null Beeld Marco Mertens
Beeld Marco Mertens

het lieve leven en hoe het te lijden

Will Tura: ‘Vanaf mijn twaalfde stond ik geregeld op het podium – eigenlijk was het kinderarbeid, maar ik deed het graag’

Wilfried Henderickx

Wanneer ik terugkijk op mijn leven De tijd heeft nooit een dag op mij gewacht Er is zo veel wat mij is bijgebleven Ik herinner me nog bijna elke dag

Uit: ‘Winter’, gezongen door Will Tura

Dit interview verscheen voor het eerst in Humo op 14 augustus 2012

Het lieve leven heeft zo zijn kuren. Het geeft en het neemt, het maakt en het breekt, het beloont en het straft. Vaak zonder enige logica. Meestal zonder grond. En dikwijls bijzonder onrechtvaardig. Wie de dikste aardbeien het eerst opeet, vindt op middelbare leeftijd niets meer in het mandje. En wie ze opspaart voor z’n oude dag, eindigt met een korf rotte vruchten.

Het wonderlijke aan het leven van Will Tura (72), Arthur Blanckaert voor vrouw en kinderen, is de hoge en gelijkmatige loop ervan. Naar eigen zeggen dankt hij die niet aan zijn talent – tot op de dag van heden koestert hij hevige twijfels daaromtrent – maar aan zijn beroepsernst en zijn noeste werklust. Taai volgehouden West-Vlaams arbeidsethos. Tura staat al drieënzestig jaar op de planken, heeft meer dan tienduizend optredens weggegeven (eat your heart out, Tom Barman) en ruim zeshonderd liedjes op plaat gezet (begin al maar te dromen, Stef Kamil). ‘Grote Mijnheer’ heet dat in het milieu. Tura heeft in zijn eentje de helft van zijn collega’s begraven. De andere helft hangt uitgeteld in de touwen. Hij begon als een zingend en accordeonspelend wonderkind, groeide uit tot de Vlaamse James Dean, en heerst vandaag als door het leven gelouterde Wijze over generaties epigonen. Chapeau! Wills dochter, de ravissante Sandy Blanckaert, misschien wel zijn mooiste creatie, heeft haar beroemde vader met twee boeken vereerd. Het eerste, gewoon ‘Will Tura’ (Houtekiet, 2009) geheten, is een zeer lezenswaardige en bijzonder openhartige biografie. Het tweede, ‘Will Tura: een leven in beeld’ (Lido, 2012), is een album boordevol onthutsende en onthullende foto’s van de zanger. Vooral de zwart-witbeelden, waaronder enkele genuine Herman Selleslags, vervullen je met nostalgie naar een tijd die nooit meer terugkomt. Ik interview Tura in de lobby van het Brusselse Conradhotel. Hij ziet er afgetraind uit, in strakke jeans en soepele gympen. Dochter Sandy zorgt voor tea & sympathy en nog veel meer, maar zal na een halfuur discreet wegsluipen, omdat ze heeft begrepen dat haar vader bezig is aan een dijk van een interview.

HUMO Als voorbereiding op dit gesprek heb ik ‘Ik ben een zanger’, je jongste plaat, aandachtig beluisterd. En voorwaar: op het vierde nummer, ‘Winter’, heb ik staan slowen met mijn Allerliefste.

SANDY BLANCKAERT «Er zit veel emo op papa’s laatste plaat. ‘Winter’ komt in de buurt van hoe hij op een podium zingt. Dat nummer heeft me gepakt, echt waar.»

WILL TURA «‘Winter’ klinkt als een terugblik, hè. Als een afscheid – maar daarvoor is het nog wat te vroeg (glimlacht). Het is een tekst van Peter van Noort, op muziek van Frank Verkooyen. Ik zing het vol overgave en gevoel. Dat is wat de mensen tegenwoordig van me verwachten: mooie teksten, op een gevoelige melodie.»

HUMO Je stond, zo blijkt uit je fotoboek, al van je negende op de planken.

TURA «Ik trad op in cowboykostuum en mocht dan één liedje zingen. Later werden dat er twee, en zo is het beginnen te lopen. Vanaf mijn twaalfde stond ik geregeld op het podium – eigenlijk was het kinderarbeid, maar ik deed het graag. Als ik niet had gezongen, zou ik beroepsmuzikant geworden zijn: pianist of gitarist.

»Op school was ik gewoon slecht. ’s Maandags klonk het: ‘Tuur Blanckaert is er weer niet...’ Gelukkig had de school me nodig voor het koor: ik begeleidde het met mijn accordeon, en mijn vriendjes vonden dat fantastisch. Al van zeer jong ging ik naar de muziekschool, waar ik helemaal in opging: tijdens het examen wiskunde zat ik verdorie muziek te schrijven. De leraar stuurde me boos naar de directeur, en die haalde er later mijn moeder bij: ‘Als hij echt met niets anders bezig is, laat hem dan maar doorgaan in de muziek.’ Maar: het hoorde serieus te gebeuren. Voor mijn eerste accordeon hebben mijn ouders zich het brood uit de mond gespaard. Dat ben ik nooit vergeten.

