dossierechtscheidingen
‘We verwachten steeds meer van relaties, maar je haalt het alleen maar met iemand als je verdraagt er hier en daar een gebrek is’
Sinds het einde van de lockdown is het aantal echtscheidingen is opvallend gestegen. In de tweede helft van mei waren er een kwart meer echtscheidingen dan in dezelfde periode vorig jaar.
(Verschenen in Humo 3227 op 2 juli 2002)
Scheiden doen we steeds vaker en steeds sneller. Dat past in deze tijd zegt relatietherapeute Veerle Staepels: de romantiek van de eeuwige liefde maakt stilaan plaats voor de praktijk van de seriële monogamie. Als je relatie niet meer voldoet, stap je gewoon in een andere.
66% van de koppels scheidt met onderlinge toestemming. Met de versoepeling van de wet ben je goedkoop en in hoogstens zes maanden van elkaar af. ‘Maar,’ zegt bemiddelaar Geert van bemiddelingsbureau Contrapunt, ‘in hun haast zetten ze wel vaak hun handtekening onder een regeling waar ze later spijt van hebben.’
‘Mensen hollen naar die onderlinge overeenstemming,’ zegt advocate Liliane Versluys. ‘Maar hun woede is niet gelucht. En het enige waar ze daarna nog ruzie om kunnen maken is: de kinderen!’ En dan barst het conflict in al zijn viezigheid los voor de jeugdrechtbank.
VERSLUYS «Vaak komt het stel eerst keurig en vlot tot een scheidingsovereenkomst; ze willen zich zogenaamd volwassen gedragen, ze willen de vuile was niet buiten hangen, of denken door toegevingen over de kinderen snel een financiële slag te slaan. Ze vergeten even dat ze eigenlijk heel kwaad zijn, en meestal zijn ze nog niet uiteen en of woede slaat toe: ze beseffen dat de kans verkeken is om hun ex ervan te beschuldigen een slechte partner te zijn, en het enige waar ze hem/haar dan nog op kunnen pakken is dat hij een lamentabele ouder is.
»Je kan elk moment naar de jeugdrechtbank om de regeling over de kinderen te wijzigen als je kan bewijzen dat dat in het belang van het kind is. Dus wat zie je nu: de echtscheidingszittingen zijn praktisch leeg en de jeugdrechtbank is overbelast. En wat je daar ziet, gaat soms héél laag onder de gordel.»
HUMO Ik kan me zo moeilijk voorstellen dat ouders hun kinderen zo willen gebruiken.
VERSLUYS «Maar dat is hun bedoeling ook niet. Het is die kwaadheid die een weg zoekt. Ze beseffen dat niet. In hun hoofd gaat het om het kind. Ze zijn ervan overtuigd dat hun kind niks mag overkomen, en dat die andere ouder zich onverantwoord gedraagt. Ja, op een ouder is altijd wel wát aan te merken; de Ideale Ouder bestaat nu eenmaal niet. ‘Tijdens de scheiding heb ik haar ontzien,’ hoor ik dan, ‘maar eigenlijk is zij een hysterische hoer die aan de pillen zit. Of: ‘Eigenlijk is hij een vuile caféloper en een zatlap.’»
De rozenoorlog
HUMO Opeens is het dier in de mens weer wakker.
VEERLE STAEPELS (relatietherapeute) «Zo is het echt. Kijk, het moeilijkste in een echtscheidingsproces is echt te scheiden, en niet alleen op het niveau van je dagelijks leven. Het netwerk dat je samen hebt opgebouwd helemaal uiteen halen is al heel lastig, maar het echte probleem zit dieper. Geen enkele relatie gaat zo diep als een liefdesrelatie - die raakt echt aan de wortels van ons wezen, aan die heel fundamentele behoefte ons geliefd en verbonden en begrepen te voelen. Eerst voel je dat, als het goed is, bij je ouders, en later wil je je wéér op zo’n diepe manier verbonden voelen. Als dat mislukt, komen driftmatige krachten boven: je voelt je bijna als een kind dat in de steek gelaten wordt door een ouder. Je kan niet uitstaan dat dat gebeurt, dat liefde ophoudt.»
