kinderbrieven over....
Racisme of traditie? Humo vroeg de kinderen zelf wat ze vinden van Zwarte Piet
Knap vermoeiend, hoe dezer dagen zo ongeveer iedereen – in de vorige Humo nog Heleen Debruyne, deze week dan weer Tom Waes – meent zijn of haar zegje te moeten doen over de compagnon van de goede Sint. Terwijl de oplossing van dit cultuurhistorische diversiteitsvraagstuk simpelweg voor het grijpen ligt: op de speelplaats van de lagere school. Humo nam kinderen voor even hun speelgoed af en vroeg hen hoe dat nu eigenlijk zit met Zwarte Piet.
Wie is Zwarte Piet?
‘Zwarte Piet is een jongen of meisje die door schoorstenen kruipt.’ (Jolien, 8 jaar)
‘De asisten van Sindrklas.’ (Anas, 8 jaar)
‘De collega van sinterkaals.’ (Sirine, 7 jaar)
‘Nimant.’ (Yacoub, 8 jaar)
‘Een kieken.’ (Niries, 7 jaar)
‘Zwartepiet is een slav van sinterklaas.’ (Wagni, 9 jaar)
‘Voor mij is zwarte piet leuk maar er is nog een andere, rood piet, en die is gek.’ (Mohamed, 9 jaar)
‘Ik wetnit.’ (Soulayman, 7 jaar)
‘Een jongen of een meisje.’ (Sarat, 7 jaar)
‘Hulpie van de sint.’ (Amir, 8 jaar)
‘De knegt van de sint.’ (Jack, 8 jaar)
‘Zwarte piet zijn taak is schoentjes vullen en zo voort.’ (Muka, 10 jaar)
‘Zwarte piet is een man of een vrouw (zijn of haar) taak is om de kinderen blij te maken (ze zijn niet echt).’ (Mira, 10 jaar)
‘Hij brengt cadeautjes mee om in de schoorsteen te laten ‘vallen’.’ (Julie, 10 jaar)
‘Hij helpt sinterklaar. (En hij bestaat!)’ (Jitta, 10 jaar)
‘Een mens die de pakjes van ‘sinterklaas’ brengt.’ (Tuur, 10 jaar)
‘Zwarte piet is nep.’ (Dua, 10 jaar)
‘Een zwart iemand die pakjes brengt.’ (Suze, 10 jaar)
‘Een bruine person met mooi kleuren aan zijn kleeren.’ (Thibault, 8 jaar)
‘Ik denk dat Zwarte Piet een jonge van mijn klas is.’ (Rayan, 10 jaar)
‘Iemand die werkt voor Sinterklaas.’ (Josias, 9 jaar)
‘Een heel tof mens want hij is grapeg.’ (Raf, 8 jaar)
‘Das een vrouw of een man die helpt de sind kanootjes te verpaken.’ (Vaina, 8 jaar)
‘Dat is het hupje.’ (Aiko, 9 jaar)
‘Een mens.’ (Lenn, 8 jaar)
Hoe ziet zwarte Piet eruit?
‘Zijn vleeskleur is zwart.’ (Jitta, 10 jaar)
‘Brun.’ (Mathew, 8 jaar)
‘Zwarte piet is zwartbruinachtig.’ (Selma, 9 jaar)
‘Zwarte Piet is Roos.’ (Ajuni, 9 jaar)
‘Zwarte Piet ie een bruine mens met een bruine huit. Hij is lang en mooi, lacht altijd en speelt altijd met ons.’ (Sarah, 9 jaar)
‘Hij is het slaafje van Sint. Hij is ROOD zo als een hartje.’ (Arta, 9 jaar)
‘Hij heeft zwarte handschoenen aan en hij haalt streken uit.’ (Lore, 8 jaar)
‘Kleurrijk en lief.’ (Melina, 8 jaar)
‘Gek.’ (Souleymen, 8 jaar)
‘Zwart.’ (Muskaan, 8 jaar)
‘Heelmal zwart.’ (Johan, 8 jaar)
‘Met en hoet.’ (Soufiane, 8 jaar)
‘Bruin en roode of oranje.’ (Sam, 7 jaar)
‘Hij is meestal (zwart) bruin met een hoedje met een veer op en bij passende kledij meestal een beetje te weid.’ (Jade, 10 jaar)
‘Zwarte piet heeft een donkere huitskleur vrolijke kleren en een zak bij zich.’ (Mira, 10 jaar)
‘Zwarte piet is een blanke man maar hij is zwart omdat hij door de schouwen kruipt.’ (Robin, 10 jaar)
‘Zwart (niet echt).’ (Dua, 10 jaar)
‘Hij is zwart gesmicht en draagt ook rare kleren.’ (Kylian, 10 jaar)
‘Hoed met pluim, poefbroek, zak.’ (Suze, 10 jaar)
‘Bruin met een wite krag.’ (Thibault, 8 jaar)
‘Hij heeft een kraag aan. Hij heeft krullen in zijn haar.’ (Josias, 9 jaar)
‘Hij heeft krul haar en gele oorbelen en zijn haar is zwart en een mooi pak.’ (Naïla, 9 jaar)
‘Kruletjes, mooie kleren, grappige schoenen.’ (Lara, 8 jaar)
‘Blauw en oranje.’ (Luka, 7 jaar)
Ben je bang voor Zwarte Piet?
