de moeder van Delphine van Saksen-Coburg:Sybille de Selys Longchamps
Sybille de Selys Longchamps, moeder van prinses Delphine: ‘Bij Delphine had Albert een ander gevoel dan bij zijn andere kinderen: ze was uit liefde geboren’
In de tweede aflevering van de driedelige docureeks over het bewogen leven van de prinses formerly known as the artist Delphine Boël komt het dramatische moment aan bod waarop koning Albert haar in 2001 koudweg aan de telefoon zegt: ‘Jij bent mijn dochter niet.’ Delphine is in shock. Ze verwerkt haar emoties in haar kunst. In 2013 sprak haar moeder, barones en koninlijke minnares Sybille de Selys Longchamps in Humo voor het eerst over haar relatie met Albert en over de geboorte van haar dochter Delphine. Lees hier het interview.
Op de stoep van ‘Le Pain Doré’, had ze gezegd, één van de vijf of zes warme bakkers in Villecroze, een dorp in de Provence, op een uur rijden van Nice. Daar stond ze te wachten, die historische 3e juli, Sybille de Selys Longchamps, de vrouw die veroordeeld is om straks de geschiedenis in te gaan als ‘moeder van’, en vooral: als ‘minnares van’. Tweeënzeventig is ze intussen, ze woont bijna 15 jaar in Villecroze, sinds de verhuis uit Londen na het overlijden van haar Britse echtgenoot Michael-Anthony Cayzer. Die steenrijke scheepstycoon was de derde man in haar leven, na een eerste decennium met de Waalse staalbaron Jacques Boël, gevolgd door twee decennia in Het Verborgene, als minnares van prins Albert. Het is een woelig leven geweest, zal ze bij herhaling zeggen, té woelig eigenlijk.
Veertig jaar lang sprak ze met niemand over haar grote geheim.
De biecht van barones en koninklijke minnares Sybille de Selys Longchamps, het lijk in de kast van de Coburgs: ‘Albert en Paola hebben hun drie kinderen zeer slecht behandeld.’
Villecroze is, zeker in de zomer, een zuurstoftent op 350 meter boven de zeespiegel. Het is er pokkeheet; je wordt er vanzelf wat ijl in het hoofd. Die dag sprintte Mark Cavendish van Cagnes-sur-Mer naar Marseille, de vijfde etappe van de Tour de France, en was Villecroze urenlang van de buitenwereld afgesneden. Zo gaat dat in Frankrijk: als de Heilige Graal passeert, is er geen doorkomen aan, zelfs niet te voet. Zo komt het dat ze nog altijd nergens van op de hoogte is. België staat dan al een dik uur in rep en roer, na de verrassende aankondiging van het paleis dat Albert die avond om zes uur de bevolking zal toespreken. De mokerslag moet hier nog worden uitgedeeld. En dat gaat zo: ‘Dag, heeft u het gehoord?’ ‘Wat gehoord?’ ‘Koning Albert kondigt over twee uur zijn aftreden aan.’
‘Nee, dat meen je niet!’ ‘Het is echt waar. Om zes uur spreekt hij de bevolking toe.’ Haar mond valt open. Zo ziet complete ontreddering er dus uit. Ze lacht, stamelt, stottert, slaat net geen wartaal uit: ‘Welke dag is het vandaag? Welke maand? De hoeveelste zijn we?’ En dan, in de hoop dat het allemaal maar om te lachen was: ‘C'est une blague, non?’
Het zal nog ruim een uur duren voor ze er helemaal van doordrongen is dat ze niet bij de neus wordt genomen. Veiligheidshalve zal ze nog een paar keer vragen of het echt geen grap is. Intussen wijst ze de weg naar haar landgoed, half verscholen tegen de rotswand, zalmroze van kleur, 300 jaar oud. Ze leidt ons naar het terras, met de minuut meer op haar ongemak nu de afscheidsspeech onheilspellend dichtbij komt. Ze wacht al zo lang op een publieke bekentenis, desnoods op één zinsnede van erkenning. Voor haar, maar vooral voor haar dochter.