HUMO Maar zelfs u kunt daar verder niet veel aan doen?
STAEPELS «Neen, maar die pijn kan zo hevig zijn dat je ze niet meer in je kan dragen maar in agressieve daden moét omzetten. Wat ik hier doe, is die mensen helpen vermijden dat ze die fundamentele pijn gaan afreageren via de kinderen of via de strijd om de spullen. Heb je de film ‘War of the Roses’ gezien? Daar vechten ze om de spullen, maar je ziet dat het eigenlijk helemaal niet om die voorwerpen gaat, want die slaan ze aan diggelen. Het gaat om de pijn van de afwijzing. Net als bij Medea, die zelf haar kinderen vermoordt om haar man te treffen. Hij moet van haar ook voelen wat het is, die vreselijke pijn van iemand te verliezen.
»Bij ons komt ‘t gelukkig nooit zover dat ouders hun kinderen vermoorden, maar toch richten ze in die hevige strijd vaak ongewild schade bij hen aan.»
HUMO Hoe brengt u redding?
STAEPELS «Een therapeut moet in dat gevecht eigenlijk de partner een beetje vervangen, want zolang de één zijn pijn bij de ander wil neerleggen, zal die ander blijven reageren, en zo hou je elkaar aan de gang: de kwetsuren stapelen zich op en daarmee ook de drang om de ander weer te kwetsen. Eigenlijk heb je dan een sterkere band dan ooit; een heel driftmatige band: haat en liefde liggen nu eenmaal dicht bij elkaar. Dus wat ik doe, is er zoveel mogelijk voor zorgen dat ze hiér uitspreken wat hen boos maakt, zodat ze met hun pijn niet meer op hun ex afstormen. Zo kunnen ze los van elkaar komen, en zich weer op zichzelf concentreren.»
HUMO Wat doen ouders in het heetst van de strijd hun kinderen allemaal aan?
STAEPELS «Je hebt natuurlijk al die schrijnende reportages over kinderontvoeringen gezien, maar er zijn ook subtielere manoeuvres: voortdurend tegen je kinderen kwaadspreken over de andere ouder, bijvoorbeeld. Terwijl je daar toch altijd je kind zelf mee treft, want daar zit ook een stuk van die andere ouder in. Je maakt het zo voor je kind heel moeilijk dat stuk van zichzelf te accepteren en in zijn persoonlijkheid te integreren.»
Homeopathie noch zonnebank
HUMO Wat gaat er ongewild nog meer mis?
STAEPELS «Als een van de ouders de scheiding moeilijk verwerkt en depressief is, zie ik ook vaak dat de kinderen proberen de zorg voor die ouder op te nemen - de ouder van hun ouder worden, zeg maar. Dat is voor zo’n kind een veel te zware verantwoordelijkheid. Voor hen is het beter als de ouder zijn zorgen met een therapeut bespreekt of, zoals iemand me pas vertelde, als die even naar de buurvrouw gaat als het verdriet weer niet te houden is. Maar dat vereist wel wat discipline.»
HUMO Sinds ‘95 is gezags-co-ouderschap de regel: alle belangrijke beslissingen moeten ouders samen nemen. Ook verblijfs-co-ouderschap komt steeds meer voor: de kinderen wonen om de week bij de andere ouder. Bij de introductie van het co-ouderschap waren de juristen bang voor meer onenigheid en meer spanning. Wat is het verdict na zeven jaar ervaring?
STAEPELS «Dat co-ouderschap zeker een opgave is. Het sociale leven van de kinderen, zeker dat van heel kleine kinderen en pubers, moet zich zoveel mogelijk op dezelfde plaats blijven afspelen. Je moet dus bij elkaar in de buurt blijven wonen. Maar het is niet eenvoudig, hoor. Je hebt net over je partner beslist: met hem wil ik niet meer door het leven, en dan moet je zo vaak overleggen over zaken als studies en uitgaan dat je eigenlijk bijna intenser met hem omgaat dan voordien.»
VERSLUYS «Er zijn ook relaties tussen ex-partners die helemaal vastzitten. Daarvoor zijn er nu ruimtes waar ouders die anders met elkaar op de vuist zouden gaan hun kinderen aan elkaar kunnen overhandigen: echt appartementen met een keuken en een zithoek, een plek waar het gezin even echt gezin kan zijn. Er is ook begeleiding om waar nodig de omgang een beetje vlot te trekken.