»In die jaren maakten Bobbejaan Schoepen, Jean Walter, La Esterella en Bob Benny het mooie weer. Als Bobbejaan in Veurne optrad in een tent, nodigde hij mij, een snotneus, uit op het podium, zette me zijn cowboyhoed op, en liet me zingen of jodelen.»

HUMO Je groeide op in het nachtleven?

TURA «Ja, maar ik had een chaperon: de saxofonist van De Nachtvlinders, het orkest waarmee ik optrad. Hij lette erop dat ik het netjes hield: ‘Ik zorg wel voor Tuur!’

»Moeder hamerde er altijd op dat ik niet amateuristisch mocht werken. Dat was mijn eerste grote les: wees eerlijk en gá ervoor. De Nachtvlinders speelden vooral jazz en blues – daar ben ik mee opgegroeid. Op mijn veertiende, vijftiende was ik een volleerd accordeonist en won enkele prijzen. Nadien ben ik ook piano gaan spelen, en rond mijn zeventien gitaar.

»Maar boven alles werd duidelijk dat ik kon componeren. Ik was drie jaar naar het conservatorium geweest en las vlot muziek. Snel begon ik te improviseren. En de leraars die zo’n improvisatie hoorden, zeiden: ‘Jij bent verdorie een heuse componist!’ Later hebben zelfs The Four Aces muziek van mij opgenomen. Van mijn huidige repertoire bestaat toch wel tachtig procent uit eigen composities.»

HUMO Ik wed dat je, met dat soort leven, een vroegrijp baasje was.

TURA «Dat kon niet anders. Ik zag... te veel, hè. Mijn moeder sprak er onze deken ’ns over aan: ‘Onze Tuur ziet al die danseressen op de scène. Kan dat geen kwaad?’ En de deken: ‘Madamtje, Tuur is wie hij is. Ge kunt hem toch niet tegenhouden.’»

HUMO Als snotneus zat je in dat milieu tussen uitsluitend volwassenen – ’s nachts dan nog. Ben je niet in de verleiding gekomen om al zeer jong te beginnen drinken?

TURA «Die verleiding was er. Maar ik dacht: ‘Als ik me nu laat gaan, kan ik morgen niet zingen.’ Ik ben altijd bekommerd geweest om mijn stem. Op school was ik de keeper van het voetbalelftal: zo hoefde ik niet veel te lopen en raakte ik niet bezweet – als zanger ben je als de dood om verkouden te raken. En tot op de dag van vandaag draag ik zo veel mogelijk een sjaal. Die ik overal laat liggen. Zoals ook nu weer, blijkbaar.»

HUMO In het boek van Sandy lees ik dat je aan één oor voor tachtig procent doof bent, al van bij je geboorte. Heeft dat je nooit gehinderd?

TURA «Ik denk net het tegenovergestelde: door al die jaren optreden is mijn goede oor overtraind. Ik heb nog altijd een perfect gehoor. Wanneer ik met Francis Bay opnam, had ik maar één wenk nodig om een liedje aan te passen. Bay was een echte professional, en die kreeg het snel op zijn heupen als hij met een knoeiende amateur te maken kreeg.»

HUMO Je hebt altijd bekend gestaan als the hardest working man in town: is dat het beruchte West-Vlaamse arbeidsethos?

TURA «Ik heb meer dan tienduizend optredens gegeven. Vaak trad ik achtentwintig keer per maand op, en dat jarenlang. Die training heeft me gestaald. In mijn fotoboek heb ik enkele pagina’s uit mijn agenda’s uit de jaren zestig laten afdrukken: het is gewoon hallucinant. Mijn pa zei altijd: ‘Van hard werken ga je heus niet dood.’»

HUMO Eens West-Vlaming, altijd West-Vlaming?

TURA «Absoluut. Ik werk als een West-Vlaming, denk als een West-Vlaming, reageer als een West-Vlaming. En ik ben een Leeuw, hè. Ik ben expansief, vat de stier meteen bij de horens. »Als je zoals ik een eigen band onder je hoede hebt, je hele leven lang, word je vanzelf een leidersfiguur. Ik heb ook nooit met een impresario of een manager gewerkt: wat je zelf doet, doe je beter. Mijn oudste broer Staf heeft me altijd geholpen, maar hij voerde uit wat ik had beslist (lacht). Hij is achtendertig jaar lang bij me gebleven als klank- en lichtman, en hij regelde alle contracten voor mijn optredens.»

