'Ik wil geen voorbeeld voor de jeugd zijn, hè, want dat zou een te groot verraad aan mijn eigen jeugd zijn.' Beeld VTM
'Ik wil geen voorbeeld voor de jeugd zijn, hè, want dat zou een te groot verraad aan mijn eigen jeugd zijn.'Beeld VTM

De 7 HoofdzondenSergio

Sergio: ‘Als je weet dat je een vervelende paljas maar één tik moet geven en hij ligt er, dan is beheersing een moeilijke zaak’

Vanavond kunt u op VTM kijken naar ‘De sterkste handen’. Daarin nemen tien stoere stielmannen en -vrouwen nemen het tegen elkaar op. Natalia en Sergio dagen hen uit in een reeks proeven vol kracht, uithouding, kennis en mentale druk. In de eerste aflevering verzamelen ze op een verlaten terrein voor allerlei bouwgerelateerde opdrachten zoals het metselen van een muur. Een tijdje geleden sprak Sergio in Humo over zijn 7 Hoofdzonden: ‘Ik moèt de mensen entertainen. Zeker als ik gedronken heb’’

Rudy Vandendaele

Quisquater, Serge Quisquater. Ik proef die naam: de nasmaak is exotisch, maar de grondsmaak blijft Vlaams. Hij staat op de officiële papieren van Sergio, de bionische Flandrien, het testosteron van Touch of Joy, een duo dat hij samen met Sandy vormt, en dat, om het eens als een REM-manager uit te drukken, een pop dance act is die Belgische hits had met ‘Keep on moving’, ‘Don’t give up’, ‘Please don’t go, ‘Come on and get up’, ‘Wild’ en ‘Let’s go crazy’. In zijn huis in Linden nabij Leuven legt Sergio mij uit dat er in Vlaanderen twee stammen Quisquaters bestaan: een in Dendermonde en een in Leuven, maar geen familie van elkaar. Absoluut niet, ‘voegt hij eraan toe. Weet hij ook wat die naam betekent?

SERGIO « Neen, ik heb nooit moeite gedaan om daar achter te komen. Ik weet dat een of andere tandarts ooit de stamboom van de Quisquaters heeft opgemaakt, maar dat interesseert me niet. lk lig er niet van wakker, als ik het zo mag stellen. Maar inderdaad: ‘t is een eigenaardige naam, een naam die ook om moeilijkheden vroeg tijdens mijn schooltijd, dat spreekt bijna vanzelf.»

Het is elf uur ‘s ochtends. Het breedbeeldtelevisietoestel van Sergio is op Eurosport afgestemd; geluidloos voltrekt zich een wedstrijd uit de derde ronde van de UEFA-beker. Vooraleer we onze gedachten over de Zeven Hoofdzonden laten dwalen, vraag ik hem of hij al langer zingt dan hij zondigt.

SERGIO «Al sinds het eerste leerjaar voel ik me entertainer, en zingen is daar altijd een onderdeel van geweest. lk kàn ondertussen ook wel een beetje zingen - een jaar of twaalf geleden heb ik eventjes zangles gevolgd, in de Rue des Bouchers in Brussel, bij een Franse operazangeres. Ik heb daar geen fluit bijgeleerd, want ik kon me niet concentreren. Zingen is iets gevoelsmatigs, en daarmee uit.

»Nu weet ik dat zangles zelfs een gevaar inhoudt: je gevoel verdwijnt naarmate je je meer op juist zingen concentreert. Neem nu live-opnames van The Beatles of The Stones: meestal zo vals als een kat, maar wat een sfeer! Wat een kracht! Veel studiozangeressen kunnen geen eigen carrière uitbouwen omdát ze te veel met die noten bezig zijn. Gevoel is alles.»

Hovaardigheid

HUMO Ben je een ijdeltuit, Sergio?

SERGIO «Soms wel. Iedereen is volgens mij ijdel - iedereen op zijn manier, en als je niet een beetje ijdel bent, clan is er iets mis met je, vrees ik. Ik vind ijdelheid normaal. Sommige mensen kunnen zich ook meer ijdelheid permitteren dan andere: ze blijven sympathiek overkomen.»

HUMO Je bent in de eerste plaats zanger maar ik heb de indruk dat men je bij de televisie steeds meer als persoonlijkheid vraagt.

SERGIO «Die persoonlijkheid had ik al voor ik zanger werd: ik hen bijvoorbeeld altijd de kapoen van de school geweest.»

HUMO Druk je je nu niet iets te zacht uit?