»Een hoop ouders trekken keer op keer naar de rechtbank omdat er ze het ‘in het belang van het kind’ weer eens oneens zijn: ‘Neen, ik wil niet dat hij naar een katholieke school gaat!’ ‘Neen, géén homeopathie!’ ‘Ze mag niet onder de zonnebank!’ ‘Ik wil niet dat ze zoveel bij de grootouders zit!’ ‘Ze mag niet met je mee op café!’ Echt allemaal punten die in de rechtbank aan de orde worden gebracht. Ik heb eens een hele procedure moeten pleiten over een aantal sokken en onderbroeken die niet van het bezoek aan de vader terugkwamen. Die moeder gaf elke week een aanstiplijst mee, waarop elk kledingstuk moest worden aangekruist.»
GEERT(bemiddelaar) «Dat mensen zich zo gedragen is helemaal niet verwonderlijk. Je gaat uit mekaar als partners, maar als ouders blijf je wel verbonden. Het is echt verschrikkelijk moeilijk constructief te blijven omgaan met iemand op wie je eigenlijk heel kwaad bent, maar je moét, omwille van de kinderen. Een bemiddelaar probeert je dan te helpen je partner-rol los te koppelen van je ouder-rol. En dat je daar niet onmiddellijk in slaagt, wil nog niet zeggen dat je een slechte ouder bent.»
Meneer papa
VERONIQUE (21) (kind van gescheiden ouders) «Ik vond het vreselijk moeilijk elke week van huis te moeten wisselen, vooral omdat ik me zo aan het verschil van mentaliteit moest aanpassen. Mijn vader had al snel een nieuwe relatie en een nieuw kind, en daar kon bij mijn moeder niet over gesproken worden. Bij mijn vader kon ik voluit over alles praten, maar als ik dan van huis wisselde, moest ik opeens heel erg opletten en stilstaan bij wat ik wel en wat ik niet kon zeggen. Héél vermoeiend. Maar ja, als ik had moeten kiezen tussen mijn vader en mijn moeder - de hele week bij de een en alleen in het weekend maar bij de ander - dan had ik dat ook niet gekund, omdat ik dat in principe niet wou.
»Mijn ouders communiceren niet meer met elkaar. Dat moest via ons. Ze gaven ons brieven mee, en was hun reactie negatief dan kregen wij dat ook te horen, terwijl we er eigenlijk niks mee te maken hadden. Ze hebben toch 24 jaar samen geleefd, hoe kan je dan van het ene moment op het andere totaal niet meer praten? Eigenlijk vind ik dat je ouders moet verplichten met elkaar te blijven communiceren. Hoe moet dat anders later met trouw- en communiefeesten? Moeten we ons daar nu de rest van ons leven zorgen over maken?
»Mijn vader is wel in de buurt blijven wonen, maar ik was toch blij dat er een redelijke afstand tussen de twee huizen was. Als ik met de een op straat liep, was ik altijd bang dat ik de ander zou tegenkomen. Een keer is het gebeurd. Mijn moeder sprak mijn vader aan met meneer. Vreselijk! Ik zal me als ik met de een samen loop ook altijd schuldig voelen dat ik niet ook bij de ander ben.
»Ik voelde me erg verantwoordelijk. Mijn moeder heeft het allemaal niet goed kunnen verwerken en is ziek geworden. Ik wilde er echt zijn voor haar toen. Ik kan me nog goed herinneren dat ik tijdens de examens van school uit belde om te weten hoe het met haar ging, of naar de buren belde om te vragen of ze even wilden gaan kijken. Eigenlijk kan dat niet hè. Ik kon het ook niet volhouden en uiteindelijk zijn we gebotst.