Een vader die het bestaan van zijn bloedeigen dochter ontkent: haar psycholoog heeft haar vaak genoeg gezegd dat dat het ergste is dat een kind kan overkomen, zo mogelijk nog erger dan een overlijden. Ze weet dat het straks haar, of beter hún, allerlaatste kans wordt. Het zorgt ervoor dat ons gesprek wat moeilijk op gang komt. Ze praat over haar leven in Het Verborgene, meer overleven dan leven. Twintig jaar lang heeft ze zich bijna dag in, dag uit moeten verstoppen. Ze zagen elkaar heel vaak, zij en Albert, lange tijd bijna dagelijks, maar op die ene uitzondering na zijn ze nooit gezien, nooit betrapt. Het vergde telkens opnieuw een minutieuze organisatie, een haast militaire structuur, om het allemaal geregeld te krijgen: de ontmoetingen, de uitstapjes, later ook de gezamenlijke vakanties en het samenwonen. Het heeft haar heel erg moe gemaakt, zegt ze. Mentaal en fysiek is ze helemaal op.
Toen ze destijds, na een relatie van twintig jaar, dan toch besliste om er definitief een streep onder te trekken, heeft ze het gitwarte gat gezien. En hij nog veel meer. Ze zegt het zonder leedvermaak, heeft nog altijd met hem te doen: ‘Albert is toen in een hele zware depressie gesukkeld. Hij is bijna een jaar compleet van de kaart geweest.’
Ze kijkt op haar horloge. ‘Minder dan een uur,’ zegt ze. Ze doet het klinken als een slechte diagnose. En de internetverbinding moet nog nieuw leven worden ingeblazen. Ze wordt nu echt nerveus. Het vooruitzicht van de confrontatie boezemt haar angst in. Ze is bang voor wat ze zo graag omschrijft als les tiroirs dans la vie, die vervelende schuiflades, volgepropt met herinneringen. Ze heeft er een vrij aparte theorie over: je kan zo'n lade wel dichtdoen, maar nooit op slot, wegens geen sleutel. En zo veren die krengen af en toe weer open, vaker níét dan wel aangekondigd.
Het overkwam haar 20 jaar geleden, toen ze de beelden zag van een bibberende Albert tijdens zijn eedaflegging.
SYBILLE DE SELYS LONGCHAMPS «Ik was toen op bezoek bij vrienden. We zaten allemaal samen te kijken, maar na een paar minuten heb ik hen gevraagd om de woonkamer te verlaten. Ik kon het niet meer aan, ik wilde alleen zijn. Ik had nooitverwachtdatdieconfrontatie zo'n beproeving zou zijn. »Albert beefde verschrikkelijk. Hij heeft dat altijd gehad, zelfs toen hij jong was, maar die dag was het heel erg. Ik had met hem te doen. Je zag zijn ontreddering, je zag dat hij bang was. Ik besefte dat hij verschrikkelijk aan het lijden was, niet zozeer omdat hij koning werd, wel omdat hij zijn broer had verloren. Boudewijn en Albert hadden een ongelooflijke sterke band met elkaar. Voor Albert was Boudewijn de enige met wie hij kon praten.
»Albert is heel eenzaam, dat is al zijn hele leven zo. Hij heeft een uitgebreide hofhouding, veel mensen die hem naar de mond praten, maar geen vrienden. Hij wéét dat hij niemand in vertrouwen kan nemen. Net daarom was het verlies van zijn broer zo dramatisch: op dat moment besefte hij dat hij er voor de rest van zijn leven alleen voor stond.»