SERGIO (lacht) «Crapuul vind ik overdreven. Kijk, toen ik nog niet bekend was, keek ik wel eens naar muziekprogramma’s op de televisie of ik luisterde naar radio-interviews met zangers, en dan had ik altijd het gevoel dat ik naar iets van twintig jaar geleden zat te kijken en te luisteren. Allemaal koek en ei, zo van die-is-mooi-en-wat-is-die-sympathiek-en-altijd-schijnt-het-zonnetje-zelfs-al-regent-het-pijpenstelen. Ik wou daar verandering in brengen, door zoveel mogelijk recht door zee te gaan. Nu ja, willen: ik kan eigenlijk niet anders. Iemand zei me laatst: ‘Die Sergio, dat is toch een rol die je speelt?’ Inderdaad, het is een rol, maar drievierde van wat Sergio-van-Touch-of-Joy is, ben ik gewoon.»

HUMO Zeg dan eens iets over dat ene vierde dat je spéélt.

SERGIO «Dat is het stuk waarin ik tegen mijn verleden vecht: ik heb altijd in kringen vertoefd waar geen grenzen bestonden. Door ouder te worden heb ik een beetje meer verantwoordelijkheidszin gekregen. En ook wel door de geboorte van mijn kinderen. Er begon iets in mij te veranderen zodra ik wist dat mijn vrouw zwanger was. Stel dat mijn kinderen hetzelfde zouden doen als ik heb gedaan of misschien nog altijd een beetje doe: hoe moet ik hun gaan vertellen dat ze moeten inbinden? Ik begon mij daar toch zorgen over te maken.

»Ik leef mij niet meer zo uit als vroeger, als ik het zo mag stellen. Ik hen altijd het probleemkind van de familie geweest. Thuis mochten ze zeggen wat ze wilden - dit mag niet en dat mag niet - ik was nog maar tien minuten de deur uit of ik zat alweer in bepaalde sferen en het duurde niet lang of de poppen gingen alweer aan ‘t dansen.»

HUMO Besefte je dat je een probleemkind was?

SERGIO «Neen, maar ik heb wel altijd beseft dat ik niet zoals de meeste mensen was. Ik wil nu niet zeggen dat ik me beter voelde dan iemand anders. Daar gaat het niet om, maar ik voelde dat ik afweek. De afgelopen jaren heb ik op de televisie mensen gezien die over een bepaalde ziekte spraken: de naam ervan ben ik vergeten. In ieder geval ging ze met concentratieproblemen gepaard, en daar herkende ik wel iets in.

»Mijn tweede broer, die twee jaar jonger is dan ik, zat op school twee klassen hoger: om je maar een voorbeeld te geven. Dat had meer niet mijn gedrag te maken dan met de punten. Later studeerde mijn broer voor marketing-ingenieur, terwijl ik in een soort bijzonder-onderwijsklas zat: niveau onbestaand. Ik heb in mijn leven nooit één uur lang gestudeerd. Na tien minuten had ik al een vliegtuigje gevouwen. Mijn vader vergeleek altijd onze rapporten: bij mijn broer ging het van ‘zeer goed’ tot ‘prachtig’ en ‘ronduit schitterend’. Bij mij las hij: ‘Géen punten’ en ‘Maakt voortdurend rare geluiden in de klas’.»

HUMO Daar heb jij dan je beroep van gemaakt.

SERGIO (lacht) «Misschien wel. Op een gegeven moment zei mijn vader: ‘Luister, jongen, als je na het volgende trimester met een mooi rapport naar huis komt, dan krijg je van mij een brommer.’ En een brommer, dat was alles, hè, voor een jongen van zestien jaar. Ik heb mij toen twee dagen als de rest van de klas proberen te gedragen, maar ik werd daar echt ziek van. Stilzitten vroeg zoveel inspanning en concentratie dat ik er bijna gek van werd: echt bezig zijn met datgene wat ze voor dat bord aan het vertellen waren, lukte me gewoonweg niet. Pas als ik wist dat de klas van mij genoten had, was ik tevreden. Daar kickte ik op.

»lk moét mensen amuseren, nog steeds, en zeker als ik gedronken heb. ‘t Is alsof ik een innerlijke stem hoor, de stem van een tweede mannetje dat in mij zit: ‘Sergio, nu ga je die of die streek uithalen, of anders gebeurt er iets onaangenaams met je.’ Daar komen dan stoten van, hè. Ineens voel ik de rush van adrenaline, en hop, ik begin te entertainen, als ik het zo mag uitdrukken.»

HUMO Heeft iemand in je nabijheid ooit voorzichtigjes het woord hyperkinetisch laten vallen?

SERGIO «Jaja, ik ben hyperkinetisch, maar nooit pillen voor geslikt of zo. lk kan daar ondertussen wel mee leven, maar ik heb er nog steeds last van. Deze week ben ik twee avonden vroeg thuisgekomen: om elf of twaalf uur probeer ik als een normaal mens naar bed te gaan, maar even later wip ik er alweer uit. Het gaat niet. Ik ben een dag- én een nachtmens. Elke ochtend ben ik ten laatste om negen uur ‘s ochtends wakker, zelfs al ben ik twee uur daarvoor pas thuisgekomen. Zeggen: ‘Nu ga ik het eens rustig aan doen, op m’n gemak,’ dat kan niet.

