klaagzangDr. De Zeulder
‘De grootste slachtoffers van de pandemie zijn de mensen met een riant buitenverblijf’
Die vervelende Covid-19 krijgen we wel onder de knoet. Denken we. Hopen we. Al hoor je meer en meer kenners zeggen dat we nog minstens vijf jaar moeten wachten op een schuwe heropstart van Pukkelpop, en dat de kuskesdans voor de rest van deze eeuw alleen nog kan worden opgevoerd door professionele dansgezelschappen die de weken voor de voorstelling in volledige quarantaine hebben doorgebracht. Maar hoe zit het met onze andere ziektes? Dreigen die niet in het verdomhoekje te raken?
DR. KOEN DE ZEULDER «Ik zeg altijd, op congressen en zo: 'Virussen zijn als jengelende 2-jarigen met een aan hun motoriek aangepast kalasjnikovje. Die hebben een willetje dat je niet zomaar even kunt negeren, en als ze hun zin niet krijgen, beginnen ze te stampvoeten en in het wilde weg te schieten met dat machinegeweertje.' Voorlopig hebben we dat coronavirus een beetje onder controle. Maar ik vrees het ergste.»
HUMO Verwacht u een nieuwe grote uitbraak?
DE ZEULDER «Helemaal niet. Die Covid-19 heeft zijn kans gekregen, en hij heeft die verprutst. Hoe dramatisch het allemaal ook is, dat virus is een loser. Zeker als je het vergelijkt met illustere voorgangers als de Spaanse griep, en in een verder verleden de pest en de pokken. Je hoort Darwin dat virus toeblaffen, als een schooldirecteur in de nachtmerries van babyboomers: 'Gij hebt talent, ge hebt alle kansen gekregen, maar een beetje gedisciplineerd werken was er te veel aan! Gij woekerde er zomaar op los, met een mentaliteit van ik-zal-het-wel redden! Maar zo werkt het niet, jongeman. Met enkel talent en een grote mond gaat het niet. Ga maar terug naar die rottige vleermuizen, want dat is de enige plek waar iemand van uw kaliber nog iets kan betekenen. De volgende graag!'
»En zo kan dat virus weer met hangende pootjes naar zijn ontgoochelde ouders in die ondergescheten grot in Wuhan, om daar nog tientallen jaren te zeuren: 'Maar in Noord-Italië, daar hadden ze respect voor mij, hoor! Bladzijden heeft Ilja Leonard Pfeijffer over mij volgepend! Dat moet ge eens lezen, heel goed geschreven, die kerel zat mentaal diep, hoor!' En dan weten die andere virussen dat die Covid-19 aansluitend over Spanje zal beginnen. Beetje zielig allemaal.»
HUMO De crisis is dus eigenlijk al voorbij?
DE ZEULDER «Zeker. Maar met al die social distancing krijgen andere ziektekiemen al een paar maanden lang niet de kans die ze verdienen. En dat gaat zich wreken. Je hebt van dat nijdig microscopische ongedierte dat zich verspreidt via de stoelgang. Dat baant zich om te overleven een weg naar de hersens van zijn gastheer of gastvrouw, en fluistert daar zijn onsmakelijke boodschap in. Het zal hooguit nog enkele weken duren eer de eerste gevallen met een rooie kop tegen de rechter zullen stamelen: 'Ik weet niet wat mij bezielde om in de trein mijn gevoeg te doen, edelachtbare, op dat verplicht vrijgehouden zitje tussen twee andere passagiers. Ik schaam mij dood!' En die uitsteekseltjes van het virus in kwestie ondertussen maar schudden van het lachen.
»Maar kunnen we het over iets anders hebben?»
HUMO Dat kan zeker. Waarover had u het graag gehad?
DE ZEULDER «Mijn buitenverblijven. Ik heb er eentje op een plateau in de Ardennen, met een weids uitzicht, waar weleens dieren passeren die goed tot hun recht komen met een saus op basis van wilde paddestoelen en vergeten fruitsoorten zoals de Knesselaarse Hangwangappel. Ik mag daar niet naartoe. Daarom heb ik een aannemer naar dat villaatje gestuurd om het uit te graven en het alhier, in mijn riante tuin, neer te plaveien. Maar de gemeente ging dwarsliggen!»
HUMO Wanneer kunt u daar weer naartoe?
DE ZEULDER «Dat heeft geen belang. Het gaat niet om mij, maar om de jeugd. Waarom zou je nog topdokter willen worden, als zelfs een simpel buitenverblijfje je wordt ontzegd? Dat is heel demotiverend voor die jonge mensen. Weet je, ik krijg tranen in de ogen als ik denk aan mijn optrekje in het zuiden. O, dat vriendelijke gebouwtje met vijf gastenkamers met elk een eigen badkamer aan het strand van Bormes-les-Mimosas! O, dat fraaie terras, waar de oleanders een eigenzinnige keuze uit het repertoire van Gainsbourg neuriën terwijl je aan je pernod nipt! Nee, de grootste slachtoffers van die hele epidemie zijn artsen zoals ik.»
Hugo Matthysen