Het loopt tegen zessen aan. De internetverbinding is zoals aangekondigd niet in topconditie, maar seconden later kraakt toch de Brabançonne door het huis. Albert vult de tijd met een weinig doorleefde toespraak. Over een regeerperiode van 20 jaar, over het doorgeven van de fakkel aan koning Filip, over het vertrouwen en de sympathie van alle Belgen. Ze aanschouwt het zonder één woord te zeggen, zonder één spier te verrekken. Twee keer ontsnapt er een grimas. Vooral de tweede, wanneer Albert zijn eeuwige en onvoorwaardelijke liefde voor Paola bezingt, is venijnig. En dan is het afgelopen. Vive la Belgique, de zesde koning der Belgen beent richting museum van de dynastie. De barones zit als versteend voor zich uit te kijken. Zelden heeft iemand zo hartstochtelijk gehuild, zonder één traan te plengen. Ik trap een open deur in. ‘Bent u ontgoocheld? ‘Ik ben niet verbaasd.’ ‘Het lijden druipt bijna van uw gezicht af.’
‘Er ontbreekt iets in die toespraak, ook voor hem. Ooit moet het gezegd worden. Ik kan me inbeelden dat de mensen nu wel zullen reageren.’ ‘U blijft hopen dat hij Delphine ooit erkent?’ ‘Eerlijk gezegd, in zijn plaats zou ik ook niet geweten hebben wat te zeggen. Hij kon niet nóg eens het zinnetje van vijftien jaar geleden gebruiken, dat ze als koppel moeilijke tijden hebben beleefd. Dat weten we intussen wel. Weet u, die man die u net heeft horen praten, dat is eigenlijk niet de man die ik ken. Dit is iemand bij wie de façade zo belangrijk is geworden dat hij nooit meer kán zijn zoals ik hem heb gekend. Maar hij blijft natuurlijk wel de vader van mijn dochter.’
Ze veert recht, de telefoon in de aanslag. Ze moet nog met Delpine bellen, herinnert ze zich plots. Ze is bang dat die nog altijd van niks zou weten. ‘Een kunstenaar,’ zegt ze, met een veelbetekenend gebaar. Een paar kiestonen later: ‘Bonjour, ma bibiche.’ Ze loopt de kamer uit. En terug. Ik hoor een paar flarden gesprek. En weer weg. Delphine blijkt wel degelijk op de hoogte te zijn. Ze wordt gruwelijk lastiggevallen door het journaille. Er is er één die haar net niet van haar fiets heeft geduwd. De barones hangt op. Ze stapt terug naar de zetel; het gesprek met Delphine heeft haar duidelijk weer energie gegeven. Ze vertelt haar verhaal snel en agressief, neemt nauwelijks nog een adempauze.
Lees ook de recensie: ‘Delphine: mijn verhaal’ op Eén leerde dat koning Albert II aan beide kanten van zijn affaire een gebrekkige vader was’ ★★★☆☆
De verborgen dagboeken van koningsdochter Delphine Boël: ‘Ik heb nooit een oorlog gewild, ik wilde erkenning.’
Delphine Boël: ‘Ik vraag me niet meer af of Albert van me houdt, ik wil alleen gerechtigheid’
Griekse nachten
Het verhaal van haar leven met Albert begint in de zomer van 1966. Ze was getrouwd met staalmagnaat Jacques Boël, de koning van Wallonië in een tijd dat staal nog vloeibaar goud was. Maar het was een desastreus huwelijk, vanaf het prille begin. Blauw bloed, blauwe plekken. Al tijdens haar huwelijksreis zag ze in dat ze zich schromelijk had vergist, zegt ze. Vanaf dan ging ze op zoek naar een uitweg. En die kwam er, na een telefoontje uit Griekenland.
