. Maar ik moet toegeven dat ik wél een kick krijg van filmgeweld. Vergelijk het met musicals: ik kan er volop van genieten als ik Gene Kelly in de regen zie dansen. Maar als ik iemand dat in het écht zou zien doen, verklaar ik ’m stapelgek.»
HUMO Bent u zo iemand die tijdens de film voortdurend naar z’n scherm zit te roepen?
TARANTINO (lacht) «Ik zat onlangs met een vriendin te kijken naar ‘50/50’, die prent met Joseph Gordon-Levitt als kankerpatiënt. Daarin haalt Seth Rogen zwaar uit naar een overspelig ex-lief: ‘Fuck off! Verdwijn uit ons leven!’ Ik vond die scène fantastisch: ik zat luidkeels ‘Yeah!’ en ‘Fuck off, bitch!’ te roepen (lacht). Achteraf zei die vriendin: ‘Wauw, Quentin, die scène haalde bij jou blijkbaar een lelijke wonde open. Eén of andere vrouw moet jou in het verleden ongelofelijk diep hebben gekwetst.’ Ik antwoordde: ‘Maar neen, je vergist je. Zoiets is me nooit overkomen. Het is de fílm die die emoties in mij wakker maakt!’ In het dagelijkse leven zou ik nooit ofte nimmer ‘Fuck off, bitch’ roepen. Soit, wat ik wil zeggen, is dat er geen betere emotionele dope bestaat dan een goeie film.»
HUMO U blijft wel een favoriet doelwit van de moraalridders.
TARANTINO (wuift weg) «Als een man in de buik is geschoten en ligt te bloeden als een gekeeld varken, dan wil ik dát zien, geen acteur met buikpijn en een rood vlekje op zijn hemd.
»Ik hou er nu eenmaal van om de toeschouwers binnen te loodsen in een ietwat surrealistisch universum, waar de gekste dingen kunnen gebeuren. Zoals Hitler die wordt afgeknald door een peloton Joodse soldaten, in ‘Inglourious Basterds’: dat is toch waanzinnig grappig? Je zit hardop te gniffelen, maar je denkt ook: mijn God, is het wel júíst dat ik hiermee zit te lachen? Dat soort reacties vind ik heerlijk.
»Zie het zo: ik ben een violist, en de gevoelens van de kijkers zijn de snaren die ik moet bespelen. ‘Lach! Krimp ineen! Huil!’ (lacht) Wanneer míj dat overkomt – wanneer ik ongewild word meegetrokken in de perverse samenzwering tussen regisseur en publiek – weet ik dat ik een goede film heb gezien.»
HUMO U zei eens dat u best een gangster had kunnen worden.
TARANTINO «Juist. Ik begrijp wat er in mensen omgaat die zich met illegale praktijken inlaten. Anders had ik hen ook nooit zo sterk kunnen vatten. Gewoonlijk zijn het types die het gevoel hebben dat de maatschappij hen een doodlopend steegje instuurt, en ze zijn niet van plan zich daarbij neer te leggen. Wat me altijd heeft geboeid aan criminelen, is dat ze rechtvaardigen wat ze doen, althans in hun eigen hoofd. Ze vinden zichzelf vaklui, en beschouwen hun daden allerminst als misdaden.
»Goddank ben ik artistiek, en is dat uiteindelijk de kant die het pleit gewonnen heeft: ik heb de minder vriendelijke facetten van mijn persoonlijkheid in mijn films kunnen verwerken. Maar ik kan je wel verzekeren dat ik anders niet gewoon in een postkantoor zou hebben weggekwijnd. Ik ben niet het type dat het leven ondergaat. Ik zou een uitweg hebben gezocht. Ik denk niet meteen dat ik een drugsdealer of een bankrover zou zijn geworden; een kleine oplichter, dat is meer iets voor mij.»
HUMO U zou een kort lontje hebben.
TARANTINO «Wel, euh, als iemand me aan het lijntje houdt, kan ik behoorlijk agressief uit de hoek komen. Maar ik ben niet achterbaks. Ik huur geen kleerkasten in om iemands benen te breken: dat doe ik altijd zelf (lacht luid).»
JALOEZIE
Jaloezie zit niet in Tarantino’s DNA, wel integendeel: zijn carrière is gebouwd op bewondering. Het zijn de B-films van regisseurs als Sergio Corbucci (die een vermelding krijgt in ‘Once Upon a Time... in Hollywood’) en Toshiya Fujita, met vergeten acteurs als Clint Walker en Ralph Meeker, die Tarantino’s liefde voor cinema aanwakkerden. En hij heeft een oneindig respect voor zijn collega’s.