HUMO Zeer in het algemeen geldt: ‘Bij Will Tura krijgt het publiek waar voor z’n geld.’ Je maakt je er nooit zomaar van af.

TURA «Mooi dat je dat opmerkt, want dat is altijd de leuze van mijn broer en mezelf geweest: we moeten ervoor zorgen dat de mensen in de zaal tevreden naar huis terugkeren. Dat ze iets aan hun avond hebben gehad. Je best doen, dat stond altijd centraal. Alles geven.»

null Beeld Marco Mertens
Beeld Marco Mertens

*** Ik ben zo eenzaam zonder jou Niets kan mij binden bij m’n vrienden Bij hen kan ik het niet meer vinden Het liefste ben ik dicht bij jou Ik ben zo eenzaam zonder jou Ook als het dansorkest gaat spelen Want dansen gaat mij gauw vervelen Als ik jou niet in m’n armen hou ***

HUMO Wanneer kreeg je voor het eerst het gevoel: ‘Ik ben geen kind meer, ik ben volwassen’?

TURA «De echte Will Tura is opgestaan toen ik mijn eerste hit heb gescoord. ‘Eenzaam zonder jou’ heeft alles in een stroomversnelling gebracht. Toen Sandy met Lukstje (radio- en tv-maker Luk Alloo, red.) trouwde, wilde ze per se dat ik ‘Eenzaam zonder jou’ voor haar zong.»

BLANCKAERT «Ik was meer naar pa aan het kijken dan naar Luk (schatert het uit)

TURA «Plotseling stond ik in het middelpunt van de belangstelling. Het volk stroomde toe, ik kwam op de radio, ik werd geïnterviewd. Toen besefte ik: ‘Hé, hier is iets gaande!’ Voordien had ik nooit echt gescoord. Ik verkocht wel wat platen, maar de optredens waren veel belangrijker.

»‘Eenzaam zonder jou’ was één van mijn eerste eigen composities. Voordien bracht ik vooral uit het Engels of het Frans vertaalde nummers: ‘Love Your Ponytail’ werd dan ‘Oh! Paardestaart’. Maar de muziek van ‘Eenzaam zonder jou’ had ik helemaal zelf geschreven, op tekst van Ke Riema en Van Aleda.

»Onverwacht kreeg ik de beloning voor al die jaren van hard werken. Al mijn dromen werden werkelijkheid. Het succes maakte dat ik minder een speelvogel werd en meer een echte professional. Want ook daarin reageerde ik op z’n West-Vlaams: ‘Je hebt succes, nu moet je dat ook leren vasthouden. Want het gaat tenslotte maar om een liedje. En niets is zo vluchtig als een liedje.’ (lacht)»

HUMO Je liet je hoofd niet op hol brengen?

TURA «Wanneer ik succes had, voelde ik alleen de aandrang om nog harder te werken. Wanneer ik een hit scoorde, dacht ik meteen aan de volgende. Een West-Vlaming heeft het moeilijk met genieten, hè. Genieten is er voor als je uitgezongen bent.

»Die nuchterheid heeft me alleen maar voordeel gebracht. Ze had er, denk ik, vooral mee te maken dat ik al van zo jong op de planken stond: toen ik doorbrak, had ik mijn leergeld al betaald. Tegenwoordig worden jonge gasten vanuit het niets, met één nummer, wereldvedettes. Voor enkele maanden. De business verbrandt je voor je het weet.

»Ik was mijn platencarrière begonnen onder de hoede van ‘vader’ Jacques Kluger. Na diens dood had zoon Jean het van ’m overgenomen. En Jean had hetzelfde gevoel bij ‘Eenzaam zonder jou’ als ik: ‘We moeten nú het ijzer smeden.’

»Met Jean Kluger heb ik meer dan vijftig jaar samengewerkt. Reken uit: één plaat per jaar, twaalf liedjes per plaat – dat maakt samen ruim zeshonderd liedjes.»

HUMO Hoe componeer jij een nieuwe song: ga je voort op de door een ander aangeleverde tekst, of bedenk je eerst de muziek?

TURA «Altijd eerst de muziek. Neem nu ‘Eenzaam zonder jou’: ik had een leuk vriendinnetje, en terwijl ik aan haar dacht, ergens in het zuiden van Frankrijk, sloeg ik wat akkoorden aan. Ik noteerde die op enkele bierviltjes en schreef erboven: ‘Lonely’. Thuisgekomen gaf ik die viltjes door aan de tekstschrijver en vertelde wat ik erbij had gevoeld. En hij heeft mijn muziek en emoties vervolgens in woorden vertaald.