»Tussen mijn zus en mij ging het ook al bijna mis. Mijn moeder had zoveel op mijn zus ingepraat dat mijn vader in haar ogen niks meer goed kon doen. Ik vond dat zo erg. Financieel waren wij ook ieder bij een ouder ten laste: mijn zus bij mijn moeder en ik bij mijn vader - ik stond bij hem ingeschreven en hij kreeg mijn kindergeld. Mijn zus kreeg dus zakgeld van mijn moeder; heel veel, veel meer dan ik van mijn vader kreeg. Ik weet niet of ze het expres deed of omdat het haar manier was om dingen te compenseren, maar het was niet leuk. Ik heb me erbij neergelegd. Ik wilde dat niet tussen ons laten komen. En nu ik werk en alleen woon heeft mijn moeder mijn vader er via de rechtbank toe verplicht ook de hogere studie van mijn zus te betalen, terwijl ze heel goed weet dat hij over twee jaar niet meer zal werken.
»Toch ben ik blij dat ze uit elkaar zijn gegaan. Vroeger wist ik nooit wanneer de boel weer zou ontploffen. Toen ze elkaar leerden kennen, studeerde mijn vader nog en heeft zij voor hem gewerkt. Dat zit haar nog altijd dwars. Mijn vader had een paar jaar eerder ook eens een ander vriendin gehad, maar hij heeft op een bepaald moment echt gekozen: ik wil terug naar mijn gezin. Daar gingen de meeste ruzies over, mijn moeder heeft dat nooit kunnen verwerken.
»Ik heb nu wel een vriend, ja. Ik heb heel lang gedacht: ik wil nooit emotioneel afhankelijk worden, en het heeft heel lang geduurd voor ik me aan iemand durfde over te geven. Ik ken mijn vriend al lang en ik heb het geluk dat hij hetzelfde heeft meegemaakt. We praten veel, we hebben het er allebei moeilijk mee. We willen elkaar niet verliezen, maar we weten heel goed dat je het nooit zeker weet. Ik vertrouw hem wel, ja. Waarom niet?
»Mijn vader geeft toe dat hij fout is geweest. Hij had er ook oprecht spijt van. ‘Ik heb voor mijn kinderen gekozen,’ zegt hij, ‘anders was ik ze kwijt geweest.’ Ik geloof dat. Mijn moeder heeft echt alles gedaan om ons tegen hem op te zetten en als we jonger waren geweest, was dat ook gelukt, denk ik.
»Mijn moeder wilde ons eigenlijk alletwee hebben. Ze heeft mijn vader ook op overspel laten betrappen om de zaak te winnen. Mijn vader heeft toen een gesprek tussen ons en een kinderpsychologe gevraagd, maar wat er op dat gerecht is gebeurd, maakt me nu nog woest. Ze zeiden tegen ons: ‘Wat je hier vertelt, komt niemand te weten.’ Achteraf hebben de advocaten van allebei mijn ouders de verslagen van die gesprekken wél kunnen inkijken, en die van mijn moeder heeft zelfs alles overgepend. Wij waren bij die psychologe heel open geweest, nou, we hebben daarna álles naar ons hoofd gekregen! Ik voelde me vreselijk, alsof ik mijn ouders had verraden. Zeker toen mijn moeder ons daarna niet allebei kreeg, maar we - zoals wij zelf wilden - twéé ouders hielden.»
VERSLUYS «Tenzij er misschien per ongeluk een kladje in het dossier blijft zitten, krijgen de advocaten normaal gesproken niet het hele verhaal te lezen. De rechter moet een neutraal verslag maken, meer zouden ze niet mogen zien.
»Sinds het co-ouderschap hebben kinderen van twaalf jaar inderdaad het recht gehoord te worden. Als er een betwisting rond de kinderen is, beveelt de rechter dat zelfs als een onderdeel van het maatschappelijk onderzoek. De bedoeling is natuurlijk goed, maar een kind is het niet gewend zoveel macht te hebben. Het moét naar school, moét luisteren, mag geen drugs gebruiken, maar het mag wel opeens in de rechtszaak van zijn ouders zijn mening komen zeggen. Ergens is dat niet fair tegenover de kinderen, het lijkt zo alleen maar of het nog méér hun schuld is dat hun ouders niet opschieten.»