»Ik ben zeer snel verveeld. Het. is nu dertien jaar geleden dat ik nog naar de bioscoop ben geweest. Of beter: in die dertien jaar ben ik naar één film gaan kijken: ‘Dracula’. Nu ja, ‘gaan kijken’: voor de film begon, werd ik al de zaal uitgezet. Ik kon niet blijven stilzitten: ik ging bijvoorbeeld voor dat grote scherm staan - de zaal zat stampvol - en ik maakte rare bewegingen en geluiden, puur om mijn vrienden en mijn broer te doen lachen. En toen die mevrouw met ijspralines rondkwam, begon ik haar na te doen: alles in het belachelijke trekken, hè.

»Ik heb me wel eens afgevraagd wat er met mij scheelde, en zodoende ben ik eens hij een psychiater terechtgekomen. Ik zag dat die man een soort compassie met mij had. Hij wilde tijd voor een goed gesprek vrijmaken, hij wilde mij begrijpen, maar na tien minuten was ik alweer met zijn kloten aan het spelen. Psychiaters: ook niks voor mij.»

HUMO Ben je wel eens doodmoe? Zo uitgeput dat je wel vierentwintig uur kunt slapen?

SERGIO «Nooit. Ik niet. Afgelopen zomer was het wel even té: we hebben onmenselijk vaak opgetreden: negentien keer per week, was geen uitzondering, en elk optreden duurt vijftig minuten je kunt je daar wel iets bij voorstellen, hè? Op een gegeven moment dacht ik: ‘Jongens, wat zou ik graag eens veertien dagen onder een palmboompje liggen.’ Goed, na verloop van tijd kón ik onder zo’n palmboompje gaan liggen, maar na twee dagen was ik het daar kotsbeu, ik moest er weg, ik voelde mij totaal uitgerust. En ik wilde weer actie.»

HUMO Actie.

SERGIO «Alle soorten actie. Een van mijn hobby’s is infiltreren. In ‘94, toen ik mijn zaak nog had en dus nog geen Bekende Vlaming was, ben ik naar het WK Voetbal in Amerika gegaan. Ik zei toen tegen mijn vrouw en mijn vrienden: ‘Ik kom niet terug voor ik drie keer de voorpagina van een krant heb gehaald en een keer of vijf op de televisie ben geweest.’»

HUMO Dat doet mij heel erg aan Rob Vanoudenhoven denken.

SERGIO «Die heeft trouwens nog met mijn broer in de klas gezeten. Maar goed: mijn vrouw en mijn vrienden wisten dat er geen houden aan was. Elf dagen later was ik terug, en ik had effectief drie keer op de voorpagina gestaan, en ik was acht keer op de televisie geweest. Ik heb bijvoor-beeld met een wegwerptoestelletje drie foto’s gemaakt in het overigens zeer goed bewaakte Nederlandse kamp: die werden in Het Laatste Nieuws afgedrukt, met mijn naam eronder.

»En in O’Hare in Chicago, een van de grootste luchthavens ter wereld, ben ik doorgedrongen tot de centrale waar ze reizigers-informatie omroepen; daar ben ik achter een microfoon gaan zitten - allemaal door een vriend van mij op video vastgelegd, hé - en dan: ‘Ding dong! Mevrouw Janssens, mevrouw Janssens, kassa twee!’ Of: ‘België-Nederland: één-nul, ole-olé-olé-oléééé.’ Op de video zie je hoe ze mij arresteren, maar ik heb er nooit voor in de bak gezeten, omdat ik het diplomatisch kon oplossen: ‘Just for fun! It was a joke!’ zei ik tot die veiligheidsmensen. Pas op, dat was het ook, hè. Die gasten geloofden me, gelukkig.

»Op een gegeven moment zag ik het Nederlands elftal live geïnterviewd worden voor NOS Sport, pal voor een fontein. Ik heb toen, op mijn onderbroek na, al mijn kleren uitgetrokken en ben in die fontein gesprongen: ‘Hallooooo!!!!’ ‘Wat gebeurt daar allemaal?’ hoorde ik de commentator zeggen, ‘0, ‘t is een Belg!’ Mijn accent, hè.»

HUMO Nog eens over ijdelheid gesproken: ik zag je onlangs in ‘VTM Strikt Vertrouwelijk’ in de gedaante van Vlaamse zanger. Je zág er toen ook als een Vlaamse zanger uit: in ieder geval heel anders dan nu.