TARANTINO «De beste raad die ik ooit gekregen heb, kwam van Terry Gilliam (ex-Monty Python, regisseur van ‘Twelve Monkeys’ en ‘Brazil’, red.). Ik vroeg hem hoe hij erin slaagt om zijn visie op het scherm te verwezenlijken. Zijn antwoord? ‘Quentin, als regisseur moet je daar niet mee inzitten. Je moet gewoon getalenteerde mensen – cameramannen, kostuumdesigners, componisten – inhuren om dat voor jou te doen. Het enige dat jij moet doen, is je visie aan hen úítleggen.’ Een openbaring! Als er één ding is dat ik goed kan, dan wel het uitleggen (lacht).»
HUMO Welke regisseurs bewondert u het meest?
TARANTINO «Vraag het mij morgen of over een uur nog eens en je krijgt een ander antwoord. Maar op dit moment denk ik aan Sergio Leone – maker van de beste film aller tijden: ‘The Good, the Bad and the Ugly’ – en Jean-Pierre Melville. Zij nemen genres die wij van voren tot achteren kennen, zoals de gangsterfilm en de western, en vinden ze opnieuw uit in een totaal nieuwe stijl, met een totaal nieuw perspectief. ‘Ik heb iets gezien, ik hou ervan, ik respecteer het – en nu ga ik dat ook doen, maar dan totaal anders’: dat is ook míjn filosofie.»
HEBZUCHT
‘Pulp Fiction’, lang zijn meest succesvolle film, rijfde 200 miljoen dollar binnen. ‘Inglourious Basterds’ en ‘Django Unchained’ deden het – met respectievelijk 320 en 425 miljoen – nog beter. En ook ‘Once Upon a Time... in Hollywood’ nam een vliegende start. Niet kwaad als je weet dat Quentins eerste cheque er één van 1.500 dollar was, voor het scenario van ‘From Dusk Till Dawn’. Nu krijgt hij per film 20 miljoen op voorhand. Hij besteedt het tenminste aan nuttige zaken. Bijvoorbeeld...
– Aan een cinema: in 2007 kocht Tarantino de New Beverly Cinema in Los Angeles, een historisch gebouw uit de jaren 20 dat al een snoepwinkel was geweest, een theater waar Dean Martin en Jerry Lewis optraden én een pornocinema, om het te redden van de sloophamer. ‘Zolang ik leef en zolang ik rijk ben, blijft de New Beverly Cinema open, en zal hij double bills projecteren in 35mm.’
– Aan memorabilia: ‘Al mijn geld ging sowieso naar filmspullen, ook toen ik nog geen rotte frank had. Ik kocht VHS-cassettes, vintage posters... Nu heb ik wél centen: ik kan alles kopen wat ik wil en ik kan het zelfs inbrengen op mijn belastingbrief. Wat een geweldig leven heb ik toch! Langs de andere kant: als ik morgen geraakt word door een auto, betekent al die brol die ik sinds mijn kindertijd heb verzameld helemaal niets. Ik kan me voorstellen dat de opruimers mijn collectie laserdiscs ontdekken en zich in de haren krabben: ‘What the fuck hééft iemand aan deze crap?’
– Aan fooien: half murw van de gekte die in Los Angeles rond ‘Reservoir Dogs’ heerste, ging Tarantino zich verschuilen in Amsterdam om ‘Pulp Fiction’ te schrijven. Daar liet hij naar verluidt vette fooien achter in café De Eland, waar hij graag een glaasje ging drinken. Volgens de legende liet hij óók een onbetaalde rekening van 150 dollar achter in de lokale videotheek Cult Video: wat zou hij daar gehuurd hebben?
– Tot slot, aan vinylplaten: ‘De meeste songs die ik gebruik, komen uit mijn eigen collectie. Ik ben een grote liefhebber van vinyl, mijn huis lijkt wel een tweedehandsplatenzaak. Terwijl ik zit te schrijven, snuister ik door mijn platen en luister ik naar van alles, op zoek naar deuntjes die bij het verhaal passen.’
HUMO Naar verluidt zit er een gesigneerde Madonna-plaat in uw collectie. Wilde zij dat wel, na uw ‘Like a Virgin’-speech in ‘Reservoir Dogs’?