Leven uit de doos
YVES (20) «Ik vind het co-ouderschap echt wel goed, maar mijn ouders zijn dan ook verstandig uit elkaar gegaan. In het begin bleven wij zelfs thuis wonen, en wisselden mijn ouders van huis. Ze hebben ons ook echt helemaal buiten die scheiding gehouden. We wisten dat ze uit elkaar gingen, maar verder merkten we er weinig van. Zij konden niet meer samenleven, wij hadden daar geen schuld aan, dus daar hoefden ze ons niet bij te betrekken. Zij hebben voor ons gekozen; wij niet voor hen, hè (lacht).
»Na een tijdje is mijn moeder toch ergens anders gaan wonen. Het klikte niet echt tussen mijn vader en de nieuwe vriend van mijn moeder - en tussen haar en mijn vaders vriendin ook niet. Er blijft toch altijd een beetje die jaloezie waardoor ze elkaars nieuwe lief niet kunnen goedkeuren.
»Dat verhuizen, daar had ik niet veel problemen mee. We hadden een systeem met dozen die we inpakten; het enige vervelende was dat je in elk huis maar een week bleef, en dus eigenlijk nooit tijd had om die dozen uit te pakken. Alles bleef in die bakken zitten. Vandaar dat - nu ik op kamers woon - de twee jongsten maar om de veertien dagen verhuizen.
»Het enige twistpunt was dat mijn moeder zei: ‘Ik vind dat jij ze te vrij laat.’ Bij mijn moeder mochten we in de week geen tv kijken, bij mijn vader wel. Er waren hier en daar wat verschillende gewoonten, maar daar leer je mee leven, hoor. We hebben nooit misbruik gemaakt van de situatie; nooit gezegd: ‘Hé, ik wil nu ijs, want dat krijgen we van papa ook.’ Dat lukte ook gewoon niet. Mijn ouders schieten nog heel goed met elkaar op, en belden dan meteen om dat te controleren. Ja, mijn vader heeft zelfs nog voor de nieuwe baby van mijn moeder gezorgd (lacht)!
»Oh ja, mijn moeder klaagde wel dat zij altijd de was moest doen in het begin. Dat was niet omdat mijn vader dat wilde, wij regelden dat stiekem zo. Mijn vader kon niet goed wassen, en we waren bang dat onze T-shirts opeens vier keer zo klein zouden zijn (lacht). Maar hij heeft het allemaal zelf geleerd, en ik ook. Strijken en koken kunnen mijn broers en ik ook. Dat is allemaal niet zo moeilijk. Ja, soms moesten we ons even zelf redden; dat is toch eigenlijk normaal.
»Ik heb een vriendin, ja. Haar ouders zijn ook gescheiden. Dat is niet toevallig denk ik. We zijn voor dezelfde dingen bang. Ik kende haar al acht jaar als gewone vriendin. Voordat ik echt met haar samen ging, wilde ik toch wel heel zeker zijn. Gewoon omdat je toch bang bent om ruzie te maken.
»Die ruzies gingen altijd over geld: ‘Ik heb tien jaar voor de kinderen gezorgd! Jij hebt kunnen studeren en carrière maken.’ Mijn vader studeerde nog toen ze elkaar leerden kennen. Dat kwam altijd terug: dat hij een diploma had, en zij niet en dat ze daardoor minder jobs kon krijgen en dat ze minder pensioenrechten heeft opgebouwd, omdat ze minder lang heeft gewerkt.»
Verliefd, verloofd, bemiddeld
HUMO 66% van de scheidingen gebeuren in onderlinge toestemming. Bemiddelingsbureaus zijn er om de scheidende koppels op een constructieve manier te helpen de overeenkomst weldoordacht vast te leggen.
GEERT (bemiddelaar) «Ja. En hen ook te laten nadenken over de toekomst. Bijvoorbeeld over: en wat als onze kinderen hoger onderwijs gaan volgen; hoe gaan we dan de kosten verdelen?
»Hoe vaak denkt een man die bij zijn vrouw weggaat niet uit schuldgevoel: ‘Ik zal maar wat minder geld vragen voor het huis.’ Dan zeggen wij in het belang van beide partijen: ‘En wat als uw schuldgevoel over drie jaar weg is, en uw vrouw heeft zich gesetteld met een nieuwe vriend?’ De kans bestaat dat die man zich bekocht voelt, en dan krijg je misschien een strijd die via de kinderen uitgevochten wordt.»