DE SELYS LONGCHAMPS «Mijn vader was in die periode ambassadeur in Athene. Hij had zijn been gebroken en vroeg of ik hem een paar weken gezelschap wilde houden in Griekenland. Ik was zó blij, het was voor mij de ideale gelegenheid om weg te gaan bij Jacques. Maar zodra ik in de ambassade aankwam, zei mijn vader: ‘Er komt straks nog iemand op bezoek. Prins Albert en zijn neef komen hier op de ambassade overnachten, want ze hebben problemen met hun boot.’»
Drie dagen later is de boot hersteld, maar Albert zal meer dan drie weken op de ambassade blijven plakken. Paola ligt al die tijd op een Italiaans strand. De dochter van de ambassadeur en de Belgische prins schuimen nachtenlang de plaatselijke kroegen en discotheken af. Maar, zegt ze met zeer veel overtuiging, er gebeurde niets, echt niets. Ze kende zijn reputatie, en daar had ze geen zin in. Ze vertelt het met verve, en met heel veel gevoel voor detail.
DE SELYS LONGCHAMPS «Op een avond stelde Albert mij voor om samen naar een discotheek net buiten Athene te gaan. Hij had vernomen dat er een uitstekend orkest speelde. Het was een zalige avond. We hebben de hele tijd gedanst. Albert is een uitstekende danser, heel krachtig, heel vastberaden. En toen is het fout gegaan.»
Ze doet het wel vaker, als een rasverteller de cliffhanger aankondigen, en dan even de spanning doen stijgen: één-Mississippi-twee-Mississippi, terwijl je in gedachten Albert al een stevige uitschuiver ziet maken. Op de tonen van Frank Sinatra nog wel, ‘Strangers in the Night’, één van de lievelingsnummers van Albert. En toen ging het inderdaad fout.
DE SELYS LONGCHAMPS «Op dat moment verklaarde Albert mij zijn liefde. Ik deinsde achteruit en zei: ‘Sorry, ik deel die gevoelens niet.’ Hij verstijfde helemaal. Ik had geen zin om mij in een onbezonnen avontuur te storten. Hij was getrouwd, ik was getrouwd.’ Nog voor Sinatra was uitgecroond, beende de kroonprins de Griekse discotheek uit. Boos. Beledigd. In zijn gat gebeten, quoi. Nog twaalf uur later vliegt Albert terug naar Brussel. Sybille blijft achter in Athene en keert twee weken later op haar beurt naar de hoofdstad terug. Ze beslist om haar huwelijk met Jacques Boël een laatste kans te geven.
Omerta
Het loopt tegen Kerstmis aan als ten huize Boël een uitnodiging in de bus valt voor een gemaskerd bal bij een Brusselse bankiersfamilie. De Brusselse bourgeoisie zet wel vaker een ander gezicht op, maar rond kerstmis ziet het er allemaal iets feestelijker uit. Meneer en mevrouw Boël gaan volgaarne op de uitnodiging in, de barones wikkelt een paar slingers uit de kerstboom rond haar enkels, en blijkt tot haar stomme verbazing aan de feestdis naast... prins Albert te zitten. De echte. Het was opgezet spel, zegt ze, Albert heeft het later met zoveel woorden toegegeven: dat hij aan één van zijn vrienden had gevraagd om haar uit te nodigen en naast hem te zetten.
Het wordt weer een bonte avond, tot afgrijzen van Paola die er de hele avond voor spek en bonen bijzit. ‘Vanaf die avond waren we een koppel.’ 's Anderendaags al spreken Albert en Sybille opnieuw af, ze zullen elkaar steeds vaker zien. De barones wordt zelfs de vaste compagnon de route tijdens de talrijke handelsmissies van Albert in het buitenland, in aanwezigheid van tientallen genodigden, zakenlui en journalisten. Vreemd genoeg wordt in de Belgische media met geen woord gerept over de prinselijke affaire. In december 1970 publiceert het Italiaanse weekblad Gente ophefmakende foto’s over de affaire van Albert en Sybille.