SERGIO «Voor mij is het leven een schouwtoneel. In die tijd had ik mijn zaak nog. ‘t Is te zeggen: een café-taverne met dansgelegenheid, als ik het zo mag stellen. Die zaak heb ik acht jaar gehad. De eerste vier jaar was het hier in de streek dé place to be voor gepensioneerden met geld, een beetje het chichi-volk. Die mensen moeten ook bediend worden en ik ben een commerçant. Voor die tijd had ik op muzikaal gebied achtereenvolgens in de punk, de hardrock ere de soul gezeten, maar gepensioneerden hebben daar geen boodschap aan. Toen hing ik de ideale schoonzoon uit, of beter: de ideale kleinzoon, omdat ik vond dat je dat als goede commerçant aan je klantenkring verplicht was.»

HUMO Ik weet dus dat je een goed commerçant bent.

SERGIO «lk heb er veel feeling voor, maar ik heb één nadeel: ik ben heel nonchalant wat paperassen betreft. Laten we zeggen dat ik vroeger administratief bekeken een één op tien waard was. Nu ben ik een zes, op voorwaarde dat ik mezelf punten mag geven (lacht).

»Maar goed, ik nam toen onder dwang van een manager - ik was totaal bleu in de showbizz - het liedje ‘Het staat in de sterren geschreven’ op. Dat was niet echt wat ik wilde doen, maar mijn zaak zat vol. De ene dag punk, de andere dag Vlaamse zanger: zo ben ik, van het ene uiterste naar het andere, op elk gebied. Pas op, ik heb in die periode enorm veel leergeld betaald, hè: ik was een snotneus van eenentwintig die met een zaak begon. Zeventien mensen onder mij: allemaal ouder dan ik, allemaal hadden ze een gezin, en ik was verantwoordelijk voor hen. Ook al besefte ik dat toen niet. zo goed.

»Ik heb in die jaren meer dan eens wakker gelegen ‘s nachts, zo van: ‘Hoe ga ik dit of dat of die of die morgen in godsnaam betalen?’ Dat knaagt aan je. Na acht jaar had ik er dan ook genoeg van: op een avond heb ik mijn beste vrienden uitgenodigd. Ze wisten niet wat er gaande was. Ik was niet jarig of zo. Ik heb hun toen gezegd: ‘Zie je de hendel van deze espressomachine? Wel, dit is de laatste keer dat ik ‘m aanraak.’ Zo gezegd, zo gedaan: (bootst het geluid van een espressomachine na) chchchchchchchchch! ‘Ziezo, en nu ga ik hits maken in Vlaanderen.’ Dat is dan ook gebeurd. Pas op, ik geloofde wat ik toen zei, En het lukte.

»En dan moet ik er nog bijvertellen dat ik een jaar of drie uit de Vlaamse showbizz verbannen ben. Door mijn grote mond. Ik had een Black Humour Show in de zaak; een bepaalde televisiezender - ik wil geen namen noemen - kwam toen een feestje bij mij vieren. Ze vroegen of ik iets speciaals kon doen, en ik dacht: ‘Laat ik maar mijn ‘Black Humour Show’ bovenhalen. Die show heeft pas effect als je grappen maakt op de rug van iemand die iedereen van het gezelschap goed kent. Ik heb toen de verkeerde personen uitgekozen. Ik was behoorlijk dronken, en het grootste deel van het publiek lag plat van het lachen. ‘Hola, ze amuseren zich,’ dacht ik, en ik deed er nog een flinke schep bovenop: ik kende toen geen grenzen, hé. Veertien dagen later ontmoette Ik de personen die ik had aangepakt opnieuw: ‘Beste vriend, wie denk jij wel dat je bent?’ En ik: “t Was black humour.’

»Op een bepaald moment begon ik agressief te worden, want ze wilden mij in het bijzijn van ik weet niet hoeveel mensen een lesje leren. En dat aanvaard ik niet, hé: dát zomaar te ondergaan zit niet in mijn genen. Een bepaald persoon moest dus weglopen of ik had ‘m op zijn smoel geslagen. Dat kwam me dus op drie jaar verbanning bij die zender te staan.»

Traagheid

SERGIO « Ik denk niet dat ik lui ben, maar huishoudelijk werk - de afwas doen, bijvoorbeeld - daar begin ik niet aan. Ik doe alleen wat ik graag doe of waar ik goed in denk te zijn. Als ik thuis ben, zit ik wel niet stil, maar iets zinvols doe ik ook niet: ik zit. in de fauteuil, ik kijk eens uit het raam, ik loop eens naar de keuken, ik rook een sigaret. Ondertussen heb ik natuurlijk wel gedachten: ais ik die papieren daar op de kast zie liggen, dan denk ik: ‘lk ga ze eens opbergen.’ Dat denk ik ondertussen al een halfjaar (lacht)

HUMO Doe je wel eens iets goeds voor iemand anders?