»Ik schreef als jonge gast vaak zomaar wat muziek – niet eens bedoeld voor songs, gewoon lekkere melodieën die ik vaak weggooide of gewoon kwijtspeelde. Op een mooie dag vroeg mijnheer Kluger me: ‘Heb je wat liggen?’ Ik gaf hem zo’n stapel bierkaartjes. Waaronder ‘Eenzaam zonder jou’! Mijn moeder had die kaartjes bijna weggegooid, terwijl ze m’n was deed. »‘Heimwee naar huis’ is ook zo ontstaan: gewoon wat improviseren op mijn accordeon. Jean Kluger hoorde dat en bedacht er meteen de titel bij. Je hoort het golven van de zee in dat liedje, er zit een snik in (neuriet enkele regels)

HUMO Nogal wat componisten beweren dat ze hun nummers niet echt componeren: de noten hangen al in de lucht, ze hebben ze maar te grijpen. Herken je dat?

TURA «Ja, hoor. Je voelt die dingen, je reageert op sferen. Na een bal bleef ik soms nog wat piano zitten spelen, gewoon voor m’n plezier, en plotseling rolde er iets uit waarvan ik dacht: ‘Hey...’ Veel gebeurde onderweg, als ik van een optreden naar huis reed. Dan zette ik thuis de oogst snel op papier. Of ik stopte midden in de nacht langs de autosnelweg, greep mijn gitaar en legde de akkoorden vast. Op reis nam ik altijd een kleine goedkope studiegitaar mee, en zo heb ik ‘Arrivederci Maria’ gecomponeerd, gewoon omdat ik gepakt was door de sfeer en de mensen aan de Spaanse kust. Het zijn momentopnames. Goedgehumeurd zijn helpt.»

*** De sportwagens raasden voorbij De snelste van allen was hij Een botsing bracht hem van de baan Juist toen hij ’t record wilde slaan Arme Joe, arme Joe Geen geluk voor jou Arme Joe ***

HUMO Je beste nummers zijn vaak melancholisch van toon. Er zit een zekere weemoed in, waarvan ik me afvraag: hoort die ook bij je ziel?

TURA (zwijgt even) «Ik denk het wel. Aan de basis ben ik een wee-moedig man. De up-temponummers werden vaak door Jean Kluger of anderen aangebracht. En daar was ik hen dankbaar voor: je kunt niet twee uur lang triestige liedjes voor een groot publiek staan zingen.»

HUMO Maar de mineur overheerst?

TURA «Ik ben zeer vatbaar voor ontroering, makkelijk te kwetsen ook. Dat emotionele heeft van jongs af aan in me gezeten. Romantiek en melancholie liggen dicht bij elkaar. Als hier een piano staat, zal ik er meteen een mineurakkoord op aanslaan. En geen do-majeur (lacht).

»Ik heb in majeur gecomponeerd, hoor. ‘De Rode Duivels gaan naar Spanje’, bijvoorbeeld: Jo met de Banjo (Jo De Clercq, red.) had zijn tekst al klaar, en binnen het kwartier lag de muzikale hoofdlijn er. ‘Goodbye Elvis’ is ook wel up-tempo. Maar ‘Arme Joe’ heeft weer dat schrijnende.»

HUMO En ‘Linda’ – mijn favoriet – is de tristesse ten top. Met een tragische verhaallijn erbovenop:

*** Doch nee dit is de waarheid niet maar je hebt nog zo’n verdriet dat ik jou onmogelijk zeggen kan waar ik gisteren Linda zag en hoe stralend mooi ze was in de armen van een andere man Linda denkt aan jou niet meer want ze heeft geen enkele keer naar jou gevraagd naar jou gevraagd ***

HUMO Terug naar ons uitgangspunt: wat hebben de grote namen in je carrière je geleerd? Waar hebben ze je het goede – of het slechte – voorbeeld gegeven? Laten we beginnen met Jacques ‘Mijnheer’ Kluger.

TURA «Hij heeft me boven alles geleerd dat een nieuw liedje voor honderd procent hoorde te kloppen met wat je voelde. Je moet niet iets bedenken, je moet het scheppen: dat zijn twee totaal verschillende bezigheden. Bedenken is maakwerk, scheppen is een zaak van het hart.

»Jacques Kluger was een wereldreiziger. En van elke reis kwam hij terug met cassettes vol muziek die hem op de één of andere wijze had gepakt. Zo’n nieuw liedje zette ik dan naar mijn eigen hand. En zo ben ik, beetje bij beetje, tot een eigen stijl gekomen, de Will Tura-stijl. Kluger geloofde in me, en hij liet me dat ook voelen. Hij gaf me zelfvertrouwen.

»Om eerlijk te zijn: op mijn eerste platen ben ik niet zo trots – en dat is een understatement. Ik vond die vroege nummers flauw en inspiratieloos. Maar gelukkig ben ik gegroeid. Ik heb altijd gestreefd naar zelfverbetering.»