‘Nee, integendeel.’ (Ida, 8 jaar)
‘Ik ben niet bang van zwarte Piet maar wel van Sinterklaas.’ (Naïla, 9 jaar)
‘Nee, hij is bang van mij.’ (Ayman, 7 jaar)
‘Halo, ik denk dat mijn tante zwarte pied is. En dus ben ik niet bang, omdat mijn tante leuk en lief is.’ (Lulu, 9 jaar)
‘Een beetje. ik ken hem niet.’ (Marwa, 7 jaar)
‘Ik ben niet bang van zwartepiet als hij gewassen is.’ (Mounia, 10 jaar)
‘Ik ben bang van zwarte Piet door vroeger. Ik ben bang dat hij me slaagt met de roe.’ (Lina, 10 jaar)
‘Ik ben niet bang van Zwarte Piet. Het is niet omdat hij zwart is dat hij bang doet.’ (Rayan, 10 jaar)
‘Nee want hij bevriend sinterklaas.’ (Muka, 10 jaar)
‘Ja, ik ben bang van zwarte piet omdat hij zo eng is.’ (Shoeana, 10 jaar)
‘Nee omdat hij jouw niet pijn doet.’ (Mira, 10 jaar)
‘Bang? Een heel klein beetje.’ (Manu, 8 jaar)
‘Nee, hij is een mens zoals al de andere.’ (Tess, 10 jaar)
‘Een beetje omdat hij zo zwart is lijk hij op een dief.’ (Thibault, 8 jaar)
‘Ik ben niet bang want is liv.’ (Maissa, 7 jaar)
‘Nee, ik ben dat gewoon.’ (Luka, 7 jaar)
Waarom vind je Zwarte Piet leuk?
‘Hij is leuk omdat hij leuk is.’ (Tycho, 8 jaar)
‘Hij is leuk omdat hij goe kan springen.’ (Kenan, 7 jaar)
‘Hij is leuk omdat hij kunstjes kan.’ (Dina, 7 jaar)
‘Hij is koel.’ (Daoud, 7 jaar)
‘Zwarte piet is leuk omdat hij grapig is.’ (Yigithan, 9 jaar)
‘Hij is leuk omdat hij snoepjes aan kinderen geeft.’ (Safa, 7 jaar)
‘Omdat hij doet niks. Hij nadenk.’ (Younes, 8 jaar)
‘Want die is raar.’ (Imane, 8 jaar)
‘Het betekent niet dat hij zwart is dat ik hem niet leuk zal vinden!’ (Rizlaine, 10 jaar)
‘Hij kan saltoos.’ (Mathis, 9 jaar)
‘Een beetje wel omdat hij tof is, een beetje niet omdat hij nep is.’ (Dua, 10 jaar)
‘Hij is leuk omdat hij kei goet kan klimmen, net als mij.’ (Haytham, 7 jaar)
‘Hij is leuk omdat hij de ratslag kan.’ (Lovena, 7 jaar)
‘Hij doet mijn zus van 7 jaar plezier met kadoos.’ (Kylian, 10 jaar)
‘Ik weet tog al wie het is dus... :)’ (Sam, 7 jaar)
‘Zwartepiet is leuk omdat hij altijd onnozel doet zoals ik.’ (Mounia, 10 jaar)
(Verschenen in Humo op 18 november 2019)