HUMO Het lijkt allemaal mooi, zo volledig in harmonie uit elkaar gaan. Maar is het wel realistisch?
GEERT «Dat ligt er ook aan hoe het hele proces verloopt, of degene die het initiatief neemt zijn partner daarop voorbereidt of hem of haar een tweede kans heeft gegeven. Je ziet vaak dat de eerste beslisser zich al een hele tijd niet meer als partner gedraagt, vaak weg is en een heel eigen leven leidt, maar niet vertelt dat hij al aan het scheiden is, dat hij zelfs zegt dat het er niets mee te maken heeft. Dan ben je slecht vertrokken. En de tweede beslisser kan helemaal afknappen als hij het gevoel heeft dat hij geen tweede kans heeft gekregen, en voor een voldongen feit is geplaatst.»
HUMO Advocaten kunnen schelden op de advocaat van de andere partij zonder dat de gevoelens van hun cliënten worden geraakt. Een bemiddelaar zit echt tussen de twee mensen zelf. Dat is delicaat, vooral omdat een mens onbewust altijd partij kiest.
GEERT «Ja, maar dat is nu precies waar een bemiddelaar op wordt getraind. Stel, een vrouw aan je tafel zegt ‘Kinderen hebben toch meer een moeder dan een vader nodig.’ Als je geen zicht hebt op hoe jouw waarden en normen je reacties bepalen, is de kans groot dat je als mannelijk bemiddelaar partij gaat kiezen voor die man. Een belangrijk onderdeel van onze opleiding is dan ook leren wél inzicht te krijgen in hoe je waarden je gedrag en je tussenkomsten als bemiddelaar beïnvloeden.
»Ik ken veel mensen die gescheiden zijn op grond van feiten en bij de volgende rechtzaak toch een beroep doen op een bemiddelaar. Gisteren zag ik nog zo’n man. Hij had vreselijke spijt van de lelijke dingen die hij over zijn vrouw had laten noteren. Hij besefte heel goed dat een aantal zaken niet klopte, maar dat de advocaat die nodig had gehad om de zaak te winnen. Maar in de ogen van zijn vrouw had hij al die dingen gemeend. Snap je? Het lijkt minder pijnlijk om het aan advocaten over te laten, maar de procedure op grond van schuld dwingt je om elkaar te besmeuren en de kans bestaat dat het beeld dat je van elkaar overhoudt totaal vertekend is.»
HUMO Zal degene die verbaal het sterkst is bij zo’n bemiddeling niet het meest uit de brand slepen? Vrouwen hebben vaak voor hun kinderen hun ontwikkeling op een laag pitje gezet, halftime gewerkt en jaren pensioensparen ingeleverd. Daar wordt niet altijd genoeg rekening mee gehouden.
GEERT «Dan doet die bemiddelaar zijn werk niet goed. Maar ik kan me voorstellen dat dat weleens over het hoofd wordt gezien. Zo iemand die onderhandelt vanuit de positie: ‘Ik heb minder kansen gehad, ik ben thuis gebleven en ik wil compensatie,’ zie je sneller als een klager. Dat maakt haar een beetje onsympathiek. Een bemiddelaar moet dan een manier vinden om toch even hard voor de beide partijen te blijven werken en dat is niet altijd eenvoudig. Maar ik zei het al, daar worden we dus hard in getraind.
»Het enige nadeel is: als mensen kiezen voor bemiddeling, doen ze het werk voor een groot stuk zélf en dat is zwaar. Het is makkelijker het door een advocaat te laten doen; dan word je niet geconfronteerd met de ander en niet met jezelf. Maar bij ons kan je je wel nog een paar keer kwaad maken op de ander, en die ander kan toch eens zeggen: ‘Ik heb je misschien wel een beetje in de steek gelaten,’ en volgens mij, is de kans dan groter dat de overeenkomst stand houdt en dat niemand zijn woede via de kinderen afreageert.»
De nieuwe vader
EVERT (36) «Ik ben met onderlinge toestemming gescheiden, maar we hebben het niet goed geregeld. Mijn vrouw krijgt al het kindergeld, maar ik heb wel de helft van de kosten, want de kinderen wonen de helft van de tijd bij mij. Het huis heb ik ook voor een appel en ei aan haar gegeven. Ik ben weggegaan, dus misschien was ik zo mild uit een soort schuldgevoel. Maar goed, we zijn nu overeengekomen dat zij de kleren betaalt.