SERGIO «Vroeger meer dan nu. Ik heb ooit: een paar vrienden geholpen. Zij moesten zich laten opereren, vrij zware ingrepen, maar ze waren niet in orde met het ziekenfonds: al jaren geen bijdragen betaald, je kent dat wel. Ik heb hun schuld bij de ziekenkas vereffend, en daar moesten ze niet eens voor bedelen. Ik schoot het wel voor, als geste, zo van: ‘Hier, makker, en verder geen gezeik.’ Na verloop van tijd hoorde ik dan via-via dat ze ergens gezegd hadden: ‘Hij denkt zeker dat hij alles kan met zijn geld.’ Waarom zégt iemand dat? Ze kregen van mij een lening zonder intrest, die ze in hun eigen tempo mochten terugbetalen - ik zat niet op dat geld te wachten - maar wat kreeg ik te horen? ‘Ik betaal geen frank terug. Dat hij mijn kloten kust.’ Dat deed zeer veel pijn.»

Gierigheid

SERGIO «Mijn vrouw zegt dikwijls dat ik té royaal ben. Ik kan heel gemakkelijk geld uitgeven, héél gemakkelijk. lk zorg er ondertussen wel voor dat ik zekerheid heb, dat ik een bedrag aan de kant heb, voor liet geval dát. Ik wil niet van het OCMW gaan leven als ik morgen geen plaatjes meer verkoop. Niet dat ik bang ben voor de dag dat het minder goed zal gaan met Touch of Joy. Ik hoop onze formule nog één jaar aan te kunnen houden, en daarna zullen we iets nieuws moeten ondernemen. Ik weet nog niet wat.

»Maar los daarvan geef ik ondertussen graag geld uit aan auto’s en motorfietsen. Er zijn jaren geweest dat ik acht auto’s kocht. En nog een hoop motorfietsen ook, want ik ben een tijd lang stuntrijder geweest: ik heb ongeveer elk bot in mijn lijf gebroken, en ik ben een vingerkootje kwijt.»

HUMO Eigenlijk heb je nooit geld te kort gehad. Ook thuis niet, veronderstel ik, want je vader heeft een bedrijfje.

SERGIO «Dat klopt. Mijn zaak van vroeger had ik ook dankzij mama en papa: zij hebben erin geïnvesteerd. Kijk, ik heb eigenlijk geen materiële dromen meer, want ik het de indruk dat ik alles al heb gehad. Ik zal ook nooit een traan laten om iets materieels, Als ik een auto in de prak rij, dan doet mij dat niets, laat staan dat ik zou beginnen te wenen om een krasje in de lak van de carrosserie.

»Ooit had ik een Corvette; die heb ik een hoorn ingeboord, er bleef niets meer van over - ik had hem toen twee maanden. Mijn vrouw en ik waren frieten gaan halen in de stationsbuurt van Leuven. Achter ons reed Mike Verdrengh; hij heeft dat ongeluk zien gebeuren. We zijn er heelhuids uitgekropen. Ik herinner mij dat Verdrengh stukken van mijn auto aan het oprapen was. Ondertussen zat ik mijn frieten op te eten op een stuk carrosserie waar ik nog op kon gaan zitten. Ik zat er eigenlijk meer over in dat mijn frieten koud zouden worden.»

HUMO Wat voel je als je andere mensen op gierigheid betrapt?

SERGIO «Ik vind dat verschrikkelijk. We bevinden ons hier nu in Hoog-Linden, een residentiële buurt van Leuven, als ik het zo mag stellen. Deze cóté is eigenlijk nog niet de cóté: de professoren, de chirurgen en de advocaten wonen aan de rechterkant van het dorp. Als ik sigaretten ga halen, zie ik die mensen wel eens bij de kruidenier. Ze vragen bijvoorbeeld beschuiten, en dingske van de winkel geeft hun een pakje. Ze bestuderen dat pakje extra lang - soms denk ik dat ze het doen om te lachen - en na verloop van tijd stellen ze vast dat het zesendertig frank kost. ‘Zesendertig frank!’ zie ik hen denken, waarna ze de vraag ‘Hebt u misschien ook andere beschuiten?’ stellen. Met ‘andere’ bedoelen ze dan: beschuiten van zesentwintig frank. ‘Allez, zeg!’ denk ik dan.»

Afgunst

HUMO Benijd je soms mensen?

SERGIO «Iemand om z’n talent benijden, dat doe ik nooit. Ik ben een bewonderaar. Bijvoorbeeld van Helmut Lotti. Niet dat ik hier dagelijks zijn muziek beluister, maar ik bewonder vooral zijn discipline en zijn doorzettingsvermogen. Live al die concerten zingen: je moet het toch maar kunnen. lk weet ook wel welke stress ermee gepaard gaat, en zijn publiek wil steeds meer én het wordt almaar kritischer.»