TARANTINO (lacht) «Ik dacht, zoals mijn personage Mr. Brown, écht dat ‘Like a Virgin’ een liedje was over een meid die houdt van een kerel met een grote lul. Madonna hield van de film en vroeg of ze me mocht ontmoeten. Bij die ontmoeting weerlegde ze mijn theorie: ‘Welnee, het gaat over een kwetsbaar meisje dat al vaak misbruikt is, tot ze een jongen ontmoet die écht van haar houdt.’ Ze heeft mijn ‘Erotica’-elpee gesigneerd: ‘To Quentin. It’s not about dick, it’s about love. Madonna.’»
HUMO Wat is uw dierbaarste bezit?
TARANTINO «Als mijn huis in brand zou vliegen, dan zou ik waarschijnlijk maar één ding uit de vlammen proberen te redden: mijn Gouden Palm.»
ONKUISHEID
De man die mee Tarantino’s carrière maakte, zal u als een doedelzak in de oren klinken: Harvey Weinstein – toch een naam die in de geboorteregisters even een Adolfje heeft gedaan. Geen enkele regisseur stond dichter bij de superproducer, en samen maakten ze Miramax (het bedrijf vóór The Weinstein Company) groot. Maar wat wist Quentin over het #MeToo-gedrag van Harvey? Hij gaf in 2017 een interview met Deadline waarin hij mea culpa sloeg: ‘Ik wist genoeg om méér te doen dan ik gedaan heb.’
TARANTINO «Het ging verder dan de gebruikelijke roddels. Ik had verhalen uit eerste hand gehoord, en wíst dat hij dingen op zijn kerfstok had.»
HUMO In 1995 datete u actrice Mira Sorvino. Zij vertelde u over de seksuele intimidaties van Weinstein.
TARANTINO «Ik was gechoqueerd, en ik schaamde me voor hem: dat hij zich zo openlijk zou verlagen! Maar ik dacht: ‘Hij zal stapel zijn op Mira, en door zijn verliefdheid zal hij verschrikkelijke fouten hebben begaan.’ Zij was op dat moment zijn nieuwe ster, hè, vanwege het succes van ‘Mighty Aphrodite’. Ik wist dat hij zijn handen thuis zou houden nu zij mijn vriendin was.
»Bij de voorbereiding van ‘Kill Bill’ vertelde Uma Thurman me dat zij hetzelfde had meegemaakt, en tóén had ik door dat er een patroon zat in Harveys aanvallen. Ik heb hem zijn verontschuldigingen doen aanbieden. Natuurlijk probeerde hij te doen alsof het allemaal overdreven was. Hij wilde dat ik hem het voordeel van de twijfel zou geven, maar daar wilde ik niets van weten. Mijn houding was: ‘Ik geloof jou niet, ik geloof haar wél, en als we samen ‘Kill Bill’ willen maken, dan moet jij het eerst goedmaken.’»
HUMO Waarom denkt u dat hij er zo lang mee weg is geraakt?
TARANTINO «Ik tref alleszins schuld... In de nineties vond ik het nog relatief gemakkelijk om zijn gedrag te zien als een soort ‘Mad Men’-achtig spelletje: de baas die achter zijn secretaresses zit. Alsof dat ooit oké was...
»Ik weet ook niet waarom hij dat allemaal heeft gedaan. Ik heb hem nog proberen te bellen, maar hij nam niet op. Hij moet nu maar op de blaren zitten.»
Tarantino is al bij al zonder kleerscheuren uit #MeToo gekomen – met Uma Thurman zelf is het, na enkele misverstanden en een ernstig ongeluk op de set van ‘Kill Bill’, allemaal koek en ei – maar wie in de oude interviews gaat graven, vindt zo nu en dan toch een rare quote. Zoals deze, over het 13-jarige meisje dat verkracht werd door regisseur Roman Polanski (ironisch genoeg de man van de vermoorde Sharon Tate, één van de personages in ‘Once Upon a Time... in Hollywood’): ‘Het was geen verkrachting, hij had wél seks met een 13-jarige. Dat is iets anders. Maar dat meisje was er om met hem te feesten: zij wilde het, zelfs al had ze drugs en alcohol gekregen.’ Hij heeft zich daar later uitvoerig voor verontschuldigd.
Nog eentje: ‘Regisseur Howard Hawks heeft me via zijn films geleerd over eer, zelfrespect en wat het betekent om een man te zijn. Een man hoeft maar iets te zien wat van ver lijkt op een holle ruimte, een tunnel of een gleuf, of hij haalt zijn armtierige lul tevoorschijn en begint te kwijlen. Of niet soms?’