Het koppel wordt betrapt door paparazzi bij het verlaten van een Parijse nachtclub. Het blad vertelt in detail, uitgesmeerd over vijf pagina's, over het grote bedrog van hun Italiaanse prinses en stelt zich vragen over de gevolgen voor Filip, Astrid en Laurent, op dat moment 10, 8 en 7 jaar oud. De foto's van de Belgische prins en zijn minnares gaan Europa rond, maar nog altijd durft geen enkele Belgische krant ze te publiceren. Bijna 30 jaar later, in februari 1997, haalt de affaire wél een Belgische krant.
Het is het Brusselse weekblad ‘Père Ubu’ dat de omerta doorbreekt. Het satirische blad noemt én Albert én Sybille met naam en toenaam, en voegt er zelfs aan toe dat de twee een dochter hebben, Delphine genaamd. Het blad legt uit dat de buitenechtelijke dochter een heuse crisis heeft veroorzaakt in het paleis, in zoverre dat kabinetschef Jacques van Ypersele de Strihou een beloofde oude dag als gouverneur van de Nationale Bank aan zijn neus ziet voorbijgaan.
Andermaal wordt het bericht in geen enkele krant of nieuwsuitzending overgenomen. Voor alle duidelijkheid: de outing van Delphine als buitenechtelijke dochter van Albert zou pas twee jaar later volgen, met de publicatie van het boek ‘Dolce Paola’, door de toen zeventienjarige Mario Danneels. Het is geen toeval, zegt de barones, dat de pers zo lang heeft gezwegen.
DE SELYS LONGCHAMPS «Het is Michel Didisheim, de kabinetschef van de prins, die de media aan banden legde. Michel had beslist dat niemand mocht raken aan de koninklijke familie. Hij zei altijd dat hij aan twee telefoontjes genoeg had om om het even welke krant of hoofdredacteur het zwijgen op te leggen.»
HUMO Het lijkt onwaarschijnlijk dat de invloed van Didisheim tot het einde van de jaren 90 is blijven voortduren?
DE SELYS LONGCHAMPS «Misschien is dat wel het mooiste bewijs van zijn almacht. Want net in die periode, eind jaren 90, is Michel tijdelijk gebrouilleerd geraakt met het paleis. Ik weet niet wat er precies is gebeurd, maar hij kreeg ruzie met Paola en is zelfs een paar jaar persona non grata geweest op het paleis. Voor mij is het geen toeval dat uitgerekend tijdens die periode het nieuws over onze relatie wél in de kranten is gekomen.»
In de zogeheten betere Brusselse kringen was iedereen al jàren op de hoogte, zegt ze. Sommige kandidaat-edellieden kwamen zelfs openlijk bij haar lobbyen, als de jaarlijkse lijst met uit te delen lintjes werd opgesteld. Het was vooral Albert die heel loslippig was over hun affaire. Zó erg dat zelfs zijn vrome broer al na enkele weken op de hoogte was. Boudewijn was not amused en greep in.
DE SELYS LONGCHAMPS «Tijdens zijn vakantie heeft Boudewijn mijn vader naar het koninklijke buitenverblijf in Spanje laten komen. Boudewijn was heel rechtuit: er kon geen sprake van zijn dat die relatie bleef duren. Mijn vader was zwaar onder de indruk. Enkele dagen later is hij mij komen opzoeken en zei hij onomwonden: ‘Sybille, die relatie moet nú stoppen. Je bent de monarchie aan het kapotmaken, je belandt in een verhaal dat je niet aankan.’»
Sybille is zwaar onder de indruk van de tirade van haar vader en maakt Albert enkele dagen later duidelijk dat de romance wat haar betreft over en uit is. Het wordt een hartverscheurend afscheid en een dito rouwperiode. Om zichzelf te troosten gaat Sybille na de breuk bijna dagelijks wandelen in het Zoniënwoud, vaak naar de geheime plek waar ze weken en maandenlang met elkaar hebben afgesproken. En jawel, op een dag staat ook de prins te treuren aan hun boom. De rest bedenkt u er, ‘Van vlees en bloed’ indachtig, zelf maar bij.
