null Beeld © VRT
Beeld © VRT

het saaie reisverslag'Met de wind mee'

‘Met tranen in de ogen begon Marc de ijsbeer aan mijn vastgevroren fiets te sabbelen’

Met de fiets naar de Noordpool is doenbaar, zeker als je vanuit Canada vertrekt, dan is het even flink op de pedalen duwen en je bent er. Een goeie fietser klaart de klus in vier dagen. Onze redacteur deed een poging. Eentoniger kan een vakantietripje niet zijn, zei hij achteraf, en inderdaad: zijn reisverslag is zo saai dat niemand het wilde lezen, ook de eindredactie niet. Als er fouten in staan, dan is het maar zo. Er is toch geen hond die het zal lezen, maar het boekske moet vol. Maar misschien is saai wel het nieuwe opwindend.

Hugo Matthysen

Daar stond ik dan, met de fiets en een slee erachteraan, waarop ik een grote haaienvin had geplaatst. Dat deed ik om de ijsberen af te schrikken, want die beesten zijn maar van één ding bang, en dat is een haai. Ik stapte op mijn fiets en begon te trappen, maar de wielen begonnen meteen te slippen en door de warmte die dat produceerde zakte mijn tweewieler tot aan de assen in het ijs.

‘Geen nood!’ zei ik tot mezelf. ‘Dan gooien we de sneeuwkettingen even over de wielen.’

Ik haalde de sneeuwkettingen uit de kitzak die ik op de slee had gebonden. Daarbij moest ik wel even de haaienvin weghalen, en het werd hachelijk. Onmiddellijk kwam een groepje hongerige ijsberen aanzetten. Ik begon meteen met de haaienvin te wapperen, en dat werkte. Ontmoedigd dropen de witte hongerlijders af, en ze deden dat met een klaaglijk gehuil dat door merg en been ging.

Toen ik de sneeuwkettingen wilde aanbrengen, merkte ik dat mijn fiets muurvast in het ijs zat. Het smeltwater was immers bevroren. Wat moest ik doen?

Ik keek om mij heen. Het was me niet eerder opgevallen, maar nu zag ik tientallen fietsen die half in het ijs staken, stille getuigen van andere avonturiers die dezelfde fout als ik hadden gemaakt.

Wachten op de dooi was geen optie, want het was al zomer.

Toen kwam een oude ijsbeer aangesloft. Het beest keek even naar de haaienvin en haalde zijn schouders op. Daarna keek hij mij vragend aan en zette hij zijn tanden in mijn fiets. Nu ja, tanden, eigenlijk had dat beest geen tanden meer. Waarschijnlijk was hij die kwijtgespeeld bij hopeloze pogingen om andere achtergelaten fietsen op te vreten. Ik had medelijden met het beest en gaf hem een rijstwafel. Nadat ik Marc – zo had ik hem genoemd – nog een schouderklopje had gegeven, strompelde hij weg.

Ik had hem ook Rudy kunnen noemen, want ook die naam hoort bij iemand die in de herfst van zijn leven is. Maar zo’n ijsbeer bevindt zich al vanaf zijn geboorte in de winter van zijn leven, gezien het klimaat waarin hij dat leven moet doorbrengen. Misschien was Ludo nog geschikter geweest, maar het was dus Marc geworden. En het maakte niet veel uit.

Het laatste wat ik van Marc zag, was hoe hij nee schuddend naar zijn soortgenoten stapte, met een wanhopig air van: jongens, dit gaan we toch niet doen?! Arme Marc.

Ik keerde terug naar het dorp vanwaaruit ik was vertrokken, het was maar tien minuten stappen over een betonbaan. In de dorpsbrasserie bestelde ik een koffie.

‘Mijn fiets is vastgevroren en Marc is niet meer,’ zei ik tegen de vrouw die mij bediende, ‘het dier is opgevreten door zijn familie.’

‘Weet je dat wel zeker?’ vroeg de vrouw. ‘Want die beesten hebben allemaal geen tanden meer, dat komt door die fietsen. Hoe hebben ze dat dan gedaan?’

‘Geen idee,’ zei ik, wat het gesprek er niet minder saai op maakte.

‘Mijn man verkoopt fietsen. Elke maand haalt hij er met een warmtekanon een hoop uit het ijs. Kijk maar even in het schuurtje en zoek er een goeie uit.’

De prijs was redelijk. Ik vertrok opnieuw. Maar meteen moest ik ervaren wat voor domme fout ik had gemaakt: ik was vergeten de sneeuwkettingen aan te brengen.

Terwijl ik daar vol zelfverwijt naar die witte vlakte stond te staren, kwam Marc aangewaggeld. Hij leefde dus nog. Met tranen in de ogen begon hij aan mijn vastgevroren fiets te sabbelen. Ik gaf hem een rijstwafel en hij strompelde weg naar zijn soortgenoten, die opnieuw probeerden hem te verorberen.

Het vervolg van mijn avonturen kun je volgende week lezen. Het wordt een herkenbaar verhaal, iets met een haaienvin, een rijstwafel en een fiets.

‘Met de wind mee’
VRT 1, donderdag 25 mei, 20.40

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234