»Mijn vrouw is altijd blijven werken. Om beurten werkten we halftime om voor de kinderen te zorgen. We wilden na de scheiding ook allebei geen weekendouders worden, dus verhuizen de kinderen nu elke week. Mijn zoon begint te protesteren tegen dat verhuizen. Hij is zeventien en moet nogal wat meesleuren. Neen, een scheiding daar wordt niemand beter van.
»Mijn ex en ik zien elkaar nog veel, we hebben elkaars huissleutel, en zijn nog steeds bevriend. Wij dachten dat dat goed was, maar soms twijfel ik daaraan. Als we ruzie hadden gehad waren de dingen misschien duidelijker geweest. Dat verlangen dat alles weer goed zou komen, is heel lang bij de kinderen blijven leven.
»Ik heb wel het gevoel dat mijn leven, veel meer dan voor de scheiding, in het teken van de kinderen staat. Mijn vrouw en ik hadden altijd al verschillende ideeën over opvoeden, maar die verschillen worden steeds groter. Onze jongste moet nu een studierichting kiezen, maar ik heb echt het gevoel dat voor mijn ex alles al vaststaat en dat er niet meer over te praten valt. Wat zij kiest, lijkt mij echt niet het beste, maar ik heb de indruk dat het daar helemaal niet over gaat - dat ze met mij iets wil afrekenen. Omdat ik die scheiding gewild heb.»
HUMO Twintig jaar geleden werd nog in 80% van de gevallen de kinderen aan de moeder toegewezen.
VERSLUYS «Ja, maar de vader eiste ze toen ook nog niet op. Dat doet hij nu wel. De vaders hebben hun rol ontdekt. Vader-zijn is populair!»
HUMO Mannen die dolenthousiast zorgen en strijken, het blijft wennen.
STAEPELS «Ja, ik denk dat nog veel vrouwen de neiging hebben dat domein op te eisen en tussen de kinderen en de vader te gaan staan. En als de vader dan opeens alleen staat met de kinderen, merkt hij: ‘Goh, eigenlijk kan ik dit ook - ik kan ook een relatie met die kinderen opbouwen.’
»En er zijn ook nog steeds mannen die door de schok van de scheidingscrisis beseffen: ‘Ik ben nu vijftien jaar nergens anders mee bezig geweest dan mijn carrière,’ hun prioriteiten verleggen en hun kinderen ontdekken.
»Maar we moeten ook niet overdrijven, er zijn ook nog steeds een heleboel mannen bij wie dat niet gebeurt. In Nederland hebben tussen de dertig en veertig procent van de gescheiden mannen geen contact meer met hun kinderen - het bezoekrecht verwaterde omdat ze geen zin meer hadden in ruzie, omdat hun tweede vrouw dat niet wilde, of gewoon uit sociale onhandigheid, omdat ze niet weten hoe ze dat contact moeten maken. Dat is heel jammer voor die kinderen.»
De huisman
KRIS (36) «Toen de mijnen in Limburg werden gesloten, had mijn vrouw een goedbetaalde job. Wij hebben toen besloten dat ik zou proberen voor de kinderen te zorgen. Zij werkte aan haar carrière.
»Ik kon altijd al goed met kinderen opschieten. Ik had er ook geen enkele moeite mee de was en de strijk te doen en voor de kinderen te zorgen. Ik voelde me goed in die rol. Ook op mijn voetbalclub keek niemand raar, ze bewonderden het eerder dat een man voor drie kinderen zorgde. Maar op haar werk, dáár werd het niet aanvaard: ‘Jij kan toch veel beter?’ moeten ze tegen haar gezegd hebben. Na vijf jaar stond haar carrière op de rails, en toen kreeg ik het te horen: ‘Ik wil vrij zijn, en van het leven profiteren. Jij bent te min voor mij.’