HUMO Seksuele jaloezie is volgens sommigen ook een vorm van afgunst. Wat denk jij daarvan?

SERGIO «Iedereen is op dat gebied jaloers. Wie zegt dat hij niet jaloers is, vermijdt situaties waarin hij jaloers kan zijn, dat is alles. Als je iemand graag ziet, zijn er altijd omstandigheden waarin je, partner zijnde, jaloers kunt worden. Maar ik hou mijn vrouw niet voortdurend in de gaten, hè: ze heeft samen met mij in de horeca gestaan, en elke dag zag ik wel een man of vijf aan de comptoir naar haar staan geilen, of ik zag hen zo denken van: ‘Daar zou ik nu wel eens willen opkruipen.’ Dat is een normaal gegeven. Maar er zijn grenzen: denken en je fantasie de vrije loop laten, dat mag iedereen, maar bij handtastelijkheden, zou ik zeggen: ‘Hola!’ Om te beginnen, hè (lacht)

Onkuisheid

HUMO Bestáát onkuisheid volgens jou?

SERGIO «Ik zei het al: er zijn grenzen, maar ja, de vraag is: waar liggen die grenzen?»

HUMO Precies. Laatst had men het in ‘Goedele’ over plas- en poepseks.

SERGIO «Dat vind ik walgelijk. lk vind het vooral walgelijk dat die mensen dat zomaar op de televisie komen vertellen. Ook al doe je zulke dingen, wie heeft daar nu een boodschap aan? Als je het intiem zou houden: who cares? Voor mij niet gelaten. Maar als ik iemand op de televisie hoor vertellen dat hij alleen maar kan klaarkomen als iemand op zijn gezicht begint te drollen of als er zeik in zijn ogen vloeit, dàt vind ik toch een klein beetje overdreven. Het programma ‘Goedele’ vind ik trouwens op zich al walgelijk. Pas op, ik schiet goed op met Goedele: ik ken haar een beetje als mens, zal ik maar zeggen.»

HUMO Diep in mijn hart kan ook ik niet boos zijn op haar.

SERGIO «Wat ze doet, zal ze wel goed doen. En ik kijk ook wel naar haar programma, tot ‘Nieuwe Maandag’ begint. En als ik naar ‘Goedele’ kijk, heb ik, ongeacht het onderwerp, altijd iets van: ‘Maar allez! Wat heeft het nu voor zin dat jij dit of dat komt vertellen?’ Iedereen die in Goedele komt getuigen, maakt zich volgens mij belachelijk. Maar goed: aan plas- en poepseks heb ik me dus nooit gewaagd, en had ik dat wel gedaan, dan zou ik het je niet vertellen (lacht)

HUMO Hoe wild je ook was, je bent toch maar mooi getrouwd.

SERGIO « Ik heb mijn vrouw leren kennen toen ze vijftien was - ik was toen ongeveer twintig. Zij was de vlam van Leuven en omstreken. Toen haar ouders wisten dat ze niet mij verkeerde, hebben ze toch even moeten slikken: er was niets goeds aan mij, hé. Enfin, dat gerucht werd verspreid door mensen die mij niet goed kenden. Op een gegeven moment wilden wij gaan samenwonen, maar zowel haár ouders als mijn ouders waren daar niet erg voor te vinden: veel vertrouwen hadden ze er niet in. ‘Ofwel trouwen jullie, ofwel trouwen jullie niet,’ klonk het. We hebben toen een tussenoplossing gezocht: één jaar samenwonen, en dan beslissen of we zouden trouwen.

»Dat jaar ging voorbij en ik dacht al lang niet meer aan onze afspraak. Plots werd aan de deur geklopt, en daar stond mijn vader. We hebben toen moeten beslissen wat we zouden doen: uit elkaar gaan of trouwen. ‘t Is ergens een beetje een gedwongen huwelijk geweest, als ik het zo mag stellen. Laat ik zeggen dat ik op dat moment een beslissing heb moeten nemen waar ik me niet voor de volle honderd percent lekker bij voelde. Ik voelde me ineens stukken ouder, en gebonden, en ik ben altijd een man van de vrijheid geweest en een bon-vivant. Ik heb mijn vrouw altijd graag gezien, daar niet van. Ik ben toen getrouwd op voorwaarde dat ik een zeer grote vrijheid kon behouden. Als ik ‘s avonds op stap wilde gaan, als ik voelde dat het weer eens moest. gebeuren, dan wilde ik daar niet in gehinderd worden. Te nemen of te laten.