Samen in Knokke
Een maand of tien later wordt Delphine geboren. De zwangerschap was, vooral voor de barones, een complete verrassing. Ze was kinderloos gebleven tijdens haar huwelijk met Jacques Boël, de dokters hadden haar aangeraden om zich in haar lot te schikken. Maar noch voor Sybille, noch voor Albert is de komst van hun ‘liefdeskind’ een onaangename verassing.
DE SELYS LONGCHAMPS «Albert vond mijn zwangerschap geen ramp, zeker niet. Hij heeft nooit negatief gereageerd.»
Op 22 februari 1968 bevalt Sybille de Selys Longchamps in het Brusselse Edith Cavell-ziekenhuis van een dochter, Delphine. Ze heeft zichzelf maandenlang uitgehongerd, is nauwelijks 5 kilo aangekomen, en liegt zo Jacques Boël voor dat ze pas twee of drie maanden later zal bevallen. Zo komt het dat Jacques Boël op de dag van de bevalling gewoon thuis zit. Albert is wél op de afspraak.
DE SELYS LONGCHAMPS «Net voor mijn bevalling heb ik het hele verhaal aan een goede vriendin opgebiecht. Ik had haar gevraagd om mee te gaan naar het ziekenhuis en Albert op de hoogte te houden. Albert zat buiten, voor de ingang van het ziekenhuis, in zijn auto. Mijn vriendin kwam me vertellen dat hij onvoorstelbaar zenuwachtig was. Tijdens de eigenlijke bevalling heeft hij de hele tijd rond het Ter Kamerenbos gereden. Meteen na de geboorte stapte mijn vriendin mijn kamer binnen, met vierentwintig rode rozen, van Albert.»
HUMO Wanneer heeft Albert voor het eerst zijn dochter gezien?
DE SELYS LONGCHAMPS «Vrij snel eigenlijk. Na een dag of drie heb ik Delphine in een draagzak gelegd en ben ik met haar naar het Zoniënwoud gereden. Daar heeft Albert haar voor het eerst gezien. Daarna heeft hij haar heel vaak gezien in Knokke. Al tijdens de zwangerschap had ik daar een huis gehuurd. Ik leefde toen al gescheiden van Jacques Boël en Albert kwam geregeld langs. Na de bevalling heb ik opnieuw dat huis gehuurd. Daar hebben we een hele tijd samengewoond, Albert, Delphine en ik. Dat was een hele mooie periode.»
HUMO Behandelde hij Delphine als zijn eigen dochter?
DE SELYS LONGCHAMPS «Absoluut, hij pakte haar vast, kuste haar, nam haar in zijn armen. Albert is geen vaderfiguur; hij is nooit een warme papa geweest. Maar ik merkte wel dat hij zeer bezorgd was om Delphine. Delphine heeft als baby een paar weken in het ziekenhuis gelegen. Ze had bij een val een schedelbreuk opgelopen. Albert was daar toen heel erg mee bezig. Hij heeft daar ooit een opmerking over gemaakt... (lange stilte) Ik wil vandaag niet letterlijk herhalen wat hij toen heeft gezegd. Maar het was wel veelzeggend. Het kwam erop neer dat hij bij Delphine een heel ander gevoel had dan bij zijn eigen kinderen. Dat Delphine een kind was dat uit liefde was geboren. Het is omwille van die andere kinderen dat ik niet letterlijk wil herhalen wat hij toen echt heeft gezegd.»
HUMO Was hij nog bezig met zijn eigen gezin?
DE SELYS LONGCHAMPS «De drie kinderen, zeker zijn twee zonen, zijn zeer slecht behandeld. Ze werden aan hun lot overgelaten, zowel door Albert als door Paola.