HUMO Perfectionist?

TURA «Laten we zeggen: perfectionist in wat ik kan. Ik heb vaak sterk getwijfeld aan mijn eigen talent: ‘Is het goed genoeg?’

»Op een bepaald ogenblik ben ik gestopt met bals. Ik wilde hogerop, naar de culturele centra en de zalen. Licht uit, en spot op de zanger. Toen ik voor het eerst in de Stadsschouwburg van Leuven stond... Dat was echt doodgaan. En toen het lukte, voelde ik me zo fantastisch... Ik kan die voldoening nu nog proeven.»

null Beeld Marco Mertens
Beeld Marco Mertens

HUMO Wie waren je lichtende voorbeelden in het metier? Gilbert Bécaud en Charles Aznavour, ver-onderstel ik?

TURA «Vooral Bécaud. Ik kende hem niet, en Jean Kluger vond dat een gat in mijn cultuur – hij heeft mij echt opgevoed, hè. Dus nam hij me mee naar de Olympia in Parijs, voor een concert van Bécaud. Jezus, ik viel van mijn stoel! Ik kende onvoldoende Frans om al die teksten te begrijpen, maar dat was niet eens nodig. Wat een talent! Bécaud heeft me pas echt met de showmanshipmicrobe besmet. De manier waarop hij zijn nummers bracht. De dynamiek van die man. Zijn uitstraling. En dan zijn diversiteit: hoe hij alle genres aankon en afwisselde.

»Bécaud was een schitterende componist. Een begaafde pianist, ook. En ik... zat een beetje in dat vaarwater. Ik dacht er niet aan me te gaan vergelijken met zo’n grote ster. Maar ik herkende veel. Die melodieën!»

HUMO Enkele van je nummers zijn gecoverd door internationale artiesten. Zelfs Aretha Franklin stond naar verluidt in de rij voor een Tura-nummer.

TURA «Toen ik op vakantie naar Amerika trok, had ik een introductiebrief van Jean Kluger bij me. Daardoor werd ik ontvangen door mister Schuster, één van de grote bazen van Columbia Records, en ik liet hem enkele van mijn elpees horen. De man was niet meteen onder de indruk: hij luisterde amper vijftien seconden naar een liedje, gooide de naald op het volgende en scande zo in enkele minuten de hele plaat af. ‘Nice, Will, but it’s too continental’: dat was zo ongeveer zijn oordeel.

»Als allerlaatste presenteerde ik hem een nummer dat ik net had geschreven, iets in de gospeltraditie, een demo eigenlijk: ‘It Takes a Lot of Love’. Nou, mijnheer Schuster was plotseling één en al aandacht. Hij luisterde het hele nummer uit, haalde er zijn assistent bij, liet het nog eens horen, en werd almaar enthousiaster. Ik durfde nauwelijks te ademen. ‘Don’t you think Aretha could do this?’ vroeg hij aan zijn assistent. Ik kon mijn oren niet geloven. Aretha Franklin, dat was één van mijn heldinnen.

»Veel later, allang terug thuis, kreeg ik reactie van Columbia: ‘Mag mister Schuster een eigen tekst op de melodie van ‘It Takes a Lot of Love’ schrijven?’ Zo kreeg hij een deel van de royalty’s, begrijp je. Maar dat nummer hád al een Engelse tekstschrijver: Jill King. Die twee hebben nog wat over en weer gecorrespondeerd, over de royalty’s natuurlijk, en uiteindelijk is het project in het water gevallen.»

HUMO ’t Zou anders mooi geweest zijn: ‘Aretha Franklin Sings Will Tura’...

TURA «Jammer, hè? Maar er zijn ook artiesten bij wie het gelukt is. Caterina Valente, Betty Curtis, Digno Garcia, hebben muziek van mij opgenomen. (Mijmerend) Eigenlijk had ik het vliegtuig moeten nemen om enkele maanden in Nashville te gaan wonen. ’t Was altijd hetzelfde: geen tijd. Ik bleef maar van het ene optreden naar het andere hollen, en mijn agenda was altijd een heel jaar vooruit volgeboekt.

»Ik heb te vaak opgetreden, zonder meer. Van 1962 tot 1975 heb ik als een gek gewerkt. Eén week vakantie per jaar, en dat was het. En zelfs dan zat ik nog aan muziek te denken. Vakantie, dat betekende voor mij: één weekend niet optreden. Dan trok ik met vrouw en kinderen naar Cannes, doodgelukkig dat ik eens niet hoefde.»

HUMO Werd je dan gedwongen?