»We zijn ondertussen al veertien jaar bij elkaar. Al mijn vrienden die destijds zegden: ‘dat huwelijk van Sergio is na maximaal drie maanden om zeep,’ wel, dié vrienden, die drastisch van varken in huisvader waren veranderd en ‘s avonds met de krant voor de open haard zaten, dié gasten zijn hooguit twee, drie jaar getrouwd geweest. De bom ontplofte, ze hielden het niet meer uit, en daar moet ik nu wel eens om lachen.»

HUMO In je werk kom jij, zo stel ik me voor, voortdurend met meisjes en vrouwen in contact, en bovendien is seks nogal wezenlijk in het imago van Touch of Joy. Moet je je wel eens inhouden?

SERGIO «Ik ben mijn hele leven al omringd door meisjes, en wat meer is: ik heb de aanwezigheid van meisjes nodig om mij goed te voelen. Mijn vrouw weet dat, want ik heb het nooit onder stoelen of banken gestoken. Als je meewerkt aan televisieprogramma’s, word je door een team begeleid: bij de televisie-zenders weten ze ondertussen dat mijn team uit meisjes moet bestaan. Als dat niet het geval is, wordt de kans kleiner dat ik zo’n televisie-opdracht aanvaard. Honderd percent genieten, betekent voor mij: omringd zijn door vrouwen. Natuurlijk heeft mijn eigen vrouw het daar wel eens moeilijk mee, maar ze weet dat ik het niet kan laten. Ik zal daar wel door veel gasten om benijd worden. Dat is normaal.»

HUMO Kun je, omringd door vrouwen, aan de verleiding weerstaan?

SERGIO «Ik trek een grens. Seks met hen bedrijven... ik weet dat daar zware moeilijkheden van komen. Als ze afscheid van me nemen, zeggen ze bijvoorbeeld: ‘Schatje, tot morgen.’ Maar dat ‘schade’ is vriendschappelijk bedoeld, en zo klinkt het ook: daar heb ik genoeg aan - ‘Ze hebben mij graag,’ denk ik dan. Ik voel me geliefd. Sommige homofielen vertonen zich ook graag met vrouwelijk gezelschap - ik ken de wereld van de coiffure nogal goed, dat zit een beetje in de familie. Die mannen kunnen makkelijk met meisjes praten over nieuwe kapsels of over de mode in het algemeen, maar daar heb ik dan weer te veel mannelijke hormonen voor: zulke gespreksonderwepen interesseren me dus niet. Er zijn andere aspecten die voor mij van tel zijn.

»Ik denk dat vrouwen zich bij mij op hun gemak voelen. Ze weten dat ik ben wie ik ben, en dat ik nooit een choreografie ga instuderen om als de eerste de beste boys band een beetje te staan huppelen op het podium. Zij weten dat ik daar te mannelijk voor ben.»

HUMO Op de televisie heb je eens gezegd dat de verplegers je niet mochten aanraken toen je eens in het ziekenhuis was beland. Verpleegsters daarentegen wel.

SERGIO «Nu ja, als het mijn gezondheid ten goede zou komen, mag een verpleger mij natuurlijk wel aanraken. Maar ik zat toen in zo’n benarde situatie dal ik mezelf niet kon wassen, en ik mocht er niet aan dènken dat een verpleger met een washandje rond mijn piston zou komen zwabberen. Dat kon niet bij mij, en dat heb ik dan ook meteen gezegd: ‘Is er geen verpleegster? Neen? Wel, dan moet je mij niet wassen.- Dan lig ik er nog liever een paar dagen vuil bij.»

Gramschap

HUMO Uit wat voorafging kan ik al opmaken dat je in je leven meer dan eens flink boos bent geworden, met alle gevolgen vandien.

SERGIO «Akkoord, ik had op dat gebied een stevige reputatie, al was het maar omdat ik iemand was die zich fysiek kon verdedigen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld mijn tweede broer, die mager is, moest ik conflicten niet diplomatisch oplossen. Als je weet dat je een vervelend paljasje maar één lik hoeft te geven, dan is beheersing een moeilijke zaak.

»Ik heb ongecontroleerde woedeaanvallen gehad. Daar kwam nog bij dat liet hier, toen ik een jaar of zestien was, wemelde van de jeugdbendes op brommers. Nu slikken ze XTC, wij vochten voor de kick. We gingen niet naar fuiven om een dansje te placeren, tenzij dan om agressief te pogoën. Ik zat altijd met zware sjarels opgescheept, hè. Soort zoek soort, en werd er op een fuif niet gevochten, dan was er geen ambiance geweest»

HUMO Ging je ver in dat vechten?