»Albert kwam goed overeen met Astrid, maar veel minder met Laurent en Filip. Vooral met Filip was de verstandhouding slecht. Paola had dan weer enkel oog voor Laurent. Laurent was als kind met voorsprong de oogappel van zijn moeder. Dat heeft Albert me vaak verteld. Hij klaagde daar zelfs over, hij vond dat onrechtvaardig tegenover zijn twee andere kinderen.»
HUMO Officieel zijn Albert en Paola nooit uit elkaar geweest.
DE SELYS LONGCHAMPS «Je zag het gezin geregeld in de kranten opduiken. Heel vaak stonden er foto's bij, waarop te zien was hoe ze speelden met de kinderen. Dat was puur voor
De koninklijke familie ziet er nu gelukkiger uit dan toen. de foto. Voor de rest zagen ze elkaar nauwelijks.
»Albert en Paola hadden afgesproken om de vakanties steevast samen met de kinderen door te brengen. Maar voor Albert waren die vakanties een verschrikking. Dat zei hij ook in de brieven die hij naar mij schreef. ‘De moeder en de kinderen samen, dat is de hel.’»
HUMO Waarom?
DE SELYS LONGCHAMPS «Omdat Paola verschrikkelijk omging met de kinderen. En hij wist niet hoe hij dat probleem moest aanpakken. Zij is altijd een ontzettend moeilijke vrouw geweest. Ze was zeer ongelukkig, ze ging monsterlijk met hem om.
»Zij was een verwende Italiaanse, ze tierde en ze schreeuwde, als een echte furie. Albert leed daaronder, vooral omwille van zijn kinderen. Maar of hij er daadwerkelijk iets aan deed, betwijfel ik.»
HUMO Lijkt Filip op zijn vader?
DE SELYS LONGCHAMPS «Nee, ze zijn totaal verschillend.»
HUMO In welke zin?
DE SELYS LONGCHAMPS «Je ziet de onzekerheid in zijn ogen. Filip lijdt aan een vorm van autisme, al zijn hele leven – al heeft hij dat nu wel beter onder controle. Maar hij leeft in een luchtbel, hij is nauwelijks in staat om met mensen te communiceren.»
HUMO Is Filip in staat om koning te zijn?
DE SELYS LONGCHAMPS «Hij is er op vooruitgegaan. Maar je ziet dat hij het moeilijk heeft. Vooral zijn communicatie blijft moeilijk. Misschien herleeft hij door het verdwijnen van zijn vader. Ik zeg niet dat Albert een dominante vader is die zijn zoon versmacht, zeker niet. Maar vaak begint een zoon pas echt te leven als zijn vader er niet meer is.
»Ik heb het zelf meegemaakt, met mijn eigen moeder. Mijn moeder heeft mij nooit graag gezien. Toen ze zwanger werd van mij, was ze verliefd op een andere man. Ik zat haar geluk in de weg.
»Het klinkt onwaarschijnlijk, maar tot mijn twaalfde heb ik geen woord gezegd. Geen woord. Niet tegen haar, niet tegen mijn vader, tegen niemand. Mijn ouders waren in paniek, ze hadden geen idee wat er scheelde. Toen ik zeven was, hebben ze mij zelfs in een psychiatrische instelling gestopt, omdat ik bleef weigeren om te praten. Ik ben daar een jaar gebleven.
»Maar op mijn twaalfde is mijn moeder overleden en van de ene dag op de andere ben ik beginnen te praten. Het is bekend dat een zware psychologische schok zo'n ommekeer kan veroorzaken. Nogmaals, ik zeg niet dat Albert een vader is die zijn zoon heeft verpletterd. Maar ik denk wel dat het trauma van zijn voortdurende afwezigheid veel littekens heeft achtergelaten bij Filip. Misschien wordt hij pas echt een man zodra zijn vader er niet meer is.»
(Verschenen in Humo op 3 september 2013)