TURA «Ik was simpelweg verslaafd. Verslaafd aan mijn muziek, verslaafd aan het hele ritueel: ’s ochtends uitslapen, de rit naar één of andere Vlaamse uithoek, kennismaken met de organisatoren, soundcheck, het optreden zelf, applaus, handtekeningen uitdelen en dan, diep in de nacht, de rit terug naar huis. Dat was mijn leven. Als ik daarvan afweek, voelde ik een leegte. En de volgende dag was ik dubbel blij dat ik weer op mocht.

»Nu denk ik: had ik maar ’ns een sabbatjaar genomen. Herbronnen. Maar ik stelde het almaar uit.»

HUMO Vandaag de dag doe je het eindelijk wat rustiger.

TURA «Zo’n vijf jaar geleden zijn Jenny (zijn vrouw, red.) en ik tegenover elkaar gaan zitten: ‘Zo kan het niet verder, Arthur,’ zei ze. ‘Laten we het systeem veranderen.’ Zo zijn we uitgekomen op vijftig optredens per jaar, maximaal. Dit jaar zijn het er vijfenvijftig: paar doodzondetjes erbij (lacht)

HUMO Je staat vaak meer dan twee uur op de planken: om dat vol te houden, op jouw leeftijd, moet je topfit zijn.

TURA «Man! Vroeger, toen ik nog bals speelde, duurde het véél langer.

»Ik ga nog iedere dag joggen – ook vandaag, nu ik een dagje vrij heb. Het is een gezonde drug: ik slik geen medicijnen, heb geen uppers nodig. Mijn medicijn is het bos naast mijn huis. Daar doe ik mijn ochtendlijke loop.»

HUMO Voel je op het podium dat er sleet op je kracht en uithouding komt?

TURA «De power is er nog altijd. Als er al iets achteruitgaat, is het mijn geheugen. De gevreesde black-out! Gelukkig beschik ik over voldoende metier om mezelf uit zo’n situatie te slepen en improviseer ik meteen iets. Fans komen me nadien opzoeken: ‘Will, die tekst klopte niet, hè?’»

HUMO We hebben tot nog toe alleen maar de hoogtepunten uit je carrière belicht, maar er zijn ongetwijfeld ook dieptepunten geweest.

TURA «Eind jaren zestig, in volle ‘Eenzaam zonder jou’-euforie, heb ik één keer een serieuze inzinking gehad. Een échte. Ik ging naar de dokter: ‘Ik kan niet meer.’ Die man stuurde me meteen naar Palma de Mallorca, waar hij altijd naartoe trok als hij erdoor zat. Ik heb me daar op mijn bed gegooid, met mijn kleren aan, en heb anderhalve dag aan één stuk geslapen. Uitgeput.»

HUMO En niemand die het had zien aankomen?

TURA «Er waren wel wat signalen. Ik werd wild met mijn auto, reed te hard, was geprikkeld. Mijn lichaam zei: ‘Stoppen.’ En mijn geest zei: ‘Doorgaan.’ Zoiets wordt afgestraft, natuurlijk. Mijn conditie heeft me gelukkig gered: na veertien dagen Palma kon ik er weer tegenaan.

»Mijn tweede tik heb ik gekregen toen Staf gestorven is. Achtendertig jaar lang hadden we samen opgetrokken, en plotseling was hij er niet meer. Ik dacht er ernstig aan een punt achter mijn carrière te zetten: ‘Staf is er niet meer, dus stop ik zelf.’ Uiteindelijk ben ik uit die put geraakt door de gebruikelijke therapie: weer volop en voluit gaan zingen.

»Hier komt een mooie les: als je aan de top wilt blijven, moet je sterk zijn. Moedig zijn. Hoofdje niet laten hangen.»

null Beeld Marco Mertens
Beeld Marco Mertens

‘VERBODEN DROMEN’

HUMO Van de hedendaagse Angelsaksische vedetten is geweten dat ze hun fans vaak minachten, maar jij hebt de jouwe altijd met geduld en dankbaarheid benaderd. Om niet te zeggen: met liefde.

TURA «De fans en Will Tura (lacht). Je kunt fan zijn van Bob Dylan of Bruce Springsteen, maar die supersterren worden hermetisch van hun publiek gescheiden – door managers en ander personeel dat daarvoor betaald wordt. Terwijl ik die Vlaamse zanger ben gebleven die tijd maakt voor zijn fans.

»Het is me weleens verweten dat ik het erom doe, maar dat is niet zo. Ik respecteer mijn publiek en geef het waar het volgens mij recht op heeft. Ik heb geen persoonlijke security die me na een optreden snel-snel naar mijn auto brengt; ik blijf, als ik mij goed voel, wat hangen, deel handtekeningen uit, maak een praatje en een grap, ga al ’ns op de foto, en that’s it. En ja, ik heb veel gedaan voor mensen met een handicap, voor het goede doel. Waar-om niet? In De Haan, in het Zeepreventorium bij dokter Alexander, ging ik voor de kinderen zingen, gewoon met mijn gitaartje. Gratis. Ik was jong en ik had de kracht om dat allemaal te doen. Dat soort dingen heeft Will Tura... gemáákt. Het is mijn imago. Maar het is oprecht. Je legt je bloot in Vlaanderen, de zalen zitten bomvol. Dan vind ik: je mag die mensen wat teruggeven. Zonder hen zou ik... niet meer bestaan.»