SERGIO «Ik moest soms wel. Voor mijn ego. Al mijn beste vrienden stonden ernaar te kijken. Als je je dán liet kennen, tja... Pas op, je mocht wel verliezen, maar eervol. Niet staan bleiten of zo, laat slaan: weglopen. Nu ja, in geval van overmacht mocht dat natuurlijk wel, maar was het één-tegen-één, dan was weglopen toch wel het schandaligste wat je kon doen. Dat had je er voor iedereen gelegen, en dan was je gekraakt en vernederd voor de rest van je jonge leven.»

HUMO Heb je ooit gevreesd dat je in Leuven Centraal zou eindigen? Ik bedoel hiermee niet het televisieprogramma.

SERGIO «Dat behoorde tot de mogelijkheden. lk heb vaak gedacht dat het slecht met me zou aflopen. Veel had te maken met hoe een mens zich in groep gedraagt. Een voorbeeld, dat nu wel niets met vechten te maken heeft: op een nacht in Antwerpen belanden, en denken: ‘Jongens, we gaan ons laten tatoeëren, allemaal dezelfde tatoeage: zat zijn, de sféér, je kent dat wel.’ Dat is dan ook gebeurd, behalve op mijn lijf: dat heb ik geweigerd, ineens was er een rem.»

HUMO Waarom?

SERGIO «Pas op: ik lag ermee in de knoop, hè, zo van: ‘Ja, ik ga het toch laten doen,’ en de volgende seconde dacht ik: ‘Neen, want ik zal er altijd spijt van hebben, geen onuitwisbare tekenen op mijn lijf.’ t Is een kwestie van één beslissende seconde. ‘t Kost je ook één seconde om te beslissen of je iemand op zijn bakkes zult slaan of niet.»

HUMO Ooit had je een strafblad, hè.

SERGIO «Voor slagen en verwondingen. Toen ik meerderjarig werd, hebben ze dat strafblad weer blanco gemaakt. Zo’n strafblad was toen de normaalste zaak van de wereld, hoor. Wie het zwaarste strafblad had, was de held. Als je in die periode maar één of twee keer was voorgeleid, dan behoorde je tot. het kleine grut.»

Gulzigheid

SERGIO «Ik leef gulzig, en daardoor ben ik wel eens té egoïstisch. Ik zie mijn kinderen en mijn vrouw heel graag: in materieel opzicht kunnen ze alles van mij krijgen, maar eens een boswandeling met hen gaan maken, of eens naar een pretpark gaan, neen: dat zit niet in mij, het druist tegen mijn natuur in. Daarvoor ben ik te veel bezig met mijn eigen gulzige leven, ook al besef ik dat mijn kinderen veel plezier zouden beleven aan een boswandeling of een dag in een pretpark.»

HUMO Gulzigheid heeft in de eerste plaats iets met eten en drinken te maken: ‘Hoe vettiger hoe prettiger,’ rijmde je ooit eens op de televisie.

SERGIO «Ik kan niet tegen menen die willen eten omdat het twaalf uur ‘s middags is. Mensen die ziek worden als ze om twaalf uur ‘s middags niet aan tafel zitten. Ik kan gerust drie dagen zonder eten. Dat is lang, hè.

»’t Is heel simpel: mijn lievelingskost is friet van ‘t frietkot. Punt, gedaan. Ik ken alle frituren uit Leuven en omgeving van buiten; ik weet perfect waar ze de beste tartaar hebben, kortom: ik ken de verschillen, en reken maar dat die groot zijn. Als ik ‘s middags alleen thuis ben, ga ik dus friet halen: dat is voor mij het ultieme moment qua eten, de must. Maar in restaurants gaan zitten, kreeft eten en er champagne bij drinken, dat is negen keer op tien tegen mijn goesting. Fruit lust ik niet, en ik eet heel weinig groente. Asperges, witlof: ik mag er niet aan denken. Laatst moest ik voor een spotje van ‘Kom op tegen kanker’ drie appels na elkaar opeten, zo van: ‘In hoeveel tijd eet Sergio drie appels op?’: dat was een van de grootste folteringen die ik ooit heb ondergaan. En ik kon ook niet sjoemelen, want er stond een gerechtsdeurwaarder naar mij te kijken.»

HUMO Je kunt tegenwoordig geen krant of tijdschrift openslaan, of er staat een stuk over gezonde voeding in.

SERGIO «Ik weet dat ik mijn gestel aan het ondermijnen ben. Ik weet dat ik er ooit een zware tol voor zal moeten betalen, maar om mijn eetgewoontes te verbeteren, voel ik me nog te goed. ‘t Zal ineens van pang gaan, denk ik. Ik weet niet waarom ze mij voor ‘Kom op tegen kanker’ hebben gevraagd: misschien was het een hint. Maar goed, ik wil geen voorbeeld voor de jeugd zijn, hè, want dat zou een te groot verraad aan mijn eigen jeugd zijn. Ik zei het al: er zijn grenzen (lacht)

(Verschenen in Humo op 29 december 1998)

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234