Aan Onze Man vertelde hij hoe hij tijdens ‘Kill Bill’ alsnog met zijn vrouwelijke kant in aanraking kwam.
TARANTINO «Vroeger zag mijn huis eruit als een rommelig studentenkot, met overal rondslingerende boeken en platen. Maar toen ik aan ‘Kill Bill’ schreef, begon ik ineens alles op te ruimen en te klasseren. Ik begon deftige meubels te kopen, plaatste bloemen in de ruimte, en keek uit dat die bloemen bij het behangpapier pasten. Ik droeg zelfs ringen en halssnoeren. Maar ik ben geen nicht, alright?»
HOOGMOED
‘Mensen die je niet krijgt uitgelegd dat dit tegelijk geweldige cinema, groot drama, goede komedie én schitterende poëzie is, tja, die mensen moeten we opgeven,’ oreerde Tom Lanoye ooit over de cinema van Quentin Tarantino. En dat treft, want Quentin Tarantino denkt er net zo over!
– Na twee flops, ‘Four Rooms’ en ‘From Dusk Till Dawn’: ‘Iedereen vreest en respecteert me. Iedereen weet dat ik meer films in mijn hoofd heb zitten dan wie ook in Hollywood.’
– Over opkomende filmmakers: ‘Ja, er is meer concurrentie nu, iederéén heeft een camera. Maar langs de andere kant is er geen concurrentie als jouw werk fucking dynamite is. Als je goed bent, word je opgemerkt, punt.’
– Over onzekerheid: ‘Ik hou mezelf altijd voor: ik ga nu één van de beste scènes aller tijden maken! Als dat mislukt, ben ik misschien niet zo getalenteerd als ik dacht. Maar als ik eraan begin, ben ik er altijd van overtuigd dat mijn talent geen plafond heeft.’
– Over zijn status: ‘Ik weet dat de mensen iets speciaals en opwindends van me verwachten, en dat mijn naam de gemoederen altijd een beetje verhit. Iedereen verwacht dat ik mezelf iedere keer overtref. Ik ga die uitdaging graag aan: ik maak er een erezaak van om op artistiek vlak bij elke film een stap vooruit te zetten.’
HUMO Uw carrière duurt nu al bijna dertig jaar. Hoe kijkt u terug op de weg die u hebt afgelegd?
TARANTINO «Ik ben erg gelukkig met mijn carrière. Dat meen ik: ik ben tevreden over de erkenning die ik in Hollywood geniet, mijn plaats in de internationale cinema, en mijn status bij de fans. Het is altijd mijn ambitie geweest om bekend te staan als een cineast die iets te vertellen heeft, als een filmmaker wiens talent je op het scherm ziet gloeien, en als iemand die de beste probeert te zijn in wat hij doet. Een beetje zoals Scorsese en De Palma in de jaren 70 en 80.»
HUMO En? Lukt het u?
TARANTINO «Om eerlijk te zijn: ik vind van wel (grijnst). Mijn oudere films blijven één voor één overeind, en ik denk ook dat mijn beste werk nog voor me ligt. Ik zou graag hebben dat mijn tiende film de beste van allemaal wordt.»
HUMO Méént u het dan, dat uw tiende – uw volgende dus – uw laatste wordt?
TARANTINO «Ik denk het wel. Ik wil niet de opa zijn die niet weet dat het al lang tijd is om het feestje te verlaten. Oude zakken maken meestal ook films vóór oude zakken, en ik wil mijn filmografie niet bezoedelen. Regisseren is en blijft een young man’s game, dat heb ik altijd gezegd, en ik ben er binnenkort 60. Ik wil vooral de ring verlaten als de grote triomfator. Als ik merk dat het beste eraf is, dan begin ik liever boeken te schrijven. En dan komt er tijd vrij voor andere zaken. Vorig jaar ben ik getrouwd. En ik wil heel graag kinderen.»
HUMO Bent u zéker zeker?
TARANTINO (zucht) «Mijn carrière duurt bijna dertig jaar. Kijk eens bij je favoriete regisseurs: hoe lang hebben zij het uitgezongen? Ik zeg niet dat mijn werk fenomenaal is, en dat van regisseurs met een kortere levensduur niet, maar... Ik doe het toch al héél lang.»
‘Django Unchained’, vrijdag 20 januari, 20.35, VTM3