HUMO Dat trouwe publiek heeft je wel een flinke stuiver opgeleverd. In 1962 trad je al op voor 4.000 Belgische frank per avond...

TURA «Nu is het íéts meer (lacht)

HUMO Waar ik naartoe wil: die 4.000 frank was een enorme som – een half maandloon, schat ik. En jij trad driehonderd keer per jaar op. De rekening is snel gemaakt: ik praat hier met een rijk man.

TURA «Dat klopt. Ik heb goed geboerd. En ben altijd zorgzaam met het verdiende geld omgesprongen. Veel belastingen betaald, ook (lacht). Werken hoef ik allang niet meer: ik kan op mijn twee oren slapen.»

HUMO Je was ook gul. Uit de knipselmap leer ik dat je in je jonge jaren een nieuw huis voor je ouders hebt laten bouwen.

TURA «In Steenokkerzeel was dat.

»Ik ben vrijgevig, ja. Maar altijd vanuit het besef: ‘Misschien blijft die rijkdom niet duren.’ Dat had ik al aan het begin van mijn carrière. Dan nam ik toch maar weer een nieuwe reeks optredens aan, want altijd was er die angst: ‘Straks lusten ze me niet meer, en dan is het voorbij.’ Wat blijkt: het is nooit voorbijgegaan (lacht).

»Toen ik Jenny leerde kennen, was er hetzelfde gevoel: ‘Wanneer bekend raakt dat ik met een mooie jonge vrouw ga trouwen, zal ik mijn fans verliezen.’ Kijk naar The Beatles: John Lennon was als de dood dat uit zou komen dat hij met Cynthia getrouwd was. Zo ging dat in die jaren: je hield je vriendinnetjes angstvallig uit de pers.»

HUMO In die mate dat weleens gedacht werd: ‘Zou Tura voor de heren zijn?’

TURA «Ik speelde daar zelf op in (hilariteit). De platenfirma schilderde mij in de gespecialiseerde pers af als ‘de meest begeerde vrijgezel van Vlaanderen’. En ik sprak dat niet tegen.

»Toen het echt te belachelijk werd, heb ik Jenny officieel aan de media voorgesteld. En... de fans zijn gebleven. Ze namen het me niet kwalijk. Ik was echt de eerste in Vlaanderen die zo handelde. De anderen, Jimmy Frey, Willy Sommers, zijn later gevolgd.

»Jenny en ik waren op huwelijksreis in Sri Lanka toen beelden van ons huwelijk in het televisie-programma ‘Echo’ verschenen. Jean Kluger telexte mij: ‘Jenny in alle Vlaamse huiskamers. Uitstekend bevallen!’ Ik had net een liedje: ‘Verboden dromen’ (lacht). Wel, dat ging – boenk – naar nummer één. We bespeelden dat.»

HUMO In 1972 kreeg je een fameuze financiële knauw: plotseling diende je achterstallige sociale bijdragen voor de leden van je orkest te betalen. Je bent van voren af aan moeten beginnen.

TURA «We werkten toen vrij amateuristisch: van een echte boekhouding was geen sprake. ’t Was geen onwil, eerder onkunde. Het is mij ooit overkomen dat de belastinginspecteur mij affiches onder de neus duwde: ‘Op die en die avond heb je daar en daar gewerkt. En niets aangegeven!’ Vanaf dat voorval ben ik de zaken echt professioneel gaan aanpakken.»

HET TURALAATJE

TURA «Mijn kinderen zijn nooit de kinderen van Will Tura geweest; ze zijn altijd de kinderen van Arthur Blanckaert gebleven. Als ik een nieuwe plaat uit had, heb ik nooit geroepen: ‘Gastjes, ga zitten en luister naar wat papa nu weer heeft gemaakt.’

»Will Tura, de zanger, en Arthur Blanckaert, de vader en echtgenoot: dat zijn twee volkomen gescheiden werelden. Mijn dochter was een jaar of vier oud toen ze mij voor het eerst op tv zag: het arme kind begreep er niets van. Ik heb haar op mijn schoot genomen: ‘Sandy’tje, ja, dat is papa. Maar voor de mensen is dat Will Tura.’ Een andere keer kwam ze van school en zei, half ver-wijtend: ‘Papa, Sven van om de hoek heeft gezegd dat jij Will Tura bent.’ En ik: ‘Wat heb je geantwoord?’ En Sandy weer: ‘Dat het niet waar is. Jij bent Will Tura niet, hè. Jij bent papa.’ Schitterend, toch?»