»We wilden scheiden met onderlinge toestemming, maar er waren te veel conflicten, vooral over de kinderen. Zij wilde de kinderen houden. Ik stelde duidelijk: ‘Ik zorg al vijf jaar voor ze en jij werkt van zes tot zes, dus laat de kinderen in de week bij mij.’ Ik begreep helemaal niet waarom zij de kinderen opeens absoluut ook in de week wilde hebben. Ik denk dat ze bang was voor gezichtsverlies: een moeder die haar kinderen niet toegewezen krijgt! Terwijl ze tijdens ons huwelijk vaak zei: ‘Wat jij voor de kinderen doet, zou ik nooit kunnen.’ Zij is een nogal gejaagd type.
»Zij heeft de hoofdeis ingediend: twaalf bezwarende feiten. Op elf punten heeft ze ongelijk gekregen. Ik heb haar ‘s ochtends om vijf uur door een deurwaarder laten betrappen op overspel - er was natuurlijk een ander, een collega. Ik had haar daarmee al eens in een hotelbed gevonden.
»Ik kreeg het hoederecht en toen is ze in beroep gegaan en echt met slijk gaan gooien: de kleren die ik kocht waren niet goed, ik was een slechte vader, liet de kinderen ‘s nachts alleen, blabla. Er kwam een sociaal onderzoek. De maatschappelijk werkster had het meteen over een twee-verblijfsregeling: kinderen moesten toch meer bij de moeder zijn. ‘Help!’ dacht ik. Ik ben me gaan informeren bij de BGMK (Belangenvereniging van gescheiden mannen met minderjarige kinderen) Bij het volgende bezoek kon ik goed uitleggen waarom een moeder niet per definitie de beste opvoeder is. Ze hebben ook nog gepraat met de huisdokter en de leraren. Iedereen zei dat ik de kinderen het meeste structuur kon geven.
»Op een gegeven moment wilden de kinderen niet meer in het weekend naar haar toe. Wat bleek: ze was te weten gekomen dat de kinderen een brief naar de rechtbank konden schrijven in de trant van: ‘Ik wil bij mama wonen.’ Weekend na weekend had ze hen een voorbeeld voor de neus gelegd om over te schrijven. De kinderen zijn blijven weigeren, en wilden ook niet meer naar haar toe.
»Ze is nog ettelijke malen naar de jeugdrechtbank getrokken. Bij het laatste proces heb ik toegestemd in gezags-co-ouderschap, maar ze heeft nog maar eens om de veertien dagen bezoekrecht. De kinderen wilden ook een weekend bij mij zijn. Ze heeft het opgegeven. Het gaat beter nu.
»Ze verdient zo’n 5.000 euro per maand en ik krijg 150 euro per kind, het minimum. Om dat voor elkaar te krijgen is ze tijdens het onderzoek expres halftime gaan werken. Met de paasvakantie gaat ze met alledrie op skivakantie. Dat kost haar 5000 euro, maar wat kan haar dat schelen. Ze heeft het al geprobeerd, hoor, met mijn zoon: ‘Als je bij mij komt wonen, krijg je een auto.’ Maar hij trapt er niet in.
»Ik heb nu weer een relatie. Mijn vriendin heeft ook drie kinderen. We wonen niet samen. Mijn kinderen komen op de eerste plaats, dat is het eerste dat ik tegen haar gezegd heb: ‘Mijn kinderen gaan voor alles. Ik heb niet voor niets zo hard voor ze gevochten.’»
HUMO Veel mensen hebben na een scheiding het gevoel dat hun hele levensproject is mislukt.
STAEPELS «Steeds meer mensen ervaren het als een persoonlijk falen. Dat komt ook omdat we steeds meer van relaties verwachten. Het is een cliché, maar vroeger waren vrouwen al blij als hun man niet te veel dronk en zijn geld niet verkwanselde. Nu willen we: een goeie vriendschap, iemand die je begrijpt, steunt met je carrière, helpt met de kinderen, superseks... Maar je haalt het alleen maar met iemand als je verdraagt dat er ook hier en daar een gebrek is. En dát vinden we te moeilijk, want we worden van alle kanten bestookt met het absurde idee dat alles maakbaar is: the sky is the limit. Alles kan, als je maar wilt! Maar alles kan helemaal niét, zeker niet in relaties.»