HUMO Maak je ook voor jezelf dat onderscheid? Heb je een knop waarmee je Will Tura aan– en uitschakelt?

TURA «Absoluut. Als ik thuis de garage uitrij en naar een optreden vertrek, gaat het Will Tura-laatje open. En als ik ’s nachts weer thuiskom, gaat dat laatje dicht. Vreemd, hè?

»Mijn vrouw zegt weleens: ‘Arthur, op het podium herken ik je soms niet. Dat ik denk: ‘Dit is niet de man die daarnet nog bij mij aan tafel zat.” Ze zal mij ook nooit als Will aanspreken. Het blijft altijd Arthur. En soms, om mij te plagen, als ik mijn haar wat te vaak kam of zo, zegt ze: ‘Maar enfin, Arthur, stop nu ’s met Will Tura te spelen.’»

HUMO Nooit ergens spijt over gehad in je leven, Will?

TURA «Misschien wel. (Mijmerend) Ik heb ooit de kans gekregen om internationaal te gaan. Een echt serieuze kans, van Norman Newell, de producer van Shirley Bassey. Hij maakte voor mij een vertaling van ‘Arme Joe’ en wilde dat ik aan een Britse carrière begon. Maar... ’t is niet doorgegaan. Same old story: ik trad ’s zondags op tot een stuk in de nacht, en hij verwachtte van mij dat ik maandagochtend present was in Londen. Ik vloog erheen en werd er afgehaald in een Rolls Royce, en in de studio zat een orkest van tweeënvijftig man te wachten. Ik dacht: ‘Wat is dát hier allemaal?’

»Ik heb gereageerd als een bange West-Vlaming en heb, net als mijn vader indertijd, voor de zekerheid gekozen. Newell wilde dat ik in Londen kwam wonen en uitspraaklessen nam. Ik zou alles in Vlaanderen hebben moeten achterlaten: Staf, mijn orkest, mijn fans... Bij het volgende bezoek aan Londen stelde ik Newell dé verkeerde vraag: ‘Kun je mij garanderen dat ik hier slaag?’ Hij reageerde teleurgesteld: dat kon en wilde hij niet. (Zucht) Het was een loterij. En ik doe niet aan loterijen.»

HUMO Iets helemaal anders: je hebt op de begrafenis van koning Boudewijn gezongen. Sandy wilde niet dat ik je deze vraag zou stellen – ze dacht dat ze je overstuur zou maken – maar ik stel ze toch: welk lied moet er op jouw begrafenis weerklinken?

TURA (geëmotioneerd) «Mijn vrouw en ik hebben het er inderdaad over gehad. Jenny heeft de plaat al opzij gelegd. Het is een Amerikaanse liveversie van ‘Nessun Dorma’ (een aria uit ‘Turandot’, de laatste opera van Puccini, red.) door Aretha Franklin. Toen ik die voor het eerst aanhoorde, stroomden de hele hemel en de hele aarde bij mij naar binnen: ongelooflijk.»

HUMO Heb je voor die dag nog ander materiaal liggen?

TURA «Nee. Zeker geen muziek van mezelf...»

HUMO Lig je weleens wakker over het einde, het definitieve afscheid?

TURA «Toch wel. Ik ben daar vrij nuchter in: er rest me niet meer zo veel tijd. En ik aanvaard dat. Ik wil er het beste van maken. Niemand tot last zijn. En in de tijd dat ik er nog ben, wil ik dezelfde man blijven.»

HUMO Je blijft zingen? Als je kijkt naar Tony Bennett, met wie mijn zeer gewaardeerde collega Serge Simonart onlangs zo’n prachtig interview had: hij wil doorgaan tot hij op de planken in elkaar zakt.

TURA (knikt) «Wil ik ook, hoor. Ik ga door zolang ik het nog kan. Sinatra zong de laatste jaren van zijn leven met een autocue – dat zal het ook voor mij worden, vrees ik (lacht). De vraag is: hoeveel tijd staat die van hierboven me nog toe? Componeren blijf ik alleszins doen tot mijn laatste snik.

»Ach, het hóéft allemaal niet meer. Maar het is welkom. Wat moet zijn, zal zijn.»

HUMO Tijd voor de slotvraag: als je terugkijkt op je leven, welk cijfer geef je jezelf dan, op een schaal van één tot tien.

TURA (denkt lang na) «Toch wel een acht. Is dat hovaardig? Ik denk het niet. Ik voel me boven alles dankbaar voor het leven dat ik heb mogen leiden. Zéér dankbaar. Ja, doe mij maar een acht.»

HUMO Krijg je van ons ook, hoor, Will. Het ga je goed.

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234